Pall Mall Golden Mild Navo zal koopvaardij en burgerluchtvaart bij oorlogsgevaar vorderen Toenemend aantal diefstallen uit kerken Zuid-Europa reden tot zorg kerk wereld Gezinsbegeleiding nodig voor ouders zwakzinnige kinderen binnenland/buitenland Mexicaans episcopaat distancieert zich van progressieve bisschop Prior Taizé twee weken naar Bari Massa-media vragen om opvoeding tot kritisch gebruik LEIDSE COURANT WOENSDAG 29 MAART 1978 PAGINA De secretaris van de pauselij ke commissie voor Religieuze Kunst pater Pietro Garlato, heeft na een inspectiereis door enkele landen van Zuid- Europa zijn ernstige bezorg- beid uitgesproken over het toenemend aantal diefstallen uit kerken. Italië spant daar bij de kroon. In een jaar tijd werden uit kerken en kapel len 12.000 waardevolle voor werpen gestolen waaronder beelden, schilderijen, kelken en cibories, maar ook kerk- meubilair met een niet te schatten antiquarische waar de. Dieven hebben het vaak ge makkelijk in de grote, donkere kerken waarin soms ureniang geen mens komt en waarin allerlei nauwelijks bescherm de voorwerpen voor het grij pen zijn. Pater Garlato haalde het voor beeld aan van een kerkdief, die onlangs zijn slag sloeg in de kathedraal van het Noord- spaanse Oviedo. Hij kon rustig zijn gang gaan bij het plukken van juwelen ter waarde van tien miljoen gulden van kruis beelden uit de negende eeuw. Tussen het „werk" door nam hij rustig de tijd om in een biechtstoel te gaan schaften. Het was de derde grote dief stal in zes jaar tijd in deze kathedraal. Wat pater Garlato het meeste heeft verbaasd is. dat in Oviedo nog altijd geen enkele maatregel tegen herha ling is genomen. In Piana degli Albanesi op Sicilië, waar afstammelingen wonen van Albaanse christe nen die in de vijftiende eeuw vluchtten voor de Turken, sta len dieven negentien kostbare zilveren kandelaars en verder monstransen, plaquettes en wierookvaten. Aldus werd de stad beroofd van een aantal uiterst zeldzame staaltjes van Albanees-christelijk hand werk. In Sulmona werd een met ju welen bezaaide bisschopsmij ter uit de vijftiende eeuw ge stolen. Pater Garlato meent dat er verband bestaat tussen de toenemende werkloosheid in Italië en de diefstallen. Bo vendien zitten in Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, Enge land en de Verenigde Staten nogal wat potentiële kopers die hun geld in waardevolle kunst en antiek willen beleg gen. Beelden en kostbare schilderijen, aldus pater Gar lato. gaan bij voorkeur naar Amerika. Juwelen en edels meedkunst wordt voorname lijk in Europa afgezet. De Pauselijke Commissie voor Religieuze Kunst heeft alle bis schoppen in Zuid-Europa aan bevolen. waardevolle kerk- voorwerpen beter te bescher men achter pantserglas en met alarminstallaties. De geeste lijkheid uit het Ossoladal in de Italiaanse Alpen heeft iets an ders gedaan dat echter licht tot een heksenjacht kan lei den. Zij heeft en beroep ge daan op alle parochianen orr te letten op verdacht uitziende vreemdelingen en hun auto nummers te noteren Vanuit het Ossoladal ging de laatste jaren een stroom gesto len goederen de Zwitserse grens over. Vermoed wordt dat veel terecht is gekomen in geheime bankkluizen, maai soms staan of hangen zulke voorwerpen gewoon in deftige huizen, nadat ze gewoon bij een- handelaar waren gekocht Aangezien er een reeks niet meer te achterhalen tussen handelaren is geweest, kan de eigenaar niet worden beschul digd van iets onoirbaars. De oorspronkelijke eigenaar kar zijn eigendom terugkopen maar daarvoor ontbreekt meestal het geld. De Mexicaanse bisschoppen hebben voor een nieuw inci dent gezorgd in de reeks tus sen progressieve en conserva tieve r.k. krachten in Latijns- Amerika tegen de achter grond van de Latijnsameri- kaanse bisschoppenconferen tie (de Celam), die zich in oktober in Mexico zal bezig houden met de theologie van de bevrijding. Het Mexicaanse episcopaat heeft de progressieve bisschop van Cuernavaca, mgr. Sergio Mendez Arceo, laten vallen. Aanleiding is een verklaring, die hij begin februari onderte kende samen met Alfonso- Carlos Comin van de Spaanse afdeling van christenen voor het socialisme, en de Nicara guaanse priester-dichter Er nesto Cardenal. De verklaring sprak zich uit voor een „geza menlijke strategie" van chris tenen en marxisten om de on derdrukten te bevrijden. De verklaring was geïnspi reerd door de recente uitlatin gen van de Cubaanse presi dent Fidel Castro over de kerk en zijn gesprekken met kerk leiders tijdens een bijeen komst in Jamaica. Arceo nu, die vaak de rode bisschop van Mexico is, heeft het episcopaat op zijn weg ge vonden. In een verklaring zeg gen de bisschoppen, dat het evangelie niet is gebonden aan een ideologie of politiek sys teem. Het marxisme heeft een visie op de mens, de geschie denis en de maatschappij, die onverenigbaar is met het christelijk geloof, aldus de ver klaring. De 71-jarige Mendez Arceo die vorig jaar Nederland bezocht op uitnodiging van „solideri- dat" staat bekend om zijn pre ken met politieke inhoud. Overigens heeft de nieuwe aartsbisschop van Mexico- stad, mgr. Corripio Ahumada, onlangs nog gezegd, dat er een einde dient te komen aan de dictaturen in Latijns-Amenka en hij waarschuwde voor links extremisme. Wanneer de machthebbers niet snel de noodzaak voor veranderingen zouden zien. Mgr. Corripio Ahumada is een van de drie door de paus benoemde voor zitters van de Celam-konferen- tie. De prior van de oecemenische gemeenschap van Taizé, Rogier Schutz, die ieder jaar enige tijd doorbrengt in een sloppenwijk van een land in de derde wereld, zal binnenkort het leven van de armen delen in een Europese stad. Gezien de gespannen toestand waarin Italië op het ogenblik verkeert, is dit land uitgekozen. Met een aantal broeders zal hij eind april twee weken naar Bari gaan op uitnodiging van de aartsbisschop van deze stad in Zuid-Italië. Het leven van de broeders zal zich dan afspelen in een volksbuurt van vissers en arbeiders, met wie zij tijdelijk gaan werken. Ook zullen zij voor het dagelijks gebed gebruik maken van een kerk in Bari, waar zij velen kunnen ontvangen. Dit is tweede Paasdag in Taizé meegedeeld. Aan het eind van dit jaar zal de prior samen met het interconti nentale team van het concilie van jongeren naar zwart Afrika vertrekken om daar met de armen samen te leven. Gezien de veranderlijke situatie aldaar, zal de plaats van verblijf pas over enkele maanden bekend gemaakt worden. Het vertrek naar Afrika zal vanuit München plaatsvinden, waar van 17 tot 19 november een jongerenbijeenkomst gehouden zal worden. De terugkeer zal zijn in Parijs, waar de Europese bijeenkomst van 27 tot 29 december gehouden zal worden. Hiervoor zullen de jongeren voor de eerste keer alLe generaties uitnodigen. De krante- en boeklezers, de bioscoopbezoekers en de kastjekij kers moeten leren omgaan met de massa-media:pers, radio, televisie. Zij hebben niet alleen verwachtingen ten aanzien van de media, maar ook hun plichten en hun rechten. Aldus de pauselijke commissie voor de massa-media in een. reeks adviezen voor de katholieken ter gelegenheid van de twaalfde werelddag der massa-media op zondag 7 mei. Zij vragen de geestelijkheid om die dag in de verkondiging speciale aandacht të hebben voor de massa-media en in het bijzonder voor de consument. De commissie is voor haar adviezen te rade gegaan bij de pastorale instructie „Communio et progressio" (Gemeenschap en ontwikkeling). Deze werd in 1971 opgesteld in opdracht van het tweede Vatikaanse concilie. Uit de talrijke aspecten, die in deze instructie worden behandeld, heeft de pauselijke commissie voor dit jaar vooral datgene gekozen, wat over het aspect van de consument gaat. De commissie beklemtoont onder meer de plicht tot opvoeding van de consument tot kritisch gebruik van de massa-media. Deze opvoeding moet al in de jeugd beginnen. Grote nadruk legt de commissie er ook op, dat de consument niet alles hoeft te accepteren wat de massa-media bieden. Dat leidt alleen maar tot éénrichtingsverkeer. De consument moet invloed en controle kunnen uitoefenen. Daarvoor is een goede wetgeving nodig, vooral wanneer er in de informatievoorziening monopolievor ming optreedt en zeker wanneer dat monopolie in handen van de staat is. De commissie vestigt ook weer eens de aandacht op de opinie vorming binnen de kerk. Zij zegt krachtens de pastorale instruc tie, dat ook de kerk als levend organisme behoefte heeft aan de openbare mening, die voortkomt uit de discussie van haar leden. De katholieken moeten daarom heel goed beseffen, dat zij werkelijk de vrijheid van meningsuiting binnen de kerk bezitten. De commissie beklemtoont dan ook, dat de kerk als instituut de plicht heeft aan de massa-media volledige, eerlijke en nauwgezette informatie te verschaffen. Norfolk (Virginia) (tr) Meer dan ander half miljoen Amerikaanse soldaten zullen in ijltempo naar Europa worden gevlogen ils een oorlog tussen oost en west voor de leur lijkt te staan. Volgens een nieuw plan, At door NAVO-bevelhebbers is opgesteld ?n dat in mei aan de topconferentie van het bondgenootschap in Washington zal worden voorgelegd, zal dit ook geschieden met passagiersvliegtuigen van de Europese luchtvaartmaatschappijen die daartoe on middellijk naar Amerika zullen vliegen en met de luchtvloten van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. Tegelijkertijd zullen zo'n 500 Europese koop vaardijschepen, die al met name in het plan genoemd worden, hun lading direct lossen en meteen opstomen naar Amerika om oor logsuitrusting op te halen. Op deze wijze hoopt men snel het hoofd te bieden aan de overmacht van conventionele strijdkrachten waarover de Sowjet-Unie en haar bondgenoten van het Warschau-pact beschikken. De Britse admiraal David Loram, bevelheb ber van het Atlantisch opperbevel van de NAVO en architect van het plan, zegt dat de schepen vier miljoen ton aan tanks, kanonnen, munitie en andere oorlogsuitrus ting over de Atlantische Oceaan zullen bren gen. Deze hoeveelheid kan aangroeien tot elf miljoen ton al naar gelang een oorlog uit breekt of niet. De Atlantische Oceaan is de achilles-pees van het westelijk bondgenootschap gewor den sedert de Sowjet-Unie Moermansk tot de grootste vlootbasis ter wereld heeft ge maakt. De bijna 100 oppervlakte schepen en 200 onderzeeboten, die daar zijn gestationeeerd, kunnen een ernstige bedreiging vormen voor de versterking van Europa in oorlogstijd. Men hoeft zich slechts de ravage te herinne ren die Hitiers 57 „U-boten"aanrichtten on der de geallieerde vloot bij het begin van de tweede wereldoorlog. Deze, in wolvenhor den opererende onderzeeboten, brachtten miljoenen tonnen aan scheepsruimte tot zin ken. Zorgen over de Atlantische Oceaan maakt zich met name de Amerikaanse admiraal Isaac Kidd. Hij is bevelhebber van de Atlan tische vlootstrijdkrachten van de Verenigde Staten en de NAVO en hij is van oordeel dat zijn hoofdkwartier niet aan alle behoef ten van een NAVO in oorlogstijd tegelijker tijd kan voldoen. Dit komt door de sterke expansie van de Sowjet-marine, gecombi neerd met de marine- en luchtvaartfacilitei ten die de Russen in Afrika hebben verkre gen. In tegenstelling tot twintig jaar geleden, toen de Sowjet-Unie nog voornamelijk van kustverdediging afhankelijk was, zullen nu prioriteiten moeten worden gesteld bij een gewapend conflict. Op een vraag waarover hij moet kunnen beschikken om aan alle NAVO-verplichtin gen te voldoen, zegt admiraal Kidd: „Over ongeveer tweemaal zoveel als wij nu heb ben". Even belangrijk als de aantallen nieuwe Russische jagers, kruisers en onderzeeboten zijn de vloot- en luchtbases in Afrika. Vol gens de marine-strategen kunnen de Russen vandaar de aanvoer van olie, levensmidde len en grondstoffen afsnijden van of rond Afrika en West-Europa. De NAVO maakt zich grote zorgen over de vestiging van Sowjet-bases in Ethiopië of herstel van die bases in Somalië, maar kan er weinig aan doen. Het bondgenootschap kan geen plannen opstellen, omdat de zuide lijke grens van zijn gebied de Kreeftskeer kring is, die noordelijk van deze landen loopt. Admiraal Kidds hoofdkwartier heeft wel plannen voor de bescherming van de scheepvaartroute om de Kaap en, hoewel deze door de militaire autoriteiten van de NAVO zijn aanvaard, zijn zij niet goedge keurd door de regeringen. De Amerikanen beperken zich bepaald niet tot het geografisch gebied van de NAVO. „De dreiging is globaal dwz. over de hele wereld. Deze knapen (de Russen) denken niet alleen aan de NAVO", zegt Kidd. De Amerikaanse vloot vormt de urggegraat van de NAVO op de Atlantische Oceaan. Ge zorgd moet worden dat vrachtschepen voor raden moeten kunnen blijven aanvoeren naar Europa. De Amerikaanse marine heeft zeven vlieg dekschepen aan zijn oostkust. Twee zijn altijd in de Middellandse Zee en nog eens zes patrouilleren in de Stille Oceaan. Admiraal Kidd wil in tijd van oorlog acht van deze „vogelnesten", zoals hij ze noemt, op de Atlantische Oceaan hebben. Zij vor men het hart van de slagkracht ter zee. Ze in tijd van oorlog weghalen van de Stille Oceaan kan niet, omdat strategen menen dat de Russen ook daar actie zullen voeren. In een periode van spanning voordat een oorlog uitbreekt, zou de Amerikaanse vloot worden gesplitst. Een deel van de vliegdek schepen zou in Europese wateren vlagver toon geven om de Russen te laten zien dat het bondgenootschap gereed is zich te verde digen en de rest zou aan Amerikaanse kant van de Oceaan blijven om vrachtschepen met oorlogsmateriaal te escorteren. De verdediging van de Atlantische Oceaan is echter een bron van toenemende zorgen bij de NAVO, maar de regeringen van de NAVO-landen hebben grote moeite met het bijeen brengen van geld voor nieuwe sche pen met hun gecompliceerde elektronische uitrusting, raketten en computers. De Amerikaanse marine wil over 600 sche pen kunnen beschikken, maar president Carter acht dit uitgesloten, hoewel hij de defensie-uitgaven voor de NAVO wel op voert Door het uit de vaart nemen van oude schepen zal de Amerikaanse vloot echter aan het einde van het begrotingsjaar 1978 zijn ingekrompen van 464 tot 453 schepen 1«v J[gl Jif V M/f f v wereldbekend aroma 25/2.60 !IIIIIIIIIIII!IIIIIII|lll|llll!llllllll!llllllllllllIlllllIIIIIII!l!lllllllllillllllIIII^ DEN HAAG Er is de laatste jaren, on danks of misschien mede door de vele, en terechte, kritiek die er was, in de zwakzinni- gezorg in Nederland veel veranderd. We hoeven bijvoorbeeld nog niet eens zo bar ver terug te gaan in de tijd, om als heel gewoon te ervaren dat een zwakzinnig kind, als het niet meer „in huis was te houden", van zijn ouders werd losgescheurd en werd onderge bracht in een tehuis. Contacten met de buitenwereld waren zeldzaam, de ouders gingen zo nu en dan eens op bezoek en ervoeren dat op een gegeven moment hun kind min of meer een vreemde was gewor den. Het heeft geen zin om nu daarmee de instituten, de verzorgers, de psychiaters uit die tijd lastig te vallen. Het was een alge meen gangbare opvatting, die in de loop der jaren gelukkig is veranderd. Een geestelijk gehandicapt kind, zo luidt nu de opvatting, behoort zo lang mogelijk, en voorzover dat mogelijk is, binnen zijn eigen leefgemeen schap te blijven, zijn gezin, zijn school, zijn vriendjes. En terecht. Want niemand kan uiteindelijk een geestelijk gehandicapt kind beter begrij pen, verstaan, troosten en steunen dan zijn eigen ouders, niemand kan hen over zijn heel grote - in onze ogen subtiele - verdriet heen helpen dan diegenen die hem al van zo heel klein af hebben meegemaakt, die zich ongerust hebben gemaakt, toen hij bleek achter te blijven bij andere kinderen, toen duidelijk werd dat hij ook nooit zou worden als die andere kinderen, toen het doordrong dat hij geestelijk gahandicapt was. Onterecht ook tot op zekere hoogte, omdat het wel waar moge zijn dat de ouders toch een kind hebben gewenst, maar voor zo'n kind niet alle tijd, kracht en energie kunnen opbrengen om het zo goed mogelijk groot te brengen. Tenzij, ja tenzij ze daarbij goede professionele steun krijgen. Want de liefde is er in de meeste gevallen wel. Met professionele steun bedoelen we hier duidelijk niet fraaie handboeken la Spock over kinderverzorging, nee, hulp door mid del van huisbezoek bijvoorbeeld van be roepskrachten als huisartsen, maatschappe lijk werksters en, waarom niet, psychia trisch geschoold personeel. Het gezin moet worden begeleid. Achter dit streven naar gezinsbeleiding ligt, zo. denkt de Stichting Nationaal Orgaan Zwakzinnigenzorg erover, een nieuw denken over zwakzinnigenzorg: zorg moet zich op de eerste plaats richten op de onderlinge relaties van iemand met een geestelijke han dicap en de mensen met wie hij samenleeft. De geboden hulp en de behandeling moeten hierop aansluiten. De gazinsbegeleiding zal moeten bestaan uit, door het betrokken ge zin gewenste praktische, opvoedkundige en sociaal-psychologische hulp. Ook moet wor den voorzien in de gewenste informatie over de aard van de handicap, de erfelijkheid ervan, over de toekomst-mogelijkheden van het kind en over het zorgsysteem. De hulp is bedoeld om relaties binnen het gezin goed te houden en mogelijk individuele en onder linge problemen op te lossen. De hulp moet ook bereiken dat het betrokken gezin op de bebruikelijke manier kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. In Noordwijkerhout werd eind vorig jaar een conferentie gehouden over gezinsbege leiding. Honderd ouders en honderd hulp verleners namen er aan deel. De organisato ren moesten er toen hun teleurstelling over uitspreken dat er maar enkele huisartsen bij waren. Veel ouders blijken namelijk juist teleurgesteld in de begeleiding die zij van hun huisarts hebben gekregen. Eerst aange wezenen voor gezinsbegeleiding zijn, althans in het vroegste stadium de huisartsen. Nu is een huisarts ook maar een mens. Hij heeft over het algemeen een te grote praktijk - we laten nu maar even buiten beschouwing of dat wel nodig is. het zou in elk geval vermindering van inkomen betekenen - en kan daardoor weinig tijd uittrekken om naar de problemen van een vader of moeder te luisteren. Bovendien, hij weet zo allerel lendigst weinig van psychologie en psychia trie af. Dat stukje kennis zat nu net niet in zijn leerpakket. Gelukkig leeft er de laatste tijd binnen de landelijke Huisartsen Vereniging (L. H. V.) de overtuiging dat door nascholing voor de oudere huisartsen en door opneming in het studiepakket van de genen die voor huisarts studeren, het moge lijk moet worden een beter inzicht te ver schaffen in de problematiek van het geeste lijk gehandicapte kind en alles wat daarmee samenhangt. Trouwens, ook de verkleining van de praktijkgrootte heeft de aandacht van de L. H. V., maar het ziet er niet naar uit dat dat op korte termijn te gebeuren staat. Vanuit die richting behoeft dus geen heil voor de gezinsbegeleiding te worden verwacht. Hoe moet het dan? Het begrip gezinsbegelei ding moet natuurlijk niet te eng worden geziea De hand die een begrijpende buur vrouw een gezin toesteekt is in feite ook al een vorm van gezinsbegeleiding. Contacten, met werkers en werksters van de sociaal-pe dagogische diensten is een professionelere, stringentere vorm, de meest ideale wijze van gezinsbegeleiding lijkt echter die van de home-training. Dit is een wijze van begelei den waarbij professionele krachten op het gebied van kinderpedagogie in de gezinnen komen en de ouders helpen bij het omgaan met hun zwakzinnig kind en zodoende tus sen ouders en kind een optimale relatie opbouwen. Een werkgroep van de Vrije Universiteit van Amsterdam heeft zo'n home-training opge zet na een observatie-onderzoek in gezinnen met een geestelijk gehandicapt kind. De resultaten waren verbluffend. Zowel ouders als kinderen zelf leerden ervan. De twee orthopedagogen Cora van Eek en Cocky Oosrterhof, van het Amsterdamse project, kwamen tot de conclusie dat home-training een mogelijkheid in om ouders en zwakzin nige kinderen in een situatie te laten terecht komen die wat harmonieuzer is maar zeggen zij, er zal goed moeten worden uitgezocht welke gezinnen voor zo'n training in aan merking komen. Omdat sommige gezinnen door een hoop emotionele problemen heen moeten voordat ze er aan toe zijn. Bij andere gezinnen komt juist doordat de ou ders iets concreets kunnen doen, die emotio nele problematiek op gang. Gezinsbegeleiding, hoe die ook moge worden gegeven, of als home-training, of door een huisarts, of door een goedwillende buur vrouw, mag, hoe goed dan ook, nooit uit gaan van de gedachte alleen het gezin op die manier bijeen te kunnen houden. Als de ouders het kind toch in een inrichting willen plaatsen, dan is dat hun eigen verkiezing. Ook daarna zullen de ouders en de even tueel overgebleven kinderen trouwens bege leid worden. Dr. Gresnigt en dr. Gresnigt-Strengers die in 1973 samen promoveerden tot doctor in de sociale wetenschappen op een proef schrift getiteld „ouders van een diep zwak zinnig kind" kwamen destijds in dit opzicht tot enkele behartigenswaardige beleidssug gesties. Een daarvan luidde: „Omdat de negatieve beeldvorming over zwakzinnigen vaak zou berusten op onwetendheid over het verschijnsel diep-zwakzinnigheid, zal vooral hierover objectieve voorlichting gegeven moeten worden. Om een zo groot mogelijk publiek te kunnen bereiken zal bij deze voorlichting het beste van de massa-commu nicatiemedia gebruik gamaakt kunnen wor den. Gezien echter het geringe percentage ouders uit ons onderzoek dat informatie over voorzieningen via deze media heeft verkregen, moet het effect van voorlichting sprogramma's via deze weg tot nu toe niet te hoog worden aangeslagen. Daarom zal ook naar andere wegen moeten worden gezocht om de samenleving te infor meren over, en begrip bij te brengen voor diepzwakzinnigen. We denken hierbij met name aan twee andere mogelijkheden: door de ouderverenigingen zouden meer voorlich tingsactiviteiten ontwikkeld kunnen worden, gericht op bovengenoemde informatie. Dit zal niet alleen tot gevolg hebben dat er meer begrip voor de zwakzinnige en zijn gezin ontstaat, maar ook dat deze gezinnen min der in een sociaal isolement terechtkomen. De instellingen waar zwakzinnigen verblij ven, zowel dagverblijf en scholen als tehui zen en inrichtingen, zouden zich opener tegenover hun directe omgeving kunnen op stellen. Om deze openheid te bereiken moet niet alleen maar wegen worden gezocht om de zwakzinnige zoveel mogelijk te laten par ticiperen in het maatschappelijk leven in de plaats waar de instelling is gevestigd, maar zullen ook initiatieven ontwikkeld moeten worden om mensen uit de directe omgeving van bovengenoemde instellingen te laten kennis maken met en te laten participeren in de leefwereld van de zwakzinnigen. En daar gaat het de gezinsbegeleiding nu juist om. Het is een noodzaak. Gerard Cronér

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 9