Amsterdamse Tonny Hamaker: puin ruimen jt voor eigen hotel Hollandse gastvrijheid zonovergoten Sardinië u "fen dag, dat de in gewoontege- weer van het {f1d een grill ?n. fïte, duwde een rat hj met zgg. 'rteeihx-t en een ?/i, ajj en shjrt jat zijn om- 1S nj*ijke embon- spande een g wagentje M°n het zand. Hij roncrej süj yiah naast ^4ibella", het dpaviljoen. "°ide wagen haal- in stukken ?e^^gde boora- ncr/i^en, planken irT^„jn grote hamer. \D£1de zon het elijk ook voor i hield, had hij ïlegsteigertje (elkaar getim- De volgende overde hij uit biets wat roei- in het water |lghero, de bad- van Sardinië jjer een attractie Verderop lagen (el waterfietsen met een roei- een paar fen per uur over neestal spiegel de en helblau- ater dobberen tenmin te ver fde zeemanspet geen vergun- nodig, hoefde I documenten in pvoud in te die- deed waarin hij zin had. |kan allemaal nog in Alghero de Amsterdamse architecten- jpter Tonny Hamaker met haar echtgenoot doende is een 1 van de grond te krijgen, zou het begin van een succes- r kunnen zijn in de trant „van enpoetser tot miljonair" maar rer is het nog lang niet. Een ^Irvalste lijdensweg, die alleen QNegd kon worden met een on- telbare hoeveelheid energie en "zettingsvermogen, is voorafge- I aan het moment waarop de ilie Casula de dikke eikenhou- deur van het hotel „Internazio- open kan zwaaien. I tien jaar geleden ontmoette ly Hamaker in Amsterdam Elio ila, een Sardijn die zijn geluk lederland kwam beproeven. Ze Wden en trokken naar het Ita- ise eiland waar haar schoonou- een hotel bezaten, dat voor een Ivol lire was verpacht aan een erlandse reisorganisatie. Voor jaar. Elio Casula dook in het ende horecawezen van Alghero, badplaats met een dikke dertig- end inwoners, bracht het tot rteur van een hotel maar imde van een eigen bedoening, n twee jaar geleden liep het ract met de Nederlandse orga- tie af en besloten Tonny en Elio jxploitatie zelf in handen te ne- i Vele duizenden Nederlanders Den herinneringen aan hotel „In- azionale" dat met zijn halve mvormige ramen een beetje |rse indruk maakt. Architect Ha ler had er, toen de badplaats-in- omst gaandeweg meer buiten- Iers moest verwerken, een vleu- aangebouwd. De Nederlandse delsgeest was in de afgelopen jaar evenwel meer gericht ge- 6t op een batig exploitatiesaldo op onderhoud van het hotel dat Lj-fitzag alsof alle loslopende hon- Alghero - en dat is een handelsmerk want er lopen er - weken hadden mogen jcenftten om van „Internazionale" ns. bouwval te maken. De vuistdik- koperen pannen uit de keuken len gebutst en gescheurd, deuren in-fen uit de sponningen, sanitair bril gebroken, hier en daar was nog letelen waar eens verf had gezeten - in (intensieve bewoning gedurende :iek. jaren had zijn sporen zichtbaar optergelaten. i dejt knappen we op", riep het echt- want wat konden ze anders, lenl bevordering van het toerisme ed-(»m dat zo veel mogelijk in eigen te houden, stopte de staat - leeJjel, lenen natuurlijk - tientallen •nen lire in het project. Elio charterde een neef uit de jurjfdstad Cagliari, die een zeer ver- ?dePstelijke doe-het-zelver is. Elio en is eveneens vaardig met verf- erfst, hamer, beitel en ander ge- 'ichap en er werd begonnen de iusstal te hervormen in weer hotel waarin zonder van mte door de grond te zinken Mil- De Aga Khan moet het idee hebben gehad dit soort bouwwerken op te trekken in de buurt van Alghero. Dat ging niet door en hij koos de Costa Smeralda om er een voor gewone mensen onbetaalbaar vakantieoord te stichten. gasten ontvangen zouden kunnen de Costa Smeralda voor de rijken worden. der aarde, voor filmsterren en de uit hun land verbannen vorsten een droomwereld heeft geschapen van blinkend witte, eenvormige villa's, die in de haven de jachten ontvangt van captains of industry, waarbij Nederlanders niet ontbreken. Maar eerst en vooral had de Aga Khan een begerig oog laten vallen op Alghero dat hij, stad en al, wel wilde annexeren om er een super de luxe oord van te maken. Dat ging niet door en hij week uit naar de Costa Smeralda, ergerde zich aan de wel eens lakse verbindingen met het vasteland en richtte een eigen vliegtuigmaatschappij op die fel concurreert met de dochteron derneming van Alitalia die de bin nenlandse vluchten onderhoudt. Maar Alghero bleef zijn eigen boon tjes doppen, als badplaats nummer een van Sardinië. Aan de boulevard verschenen luxe appartementen, ho tels werden uit de grond gestampt en de VW kon een steeds langere lijst van attracties bieden. De meeste hotels liggen in de stad, veel minder, zoals dat van Tonny en Elio Casula, erbuiten maar wel pal aan het strand dat op weekda- Nieuwe tafeltjes en stoelen, linnen goed, sanitair, vloerbedekking voorzover er geen tegels liggen, keu keninventaris, fornuis, bar, receptie, terras, waterinstallatie om in de bloedhete dagen verzekerd te zijn van een lopende douche en een toilet dat kan worden doorgetrok ken; kortom, er werd begonnen aan een gigantisch karwei want alles moest ook nog geschilderd worden. Meer dan eens heeft Tonny Hama ker, die ook nog de zorg voor twee kinderen heeft, 's avonds doodmoe haar hoofd in haar handen gelegd en zich afgëvraagd waaraan ze in hemelsnaam waren begonnen. De lening moest steeds worden aange vuld want lires vliegen door je han den als een zonnestraal. Toen alles na twee jaar zwoegen en zweten, dag en nacht werken, ui terst zuinig leven - maar toch altijd een glas wijn, een stuk kaas of een maaltijd voor de toevallige bezoeker - rook naar verf, verrus en typisch Hollandse huishoudelijke reinheid stapten Elio en Tonny Casula naar buiten om de crèmekleurige, ruw gepleisterde gevel te bekijken en konden .ze met voldoening tegen elkaar zeggen: „Laat nu de gasten maar komen" Dat was halverwege het vorige sei zoen, een ongunstig tijdstip, zelfs voor een hotel dat het gehele jaar - overwinteren dus! - geopend is, een zeldzaamheid in Alghero met vrijwel louter (zomer)seizoenhotels. Toch kwamen er twee dames uit Turijn, een onduidelijk paar van het „vasteland" zoals de Sardijnen „het" Italië noemen en nog wat van her en der afkomstige lieden die in de hotels in het stadje geen plaats hadden kunnen krijgen of voor een kort oponthoud boekten omdat ze op doorreis waren. Maar nimmer verzuimden ze tijd uit te trekken om een duik te nemen in het zoele water van de rimpelloze zee die eb noch vloed kent of om „tint" te vangen op het zandstrand. Rivièra del Corallo Het is maar een paar honderd me ter van hotel „Internazionale" naar het strand van Riviera del Corallo. De weg die eens die naam niet mocht dragen en waarlangs enorme cactussen stonden, is geasfalteerd. Het hotel ligt in de wijk Pietraia, waar driftig nieuwbouw wordt ge pleegd en de oude woningen met de grond gelijk worden gemaakt. Stadsvernieuwing in Alghero, dat ooit, zo wil het verhaal op het eiland waar traditie, overlevering en oude zeden nog hoogtij vieren, het doel wit was van de Aga Khan die aan gen in de ogen van de autochtone bevolking al „overvol" is als er hon derd mensen genieten van het milde klimaat dat zelfs in de winter nim mer onder de vijf graden komt. Er is eens, een paar Kerstmissen geleden, sneeuw gevallen. Dat wil zeggen, er daalden wat vlokjes neer. Heel Alghero stormde naar buiten om dat natuurwonder mee te bele ven. De alleroudsten, en die zijn daar al gauw dik in de negentig, konden zich niet herinneren ooit die witte vlokjes te hebben gezien en het zal wel weer negentig jaar du ren eer ooit iemand ze weer zal ontwaren. Toen het kortstondige wereldwonder ten einde was, trok ken ze zich weer terug in de wonin gen van het visserskwartier waar de postbode luidkeels „Ballone" roept als er voor de visser en zijn post is want een brievenbus is er niet Vrouw Ballone rept zich dan naar benedén, zachtjes want haar man slaapt. Hij is de vorige avond laat naar zijn schip gegaan, heeft de lantaarns ontstoken en is de zee opgevaren. Tot hij genoeg had ge vangen om van de opbrengst weer een dag zonder zorg te kunnen le ven. Hij heeft de vis rechtstreeks de markt middenin de stad gebracht waar de hoteliers en inwo ners in de vroege ochtend het kakel verse zeebanket inslaan. Niet meer werken dan nodig is om gelukkig te zijn, luidt het parool voor Ballo ne. met een gezicht dat is weggelo pen van een schilderij: de blik op oneindig, een stoppelbaard, een pu re visser. Overdag sjokt hij wat - de keien van de smalle straat jes, drinkt zijn koffie, pakt een wijntje en kletst wat met bekenden. Want wie in dit stadje kent niet iedereen? Vijf minuten vanaf het centrum met de bus is het naar de Via Don Minzoni, de hoofdweg die naar het vliegveld leidt en waar Tonny en Elio Casula de deuren van no. 126 wijd open hebben staan. „We heb ben een familiehotel" zeggen ze. Voorlopig bedienen ze zelf hun gas ten, kookt de met een onvoorstelba re energie uitgeruste Tonny in af wachting van de komst van een kok. „We willen dat onze gasten ook werkelijk onze gasten zijn", zegt ze. Maar hoe bereik je Sardinië en Alghero. Met de trein vanuit Neder land naar Genua, vervolgens met de elke dag vertrekkende boot - even ver als van Nederland naar Enge land - naar Porto Torres en vandaar met de bus die alles vervoert tot manden met pluimvee toe, naar Alghero Onderweg stopt de chauf feur wel bij hotel „Internazionale" want Sardijnen doen niet zo moei lijk. Reis en hotel met volledige verzorging vergen dan voor een kleine drie weken de somma van ,hun" strand maar dan wordt ook periode waarin de vellen eraf moes- en voeten in „Gambella" vrijwel zeker gehonoreerd. Ze blijven nooit lang. Sardijnen zijn niet van die fervente zonaanbidders." De wedu- met alle twee reismogelijkheden is wen blijven in de zwarte kleding die de bestemming: zon, zee, rust. ze sedert de dood van hun man tot Van „Internazionale" langs Cavalli- hun eigen verscheiden dragen. Va- no Bianco: levensgrote pizza's voor der wil nog wel eens zijn badbroek een schijntje plus een wijntje voor aantrekken, moeder niet zo snel de wie Tonny's kok eens een rustiger dag gunt. „Het witte paard" ligt onder een gloednieuw appartemen- bikini. Ze heeft het veel te druk om haar kroost bijeen te houden en met schrille stem terug te roepen als ze tengebouw dat grotendeels wordt zich wat al te gewaagd in het helde- bewoond door artsen van het na bije, ook al nieuwe, ziekenhuis. Van die weg af rechtstreeks naar „Gam bella", het strandpaviljoen dat ge rund wordt door twee broers. Een van hen heeft aan een operatie een stijve knie overgehouden zodat hij met die „poot" - en hij weet dat hij zo genoemd wordt - een cirkelende beweging maakt als hij loopt. Met milde zelfspot heeft hij zijn etablissement „Gambella" - gamba been - gedoopt Concurrentie heeft hij niet of het moet ver verderop zijn. Hij heeft een bagnino die een strandstoel met parasol aansleept voor een prikje en tussen die weinig vermoeiende bezigheden door kijkt hij met half dichtgeknepen ogen naar rechts waar de gasten van het hagelwitte hotel San Marco in keurige rijen komen aangemarcheerd om zich ij lings onder de parasols - ook in keurige rijen - neer te vlijen. Want het zijn onveranderlijk Engelsen die dit hotel frequenteren. Melkwitte Engelsen, met zonnepetten op en brillen, die soms in slaap vallen en dan roodgeschroeid wakker worden omdat de zon is gedraaid en onder de parasol is gedoken. Want pas op in die hardnekkig onvermoeibare zon. En voor de rest is het strand van re water storten. Of de roeibootver huurder met zijn zeemanspet tot wanhoop brengen omdat de belha mels, net toen hij een tukje deed, een boot hebben losgemaakt en van uit zee vriendelijk roepen dat ze straks wel terug komen maar géén geld hebben. ten worden gehaald. De zon op Sar dinië is niet die van Petten of Ber gen aan Zee! Maar wel lekker, om met de televisiespot te spreken. Trouwens, Elio en Tonny Casula verzachten het leed met de avond maaltijd en een best betaalbaar drankje daarna in de bar. En i een zonloze dag, als die er mocht zijn, weten ze even goed de weg voor de onvermijdelijke excursie naar de Nuraghe, die torenachtige eeuwenoude bouwsels die van een huis een fort maakten, of de Grot van Neptunus die kleiner maar ten minste zo mooi is als die van Han, of de processies met de kleurrijke klederdrachten in het binnenland. Want die dappere twee zijn ook nog eens uw eigen VW. HERMAN VAN BERGEM «Hg v»;tui*.. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 19