Geesteskind
van Henri
de Greeve
40 jaar
VRIJ
BOND ZONDER NAAM:
„EEN CAMPAGNE
VAN NAASTENLIEFDE"
9$
J
Volvet knuffeldier
Frau Antje
overtuigt Duitsland
van onze
zuivelste
bedoelingen
GEESTIGHEID!
GEEN BEESTIGHEID!
OVEB WIE HEBT GE
VANDAAG GERODDELD?
<-"x°
bracht de bedoeling goed over van
de fascinerende man die heel Neder
land in zijn ban wist te houden.
In de latere jaren werd Henri de
Greeve de vooroorlogse provo ge
noemd, de rebel van de naastenlief
de. Provo inderdaad, maar een pro
vo die kon ontroeren als hij in bom
volle kerken zijn wervingsmeditaties-
hield; die kon getuigen en overtuigen
als hij het woord voerde in volgepak
te zalen en zijn tirades afstak tegen
de nationaal-socialisten die hij bij
herhaling uitdaagde met hem in de
bat te gaan. Amsterdammer in hart
en nieren, die op een vertederende
manier in z'n Lichtbakens jeugdher
inneringen ophaalde en zijn luiste
raars plezierde, als hij de poppen
kast op de Dam of de speculaaspop
pen van de koekenbakker bij hem
om de hoek weer tot leven bracht.
En toen, op die 2de april de nieuwe
uitdaging: de Bond Zonder Naam.
De laatste woorden die hij toen die
avond sprak waren: „Voer deze cam
pagne door in uw gezin, ook in uw
zakenleven, ook op kantoor, achter
je loket, schaam je niet, geneer je
niet, wees niet bang uitgelachen te
worden door een of andere spotter,
want het is ook jouw belang dat de
stemming in de wereld anders
wordt; die wordt alleen anders door
de liefde, de veranderde mentaliteit.
De vijf oorlogsjaren daarna beteken
den een stilte voor de Lichtbakens
de Bond Zonder Naam bleef in die
stilte voortbestaan, de geest bleef
vaardig. Dat waren voor Henri de
Greeve, een van de felste bestrijders
van het nationaal-socialisme, uite
raard niet de prettigste jaren. Hij
heeft dat aan den lijve ondervonden,
toen hij opgesloten zat in het gijze
laarskamp „De Ruwenberg" in St.
Michielsgestel.
In dat kamp schreef hij zijn destijds
beroemd geworden toneelstuk „Het
vierde beest", de tragische en tege
lijk hoopvolle geschiedenis van de
Obersturmführer Kurt, de Gestapo-
chef Heinrich en het Joodse meisje
Gertrud. Het stuk beleefde in 1943
zijn clandestiene première in de aula
van de „Ruwenberg" in de bittere
kou en op korte afstand van de
bajonetten van de niets vermoeden
de Duitsers.
r
DANKBAARHEID
IS GEEN
OVERBODIGE LUXE
r
STOOK GEEN RUZIE:
ONTSTEEK LIEFDE
v.
(Van een onzer verslaggevers)
„Luisteraars, u zult wellicht ver
baasd zijn als ik u vanavond uitno
dig een bond op te richten met mij,
u zult nog meer verbaasd zijn als
ik zeg, dat deze bond geen geld kost,
geen contributie; nog meer verbaasd
als ik u zeg dat deze bond geen
bestuur zal hebben, noch naam,
noch voorzitter, noch secretaris,
noch penningmeester; dat deze bond
géén zetel zal hebben, noch officieel
kerkelijke, noch officieel koninklij
ke goedkeuring. En toch, als het
plan mocht slagen, zal er wezenlijk
een bond en een band zijn.
Zie hier nu het plan, luisteraars, ik
zou u willen vragen allen, zoveel
mogelijk, in zo groot mogelijke geta
le met mij te beginnen een campag
ne van naastenliefde. Lacht u me
niet uit,, zegt niet: het is een utopie,
wij hebben in de zeer ernstige toe
stand van de wereld waarachtig wel
een stimulans nodig om het eindelijk
DURF ONGELIJK
TE BEKENNEN
eens ernstig te nemen met de naas
tenliefde".
De zware doorklinkende stem van
vastenprediker Henri de Greeve
klonk zo zaterdagavond 2 april 1938,
kwart over acht, veertig jaar geleden
door de luidsprekers. Het wekelijkse
Lichtbaken, waar jong en oud, rijk
en arm naar luisterde. De stem was
wat vervormd door de slechte kwali
teit van de radio-ontvangstappara-
tuur en de luidsprekers, maar hij
tussen de wal en het schip en daar
voor is dan die Bond Zonder Naam.
De Bond Zonder Naam heeft dankzij
geweldige financiële steun van de
leden twee opzienbarende projecten
kunnen opzetten en verwezenlijken:
Twee hotels, een in Haarlem en een
in het Spaanse Cubellas. Feitelijk is
dat een rechtlijnige voortzetting van
eerdere acties, namelijk die van de
sterritten in de jaren vijftig, toen het
voor vele mensen al een feest was
één dag op vakantie te gaan. In onze
tijd waarin de meesten (soms twee
maal per jaar) op vakantie blijken
te kunnen gaan zijn er toch nog
duizenden die om welke reden dan
ook daartoe helemaal niet in de gele
genheid zijn. Bejaarden die alleen
zijn, mensen die steeds onder medi
sche controle staan, invaliden en
minder-validen, diabetici, patiënten
met bijvoorbeeld een hartziekte,
weer anderen die in een rustige sfeer
herstel na een ziekte moeten zoeken.
Voor die groepen bestaan er over het
algemeen geen hotels die een voor
hen geschikte accommodatie te bie
den hebben. Ze gaan ten onder in
het zakelijk en toeristisch geweld,
ondanks de vaak goede bedoelingen
van de hoteliers. De hotels kunnen
hun niet die voortdurende aandacht
geven die ze geestelijk en lichamelijk
nodig hebben. Deze gedachte was
het die de bond aan het eind van
de jaren zestig een hotel deed stich
ten, juist voor deze groepen.
Henri de Greeve was een wereldver
beteraar. De wereld is anders gewor
den, zeker; maar het is goed nog een
keer te luisteren naar wat hij toen
ook zei, die tweede april 1938: „Als
de wereld moest worden genezen
door middel van geld, van kanonnen
of gewapende macht, zouden wij
machteloos zijn. Maar buiten het be
reik van torpedo's, gasbommen en
mortieren leeft de onzichtbare geest,
de gedachte, de ideeën-inhoud die
zich kan vastzetten in mensenharten,
in mensenhoofden. Niemand kan ze
tegenhouden. De geest zweeft over
de wereld, dringt binnen door de
deuren en de ramen, deelt zich mee,
ongezien en onzichtbaar en niemand
kan een ander beletten te denken
wat hij wil, te voelen zoals hij wil".
GERARD CRONÉ
De Bond Zonder Naam had vijf jaar
in stilte gearbeid. De jaren direct na
de oorlog bruisten van activiteiten,
verscheidene acties vergulden die ja
ren, waarbij vooral de noodlijdenden
hun deel kregen. De Bond Zonder
Naam zelf kreeg een actieradius ver
over onze grenzen. Zo werd in België
een bond opgericht met dezelfde
doelstellingen. Onafhankelijk opere
rend van de Nederlandse organisa
tie, heeft ook de Belgische bond een
eigen gezicht gekregea Dat geldt
eveneens voor Frankrijk, Venezuela
en het Chinese Taiwan. In 1973
maakte de bond een sprong naar
Spanje en vestigde daar de Liga Sin
Nombre, een soort dependance, van
waaruit de idealen in Spanje konden
worden verwezenlijkt.
In de veertig jaar dat de Bond Zon
der Naam bestaat is er veel veran
derd, het lijkt of er geen mensen in
nood meer zijn. De sociale voorzie
ningen lijken optimaal, voor iede-
Het antwoord, en al klinkt dat een
beetje vreemd is: nog meer dan vroe
ger het accent leggen op de noden
van de mens. Die nood is verplaatst:
van het materiële vaak naar het
geestelijke en sociale vlak.
De materiële armoede valt vergele
ken met eertijd wel mee, hoewel, er
zijn nog vele mensen die ondanks al
die sociale voorzieningen toch ner
gens terecht kunnen. Zij vallen door
wat voor omstandigheden ook, net
reen is er een minimum-inkomen, de
bejaarden hebben hun AOW, wie
afgekeurd is voor het arbeidsproces
kan rekenen op de WAO, voor werk
lozen is er een redelijke uitkering en
wie helemaal nergens terecht kan
kan een beroep doen op de bij
standswet. Wat is er nog te doen
voor de Bond Zonder Naam?
Nederlands Zuivelbureau in Rijs
wijk. Daar zetelt ook de geestelijke
vader van Antje, de inventieve weg-
s tam per J. F. Willemse, die indertijd
ook het begrip „Melkbrigadier" er
bij het Nederlandse volk ingeranseld
heeft. In het midden van de zestiger
jaren ontdekte hij bij toeval, dat de
Duitsers bijzonder gecharmeerd ble
ken van blonde dames in Volendam-
mer todden. En op dat moment werd
FRAU ANTJE geboren. Hij riep in
ijltempo een peloton Nederlandse
bakvissen onder de folkloristische
wapenen en stuurde hen als ',',Kase-
mëdchen Aus Holland" naar het
Oostfront Frau Antje kwam daar,
zag en joeg de export omhoog. Van
45.000 ton Nederlandse kaas in 1964
naar 102.000 ton in 1977. Waar Antje
een stamboekje open deed, werd on
middellijk met grote inzet doorge
kauwd.
Helblond en mollig
In de loop der jaren rijn er nu zo'n
dikke 500 Frau Antjes plus veertig
plus hofdames op de Duitse consu
menten losgelaten. Ze voldeden stuk
voor stuk aan de hoge eisen, die voor
het ideale „Kasemadchen Aus Hol
land" gelden. Ze waren dus helblond
en mollig, hadden blauwe ogen en
waren mooi, maar weer niet zo mooi,
dat een Duitse vrouw argwaan kon
krijgen en geen kaas meer zou ko
pen om haar huwelijk te redden.
Fraaie voorbeelden, waar Willemse
met gepaste weemoed aan terug
denkt rijn Emilie Bouwman en An
neke Jansen, die in de eerste jaren
als Ambassadrices van de Neder
landse veestapel stad en land af
schuimden. In hun gelukkige tijden
kwamen de staatshoofden voortdu
rend monden tekort om hun welge
meende pakker ds te kunnen incasse
ren.
Die grap met Frau Antje kost inmid
dels zo'n twaalf miljoen gulden per
jaar. Maar het Nederlands Zuivelbu
reau vindt het nog steeds een verant
woorde investering. De praktijk
heeft namelijk uitgewezen, dat Frau
Antje een kapitale blikvanger is, die
de afzet van „Kase Aus Holland"
krachtig masseert De concurrentie
heeft weliswaar van alles gepro
beerd om haar stra'ingseffect te eli
mineren, maar zelfs Karoline, een
scheelkijkend rund, dat de Denen op
een gegeven moment als geheim wa
pen in de strijd wierpen, werd door
Frau Antje weggehoond.
Verleidster
Zo gaat ze dapper door, deze gebo
ren verleidster met louter pluspun
ten, die namens agrarisch Nederland
de Duitse boer opgaat. Ze staat tij
dens de „Grüne Woche" in Berlijn
op scherp achter een plastic palm en
werpt zich op het juiste moment (als
er dus fotografen in de buurt rijn)
kirrend in de armen van Helmuth
Schmidt. Ze vaart op Boot 78 rond
geschiedenis de tanden heeft gezet in
meer dan 100.000 ton Edammer bol
len en Goudse wagenwielen, die een
waarde vertegenwoordigen van 650
miljoen gulden. Daarmee was het
aandeel van Nederland in de Groot-
Germaanse kaasconsumptie groter
dan de kaasimport van alle andere
Europese landen bij elkaar.
Kasemadchen
En hoe komt dat? Waar is dat waan
zinnige verkoopsucces aan te dan
ken? Jawohl, dat is te danken aan
FRAU ANTJE, aan het blozende
„Kasemadchen Aus Holland", die nu
alweer zo'n twaalf jaar op haar
blankgeschuurde klompjes bij onze
Oosterburen rondkleppert. Voor een
dagvergoeding van tachtig gulden
netto, exclusief hotelkosten en genut
tigde maaltijden, omhelst dit volvette
knuffeldier staatslieden en idolen,
sterren en dwaallichten op beurzen,
fancy-fairs, manifestaties en tentoon
stellingen. Frau Antje steelt daar
moeiteloos de show en haalt de voor
pagina's van de volgende dag. Vorig
jaar stond ze 750 keer breed lachend
in de kolommen van Duitse dag- en
weekbladen en journalisten kwamen
maar niet uitgepraat over het voor
treffelijk gestremde fenomeen, dat
kind aan huis is bij Walter Scheel,
Helmuth Schmidt en Willy Brandt.
Waar deze courante staatslieden op
duiken om linten door te knippen en
flessen champagne tegen scheeps
wanden stuk te slaan, is ook Frau
Antje present om éénhapskaasjes in
hun knuistjes te frommelen. Bitte
Herr Prasident, Kase aus Holland.
Mmmmm, dass schmeckt gut". Zo is
Frau Antje alomtegenwoordig en in
middels kent driekwart van het Duit
se volk haar bij naam en toenaam.
Wass Frau Antje tut ist wohl getan.
Bolwerk
Achter deze vrouw van melk en
honing, met worstdikke armen en
gulzig prangende boezem, staat sinds
jaar en dag het „Niederlandische
Büro für Milcherzeugnisse" in Aken,
vooruitgeschoven bolwerk van het
in een klomp en vraagt in de adver
tentiekolommen van Bildzeitung om
een „Doppelgëngerin aus Bremen".
Ook poseert ze ferm met Rudi Car
re 11 op de Duitse televisie en laat ze
kijkers raden hoe zwaar zanger Vico
Torriani weegt. De uitslag volgt in
rijn show, waar hij persoonlijk door
Frau Antje op een originele kaas
waag gewogen zal worden. „SPIEL
UND SPANNUNG BEI FRAU AN
TJES KASE QUIZ", juichen de
kranten bij voorbaat
Ondertussen wordt de Duitse markt
overspoeld met vetvrije suikerzakjes,
luciferdoosjes, draagtassen en het
kookboek „FRAU ANTJES GROS
SES KOCHBUCH", waarvan er
350.000 exemplaren verkocht rijn.
Tevens rijdt de „FRAU ANTJES
FEINSCHMECKER STUDIO" door
Duitsland om de consumenten vol te
proppen met „PIKANTJE AUS
GOUDA".
Loeiend leger
Het parool bij deze zegetocht is
„doorkauwen tot het bittere einde".
Want achter Frau Antje loeit immers
een immens leger van 2,2 miljoen
Nederlandse runderen, die hun uiers
gestadig vullen met de restwaarde
van klaver, paardebloem, madelief
en meizoen.
En dan te bedenken, dat zo'n bezit
eens door onze voorouders „een
melkkoe" werd genoemd.
Oh, liebenswürdige Frau Antje, blijf
ons toch vooral van onze overvloed
verlossen.
In de loop van 12 jaar zijn er nu zo'n dikke 500 Frau Antjes
plus veertig plus hofdames op de Duitse consumenten losgelaten.
Stuk voor stuk waren ze helblond en mollig, hadden ze blauwe
ogen en waren ze mooi, maar vooral niet te mooi.
zondvloed moet zelfs een Nederlan
der capituleren.
Toch hebben we er van alles aan
gedaan om het hoofd zo lang moge
lijk boven de melk te houden. We
hebben koortsachtig gezocht naar
mogelijkheden om die zee te dempen
en leeg te hozen. We hebben er
kwark van gemaakt en hang-op en
vla-flippen. We zijn met mona-toetjes
voor de draad gekomen en met boter
en kaas. Maar uiteindelijk hebben
we moeten erkennen, dat tegen zo'n
overvloed niet valt op te eten en op
te drinken. Joris Driepinter stond
van meet af aan voor een hopeloze
taak, een verloren zaak. Ook al rit
hij 24 uur per dag met een stuk kaas
in rijn vuistje bij het tranende buis
je, dan nog moet hij na het laatste
NOS-journaal constateren, dat de ei-
witberg weer groter is geworden.
DAT KAN NIET GENOEG HER
KAUWD WORDEN.
Zuivele bedoelingen
Gelukkig is een Nederlander niet
gauw van rijn stuk gebracht en
daarom heeft hij ook zelfs in deze
precaire situatie toch weer kans ge
zien om een uitweg te vinden. Die
weg heeft hij over onze grenzen ge
zocht en de marsroute daarvoor was
EXPORT. Wij zouden de wereld wel
eens een kaasje laten ruiken en de
monstreren, waar een klein land
groot in kan rijn.
Beperken we ons tot de export van
Nederlandse kaas, dan moet erkend
worden, dat het ons aardig gelukt is
om de wereld te overtuigen van onze
zuivele bedoelingen. Van de totale
kaasproduktie in 1976, die 381.000
ton bedroeg, rolde maar liefst
248.000 ton over de grens. En die
partij, waar zelfs Willem Elsschot
eerbiedig „U" tegen zou hebben ge
zegd, vertegenwoordigde een waarde
van 1,25 miljard gulden (en dan zwij
gen we nog over de geëxporteerde
190.000 ton boter met een export
waarde van 1,07 miljard. Mevrouw
vraagt, of het zo goed is).
De grote dooreter in dat agrarisch
buitengebeuren is West-Duitsland,
dat vorig jaar voor het eerst in de
FRAU ANTJE AUS HOLLAND: een volvet knuffeldier, dat ons land
650 miljoen gulden per jaar opbrengt.
Alleen omdat Nederland zo ellendig
plat is, dat een klipgeit met een
beetje eergevoel er mooi voor past
om er rond te spoken. Omdat die
geografische matze daarbij ook nog
zo door en door nat is, dat leeuw
en lynx, poema en panter hem uit
angst voor pleuris en gewrichtsreu-
matiek mijden als de pest, daarom
alleen heeft de koe al eeuwen het
koninkrijk alleen op onze grazige
weiden.
Ongelooflijk: uitgerekend deze her
kauwende domkop, de lamme goed
zak uit de Ark van Noach, moet dus
de eer van onze natie redden. De
jongens van Jan de Witt kunnen
dijken dichten, totdat hun tong op
de punt van hun lieslaarzen hangt,
ze kunnen baggeren, dat het een
lieve lust is en zoveel Delftsblauwe
tegeltjes bakken, dat er een oceaan
mee gedempt kan worden, maar dan
nog: als puntje bij paaltje komt,
herinnert de buitenlander zich toch
alleen maar die stomme blaarkop,
ranzig starend naar oneindige ver
ten.
En als het daar maar bij bleef, als
de lobbes slechts een zwart-wit zet
stuk in onze samenleving was, dan
zouden we er nog vrede mee kunnen
hebben. Je past dan je toneelstuk
gewoon aan bij het decor en klost
tevreden door de eeuwen trouw naar
een happy end.
Maar helaas, de koe wil meer rijn
dan een ornament. De koe wenst
zich ook nog nuttig te maken en wat
terug te doen. En dat heeft tot het
smartelijk gevolg geleid, dat Neder
land nu dreigt te verdrinken in een
melkplas van 10,5 miljoen liter, die
2,2 miljoen zwaartillende uiers van
onze nationale veestapel per jaar
produceren. Ocharm, voor zo'n witte
BIJ LEO THURING