apparatuur dan naar muziek9
9Ze luisteren meer naar hun
I
CPNB: „KALMPJES LEVEN INBLAZEN"
Jeugdboek via scholen: project voor miljoenen
Prijs kinderboek
niet van belang?
KRITISCHE HEIN TEN BOSCH:
Nonchalance bij de produktie:
gevaar voor platen-kwaliteit
„Voorzichtig leven inblazen". Zo
staat de CPNB tegenover het initia
tief van Gerrit Luidinga, hoofd van
de Woerdense Andersenschool, die
per 10 mei 1976 een „boekwinkel op
school" drijft, met medewerking van
de plaatselijke boekhandel. Hij ver
koopt aan kinderen boeken uit zijn
schooiwinkel, die de kinderen zelf
bevoorraden. De CPBN: „We hebben
nog niet veel propaganda voor dit
project gemaakt. Toch hebben zich al
vijftig scholen gemeld die hetzelfde
willen doen; in de toekomst verwach
ten we nog veel meer scholen." De
school van Luidinga verkocht in 16
maanden tegen normale prijzen
ruim 1600 boeken. Luidinga: „Binnen
vijf jaar zal het jeugdboek een an
dere vorm van distributie kennen.
De duizend boekhandelaren die ons
land telt zullen de vraag niet kunnen
sloffen."
De CPNB 6collectieve Propaganda
van het Nederlandse Boek) is het met
dit schoolhoofd eens:„De werkgroep
kinderboeken van ons bureau wil dit
initiatief ondersteunen, al hebben
we ons tot dusver moeten beperken
tot he*t samenstellen van een bro
chure, waarin de scholen wordt uit
gelegd wat een boekwinkel op school
precies is. We richten ons tot lagere
scholen. Maar we denken ook aan het
voortgezet onderwijs, met name de
brugklassen."
Het idee voor een boekwinkel op
school is niet nieuw: inEngeland zijn
meer dan tweeduizend scholen die
boeken verkopen aan kinderen, die
zelfbepalen wat hun winkel in voor
raad moet hebben. Gerrit Luidinga
nam als eerste in Nederland het idee
over; niet als handelaar maar als
leerkracht.
Hij stelt: „Een kind dat veel leest, be
schikt over een grote woordenschat,
het zet gedachten gemakkelijker om
in woorden. Het gevolg is. dat le
zende kinderen óók beter zijn in een
vak als rekenen. Maar er zit natuur
lijk meer aan vast."
NIET VERVELEND
„Op mijn school hebben kinderen
ontdekt dat lezen niet vervelend is
als het maar het juiste boek in han
den krijgt; niet omdat de leerkracht
het aanbeveelt, maar omdat het ene
kind het tegen het andere zegt: hee,
dat boek moet je lezen. Hartstikke
spannend."
Gerrit Luidinga wil van het idee af,
dat het boek alleen bedoeld is voor de
intellectuele ontwikkeling. „De emo
tionele ontwikkeling is ten minste zo
belangrijk. Een kina kan zich in be
paalde situaties herkennen en tot de
ontdekking komen dat het in proble
men niet alleen staat. Dat andere
kinderen ook moeilijkheden hebben!
In goede boeken wordt het kind een
oplossing aan de hand gedaan; als het
goed is, opeen andere manier dan het
kind verwacht. Maar hoe dan ook,
het kind moet zich in het jeugdboek
wel kunnen herkennen of zich met
de hoofdpersoon kunnen identifice
ren."
„Wat dan bij voorkeur wordt gele
zen? Je 'zal raar opkijken." Nog niet
verkocht blijkt een boek met een om
slag waarop jongens met krijgshaf
tige gezichten om een voetbal strij
den; evenmin is vraag naar jongens
met een machinegeweer. De conclu
sie lijkt gerechtvaardigd, dat kinde
ren - bewust van hun keuze als ze
zijn niet op het omslag afgaan. De
praktijk komt terecht op mond-re
clame die de kinderen elkaar doorge
ven: dat moet je lezen en dat niet.
Op die manier kwam Luidinga tot
een top-18 auteurs, die overeenkomt
met ae bibliotheek-slagzin: „Lees
toch wat je lekker vindt". Annie
Schmidt met 13 verschillende ti
tels staat aan de top gevolgd door
de Belg Willy Vandersteen (Suske en
Wiske) die 26 titels produceerde.
VERRASSEND
Maar de grootste verrassing - mis
schien niet voor ingewijden - levert
Guus Kuijer, nog maar korte tijd op
de markt, die met vijf titels op de
derde plaats staat. Maar Guus weet
ook als weinig anderen in de huid te
kruipen van net kind, met titels als
„Met je kop in de prullebak", „Met de
poppengooien" en „Grote mensen,
daar kan je beter soep van koken"
De stelling wordt duidelijk: het kind
wil liever over zichzelf lezen, weten
hoe leeftijdgenoten eraan toe zijn en
zich door dit malle leven slaan. Kui
jer stond als onderwijzer voor de klas
en leefde zich in
Niet zo verwonderlijk is het, dat Enid
Blyton op de vierde plaats staat met
haar boeken als „De vijf". Gezellig
leesvoer, prettig ouderwets over mo
derne meisjes die avonturen bele
ven.
Andere treffers: Chris van Abkoude.
de veteraan die al door grootvader
werd gelezen, staat met „Kruimel
tje" toch nog achtste. Een ereplaats,
als men weet dat kinderen Astrid
Lindgren negende plaatsten, Anneke
Bloemen dertiende, Miep Diekman
veertiende, Thea Beekman zestiende
en Paul Biegel zeventiende.
In de top-tien van meest verkochte
boeken - zonder dwang of de belofte
van strafwerk - voeren Guus Kuijer
en Annie Schmidt de lijst aan; titels
van deze schrijvers beslaan de num
mers één tot en met vijf. Wat deze ti
tels betreft: Jan Terlouw raakte van
zijn „Oosterschelde windkracht 10"
op de negende plaats 7 exemplaren
kwijt en van Pippi Langkous wilden
vijf kinderen weten.
PRIJS
De prijs van boeken blijkt voor kin
deren van minder belang te zijn.
Omdat zij het boek toch niet kunnen
betalen van hun gemiddeld één gul
den per week zakgeld, maar daar
voor Dij hun ouders moeten aanklop-
Een, hoeven zij alleen met hun voor-
eur rekening te houden. En van die
voorkeur is Gerrit Luidinga met zijn
Andersenschool uitgegaan.
Niet te opvoedend staat voorop, dus
ook weinig „geëngageerd" werk, ten
zij de schrijver heeft kunnen zorgen
voor een figuur waarin het kind zich
kan herkennen en die lééft. Lui
dinga: „De schrijver moet integer
blijven, zichzelf zijn en dat met grote
verbeeldingskracht over kunnen
brengen. Wij kunnen een kind wel
een boek proberen aan te praten,
maar dat lukt echt niet. Ook niet
wanneer we een schrijver vragen op
school over zijn werk te komen pra
ten. De meeste kinderen schaffen
een boek bewust aan, soms na weken
aarzelen en dan nog met het plan om
het later te herlezen. Er is een groep
die van mening blijft datje een boek
niet koopt, hoogstens leent. Maar het
gebeurt ook vaak dat een kind niet
wil achterblijven, of van vriendjes
hoort dat het een bepaald boek moet
kopen."
Uitgangspunt bij dit winkeltje spelen
op schoof is dat een lezend kina zich
in verscheidene richtingen kan ont
wikkelen als het leest.
INFORMATIE
Hoewel de CPNB nog niet met
slaande trom het land is ingetrokken
hebben nu al vijftig scholen om in
formatie gevraagd. Wim Berbers,
stafmedewerker van dit bureau,
komt geïnteresseerde schoolhoofden
desgevraagd 'oelichting geven op het
nut en de bijkomende werkzaamhe
den van een boekwinkel op school en
kan worden gebeld: 020-264971. Ook
Gerrit Luidinga (03480-16561 of of
15836) geeft graag zijn kennis door.
Zijn ervaring is, dat veel van de 180
kinderen van zijn school al belang
stelling voor de boekenwinkel tonen
van het moment af waarop zij kun
nen lezen. Maar zijn ervaring is ook,
dat de meeste leerkrachten moeten
steunen op wat zij zelf vroeger lazen -
dat dus nogal verouderd is - en van de
huidige literatuur voor kinderen
nauwelijks iets weten. „De school
moet worden ontschoold", is zijn
motto. En als iemand wil weten wat
het kind graag leest, moet men het
die kinderen zelf maar vragen, die
weten dat het eerst.
Waarmee de cirkel rond is.
Stukjes voorlezen en daar vragen
over stellen, in de onbarmhartige
trant van „En wat bedoelt de schrij
ver met...", terwijl de schrijver dat
meestal zelf niet weet, brengt het
kind van het lezen af „Want het is
moeilijk en vervelend" Wie dat als
kind op school heeft meegemaakt, zal
als volwassene doorgaans het boek
beschouwen als iets dat alleen door
anderen wordt aangeschaft.
Gerrit Luidinga weet nu wel beter.
Hoe meer rooie oortjes hoe liever.
Guus Kuijer maakt daar gebruik
van, gooit met de poppen, kookt soep
van grote mensen of werkt ze met de
kop in de prullebak. De kinderen
voelen zich daarmee geëngageerd,
lezen en lezen verder, want zelfs
Kuijer heeft maar een beperkt aan
tal titels op ziin naam staan. Tot een
top-tien titels kon ontstaan. Met op de
tiende plaats toch een aantal namen
die deze plaats broederlijk delen: de
IJzersterke Kruimeltje, Daantje de
wereldkampioen, Jonker Willem en
Pippi Langkous. De stelling van
Luidinga dat het lezende kind van nu
de lezende volwassene van later zal
ziin wordt bevestigd door kinderen:
„Als ik duizend gulden per week
kreeg, kocht ik elke dag een boek."
Want dat komt er van.
F. J. BROMBERG
KUNST
HOOGHEEMRAADSCHAP
VAN RIJNLAND
BEKENDMAKING
I DIJKGRAAF EN HOOG-
HEEMRADEN VAN HET
j HOOGHEEMRAADSCHAP
VAN RIJNLAND; maken
hierbij bekend, dat met in
gang van 3 april 1978 gedu
rende 30 dagen voor een ie
der ter inzage ligt een be
schikking met bijlagen uit
hoofde van artikel 5 van
de VERORDENING WATER
KWALITEIT RIJNLAND, hou
dende vergunning, verleend
aan Van Leer Nederland
B.V. te Amstelveen, voor het
in de Oude Rijn lozen van
niet verontreinigd koelwa
ter, huishoudelijk afvalwater
en hemelwater afkomstig
van de Lithografische Me
taaldrukkerij, Hoge Rijndijk
272 te Leiden
Genoemde beschikking met
bijlagen ligt gedurende kan
tooruren ter inzage:
ter Griffie van de Provin
cie Noord-Holland, Dreef 3
te Haarlem;
ter Griffie van de Provin
cie Zuid-Holland, Konings
kade 1 te 's-Gravenhage;
ter secretarie van de ge
meente Leiden;
ter secretarie van het
hoogheemraadschap van
Rijnland, Breestraat 59 te
Leiden.
Gedurende de termijn van
terinzageligging bestaat
voor belanghebbenden de
mogelijkheid om tegen deze
beschikking in beroep te
gaan bij Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Holland,
Dreef 3 te Haarlem en bij
Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland, Koningskade
1 te s-Gravenhage.
Leiden, 22 maart 1978
Dijkgraaf en hoogheemra
den voornoemd,
J. VAN KNOBELSDORFF,
dijkgraaf.
B. PLOMP.
secretaris rentmeester.
LEIDSE COURANT
De kinderen van de Andersenschool in Woerden hebben
alle inspraak in de bevoorrading van hun boekenwinkel
op school, waarbij zij zich laten leiden door hun voorkeu
ren, niet door de prijs van de boeken.
Het is de vraag of zij iets van de prijs kunnen aantrek
ken, gezien het zakgeld dat zij krhgen. De zesde klassers
van deze school krijgen zakgeld dat varieert van negen
tot vijfentwintig gulden per maand, hoewel er ook een
leerling is die genoegen moet nemen met een rijksdaal
der.
De vijfde klassers krijgen zes tot twintig gulden per
maand. Van dat geld sparen zij of besteden net aan „leuk
en lekker"; het geld voor de boeken die zij kopen, komt
van de ouders.
Hein ten Bosch. „Superhumbug en superreligie bij
afspeelapparatuur".
DONDERDAG 30 MAART 1978 PAGINA 4
Feest
in
Concert
gebouw
AMSTERDAM - Het Amster
damse Concertgebouw bestaat
binnenkort 90 jaar, evenals het
bijbehorende Concertgebouwor
kest. Ter viering van dit feit zal op
11 april aanslaande een groot feest
worden gegeven, dat zich uitstrekt
over alle foyers van het gebouw en
wordt opgeluisterd met een over
vloed aan muziek. Vooraf dirige
ert Bernard Haitink een jubileum-
concert, waaraan onder andere de
sopraan Gundula Janowitz mee
werkt. Op het programma staan
werken van Weber. Beethoven.
Ravel, Diepenbrock en Richard
Strauss.
Ter gelegenheid van het bereiken
van deze mijlpaal is tevens een fo
totentoonstelling samengesteld,
die van 11 april tot 3 november te
zien zal zijn in de wandelgangen
van het Concertgebouw. De ten
toonstelling bevat vele unieke,
nooit eerder gepubliceerde foto's
uit de rijke geschiedenis van ge-
bouw en orkest. Nog meer docu-
menlatiemateriaal is te vinden in
een jubileumboek dat speciaal
j voor deze gelegenheid wordt uit-
gegeven. De expositie wordt op 11
1 april geopend door burgemeester
Polak van Amsterdam.
Gerrit Luidinga: „Andere vorm van distributie van
kinderboek"
Vorig jaar zijn ettelijke jubi
leumplaten verschenen, omdat
een eeuw geluidsopnamen moge
lijk zijn. Maar gemeengoed zijn
de grammofoonplaten natuurlijk
geen honderd jaar en pas kort
voor de Tweede Wereldoorlog
werd op 78-toerenplaten een be
hoorlijke klankkwaliteit bereikt.
De bloei van de grammofoon
plaat kwam pas met langspeel
plaat en stereo-opnamen en de
gemiddelde kwaliteit steeg aan
vankelijk sterk.
Zelfs de muziekliefhebber voor
wie een uitvoering in de concert
zaal boven alle muziek-op-
schellak gaat, is de plaat waar
devol: als herinnering, als do
cumentatie en als oriëntatie over
wat er buiten zijn bereik op mu
ziekgebied gaande is.
De vraag blijft echter, of de in
dustrie optimaal gebruik maakt
van de ontwikkelingen in de
techniek. Platenfabrikanten
blijken steeds sneller tevreden
met de opnamekwaliteit en uit
zonderingen daargelaten wordt
voortdurend minder tijd en zorg
aan de opname besteed dan wen
selijk zou zijn. De gemiddelde
kwaliteit van de persingen daalt,
als gevolg van vergaande non
chalance. Ook de uitvoerende
musici lijken zich nauwelijks
voor te bereiden op een behoor
lijke opname, zeker wanneer zij
veel worden gevraagd.
De winkels worden overstroomd
met voordelige aanbiedingen,
oude banden met succesopna
men van weleer worden gebruikt
om „nieuwe'* platen in de han
del te brengen en alleen een ver
woed snuffelaar kan op sommige
platen zien wanneer de opnamen
zijn gemaakt en de plaat van de
pers kwam; daar kunnen vele ja
ren tussen liggen.
De koper van grammofoonpla
ten bevindt zich thans in een ne
velig bos, althans wat de klas
sieke sector betreft. En als men
zich platen aanschaft, waar wor
den die op afgespeeld? Het mis
tige bos wordt dan dermate on
doordringbaar. dat een aantal
audiofieien zich heeft verenigd
ineen vereniging. Een redacteur
van uw dagblad ging eens praten
met Hein ten Bosch, die in het
blad StereoTest, dan tien keer
per jaar verschijnt, geluidsappa
ratuur bespreekt en (schel)lak
aan de handel heeft. Hij is
mede-oprichter van de vereni
ging in oprichting, waarin men
sen zich bundelen die zich door
de industrie overdonderd voelen
en zich afdoende willen laten
voorlichten vóór zij tot de aan
schaf overgaan van iets, waar
van zij vele jaren plezier hopen
te hebben.
In oprichting is de „Vereniging voor de high
fidelity" waarin mensen zich bundelen die zich
interesseren voor hifi in huis. Het originele van
deze vereniging is, dat wie zich aanmeldt daar
niets voor betaalt. Een beroep op de beurs wordt
pas gedaan, wanneer men van de diensten van.de
vereniging gebruik gaat maken. De vereniging
wil een mededelingenbrie!' verspreiden tegen 50
cent per brief, regionale en plaatselijke bijeen
komsten organiseren en daarvoor sprekers uit
nodigen. Hein ten Bosch, eindredacteur van Ste
reoTest, die langzamerhand naam maakt door
vaak ongezouten kritiek op zaken die afspeelap
paratuur betrefTen en medegrondlegger is van
deze vereniging: „We wilden af van het ouder
wetse verenigingsidee, van: hee, waar was jij vo
rige week donderdag, ledereen moet kunnen
komen als hij zin heeft en geïnteresseerd is."
De abonnees van StereoTest hebben een op
roep thuisgekregen om van hun belangstelling
blijk te geven. Van de bijna tienduizend abon
nees reageerden er 5200 in betrekkelijk korte
tijd. Ten Bosch rekent op grotere aantallen inde
toekomst wanneer de vereniging in oprichting,
die deze zomer effectief moet worden, beken
der wordt.
Ten Bosch: „Vijf jaar geleden richtte ik Stero-
Test op en ik wilde geen abonnees, maar losse
verkoop. Ik was al blij als er duizend exempla
ren zouden worden verkocht, maar het werden
er 22.000. Het is tóch een blad geworden
waarop men zich kan abonneren, nadat drie
honderdvijftig mensen zich ongevraagd als ab
onnee aanmeldden. Dat is het werk van de uit
gever."
Hoewel Hein ten Bosch zegt niet voor voorbij
gangers te schrijven, maar voor gericht audio-
Helen die van hifi hun hobby hebben gemaakt,
blijkt Nederland toch vol te zitten met mensen
die, door hun eigen koopkracht in het nauw
gedreven, de weg zijn kwijtgeraakt in het hifi-
woud. waaraan een vorm van hebzucht niet
geheel vreemd is. Ten Bosch: Veel mensen luis
teren niet meer naar de muziek die ze willen
horen, maar naar de apparatuur die ze hebben
gekocht. De afgelopen twee maanden kreeg ik
vierhonderd brieven, waarvan de helft afltom-
stig van mensen die de geluidsapparatuur al in
huis hadden. Als iemand dan een vergissing
heeft gemaakt, moet ik dan schrijven, nou me
neer, met die platenspeler heeft u een lelijke kat
in de zak gekocht7 je zou hem levenslang onge
lukkig maken. Daarom krijgt hij het antwoord:
meneer, u zult vermoedelijk over een jaar of
drie een andere platenspeler overwegen.
Duurder
Naa>.nate de geluidsapparatuur ingewikkelder
en duurder werd en de gemiddelde plantedraaier
toegeeft aan zijn verlangen „mooier en dus be
ter" te willen, stijgt het aantal fabrikanten en
handelaren én apparaten, in een teinpo dat niet
langer is bij te benen. De keus is onoverzichtelijk
groot en niet alle handelaren zijn even betrouw-
keus laat. Nederland is een volk van betweters
en het is nu eenmaal zo, dat als Jantje een trouw
aanhanger is van een bepaald merk. hij dat merk
aan anderen wil opdringen. Pietje doet het
zelfde en ga zo maar door. Neem het moving-
coil pick-up element, een in de mode zijnd sys
teem uit 1957, dat overigens alleen het omge
draaide is van het meest voorkomende systeem,
dat te maken heeft met de ophanging van de
naald en magneetjes. Volgens sommigen het
mooiste dat er bestaat. Ik speel platen met een
gewoon magnetisch element, een allesvreter
waarmee ik vrede heb, terwijl ik uit alle soorten
elementen kan kiezen. Maar een ander zal zwe
ren bij moving coil; dat is allemaal zo persoon
lijk."
Brieven
Van de brieven met vragen is het aantal vrouwe
lijke afzenders een promilage; afspeelappara
tuur is kennelijk een mannen-aangelegenheid,
iets „technisch". Hoewel de mannelijke aan-
schaffer zich in vijf tellen kan laten platpraten
dooreen verkoper, die van electronica evenmin
verstand heeft.
Ten Bosch: „Ook dat hangt er weer van af. Er
zijn verkopers die wel weien waar ze het over
hebben, die je blindelings kan vertrouwen,
hoewel je je altijd kan afvragen in hoeverre hij
echt op de hoogte is met alle ontwikkelingen.
En inTioeverre hij eerlijk kan en mag zijn van
zijn baas".
Zelfs oeroude vuistregels blijken niet altijd te
kloppen. De regel: reserveer de helft van het
budget voor weergevers (boxen) klopt niet
meer, als de versterker onderdeel is van de tu
ner (afstemmer, radio) of andersom. Wel meent
Ten Bosch, dat de luidsprekerboxen nog steeds
het belangrijkste onderdeel van de keten vor
men. Maar voor het overige.... De consumen
tengids publiceerde enkele weken geleden een
overzicht van platenspelers: „Allemaal goed".
Ten Bosch verwijst echter naar het Engelse
„which" met een gelijk overzicht: „Zij waren
heel wat genuanceerder in hun conclusie"; al
begrijpt deze SteroTest-eindredacteur wel wat
de bedoeling van de Consumentengids was: re
lativeer een beetje en maak het niet te duur...
Maar voor Ten Bosch hoeft het ook niet weer
op die manier. Wat Ten Bosch wil en met hem
zijn blad en de vereniging in oprichting: het
onontwarbare bos van afspeelapparatuur laten
voor wat het is - als een niet meer weg te kletsen
fenomeen. Maar de platenliefhebber ervan te
overtuigen dat zijn eigen oren nog de beste ap
paratuur vormen in de hele keten van opnemen,
weergeven en consumeren en dat velen meer
betalen dan noodzakelijk.
„Maar", blijkt nog steeds zijn ervaring: „Het
gaat de meesten nog steeds gewoon om de heb. En
de fabrikanten zien daar brood in." Daarom balt
Hein maandelijks zijn vuist tegen fabrikanten en
handelaren in een blad, dat zakelijk nauwelijks
gebonden is aan adverteerders en geeft hij zijn
mening. Ongezouten, maar ook danig aan tes
tapparatuur gemeten."
Mooi, mooier, mooist Maar wie beoordeelt7
Hoewel Hein ten Bosch van mening is dat alle
waar naar zijn geld is, betwijfelt hij. of alle geld
ook goed wordt besteed. Nog afgezien van de
kwaliteit van de grammofoonplaat die de afge
lopenjaren er niet op vooruit is gegaan, zouden
veel mensen aan een eenvoudig versterkertje en
een even eenvoudige plantenspeler evenveel
plezier L-eleven als aan de supertopkwaliteit die
het leven pas de moeite waard lijkt te maken,
zoals sommige adverteerders de lezer wil laten
geloven.
Ten Bosch: „Japan is overgestapt van humbug
op superhumbug en in Amerika heerst Superre
ligie. StereoTest ontdoet de meeste apparatuur
van verhullende franje en wie werkelijk is geïn
teresseerd. kan lid worden van de vereniging in
oprichting, postbus 217 in Assen.
Als we in een stad als Amsterdam alle verster
kers van rond de 250 gulden afgaan, komen we
op zo'n 400 verschillende merken. Je zou die
versterkers allemaal op de schroothoop kunnen
gooien en er geblinddoekt één uit kunnen halen;
aan de rest is dan niets verloren. Fabrikanten
nemen eikaars ontwerpen over en vaak is alleen
de kast verschillend."
Persoonlijk
Ten Bosch: „Elke aanschaf is persoonlijk. Wan
neer iemand tevreden is met een oude radio, dan
is dat best. Maar ik kan me ook voorstellen dat
iemand eisen stelt die verder gaan en men uit de
groef van de grammofoonplaat alle informatie
wil halen, die er in is gestopt. Maar het moet geen
religie worden die duur wordt betaald."
Van alle kanten heeft de handel Hein ten Bosch
wijlen overrompelen, zoals kopers van afspeel
apparatuur zich vaak overvallen voelen. „Kort
nadat ik met StereoTest begon, heb ik een
avondcursus van drie jaar elektronica gevolgd;
ik moest er wat van weten om een antwoord te
kunnen geven. Maar de handel? Vraag op de
Firato aan de exposant die dat merk moet ver
kopen, of het nou echt beter is dan het ding van
de concurrent naast hem. Hij zal zelden zelf iets
van die apparatuur wete. Hij zegt dan: meneer,
stelt u mij geen technische vragen, ik verkoop
ze alleen maar. En als de handelaar onzin ver
koopt, dan koomt de consument onzin.'
Het bos van goed en kwa&d in de electronica is
onoverzichtelijk geworden. Op de vraag „wat is
beter", zal Hein ten Bosch slechts een ontwij
kend antwoord geven. Hij meent: „Vertrouw
op eigen oren en ga naar een goede zaak die je de