Koninklijke
Luchtmacht
deze
zomer
„65 plus"
VLIEGENSVLUGGE
TENTOONSTELLING
Suikerindustrie
gaat zelf
tandbederf te
Lips automuseum in Drunen, Autotron
genaamd, brengt onder het motto „75 jaar
vliegen vliegensvlug vervlogen" in de
lente en zomer van dit jaar een
luchtvaarttentoonstelling die in
samenwerking met de Koninklijke
Luchtmacht en het Luchtmachtmuseum
in Soesterberg tot stand is gekomen.
Dit gebeurt ter gelegenheid van het
65-jarig bestaan van de Nederlandse
luchtmacht, het tienjarig jubileum van het
luchtmachtmuseum en het 75-jarig
bestaan van de burger-luchtvaart. Die
drie belangrijke elementen zijn terug te
vinden in een aantal, voornamelijk al
historisch geworden vliegtuigen, oude
attributen en uniformen en in een schat
van foto's. Attractief is de bouw van een
Farman-vliegtuig het eerste type dat
door onze luchtmacht werd gebruikt in
de werkplaats van Autotron. Een karwei
waarmee een groot gedeelte van de
expositietijd die tot eind september loopt,
gemoeid is en dat door de bezoekers als
het ware van dag tot dag kan worden
gevolgd.
Aanvankelijk werden de Farmans door
de Nederlandse automobielfabriek Spijker
gebouwd die ook de eerste Spijker-auto
aan de luchtmacht leverde. Na afbouw
zal het toestel aan het luchtmachtmuseum
worden geschonken en blijvend in
Soesterberg worden geëxposeerd. In
luchtmachtkringen, waar veel waardering
is voor dat initiatief, wordt de
samenwerking tussen een museum voor
de luchtvaart en dat voor de autotechniek
een unicum genoemd.
Het vliegveld Deelen maakt zich gereed voor
de grote luchtvaartshow en de Open Dag
groot deel in ons land opgeleid, voor een wat kleiner
deel in Amerika (helikopters) en in Canada (straalja
gers). Om die laatste categorie te voren al uit te testen
en zodoende te voorkomen dat er in Canada nog
teveel uitvallers geboekt worden, is een vooropleiding
in Eelde bij Groningen gestart.
De eigenlijke luchtverdediging is in handen van twee
squadrons (een squadron te stellen op rond 24 vlieg
tuigen) „Starfighters" en één squadron Amerikaanse
Phantoms dat op Soesterberg is gelegerd. Verder nog
twaalf squadrons geleide wapens waarvan er vier
behoren tot een Nike-groep raketten tegen hoogvlie
gende en acht tot de twee Hawk-groepen tegen
laagvliegende doelen. Dan zijn er nog zes squadrons
tactische vliegtuigen, evenals de luchtverdedigings
eenheden, behorende tot het commando Tactische
luchtstrijdkrachten waarvan het hoofdkwartier in
Zeist is gelegen. Twee daarvan vliegen de Starfighter
en de vier andere de Northrop NF-5. Zoals bekend
wordt de Starfighter gaandeweg door de F-16 vervan
gen.
Eigenlijk is ons land bij het ontstaan van de lucht
vaart er zeer snel bij geweest om mee te doen, ook
in militair opzicht. Al vrij kort na de oprichting van
de militaire luchtvaartafdeling werden er, zij het op
bescheiden schaal, Franse Farmans gekocht. En bij
het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was de
Nederlandse luchtmacht al aardig tot ontwikkeling
gekomen. In de oorlogsjaren kon er natuurlijk niets
besteld of in eigen land gemaakt worden maar men
vond compensatie in de confiscatie van vreemde
vliegtuigen die op Nederlands grondgebied landden.
Dat waren er in totaal zeker zo'n honderd waarvan
de helft vliegklaar gemaakt kon worden. Sommige
machines hebben tot aan het begin van de twintiger
jaren nog in Nederland dienst gedaan.
Na de Eerste Wereldoorlog kwam Anthony Fokker
als vliegtuigbouwer aan bod. In zijn fabriek werd de
C-5, een tweepersoons tweedekker, gebouwd. Zij heb
ben nog in de meidagen van 1940 gevlogen. Later
kwam de snellere jager D-21 die velen zich nog uit
de eerste oorlogsdagen zullen herinneren evenals de
voor die tijd superieure G-l met dubbele staartboom.
Na de capitulatie in mei 1940 zette de militaire
luchtvaartafdeling de strijd, in Engeland voort en wie
aan de bezetter was ontkomen vloog daar met de
Spitfire, de Halifax, de Mosquito of de Typhoon. Dat
moeten meer dan vijfhonderd man zijn geweest!
Na de Tweede Wereldoorlog had men wel begrepen
dat een klein land als het onze zich niet alleen tegen
een vijand kon verweren. Ook andere naties beseften
dat en met een andere dreiging in zicht ontstond de
Navo. Dat betekende voor de Nederlandse luchtmacht
de verzorging van de verdediging van het eigen
luchtruim en het leveren van een bijdrage aan de
defensie van West-Europa. Na enige tijd voornamelijk
in lesvliegtuigen te hebben gevlogen kregen onze
vliegers in het begin van de vijftiger jaren toestellen
als Hawker Hunters, Sabres, Thunderjets en nog
verschillende andere typen vliegtuigen.
Nu zijn het de Starfighters, gestationeerd op de
vliegbasis Leeuwarden en Volkel en de Northrops die
we op Gilze Rijen, Twenthe en Eindhovenvinden,
maar ook nog twaalf Fokker F-27 transportvliegtui
gen, gestationeerd op Soesterberg. En dan zijn er ook
nog de helicopters: drie squadrons, waarvan er een
eveneens op Soesterberg en twee in Deelen bij Arn
hem zijn ondergebracht. Aanvankelijk uitgerust met
Alouette-III toestellen worden die squadrons nu gelei
delijk voorzien van de nieuwe Bolkow M 105-helicop-
ter, een zeer wendbare machine.
Onze, toch betrekkelijk kwetsbare vliegvelden, wor
den binnen niet al te lange tijd uitgerust met Hawk-
raketeenheden ter verdediging op wat langere afstand
en voor de dichtbij-verdediging met een einder type
raketten. Maar dan zitten we al in 1979.
LOU STEYGER
de Nederlandse luchtmacht
den kan majoor Pijpers nog niet alles vertellen, maar
vast staat dat het voorvliegen van vele historische
vliegtuigen, later op een „static-show" te zien, wel tot
de belangrijkste evenementen kan worden gerekend.
Vliegtuigen uit de collectie van het luchtmachtmu
seum te Soesterberg zullen de belangrijkste episodes
uit de geschiedenis van de luchtmacht doen herleven.
Zo zal de eerste straaljager van de luchtmacht, de
Gloster Meteor, weer het luchtruim kiezen. Vanzelf
sprekend komt al het moderne materieel van de
luchtmacht tijdens het luchtvaartfeest aan bod.
Daartoe behoort zowel de nieuwe helicopter, de Bol
kow M105 die momenteel de Alouette vervangt, als
de F-16, waarover in het kader van de werkgelegen
heid nog steeds het een en ander te doen is. Ook
buitenlandse luchtmachten geven tijdens het lucht-
vaartgebeuren „Klu-65" acte de presence. Van zeker
tien verschillende landen wordt het een en ander op
luchtvaartgebied getoond en meerdere teams zullen
aan de luchtshow medewerken.
Wie nu, in 1978 hoort dat Nederlandse militaire
vliegers op supersnelle vliegtuigen in Canada voor
hun moeilijke taak worden opgeleid, beseft amper dat
de luchtvaart in nauwelijks een mensenleeftijd niet
alleen een snelle, maar zeker ook een spectaculaire
ontwikkeling heeft doorgemaakt. Dat de „Brik" van
Marinus van Meel die met moeite met een vaart van
85 km. per uur en de wind nog in de rug laag over
de weilanden scheerde al lang vervangen is door de
Northrop NF-5 die op een hoogte van 15 kilometer
met een snelheid van 1600 km. per uur als een
bliksemflits door het luchtruim klieft. Toen een clubje
militaire vliegers, nog geen tien man sterk en wer
kend met een gehuurde machine, nu een ploeg hoog-
geclassificeerd technisch personeel, bijna 18.000 man
sterk met enige honderden toestellen en voertuigen.
Een luchtmacht die echter, hoewel nog van formaat
en betekenis, door de bezuiniging een flinke veer
heeft moeten laten. Want het personeel is sinds 1970,
toen men 22.220 man in dienst had, geslonken tot
17.700 man. Daaronder kan men ook de ruim 300
Luva's tellen.
Majoor Pijpers stelt overigens dat er niet alleen best
meer werk voor vrouwen bij de luchtmacht zou
kunnen worden gevonden, maar dat ook de belang
stelling voor dienen bij de luchtmacht, (bij andere
krijgsmachtonderdelen trouwens ook) toeneemt. De
werving van vrouwelijk personeel heeft enige jaren
op een laag pitje gestaan, maar de laatste tijd wordt
daar weer meer aandacht aan'besteed.
Het personeel van de luchtmacht wordt voor een
Nieuwe helikopters, de Bölkow 105, thans in dienst bij het Eerste Legerkorps
De Gloster Meteor: het eerste straalvliegtuig van
DEN HAAG Kort voor de herdenking van de
oprichtingsdatum van de Koninklijke Luchtmacht,
1 juli, gaan de luchtmachtmensen door middel van
een grote centrale manifestatie op de vliegbasis
Deelen de aandacht vestigen op de 65-jarige geschie
denis van de militaire luchtvaart. Vier dagen lang,
van 14 tot en met 17 juni wordt de historie van
dit, tot een belangrijk krijgsmachtonderdeel uitge
groeide apparaat op aantrekkelijke wijze belicht en
wordt de vele duizenden bezoekers die dan op de
Veluwe worden verwacht een inzicht gegeven in de
taak en vooral de werkwijze van onze moderne
luchtmacht.
„Het is geen eigenlijk jubileum, maar de ontwikkelin
gen in deze sector gaan zo verbazend snel, dat we
eens in de vijf jaar best eens wat van ons kunnen
laten zien". Dat is de mening van majoor-luva M.
Pijpers van de Luchtmacht Voorlichtings Dienst. Zij
koestert hoge verwachtingen van de manifestatie die
op Deelen zal worden gehouden. Over het definitieve
program dat de bezoekers zal kunnen worden gebo-
Amsterdam Vooruitlopend op de uitkomsten van
wetenschappelijk onderzoek zijn de Verenigde Suike
rindustrieën in ons land al begonnen er van uit te
gaan dat suiker niet zo best voor het nationaal gebit
is.
Alle bij de Stichting VISI (Voorlichtings Instituut
voor de Suikerverwerkende Industrie) aangesloten
bedrijven hebben deze dagen documentatiemateriaal
gekregen dat de aandacht vestigt op de relatie tussen
het nuttigen van suiker en gebitsziekten. De stich
ting VISI zet zich sedert zijn oprichting in voor het
verbeteren van de mondhygiëne.
De laatst ontwikkelde aktiviteit is de introduktie van
het stripduo Pim en Pien Poets. Een uiteraard blin
kend breed grijzend paartje van pakweg zes, zeven
jaar, dat niets nalaat om de aandacht op een blakend
gezond gebit te vestigen.
VISI in zijn informatiebulletin: „Pim en Pien Poets
moeten duidelijk gaan maken dat snoepen niet verbo
den is als je goed je tanden poetst; dat poetsen goed
is, zeker na het snoepen; dat gezonde tanden een
sieraad zijn: dat snoepen en poetsen bij elkaar horen
net als de- tandarts bij zijn weinig aantrekkelijk
boren".
Een andere organisatie, de Nederlandse Vereniging
voor de Suikerwerk - en Chocoladeverwerkende In
dustrie (Nevesuco) stelde vier jaar geleden gelden
beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek op het
gebied van tandcariés ofwel de tandgatenziekte. Dat
onderzoek gaat nog steeds voort. Het wordt uitge
voerd door prof. O. Backer Dirks van de Rijksuniver
siteit Utrecht Ook prof. Konig van de r.k. universiteit
van Nijmegen spant zich voor dit onderzoek in.
Backer Dirks richt zijn onderzoek voornamelijk op
de erfelijkheidsfactoren die bij het ontstaan van
cariës een rol spelen en König houdt zich voorname
lijk bezig met preventie. En dan probeert een zekere
prof. Cohen in Londen al jarenlang antistoffen tegen
de cariësbacterie te vinden. Hij heeft al een serum
gevonden, maar daaraan zijn tot nu toe onoverkome
lijke risico's verbonden, die het voor toepassing voor
alsnog onbruikbaar maken.
De suikerindustrie blijft de onderzoeken de komende
jaren financieel ondersteunen en de onderzoekers
hebben volgens secretaris B. Bosman van de Suiker
stichting Nederland volledig vrij spel bij hun werk.
„Het enige dat wij als geldgevers vragen, is af en
toe een rapport over de stand van zaken. We lopen
uiteraard het risico dat we met deze onderzoeken de
poten onder onze eigen stoelen wegzagen, wanneer
in de toekomst blijkt dat we om tandziekten te
voorkomen, naar een verlaging van het suikergebruik
moeten Nu ligt dat op 42 kilo suiker per hoofd per
jaar, alles inbegrepen."
Tot nu toe hebben de zeer kostbare onderzoekingen
nog weinig concreets opgeleverd. Bosman: „Tien,
vijftien jaar geleden werd algemeen aangenomen dat
je van suiker dik werd. Onderzoek heeft aangewezen
dat dat niet waar is. De consument van snoep wordt
ook zelfkritischer. Het valt op dat kleverig snoep
zoals toffees en zuurtjes minder gevraagd wordt. In
sommige andere landen worden maatregelen geno
men die het snoepen zouden moeten laten verminde
ren. In Zweden bijvoorbeeld bestaat een voorschrift
dat snoep in winkels pas boven een bepaalde hoogte
in de winkelstellingen mag worden uitgestald met de
bedoeling dat het kinderoog niet onmiddellijk op het
lekkers valt. In Denemarken is een zware belasting
op zoet en suiker ingevoerd."
Het veel besproken tandenborsteltje, dat in ons land
TV-snoepreclames „siert", wordt zelfs door de sui
ker-industrie niet als effectief ervaren. Bosman. „Het
publiek ziet het als een soort waarborg, handelsmerk
of veiligheidsmerk van goed en veilig snoep En dat
is vanzelfsprekend precies het tegenovergestelde van
wat we willen bereiken"
Het onderzoek van prof. Backer Dirks speelt zich
voornamelijk af onder militairen.
In 1975 en 1976 werden van 70.000 recruten de
gegevens verzameld die tijdens de keuring (door
militaire tandartsen) waren verkregen. Uit dit grote
aantal kwamen 433 mensen te voorschijn die mogelijk
cariësvrij zouden zijn. Maar na zeer nauwkeurig
onderzoek bleven er maar 24 over die werkelijk vrij
van de ziekte waren. Dat is één op 3.000.
Naast elke van deze 24 gatenlozen werd een „controle
persoon" geplaatst, die juist uitzonderlijk met cariës
besmet was. Aan het begin en eind van hun diensttijd
werden deze mensen onderzocht. Nagegaan werd hoe
hun leef-en eetgewoonten zijn, hoe de mondhygiëne
en hoe de gebitstoestand bij de familie is. Er zijn
foto's gemaakt van gebitten en tandvlees en monsters
verzameld van tandaanslag, bloed en speeksel.
Gebleken is dat de cariësvrije recruten in hun gedrag
t.o.v. hun gebit niet afwijken van hun collega's die
wel cariës hebben. In de tandaanslag bevinden zich
ongeveer dertig verschillende soorten bacteriën. Eén
bepaald type van de bacterie Streptococcus Mutans
komt alleen voor bij mensen mét cariës. Andere typen
van deze bacterie komen bij iedereen in de mond
voor, maar voornamelijk op de kauwvlakken. Er zal
nog veel onderzoek nodig zijn om precies uit te
vinden welke invloeden de verschillende mondbacte-
riën uitoefenen en om te *>eten te komen hoe daar
door bij veel mensen wel cariës ontstaat en bij
weinigen niet.
Suiker: goudmijn voor de tandarts