Pall Mall Golden Mild
Navo zal koopvaardij en burgerluchtvaart
bij oorlogsgevaar vorderen
Toenemend aantal diefstallen uit
kerken Zuid-Europa reden tot zorg
kerk
wereld
Gezinsbegeleiding nodig voor ouders zwakzinnige kinderen
binnenland/buitenland
Mexicaans episcopaat
distancieert zich van
progressieve bisschop
Prior Taizé
twee weken naar Bari
Massa-media
vragen om
opvoeding tot
kritisch gebruik
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 29 MAART 1978 PAGINA
De secretaris van de pauselij
ke commissie voor Religieuze
Kunst pater Pietro Garlato,
heeft na een inspectiereis
door enkele landen van Zuid-
Europa zijn ernstige bezorg-
beid uitgesproken over het
toenemend aantal diefstallen
uit kerken. Italië spant daar
bij de kroon. In een jaar tijd
werden uit kerken en kapel
len 12.000 waardevolle voor
werpen gestolen waaronder
beelden, schilderijen, kelken
en cibories, maar ook kerk-
meubilair met een niet te
schatten antiquarische waar
de.
Dieven hebben het vaak ge
makkelijk in de grote, donkere
kerken waarin soms ureniang
geen mens komt en waarin
allerlei nauwelijks bescherm
de voorwerpen voor het grij
pen zijn.
Pater Garlato haalde het voor
beeld aan van een kerkdief,
die onlangs zijn slag sloeg in
de kathedraal van het Noord-
spaanse Oviedo. Hij kon rustig
zijn gang gaan bij het plukken
van juwelen ter waarde van
tien miljoen gulden van kruis
beelden uit de negende eeuw.
Tussen het „werk" door nam
hij rustig de tijd om in een
biechtstoel te gaan schaften.
Het was de derde grote dief
stal in zes jaar tijd in deze
kathedraal. Wat pater Garlato
het meeste heeft verbaasd is.
dat in Oviedo nog altijd geen
enkele maatregel tegen herha
ling is genomen.
In Piana degli Albanesi op
Sicilië, waar afstammelingen
wonen van Albaanse christe
nen die in de vijftiende eeuw
vluchtten voor de Turken, sta
len dieven negentien kostbare
zilveren kandelaars en verder
monstransen, plaquettes en
wierookvaten. Aldus werd de
stad beroofd van een aantal
uiterst zeldzame staaltjes van
Albanees-christelijk hand
werk.
In Sulmona werd een met ju
welen bezaaide bisschopsmij
ter uit de vijftiende eeuw ge
stolen. Pater Garlato meent
dat er verband bestaat tussen
de toenemende werkloosheid
in Italië en de diefstallen. Bo
vendien zitten in Zwitserland,
Duitsland, Frankrijk, Enge
land en de Verenigde Staten
nogal wat potentiële kopers
die hun geld in waardevolle
kunst en antiek willen beleg
gen. Beelden en kostbare
schilderijen, aldus pater Gar
lato. gaan bij voorkeur naar
Amerika. Juwelen en edels
meedkunst wordt voorname
lijk in Europa afgezet.
De Pauselijke Commissie voor
Religieuze Kunst heeft alle bis
schoppen in Zuid-Europa aan
bevolen. waardevolle kerk-
voorwerpen beter te bescher
men achter pantserglas en met
alarminstallaties. De geeste
lijkheid uit het Ossoladal in de
Italiaanse Alpen heeft iets an
ders gedaan dat echter licht
tot een heksenjacht kan lei
den. Zij heeft en beroep ge
daan op alle parochianen orr
te letten op verdacht uitziende
vreemdelingen en hun auto
nummers te noteren
Vanuit het Ossoladal ging de
laatste jaren een stroom gesto
len goederen de Zwitserse
grens over. Vermoed wordt
dat veel terecht is gekomen in
geheime bankkluizen, maai
soms staan of hangen zulke
voorwerpen gewoon in deftige
huizen, nadat ze gewoon bij
een- handelaar waren gekocht
Aangezien er een reeks niet
meer te achterhalen tussen
handelaren is geweest, kan de
eigenaar niet worden beschul
digd van iets onoirbaars. De
oorspronkelijke eigenaar kar
zijn eigendom terugkopen
maar daarvoor ontbreekt
meestal het geld.
De Mexicaanse bisschoppen
hebben voor een nieuw inci
dent gezorgd in de reeks tus
sen progressieve en conserva
tieve r.k. krachten in Latijns-
Amerika tegen de achter
grond van de Latijnsameri-
kaanse bisschoppenconferen
tie (de Celam), die zich in
oktober in Mexico zal bezig
houden met de theologie van
de bevrijding.
Het Mexicaanse episcopaat
heeft de progressieve bisschop
van Cuernavaca, mgr. Sergio
Mendez Arceo, laten vallen.
Aanleiding is een verklaring,
die hij begin februari onderte
kende samen met Alfonso-
Carlos Comin van de Spaanse
afdeling van christenen voor
het socialisme, en de Nicara
guaanse priester-dichter Er
nesto Cardenal. De verklaring
sprak zich uit voor een „geza
menlijke strategie" van chris
tenen en marxisten om de on
derdrukten te bevrijden.
De verklaring was geïnspi
reerd door de recente uitlatin
gen van de Cubaanse presi
dent Fidel Castro over de kerk
en zijn gesprekken met kerk
leiders tijdens een bijeen
komst in Jamaica.
Arceo nu, die vaak de rode
bisschop van Mexico is, heeft
het episcopaat op zijn weg ge
vonden. In een verklaring zeg
gen de bisschoppen, dat het
evangelie niet is gebonden aan
een ideologie of politiek sys
teem. Het marxisme heeft een
visie op de mens, de geschie
denis en de maatschappij, die
onverenigbaar is met het
christelijk geloof, aldus de ver
klaring.
De 71-jarige Mendez Arceo die
vorig jaar Nederland bezocht
op uitnodiging van „solideri-
dat" staat bekend om zijn pre
ken met politieke inhoud.
Overigens heeft de nieuwe
aartsbisschop van Mexico-
stad, mgr. Corripio Ahumada,
onlangs nog gezegd, dat er een
einde dient te komen aan de
dictaturen in Latijns-Amenka
en hij waarschuwde voor links
extremisme. Wanneer de
machthebbers niet snel de
noodzaak voor veranderingen
zouden zien. Mgr. Corripio
Ahumada is een van de drie
door de paus benoemde voor
zitters van de Celam-konferen-
tie.
De prior van de oecemenische gemeenschap van Taizé, Rogier
Schutz, die ieder jaar enige tijd doorbrengt in een sloppenwijk
van een land in de derde wereld, zal binnenkort het leven
van de armen delen in een Europese stad. Gezien de gespannen
toestand waarin Italië op het ogenblik verkeert, is dit land
uitgekozen.
Met een aantal broeders zal hij eind april twee weken naar
Bari gaan op uitnodiging van de aartsbisschop van deze stad
in Zuid-Italië. Het leven van de broeders zal zich dan afspelen
in een volksbuurt van vissers en arbeiders, met wie zij tijdelijk
gaan werken. Ook zullen zij voor het dagelijks gebed gebruik
maken van een kerk in Bari, waar zij velen kunnen ontvangen.
Dit is tweede Paasdag in Taizé meegedeeld.
Aan het eind van dit jaar zal de prior samen met het interconti
nentale team van het concilie van jongeren naar zwart Afrika
vertrekken om daar met de armen samen te leven. Gezien de
veranderlijke situatie aldaar, zal de plaats van verblijf pas over
enkele maanden bekend gemaakt worden. Het vertrek naar
Afrika zal vanuit München plaatsvinden, waar van 17 tot 19
november een jongerenbijeenkomst gehouden zal worden. De
terugkeer zal zijn in Parijs, waar de Europese bijeenkomst van
27 tot 29 december gehouden zal worden. Hiervoor zullen de
jongeren voor de eerste keer alLe generaties uitnodigen.
De krante- en boeklezers, de bioscoopbezoekers en de kastjekij
kers moeten leren omgaan met de massa-media:pers, radio,
televisie. Zij hebben niet alleen verwachtingen ten aanzien van
de media, maar ook hun plichten en hun rechten.
Aldus de pauselijke commissie voor de massa-media in een.
reeks adviezen voor de katholieken ter gelegenheid van de
twaalfde werelddag der massa-media op zondag 7 mei. Zij
vragen de geestelijkheid om die dag in de verkondiging speciale
aandacht të hebben voor de massa-media en in het bijzonder
voor de consument.
De commissie is voor haar adviezen te rade gegaan bij de
pastorale instructie „Communio et progressio" (Gemeenschap
en ontwikkeling). Deze werd in 1971 opgesteld in opdracht van
het tweede Vatikaanse concilie. Uit de talrijke aspecten, die in
deze instructie worden behandeld, heeft de pauselijke commissie
voor dit jaar vooral datgene gekozen, wat over het aspect van
de consument gaat.
De commissie beklemtoont onder meer de plicht tot opvoeding
van de consument tot kritisch gebruik van de massa-media. Deze
opvoeding moet al in de jeugd beginnen. Grote nadruk legt de
commissie er ook op, dat de consument niet alles hoeft te
accepteren wat de massa-media bieden. Dat leidt alleen maar
tot éénrichtingsverkeer. De consument moet invloed en controle
kunnen uitoefenen. Daarvoor is een goede wetgeving nodig,
vooral wanneer er in de informatievoorziening monopolievor
ming optreedt en zeker wanneer dat monopolie in handen van
de staat is.
De commissie vestigt ook weer eens de aandacht op de opinie
vorming binnen de kerk. Zij zegt krachtens de pastorale instruc
tie, dat ook de kerk als levend organisme behoefte heeft aan
de openbare mening, die voortkomt uit de discussie van haar
leden. De katholieken moeten daarom heel goed beseffen, dat
zij werkelijk de vrijheid van meningsuiting binnen de kerk
bezitten. De commissie beklemtoont dan ook, dat de kerk als
instituut de plicht heeft aan de massa-media volledige, eerlijke
en nauwgezette informatie te verschaffen.
Norfolk (Virginia) (tr) Meer dan ander
half miljoen Amerikaanse soldaten zullen
in ijltempo naar Europa worden gevlogen
ils een oorlog tussen oost en west voor de
leur lijkt te staan. Volgens een nieuw plan,
At door NAVO-bevelhebbers is opgesteld
?n dat in mei aan de topconferentie van
het bondgenootschap in Washington zal
worden voorgelegd, zal dit ook geschieden
met passagiersvliegtuigen van de Europese
luchtvaartmaatschappijen die daartoe on
middellijk naar Amerika zullen vliegen en
met de luchtvloten van de Amerikaanse
luchtvaartmaatschappijen.
Tegelijkertijd zullen zo'n 500 Europese koop
vaardijschepen, die al met name in het plan
genoemd worden, hun lading direct lossen
en meteen opstomen naar Amerika om oor
logsuitrusting op te halen.
Op deze wijze hoopt men snel het hoofd te
bieden aan de overmacht van conventionele
strijdkrachten waarover de Sowjet-Unie en
haar bondgenoten van het Warschau-pact
beschikken.
De Britse admiraal David Loram, bevelheb
ber van het Atlantisch opperbevel van de
NAVO en architect van het plan, zegt dat
de schepen vier miljoen ton aan tanks,
kanonnen, munitie en andere oorlogsuitrus
ting over de Atlantische Oceaan zullen bren
gen. Deze hoeveelheid kan aangroeien tot elf
miljoen ton al naar gelang een oorlog uit
breekt of niet.
De Atlantische Oceaan is de achilles-pees
van het westelijk bondgenootschap gewor
den sedert de Sowjet-Unie Moermansk tot
de grootste vlootbasis ter wereld heeft ge
maakt.
De bijna 100 oppervlakte schepen en 200
onderzeeboten, die daar zijn gestationeeerd,
kunnen een ernstige bedreiging vormen voor
de versterking van Europa in oorlogstijd.
Men hoeft zich slechts de ravage te herinne
ren die Hitiers 57 „U-boten"aanrichtten on
der de geallieerde vloot bij het begin van
de tweede wereldoorlog. Deze, in wolvenhor
den opererende onderzeeboten, brachtten
miljoenen tonnen aan scheepsruimte tot zin
ken.
Zorgen over de Atlantische Oceaan maakt
zich met name de Amerikaanse admiraal
Isaac Kidd. Hij is bevelhebber van de Atlan
tische vlootstrijdkrachten van de Verenigde
Staten en de NAVO en hij is van oordeel
dat zijn hoofdkwartier niet aan alle behoef
ten van een NAVO in oorlogstijd tegelijker
tijd kan voldoen. Dit komt door de sterke
expansie van de Sowjet-marine, gecombi
neerd met de marine- en luchtvaartfacilitei
ten die de Russen in Afrika hebben verkre
gen. In tegenstelling tot twintig jaar geleden,
toen de Sowjet-Unie nog voornamelijk van
kustverdediging afhankelijk was, zullen nu
prioriteiten moeten worden gesteld bij een
gewapend conflict.
Op een vraag waarover hij moet kunnen
beschikken om aan alle NAVO-verplichtin
gen te voldoen, zegt admiraal Kidd: „Over
ongeveer tweemaal zoveel als wij nu heb
ben".
Even belangrijk als de aantallen nieuwe
Russische jagers, kruisers en onderzeeboten
zijn de vloot- en luchtbases in Afrika. Vol
gens de marine-strategen kunnen de Russen
vandaar de aanvoer van olie, levensmidde
len en grondstoffen afsnijden van of rond
Afrika en West-Europa.
De NAVO maakt zich grote zorgen over de
vestiging van Sowjet-bases in Ethiopië of
herstel van die bases in Somalië, maar kan
er weinig aan doen. Het bondgenootschap
kan geen plannen opstellen, omdat de zuide
lijke grens van zijn gebied de Kreeftskeer
kring is, die noordelijk van deze landen
loopt.
Admiraal Kidds hoofdkwartier heeft wel
plannen voor de bescherming van de
scheepvaartroute om de Kaap en, hoewel
deze door de militaire autoriteiten van de
NAVO zijn aanvaard, zijn zij niet goedge
keurd door de regeringen.
De Amerikanen beperken zich bepaald niet
tot het geografisch gebied van de NAVO.
„De dreiging is globaal dwz. over de hele
wereld. Deze knapen (de Russen) denken
niet alleen aan de NAVO", zegt Kidd. De
Amerikaanse vloot vormt de urggegraat van
de NAVO op de Atlantische Oceaan. Ge
zorgd moet worden dat vrachtschepen voor
raden moeten kunnen blijven aanvoeren
naar Europa.
De Amerikaanse marine heeft zeven vlieg
dekschepen aan zijn oostkust. Twee zijn
altijd in de Middellandse Zee en nog eens
zes patrouilleren in de Stille Oceaan.
Admiraal Kidd wil in tijd van oorlog acht
van deze „vogelnesten", zoals hij ze noemt,
op de Atlantische Oceaan hebben. Zij vor
men het hart van de slagkracht ter zee. Ze
in tijd van oorlog weghalen van de Stille
Oceaan kan niet, omdat strategen menen dat
de Russen ook daar actie zullen voeren.
In een periode van spanning voordat een
oorlog uitbreekt, zou de Amerikaanse vloot
worden gesplitst. Een deel van de vliegdek
schepen zou in Europese wateren vlagver
toon geven om de Russen te laten zien dat
het bondgenootschap gereed is zich te verde
digen en de rest zou aan Amerikaanse kant
van de Oceaan blijven om vrachtschepen
met oorlogsmateriaal te escorteren.
De verdediging van de Atlantische Oceaan
is echter een bron van toenemende zorgen
bij de NAVO, maar de regeringen van de
NAVO-landen hebben grote moeite met het
bijeen brengen van geld voor nieuwe sche
pen met hun gecompliceerde elektronische
uitrusting, raketten en computers.
De Amerikaanse marine wil over 600 sche
pen kunnen beschikken, maar president
Carter acht dit uitgesloten, hoewel hij de
defensie-uitgaven voor de NAVO wel op
voert Door het uit de vaart nemen van oude
schepen zal de Amerikaanse vloot echter
aan het einde van het begrotingsjaar 1978
zijn ingekrompen van 464 tot 453 schepen
1«v J[gl Jif V M/f f v wereldbekend aroma
25/2.60
!IIIIIIIIIIII!IIIIIII|lll|llll!llllllll!llllllllllllIlllllIIIIIII!l!lllllllllillllllIIII^
DEN HAAG Er is de laatste jaren, on
danks of misschien mede door de vele, en
terechte, kritiek die er was, in de zwakzinni-
gezorg in Nederland veel veranderd. We
hoeven bijvoorbeeld nog niet eens zo bar ver
terug te gaan in de tijd, om als heel gewoon
te ervaren dat een zwakzinnig kind, als het
niet meer „in huis was te houden", van zijn
ouders werd losgescheurd en werd onderge
bracht in een tehuis. Contacten met de
buitenwereld waren zeldzaam, de ouders
gingen zo nu en dan eens op bezoek en
ervoeren dat op een gegeven moment hun
kind min of meer een vreemde was gewor
den.
Het heeft geen zin om nu daarmee de
instituten, de verzorgers, de psychiaters uit
die tijd lastig te vallen. Het was een alge
meen gangbare opvatting, die in de loop der
jaren gelukkig is veranderd. Een geestelijk
gehandicapt kind, zo luidt nu de opvatting,
behoort zo lang mogelijk, en voorzover dat
mogelijk is, binnen zijn eigen leefgemeen
schap te blijven, zijn gezin, zijn school, zijn
vriendjes.
En terecht. Want niemand kan uiteindelijk
een geestelijk gehandicapt kind beter begrij
pen, verstaan, troosten en steunen dan zijn
eigen ouders, niemand kan hen over zijn
heel grote - in onze ogen subtiele - verdriet
heen helpen dan diegenen die hem al van
zo heel klein af hebben meegemaakt, die
zich ongerust hebben gemaakt, toen hij
bleek achter te blijven bij andere kinderen,
toen duidelijk werd dat hij ook nooit zou
worden als die andere kinderen, toen het
doordrong dat hij geestelijk gahandicapt
was.
Onterecht ook tot op zekere hoogte, omdat
het wel waar moge zijn dat de ouders toch
een kind hebben gewenst, maar voor zo'n
kind niet alle tijd, kracht en energie kunnen
opbrengen om het zo goed mogelijk groot
te brengen. Tenzij, ja tenzij ze daarbij goede
professionele steun krijgen. Want de liefde
is er in de meeste gevallen wel.
Met professionele steun bedoelen we hier
duidelijk niet fraaie handboeken la Spock
over kinderverzorging, nee, hulp door mid
del van huisbezoek bijvoorbeeld van be
roepskrachten als huisartsen, maatschappe
lijk werksters en, waarom niet, psychia
trisch geschoold personeel. Het gezin moet
worden begeleid.
Achter dit streven naar gezinsbeleiding ligt,
zo. denkt de Stichting Nationaal Orgaan
Zwakzinnigenzorg erover, een nieuw denken
over zwakzinnigenzorg: zorg moet zich op
de eerste plaats richten op de onderlinge
relaties van iemand met een geestelijke han
dicap en de mensen met wie hij samenleeft.
De geboden hulp en de behandeling moeten
hierop aansluiten. De gazinsbegeleiding zal
moeten bestaan uit, door het betrokken ge
zin gewenste praktische, opvoedkundige en
sociaal-psychologische hulp. Ook moet wor
den voorzien in de gewenste informatie over
de aard van de handicap, de erfelijkheid
ervan, over de toekomst-mogelijkheden van
het kind en over het zorgsysteem. De hulp
is bedoeld om relaties binnen het gezin goed
te houden en mogelijk individuele en onder
linge problemen op te lossen. De hulp moet
ook bereiken dat het betrokken gezin op de
bebruikelijke manier kan deelnemen aan het
maatschappelijk verkeer.
In Noordwijkerhout werd eind vorig jaar
een conferentie gehouden over gezinsbege
leiding. Honderd ouders en honderd hulp
verleners namen er aan deel. De organisato
ren moesten er toen hun teleurstelling over
uitspreken dat er maar enkele huisartsen bij
waren. Veel ouders blijken namelijk juist
teleurgesteld in de begeleiding die zij van
hun huisarts hebben gekregen. Eerst aange
wezenen voor gezinsbegeleiding zijn, althans
in het vroegste stadium de huisartsen. Nu
is een huisarts ook maar een mens. Hij heeft
over het algemeen een te grote praktijk -
we laten nu maar even buiten beschouwing
of dat wel nodig is. het zou in elk geval
vermindering van inkomen betekenen - en
kan daardoor weinig tijd uittrekken om
naar de problemen van een vader of moeder
te luisteren. Bovendien, hij weet zo allerel
lendigst weinig van psychologie en psychia
trie af. Dat stukje kennis zat nu net niet
in zijn leerpakket. Gelukkig leeft er de
laatste tijd binnen de landelijke Huisartsen
Vereniging (L. H. V.) de overtuiging dat door
nascholing voor de oudere huisartsen en
door opneming in het studiepakket van de
genen die voor huisarts studeren, het moge
lijk moet worden een beter inzicht te ver
schaffen in de problematiek van het geeste
lijk gehandicapte kind en alles wat daarmee
samenhangt. Trouwens, ook de verkleining
van de praktijkgrootte heeft de aandacht
van de L. H. V., maar het ziet er niet naar
uit dat dat op korte termijn te gebeuren
staat. Vanuit die richting behoeft dus geen
heil voor de gezinsbegeleiding te worden
verwacht.
Hoe moet het dan? Het begrip gezinsbegelei
ding moet natuurlijk niet te eng worden
geziea De hand die een begrijpende buur
vrouw een gezin toesteekt is in feite ook al
een vorm van gezinsbegeleiding. Contacten,
met werkers en werksters van de sociaal-pe
dagogische diensten is een professionelere,
stringentere vorm, de meest ideale wijze van
gezinsbegeleiding lijkt echter die van de
home-training. Dit is een wijze van begelei
den waarbij professionele krachten op het
gebied van kinderpedagogie in de gezinnen
komen en de ouders helpen bij het omgaan
met hun zwakzinnig kind en zodoende tus
sen ouders en kind een optimale relatie
opbouwen.
Een werkgroep van de Vrije Universiteit van
Amsterdam heeft zo'n home-training opge
zet na een observatie-onderzoek in gezinnen
met een geestelijk gehandicapt kind. De
resultaten waren verbluffend. Zowel ouders
als kinderen zelf leerden ervan. De twee
orthopedagogen Cora van Eek en Cocky
Oosrterhof, van het Amsterdamse project,
kwamen tot de conclusie dat home-training
een mogelijkheid in om ouders en zwakzin
nige kinderen in een situatie te laten terecht
komen die wat harmonieuzer is maar zeggen
zij, er zal goed moeten worden uitgezocht
welke gezinnen voor zo'n training in aan
merking komen. Omdat sommige gezinnen
door een hoop emotionele problemen heen
moeten voordat ze er aan toe zijn. Bij
andere gezinnen komt juist doordat de ou
ders iets concreets kunnen doen, die emotio
nele problematiek op gang.
Gezinsbegeleiding, hoe die ook moge worden
gegeven, of als home-training, of door een
huisarts, of door een goedwillende buur
vrouw, mag, hoe goed dan ook, nooit uit
gaan van de gedachte alleen het gezin op
die manier bijeen te kunnen houden. Als de
ouders het kind toch in een inrichting willen
plaatsen, dan is dat hun eigen verkiezing.
Ook daarna zullen de ouders en de even
tueel overgebleven kinderen trouwens bege
leid worden.
Dr. Gresnigt en dr. Gresnigt-Strengers die
in 1973 samen promoveerden tot doctor in
de sociale wetenschappen op een proef
schrift getiteld „ouders van een diep zwak
zinnig kind" kwamen destijds in dit opzicht
tot enkele behartigenswaardige beleidssug
gesties. Een daarvan luidde: „Omdat de
negatieve beeldvorming over zwakzinnigen
vaak zou berusten op onwetendheid over het
verschijnsel diep-zwakzinnigheid, zal vooral
hierover objectieve voorlichting gegeven
moeten worden. Om een zo groot mogelijk
publiek te kunnen bereiken zal bij deze
voorlichting het beste van de massa-commu
nicatiemedia gebruik gamaakt kunnen wor
den. Gezien echter het geringe percentage
ouders uit ons onderzoek dat informatie
over voorzieningen via deze media heeft
verkregen, moet het effect van voorlichting
sprogramma's via deze weg tot nu toe niet
te hoog worden aangeslagen.
Daarom zal ook naar andere wegen moeten
worden gezocht om de samenleving te infor
meren over, en begrip bij te brengen voor
diepzwakzinnigen. We denken hierbij met
name aan twee andere mogelijkheden: door
de ouderverenigingen zouden meer voorlich
tingsactiviteiten ontwikkeld kunnen worden,
gericht op bovengenoemde informatie. Dit
zal niet alleen tot gevolg hebben dat er meer
begrip voor de zwakzinnige en zijn gezin
ontstaat, maar ook dat deze gezinnen min
der in een sociaal isolement terechtkomen.
De instellingen waar zwakzinnigen verblij
ven, zowel dagverblijf en scholen als tehui
zen en inrichtingen, zouden zich opener
tegenover hun directe omgeving kunnen op
stellen. Om deze openheid te bereiken moet
niet alleen maar wegen worden gezocht om
de zwakzinnige zoveel mogelijk te laten par
ticiperen in het maatschappelijk leven in de
plaats waar de instelling is gevestigd, maar
zullen ook initiatieven ontwikkeld moeten
worden om mensen uit de directe omgeving
van bovengenoemde instellingen te laten
kennis maken met en te laten participeren
in de leefwereld van de zwakzinnigen.
En daar gaat het de gezinsbegeleiding nu
juist om. Het is een noodzaak.
Gerard Cronér