apparatuur dan naar muziek9 9Ze luisteren meer naar hun I CPNB: „KALMPJES LEVEN INBLAZEN" Jeugdboek via scholen: project voor miljoenen Prijs kinderboek niet van belang? KRITISCHE HEIN TEN BOSCH: Nonchalance bij de produktie: gevaar voor platen-kwaliteit „Voorzichtig leven inblazen". Zo staat de CPNB tegenover het initia tief van Gerrit Luidinga, hoofd van de Woerdense Andersenschool, die per 10 mei 1976 een „boekwinkel op school" drijft, met medewerking van de plaatselijke boekhandel. Hij ver koopt aan kinderen boeken uit zijn schooiwinkel, die de kinderen zelf bevoorraden. De CPBN: „We hebben nog niet veel propaganda voor dit project gemaakt. Toch hebben zich al vijftig scholen gemeld die hetzelfde willen doen; in de toekomst verwach ten we nog veel meer scholen." De school van Luidinga verkocht in 16 maanden tegen normale prijzen ruim 1600 boeken. Luidinga: „Binnen vijf jaar zal het jeugdboek een an dere vorm van distributie kennen. De duizend boekhandelaren die ons land telt zullen de vraag niet kunnen sloffen." De CPNB 6collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) is het met dit schoolhoofd eens:„De werkgroep kinderboeken van ons bureau wil dit initiatief ondersteunen, al hebben we ons tot dusver moeten beperken tot he*t samenstellen van een bro chure, waarin de scholen wordt uit gelegd wat een boekwinkel op school precies is. We richten ons tot lagere scholen. Maar we denken ook aan het voortgezet onderwijs, met name de brugklassen." Het idee voor een boekwinkel op school is niet nieuw: inEngeland zijn meer dan tweeduizend scholen die boeken verkopen aan kinderen, die zelfbepalen wat hun winkel in voor raad moet hebben. Gerrit Luidinga nam als eerste in Nederland het idee over; niet als handelaar maar als leerkracht. Hij stelt: „Een kind dat veel leest, be schikt over een grote woordenschat, het zet gedachten gemakkelijker om in woorden. Het gevolg is. dat le zende kinderen óók beter zijn in een vak als rekenen. Maar er zit natuur lijk meer aan vast." NIET VERVELEND „Op mijn school hebben kinderen ontdekt dat lezen niet vervelend is als het maar het juiste boek in han den krijgt; niet omdat de leerkracht het aanbeveelt, maar omdat het ene kind het tegen het andere zegt: hee, dat boek moet je lezen. Hartstikke spannend." Gerrit Luidinga wil van het idee af, dat het boek alleen bedoeld is voor de intellectuele ontwikkeling. „De emo tionele ontwikkeling is ten minste zo belangrijk. Een kina kan zich in be paalde situaties herkennen en tot de ontdekking komen dat het in proble men niet alleen staat. Dat andere kinderen ook moeilijkheden hebben! In goede boeken wordt het kind een oplossing aan de hand gedaan; als het goed is, opeen andere manier dan het kind verwacht. Maar hoe dan ook, het kind moet zich in het jeugdboek wel kunnen herkennen of zich met de hoofdpersoon kunnen identifice ren." „Wat dan bij voorkeur wordt gele zen? Je 'zal raar opkijken." Nog niet verkocht blijkt een boek met een om slag waarop jongens met krijgshaf tige gezichten om een voetbal strij den; evenmin is vraag naar jongens met een machinegeweer. De conclu sie lijkt gerechtvaardigd, dat kinde ren - bewust van hun keuze als ze zijn niet op het omslag afgaan. De praktijk komt terecht op mond-re clame die de kinderen elkaar doorge ven: dat moet je lezen en dat niet. Op die manier kwam Luidinga tot een top-18 auteurs, die overeenkomt met ae bibliotheek-slagzin: „Lees toch wat je lekker vindt". Annie Schmidt met 13 verschillende ti tels staat aan de top gevolgd door de Belg Willy Vandersteen (Suske en Wiske) die 26 titels produceerde. VERRASSEND Maar de grootste verrassing - mis schien niet voor ingewijden - levert Guus Kuijer, nog maar korte tijd op de markt, die met vijf titels op de derde plaats staat. Maar Guus weet ook als weinig anderen in de huid te kruipen van net kind, met titels als „Met je kop in de prullebak", „Met de poppengooien" en „Grote mensen, daar kan je beter soep van koken" De stelling wordt duidelijk: het kind wil liever over zichzelf lezen, weten hoe leeftijdgenoten eraan toe zijn en zich door dit malle leven slaan. Kui jer stond als onderwijzer voor de klas en leefde zich in Niet zo verwonderlijk is het, dat Enid Blyton op de vierde plaats staat met haar boeken als „De vijf". Gezellig leesvoer, prettig ouderwets over mo derne meisjes die avonturen bele ven. Andere treffers: Chris van Abkoude. de veteraan die al door grootvader werd gelezen, staat met „Kruimel tje" toch nog achtste. Een ereplaats, als men weet dat kinderen Astrid Lindgren negende plaatsten, Anneke Bloemen dertiende, Miep Diekman veertiende, Thea Beekman zestiende en Paul Biegel zeventiende. In de top-tien van meest verkochte boeken - zonder dwang of de belofte van strafwerk - voeren Guus Kuijer en Annie Schmidt de lijst aan; titels van deze schrijvers beslaan de num mers één tot en met vijf. Wat deze ti tels betreft: Jan Terlouw raakte van zijn „Oosterschelde windkracht 10" op de negende plaats 7 exemplaren kwijt en van Pippi Langkous wilden vijf kinderen weten. PRIJS De prijs van boeken blijkt voor kin deren van minder belang te zijn. Omdat zij het boek toch niet kunnen betalen van hun gemiddeld één gul den per week zakgeld, maar daar voor Dij hun ouders moeten aanklop- Een, hoeven zij alleen met hun voor- eur rekening te houden. En van die voorkeur is Gerrit Luidinga met zijn Andersenschool uitgegaan. Niet te opvoedend staat voorop, dus ook weinig „geëngageerd" werk, ten zij de schrijver heeft kunnen zorgen voor een figuur waarin het kind zich kan herkennen en die lééft. Lui dinga: „De schrijver moet integer blijven, zichzelf zijn en dat met grote verbeeldingskracht over kunnen brengen. Wij kunnen een kind wel een boek proberen aan te praten, maar dat lukt echt niet. Ook niet wanneer we een schrijver vragen op school over zijn werk te komen pra ten. De meeste kinderen schaffen een boek bewust aan, soms na weken aarzelen en dan nog met het plan om het later te herlezen. Er is een groep die van mening blijft datje een boek niet koopt, hoogstens leent. Maar het gebeurt ook vaak dat een kind niet wil achterblijven, of van vriendjes hoort dat het een bepaald boek moet kopen." Uitgangspunt bij dit winkeltje spelen op schoof is dat een lezend kina zich in verscheidene richtingen kan ont wikkelen als het leest. INFORMATIE Hoewel de CPNB nog niet met slaande trom het land is ingetrokken hebben nu al vijftig scholen om in formatie gevraagd. Wim Berbers, stafmedewerker van dit bureau, komt geïnteresseerde schoolhoofden desgevraagd 'oelichting geven op het nut en de bijkomende werkzaamhe den van een boekwinkel op school en kan worden gebeld: 020-264971. Ook Gerrit Luidinga (03480-16561 of of 15836) geeft graag zijn kennis door. Zijn ervaring is, dat veel van de 180 kinderen van zijn school al belang stelling voor de boekenwinkel tonen van het moment af waarop zij kun nen lezen. Maar zijn ervaring is ook, dat de meeste leerkrachten moeten steunen op wat zij zelf vroeger lazen - dat dus nogal verouderd is - en van de huidige literatuur voor kinderen nauwelijks iets weten. „De school moet worden ontschoold", is zijn motto. En als iemand wil weten wat het kind graag leest, moet men het die kinderen zelf maar vragen, die weten dat het eerst. Waarmee de cirkel rond is. Stukjes voorlezen en daar vragen over stellen, in de onbarmhartige trant van „En wat bedoelt de schrij ver met...", terwijl de schrijver dat meestal zelf niet weet, brengt het kind van het lezen af „Want het is moeilijk en vervelend" Wie dat als kind op school heeft meegemaakt, zal als volwassene doorgaans het boek beschouwen als iets dat alleen door anderen wordt aangeschaft. Gerrit Luidinga weet nu wel beter. Hoe meer rooie oortjes hoe liever. Guus Kuijer maakt daar gebruik van, gooit met de poppen, kookt soep van grote mensen of werkt ze met de kop in de prullebak. De kinderen voelen zich daarmee geëngageerd, lezen en lezen verder, want zelfs Kuijer heeft maar een beperkt aan tal titels op ziin naam staan. Tot een top-tien titels kon ontstaan. Met op de tiende plaats toch een aantal namen die deze plaats broederlijk delen: de IJzersterke Kruimeltje, Daantje de wereldkampioen, Jonker Willem en Pippi Langkous. De stelling van Luidinga dat het lezende kind van nu de lezende volwassene van later zal ziin wordt bevestigd door kinderen: „Als ik duizend gulden per week kreeg, kocht ik elke dag een boek." Want dat komt er van. F. J. BROMBERG KUNST HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND BEKENDMAKING I DIJKGRAAF EN HOOG- HEEMRADEN VAN HET j HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND; maken hierbij bekend, dat met in gang van 3 april 1978 gedu rende 30 dagen voor een ie der ter inzage ligt een be schikking met bijlagen uit hoofde van artikel 5 van de VERORDENING WATER KWALITEIT RIJNLAND, hou dende vergunning, verleend aan Van Leer Nederland B.V. te Amstelveen, voor het in de Oude Rijn lozen van niet verontreinigd koelwa ter, huishoudelijk afvalwater en hemelwater afkomstig van de Lithografische Me taaldrukkerij, Hoge Rijndijk 272 te Leiden Genoemde beschikking met bijlagen ligt gedurende kan tooruren ter inzage: ter Griffie van de Provin cie Noord-Holland, Dreef 3 te Haarlem; ter Griffie van de Provin cie Zuid-Holland, Konings kade 1 te 's-Gravenhage; ter secretarie van de ge meente Leiden; ter secretarie van het hoogheemraadschap van Rijnland, Breestraat 59 te Leiden. Gedurende de termijn van terinzageligging bestaat voor belanghebbenden de mogelijkheid om tegen deze beschikking in beroep te gaan bij Gedeputeerde Sta ten van Noord-Holland, Dreef 3 te Haarlem en bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Koningskade 1 te s-Gravenhage. Leiden, 22 maart 1978 Dijkgraaf en hoogheemra den voornoemd, J. VAN KNOBELSDORFF, dijkgraaf. B. PLOMP. secretaris rentmeester. LEIDSE COURANT De kinderen van de Andersenschool in Woerden hebben alle inspraak in de bevoorrading van hun boekenwinkel op school, waarbij zij zich laten leiden door hun voorkeu ren, niet door de prijs van de boeken. Het is de vraag of zij iets van de prijs kunnen aantrek ken, gezien het zakgeld dat zij krhgen. De zesde klassers van deze school krijgen zakgeld dat varieert van negen tot vijfentwintig gulden per maand, hoewel er ook een leerling is die genoegen moet nemen met een rijksdaal der. De vijfde klassers krijgen zes tot twintig gulden per maand. Van dat geld sparen zij of besteden net aan „leuk en lekker"; het geld voor de boeken die zij kopen, komt van de ouders. Hein ten Bosch. „Superhumbug en superreligie bij afspeelapparatuur". DONDERDAG 30 MAART 1978 PAGINA 4 Feest in Concert gebouw AMSTERDAM - Het Amster damse Concertgebouw bestaat binnenkort 90 jaar, evenals het bijbehorende Concertgebouwor kest. Ter viering van dit feit zal op 11 april aanslaande een groot feest worden gegeven, dat zich uitstrekt over alle foyers van het gebouw en wordt opgeluisterd met een over vloed aan muziek. Vooraf dirige ert Bernard Haitink een jubileum- concert, waaraan onder andere de sopraan Gundula Janowitz mee werkt. Op het programma staan werken van Weber. Beethoven. Ravel, Diepenbrock en Richard Strauss. Ter gelegenheid van het bereiken van deze mijlpaal is tevens een fo totentoonstelling samengesteld, die van 11 april tot 3 november te zien zal zijn in de wandelgangen van het Concertgebouw. De ten toonstelling bevat vele unieke, nooit eerder gepubliceerde foto's uit de rijke geschiedenis van ge- bouw en orkest. Nog meer docu- menlatiemateriaal is te vinden in een jubileumboek dat speciaal j voor deze gelegenheid wordt uit- gegeven. De expositie wordt op 11 1 april geopend door burgemeester Polak van Amsterdam. Gerrit Luidinga: „Andere vorm van distributie van kinderboek" Vorig jaar zijn ettelijke jubi leumplaten verschenen, omdat een eeuw geluidsopnamen moge lijk zijn. Maar gemeengoed zijn de grammofoonplaten natuurlijk geen honderd jaar en pas kort voor de Tweede Wereldoorlog werd op 78-toerenplaten een be hoorlijke klankkwaliteit bereikt. De bloei van de grammofoon plaat kwam pas met langspeel plaat en stereo-opnamen en de gemiddelde kwaliteit steeg aan vankelijk sterk. Zelfs de muziekliefhebber voor wie een uitvoering in de concert zaal boven alle muziek-op- schellak gaat, is de plaat waar devol: als herinnering, als do cumentatie en als oriëntatie over wat er buiten zijn bereik op mu ziekgebied gaande is. De vraag blijft echter, of de in dustrie optimaal gebruik maakt van de ontwikkelingen in de techniek. Platenfabrikanten blijken steeds sneller tevreden met de opnamekwaliteit en uit zonderingen daargelaten wordt voortdurend minder tijd en zorg aan de opname besteed dan wen selijk zou zijn. De gemiddelde kwaliteit van de persingen daalt, als gevolg van vergaande non chalance. Ook de uitvoerende musici lijken zich nauwelijks voor te bereiden op een behoor lijke opname, zeker wanneer zij veel worden gevraagd. De winkels worden overstroomd met voordelige aanbiedingen, oude banden met succesopna men van weleer worden gebruikt om „nieuwe'* platen in de han del te brengen en alleen een ver woed snuffelaar kan op sommige platen zien wanneer de opnamen zijn gemaakt en de plaat van de pers kwam; daar kunnen vele ja ren tussen liggen. De koper van grammofoonpla ten bevindt zich thans in een ne velig bos, althans wat de klas sieke sector betreft. En als men zich platen aanschaft, waar wor den die op afgespeeld? Het mis tige bos wordt dan dermate on doordringbaar. dat een aantal audiofieien zich heeft verenigd ineen vereniging. Een redacteur van uw dagblad ging eens praten met Hein ten Bosch, die in het blad StereoTest, dan tien keer per jaar verschijnt, geluidsappa ratuur bespreekt en (schel)lak aan de handel heeft. Hij is mede-oprichter van de vereni ging in oprichting, waarin men sen zich bundelen die zich door de industrie overdonderd voelen en zich afdoende willen laten voorlichten vóór zij tot de aan schaf overgaan van iets, waar van zij vele jaren plezier hopen te hebben. In oprichting is de „Vereniging voor de high fidelity" waarin mensen zich bundelen die zich interesseren voor hifi in huis. Het originele van deze vereniging is, dat wie zich aanmeldt daar niets voor betaalt. Een beroep op de beurs wordt pas gedaan, wanneer men van de diensten van.de vereniging gebruik gaat maken. De vereniging wil een mededelingenbrie!' verspreiden tegen 50 cent per brief, regionale en plaatselijke bijeen komsten organiseren en daarvoor sprekers uit nodigen. Hein ten Bosch, eindredacteur van Ste reoTest, die langzamerhand naam maakt door vaak ongezouten kritiek op zaken die afspeelap paratuur betrefTen en medegrondlegger is van deze vereniging: „We wilden af van het ouder wetse verenigingsidee, van: hee, waar was jij vo rige week donderdag, ledereen moet kunnen komen als hij zin heeft en geïnteresseerd is." De abonnees van StereoTest hebben een op roep thuisgekregen om van hun belangstelling blijk te geven. Van de bijna tienduizend abon nees reageerden er 5200 in betrekkelijk korte tijd. Ten Bosch rekent op grotere aantallen inde toekomst wanneer de vereniging in oprichting, die deze zomer effectief moet worden, beken der wordt. Ten Bosch: „Vijf jaar geleden richtte ik Stero- Test op en ik wilde geen abonnees, maar losse verkoop. Ik was al blij als er duizend exempla ren zouden worden verkocht, maar het werden er 22.000. Het is tóch een blad geworden waarop men zich kan abonneren, nadat drie honderdvijftig mensen zich ongevraagd als ab onnee aanmeldden. Dat is het werk van de uit gever." Hoewel Hein ten Bosch zegt niet voor voorbij gangers te schrijven, maar voor gericht audio- Helen die van hifi hun hobby hebben gemaakt, blijkt Nederland toch vol te zitten met mensen die, door hun eigen koopkracht in het nauw gedreven, de weg zijn kwijtgeraakt in het hifi- woud. waaraan een vorm van hebzucht niet geheel vreemd is. Ten Bosch: Veel mensen luis teren niet meer naar de muziek die ze willen horen, maar naar de apparatuur die ze hebben gekocht. De afgelopen twee maanden kreeg ik vierhonderd brieven, waarvan de helft afltom- stig van mensen die de geluidsapparatuur al in huis hadden. Als iemand dan een vergissing heeft gemaakt, moet ik dan schrijven, nou me neer, met die platenspeler heeft u een lelijke kat in de zak gekocht7 je zou hem levenslang onge lukkig maken. Daarom krijgt hij het antwoord: meneer, u zult vermoedelijk over een jaar of drie een andere platenspeler overwegen. Duurder Naa>.nate de geluidsapparatuur ingewikkelder en duurder werd en de gemiddelde plantedraaier toegeeft aan zijn verlangen „mooier en dus be ter" te willen, stijgt het aantal fabrikanten en handelaren én apparaten, in een teinpo dat niet langer is bij te benen. De keus is onoverzichtelijk groot en niet alle handelaren zijn even betrouw- keus laat. Nederland is een volk van betweters en het is nu eenmaal zo, dat als Jantje een trouw aanhanger is van een bepaald merk. hij dat merk aan anderen wil opdringen. Pietje doet het zelfde en ga zo maar door. Neem het moving- coil pick-up element, een in de mode zijnd sys teem uit 1957, dat overigens alleen het omge draaide is van het meest voorkomende systeem, dat te maken heeft met de ophanging van de naald en magneetjes. Volgens sommigen het mooiste dat er bestaat. Ik speel platen met een gewoon magnetisch element, een allesvreter waarmee ik vrede heb, terwijl ik uit alle soorten elementen kan kiezen. Maar een ander zal zwe ren bij moving coil; dat is allemaal zo persoon lijk." Brieven Van de brieven met vragen is het aantal vrouwe lijke afzenders een promilage; afspeelappara tuur is kennelijk een mannen-aangelegenheid, iets „technisch". Hoewel de mannelijke aan- schaffer zich in vijf tellen kan laten platpraten dooreen verkoper, die van electronica evenmin verstand heeft. Ten Bosch: „Ook dat hangt er weer van af. Er zijn verkopers die wel weien waar ze het over hebben, die je blindelings kan vertrouwen, hoewel je je altijd kan afvragen in hoeverre hij echt op de hoogte is met alle ontwikkelingen. En inTioeverre hij eerlijk kan en mag zijn van zijn baas". Zelfs oeroude vuistregels blijken niet altijd te kloppen. De regel: reserveer de helft van het budget voor weergevers (boxen) klopt niet meer, als de versterker onderdeel is van de tu ner (afstemmer, radio) of andersom. Wel meent Ten Bosch, dat de luidsprekerboxen nog steeds het belangrijkste onderdeel van de keten vor men. Maar voor het overige.... De consumen tengids publiceerde enkele weken geleden een overzicht van platenspelers: „Allemaal goed". Ten Bosch verwijst echter naar het Engelse „which" met een gelijk overzicht: „Zij waren heel wat genuanceerder in hun conclusie"; al begrijpt deze SteroTest-eindredacteur wel wat de bedoeling van de Consumentengids was: re lativeer een beetje en maak het niet te duur... Maar voor Ten Bosch hoeft het ook niet weer op die manier. Wat Ten Bosch wil en met hem zijn blad en de vereniging in oprichting: het onontwarbare bos van afspeelapparatuur laten voor wat het is - als een niet meer weg te kletsen fenomeen. Maar de platenliefhebber ervan te overtuigen dat zijn eigen oren nog de beste ap paratuur vormen in de hele keten van opnemen, weergeven en consumeren en dat velen meer betalen dan noodzakelijk. „Maar", blijkt nog steeds zijn ervaring: „Het gaat de meesten nog steeds gewoon om de heb. En de fabrikanten zien daar brood in." Daarom balt Hein maandelijks zijn vuist tegen fabrikanten en handelaren in een blad, dat zakelijk nauwelijks gebonden is aan adverteerders en geeft hij zijn mening. Ongezouten, maar ook danig aan tes tapparatuur gemeten." Mooi, mooier, mooist Maar wie beoordeelt7 Hoewel Hein ten Bosch van mening is dat alle waar naar zijn geld is, betwijfelt hij. of alle geld ook goed wordt besteed. Nog afgezien van de kwaliteit van de grammofoonplaat die de afge lopenjaren er niet op vooruit is gegaan, zouden veel mensen aan een eenvoudig versterkertje en een even eenvoudige plantenspeler evenveel plezier L-eleven als aan de supertopkwaliteit die het leven pas de moeite waard lijkt te maken, zoals sommige adverteerders de lezer wil laten geloven. Ten Bosch: „Japan is overgestapt van humbug op superhumbug en in Amerika heerst Superre ligie. StereoTest ontdoet de meeste apparatuur van verhullende franje en wie werkelijk is geïn teresseerd. kan lid worden van de vereniging in oprichting, postbus 217 in Assen. Als we in een stad als Amsterdam alle verster kers van rond de 250 gulden afgaan, komen we op zo'n 400 verschillende merken. Je zou die versterkers allemaal op de schroothoop kunnen gooien en er geblinddoekt één uit kunnen halen; aan de rest is dan niets verloren. Fabrikanten nemen eikaars ontwerpen over en vaak is alleen de kast verschillend." Persoonlijk Ten Bosch: „Elke aanschaf is persoonlijk. Wan neer iemand tevreden is met een oude radio, dan is dat best. Maar ik kan me ook voorstellen dat iemand eisen stelt die verder gaan en men uit de groef van de grammofoonplaat alle informatie wil halen, die er in is gestopt. Maar het moet geen religie worden die duur wordt betaald." Van alle kanten heeft de handel Hein ten Bosch wijlen overrompelen, zoals kopers van afspeel apparatuur zich vaak overvallen voelen. „Kort nadat ik met StereoTest begon, heb ik een avondcursus van drie jaar elektronica gevolgd; ik moest er wat van weten om een antwoord te kunnen geven. Maar de handel? Vraag op de Firato aan de exposant die dat merk moet ver kopen, of het nou echt beter is dan het ding van de concurrent naast hem. Hij zal zelden zelf iets van die apparatuur wete. Hij zegt dan: meneer, stelt u mij geen technische vragen, ik verkoop ze alleen maar. En als de handelaar onzin ver koopt, dan koomt de consument onzin.' Het bos van goed en kwa&d in de electronica is onoverzichtelijk geworden. Op de vraag „wat is beter", zal Hein ten Bosch slechts een ontwij kend antwoord geven. Hij meent: „Vertrouw op eigen oren en ga naar een goede zaak die je de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 4