yifefeJ i i im j -■ HAAG De sjeiks komen, zij kopen en banken op, zij zijn de nieuwe hthebbers van morgen. Direct na de [crisis nu al weer meer dan vier jaar den leek deze kreet werkelijkheid te den in steden als Londen en New York. Westen werd onverhoeds geconfronteerd rijkdom en de macht van de Arabi- e sjeiks die vlak daarvoor de welvarende (^importerende landen in de ergste crisis den gestort sinds de Tweede Wereldoor- De aankoop van prestigieuze hotels en leien en belangrijke aandelen lokte hef- (ongenoegen uit vooral toen aan nationale depaardjes werd geraakt, zoals in Duits waar het sjeikdom Koeweit een aan- van 14 procent verwierf in de Mercedes- fabrieken. Natuurlijk kon de vraag uitblijven of de Arabische investeerders niet interesse hadden in Nederlandse [rijven en onroerend goed. Twee jaar eden antwoordde minister Duysenberg 1 Financiën de Tweede Kamer dat de 3 Ibieren geen belangstelling hadden voor ie ;esteringen in Nederland. idsdien lijkt de situatie echter duidelijk ,e(vijzigd. De Arabische oliesjeiks hebben Benei uxlanden in de kijker gekregen, jdanks de pro-Israëlische image die Neder- jd en in mindere mate België nog altijd .gglben, dringt de ontzaglijke oliedollar- '0(pom (die volgens een schatting van de ropese banken alleen al aan overschotten ,n ftig tot veertig miljard per jaar bedraagt) iveerstaanbaar over onze grenzen heen. I men er meer van weten? de afgelopen tijd onderhandelden Arabi- le geldschieters via hun bemiddelaars hier I ér projecten als het Hilton Hotel Schiphol, •porceleyne Fles (fabrikant van het wereld- roemde Delfts Blauw), de Euromast in tterdam. een omvangrijke tijdschriften- Jep (waarvan men de naam niet wil noe- m) en enkele scheepswerven. Een belang- k project is ook de aankoop van een Jiplete textielfabriek in Twente die in zijn JËA ieel naar Saoedi-Arabië zou moeten wor- overgebracht. Hoe de afloop van deze ierhandelingen zal zijn valt .nog met geen gelijkheid te voorspellen, feit is dat zij )ben plaats gehad, zoals van verschillende iten wordt bevestigd. De Arabieren heb- trouwens al een aantal belangen'in Ne- 'land. Bekendste voorbeeld daarvan is wel aandeel van twintig procent in het bouw- icern Ballast Nedam waar Arabische be- gers in het afgelopen najaar de hand op ;ten te leggen. In bepaalde beleggerskrin- i, is het ook geen geheim meer dat enkele Voorgebouwen in Rotterdam eigendom V van Arabische investeerders. Ook in Igië zijn de Arabieren op het toneel ver lenen. Net als hier gebeurt dat met de its mogelijke omzichtigheid. Bemidde- rs van de United Arab Counsel, een markt •motion organisatie die werkt voor alle iden van de Arabische Liga met vertegen- •rdigingen in Den Haag. Brussel, Parijs, nden en Hamburg, zeggen op het punt te an voor hun Arabische opdrachtgevers tele kunst- en antiekzaken van gewicht in twerpen aan te kopen. Verder probeert ze organisatie een groot aandeel te verwer- ij in een belangrijk Belgisch hotelconcern 'staan er plannen op stapel voor een reatieproject aan de Belgische kust tussen ïökke en Oostende dat onder meer de luw omvat van hotels en appartementen. België bezitten Arabische investeerders al scheidene flinke onroerende goederen ils bijvoorbeeld het kantoor van de Brus- se maatschappij Geomines. De meeste insacties met de Arabieren onttrekken zich iter aan het oog van de buitenstaander, t.Arabische geld kan raar rollen; in onder nemingen waar het niet vermoed wordt, blijkt via allerlei constructies Arabisch geld gestoken te zijn zonder dat de eigenaars daar weet van hebben. De Arabische interesse voor Nederland en België is niet mogelijk zonder de promotion- activiteiten van een aantal zogenaamde con sultants van Arabische origine die Neder landse bezitters en Arabische geldschieters bij elkaar brengt. De belangrijkste lijkt tot nu toe de al genoemde United Arab Counsel die zijn wervingsactiviteiten weet te ont plooien dankzij de rijkelijk vloeiende geld stroom uit de Verenigde Arabische Emiraten, de elf kleine oliestaatjes aan de zuidwestelij ke tongpunt van het Saoedi-Arabisch schier eiland. Leider van de Haagse vestiging is de tot Nederlander genaturaliseerde Egyptenaar A. B. Shouhaveb. Het bedrijf timmert niet aan de weg, maar is dankzij contacten met de Economische Voorlichtingsdienst en de Kamer van Koophandel goed ingevoerd bij makelaars en grote ondernemingen. De za ken floreren goed. De heer Shouhayeb: „In 1977 maakte de Arabische handel met Neder land een groei door van 33 procent. Wij onderhouden contacten met meer dan twee honderd Nederlandse firma's (die uiteraard niet voorkomen op de lijst van het Arabisch boycotbureau in Damascus. Shouhayeb zegt overigens dat de boycot niet zijn zaak is, maar die van elk Arabisch land afzonderlijk: „Wij als Counsel adviesorgaan willen goed samenwerken met het bedrijfsleven"). De volgende stap ligt dan ook voor de hand: begin volgende maand komt in Den Haag officieel de Nederlands-Arabische Kamer van Koophandel van de grond, waarvoor momenteel de allerlaatste voorbereidingen worden getroffen. De United Arab Counsel zegt grote plannen te hebben om de Arabi sche contacten in Nederland uit te breiden. Tot nu toe heeft de Counsel met succes het Nederlandse bedrijfsleven geattendeerd op de geweldige commerciële mogelijkheden die de Arabische landen in opbouw met hun astronomische geldreserves hebben. Aan de andere kant maakt men Arabische investeer ders en kopers opmerkzaam op producten, diensten en goederen die hier voorhanden zijn. De heer Shouhayeb: „Alles is verhandel baar. Van slachtkippen tot universiteitscur sussen". Komt de handel tot stand en als men alleen al kijkt naai* de luxueuze kanto ren van de consultants lijkt dat te kloppen dan pikken zij in de vorm van commissie- gelden een flink graantje van de geldstroom mee. Dankzij de contacten die de Counsel in de afgelopen vier jaar legde met het bedrijf sleven kon zij alleen in Nederland al 65 gespecialiseerde consultants aanstellen die klaar staan met tips zodra zich voor de Arabische geldschieters interessante moge lijkheden voordoen. Het succes van de United Arab Counsel heeft ook anderen op het idee gebracht direct of indirect als bemiddelaar op te treden voor het zakenleven. In Amsterdam, opereert de organisatie Arabesk van de heer I. Farouk die met behulp van het tijdschrift Dutch Business in the Middle East Nederlandse en Arabische bedrijven zakenlieden met elkaar in contact brengt. Persoonlijk bemiddelt Fa rouk niet. In september komt Arab Business Report uit met soortgelijke doelstellingen van een eveneens tot Nederlander genaturaliseer de Egyptenaar, drs. M. Saad uit Amsterdam, dat belooft beide voorgaande ondernemingen naar de kroon te steken. Saad bemiddelt ook persoonlijk tussen Nederlanders en Arabie ren. Net als Farouk en Shoubayeb bereist hij het Midden-Oosten regelmatig. Er blijkt dui delijk veel geld te verdienen aan de bemidde ling gezien de concurrentie tussen de drie. Waarschijnlijk houden zij allen het illustere voorbeeld voor ogen van de superbemidde laar Adnan Khashoggi uit Saoedi-Arabië die volgens het Amerikaanse zakenblad Fortune met zijn 75 miljoen dollar aan commissiegel- den jaarlijks, de rijkste zakenman moet zijn die er op dit mement op de aardbol rond loopt. Khashoggi, gelieerd aan de koninklijke familie van Saoedi-Arabië gaat er prat op dat hij in de afgelopen vijf jaar voor 11,5 miljard dollar aan contracten afsloot tussen Arabie- ren en westerse, voornamelijk Amerikaanse zakenlieden. Eén van de gevolgen van de werkzaamheden van de consultants is dat Nederlandse make laars als Zadelhoff en Intermakei nu gere geld over onroerend goed onderhandelen met Arabieren of hun gemachtigden. Wat ver kocht is en waarover zij momenteel onder handelen geven zij uiteraard niet prijs. In aanmerking komen zoal kantoor- en winkel complexen en recreatieparken. Maar goede projecten zijn vrij schaars. Een makelaar: „Pensioenfondsen en professionele beleggers hebben hier al veel moeite iets goeds te vinden. Dan geldt dat zeker voor de Arabie ren die de markt hier niet goed kennen". Een Arabische invasie zoals vooral Engeland die de laatste jaren heeft gekend en waar de Arabische consultants op hopen, ligt dan ook niet zomaar in het verschiet. Traditioneel zijn de Arabieren ingesteld op landen als Engeland en de Verenigde Staten; ze ver staan er meestal de taal van en hebben er de oudste handelscontacten mee. Arabische investeringen kwamen daar dan ook het eerst tot stand. Nederland en België samen hebben nog geen één procent in handen van de import van Saoedi-Arabië, het belangrijkste olieland. De investeringen in het buitenland blijven trouwens marginaal in vergelijking met wat de landen van het Saoedi-Arabisch schierei land in eigen huis stoppen. De rijke in Brus sel gestationeerde Saoedi-Arabische oliebezit- ter en reizend financieel-economische journa list Faez Al Ajjaz zegt: „Die olielanden geven momenteel de hoogste prioriteit aan hun eigen ontwikkeling. Zij hebben nog vijftien jaar nodig om het Westen voorbij te streven. Daarbij kunnen zij in ruime mate putten uit de westerse technologie en kennis die zij in overvloedige mate krijgen aangeboden. Let op mijn woorden. Nog voor het jaar 2000 zal het Saoedi-Arabisch schiereiland het econo misch middelpunt van de wereld worden. De westerse landen zullen dan afhankelijk wor den van de Arabische". Wie denkt dat met het opraken van de olie het tij wel weer zal keren, vergeet dat de Arabische landen door het opwekken en exporteren van zonne-energie de eerste viool op energiegebied kunnen blijven spelen. Als zonne-energie-installaties in hun landen ook maar een rendement van slechts twee pro cent opleveren is dat al voldoende om de wereld van dertig keer zoveel energie te voorzien als waarover het nu momenteel beschikt, zo werd deze week in Bahrein becijferd. Met dergelijke vooruitzichten is het niet meer dan vanzelfsprekend dat de Ara bieren ondubbelzinnig uit zijn op economi sche wereldmacht. Die instelling klinkt ook door in de woorden van consultant Shouhayeb: „Aan het investe ren zit ook een psychologische kant. Het feit dat we kunnen zeggen: deze scheepvaart maatschappij is van ons, telt soms even zwaar als het feit dat die aankoop voor ons winst moet opleveren. Het gaat er om dat wij die zaken zelf in handen krijgen. We kunnen hier schepen laten bouwen, maar als zo'n maatschappij van ons is, dan kunnen we zelf daarmee aan de slag". Drs. Saab zegt, daarbij wijzend op het aprilnummer van het blad van de OPEC dat de olielanden op een conferentie in Cairo zich ten doel hebben JlilBBËl gesteld in het begin van de jaren 80 het olievervoer voor dertig procent in eigen hand te hebben. Nu is dat nog maar drie procent. Nederlandse tankers zijn nu voor dat oliever voer veel belangrijker. Zo schuift de macht van de Arabische landen onweerstaanbaar verder op. Wie daar nog aan twijfelt moet bedenken dat het jaarlijks nationaal inkomen van een oliestaat als Koeweit bijvoorbeeld vierentwintig maal dat van Nederland over treft. Een makelaar die geregeld met de Arabieren contact heeft zegt: „Als ze willen kunnen de Koeweiti's ons bij wijze van spre ken in drie weken leeg kopen". De consul tants lijken hier de voorposten te zijn van die Arabische rijkdom. Er is maar een ding dat hen bij de Nederlanders verbaast en UTiteert: hij buigt niet genoeg voor het Ara bisch geld. Shouhayeb: Vaak heb ik het meegemaakt dat rijke Arabieren hier onbe schoft behandeld werden. Nederlanders rea geren niet alert genoeg op de mogelijkheden die de Arabieren voor hen hebben. Er zou meer paprika in hun bloed moeten zitten". En Farouk: „De Nederlanders zijn niet realis tisch genoeg. Ze begrijpen niet dat zij zichzelf in eigen vlees snijden door het anti-boycoton- derzoek (het onderzoek dat de Tweede Ka mer heeft aangekondigd naar bedrijven die zouden zwichten voor de eis van de Arabie ren geen bemoeienis te hebben met joden ot de staat Israël). Zo verspelen ze hun kansen bij de Arabieren". PAUL VAN VELTHOVEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 13