PLATEN
KLASSIEK
De woeste hoogten van Kate Bush
CONCERT
AGENDA
De Hoogiied-motetten
van Palestrina,
een realistisch mysticus
De negentienjarige op 30 juli
in het Engelse Kent geboren
Kate Bush zou qua postuur, in
plaats van zangeres, balletdan
seres kunnen zijn. Ze heeft
lang rood-achtig haar, is slank
en niet groot en gaat bij deze
gelegenheid gekleed in een ro
de overslag blouse, spijker
broek en rode laarzen, die tot
boven haar knieën komen.
Kate Bush is een schot in de
roos voor haar platenmaat
schappij EMT. Ze is de groot
ste ontdekking sinds lange
tijd. Bewijzen daarvoor zijn de
verkoopresultaten van haar
single „Wuthering Heights",
naar het gelijknamige boek
van Emily Brontë, waarmee ze
in enkele weken tijd naar de
eerste plaats van de Engelse
top dertig steeg er worden
40.000 exemplaren per week
van verkocht en haar eerste
elpee „The Kick Inside". Het
is een elpee vol rock and roll,
jazz en rustige ballads, alle
door haar zelf geschreven,
waarbij de koude rillingen
over je rug lopen, als je er
naar luistert. Niet alleen Enge
land ligt aan haar voeten, ook
Nederland en Duitsland zijn
gezwicht voor Kate met haar
typische hoge zangstem.
Ze drinkt koffie om wakker te
worden houdt eigenlijk
meer van thee en rookt
filter-sigaretten. Onafgebro
ken kijkt ze je aan en wendt
haar ogen alleen af als ze haar
kopje oppakt. Haar stem is
warm en lang zo hoog niet als
op de plaat. „Ik heb alleen het
recht om te zingen omdat ik
de liedjes zelf schrijf' zegt ze.
Met schrijven in het algemeen
begon ze op school, toen ze elf
was. „Dat waren vooral ge
dichten over mythologie,
meerminnen en sprookjes. Een
goede oefening voor me. Ik
leerde hoe ik bepaalde dingen
kon gebruiken. Toen ik een
jaar of twaalf, dertien was
leerde ik piano spelen en ver
anderden de gedichten in lied
jes. Ik kon toen nog geen noot
lezen en speelde daarom alles
wat ik geschreven had ontzet
tend vaak, voordat ik aan iets
nieuws begon. Zo had ik een
goede oefening en een soort
natuurlijke selectie: alleen de
beste nummers bleven over,
omdat ik de andere gewoon
vergat".
Kate komt uit een muzikale
familie. Haar ouders waren
geïnteresseerd in traditionele
folk-muziek, die ook door haar
twee broers gespeeld wordt.
Kate verliet school toen ze zes
tien was, en had zich gespecia
liseerd in Engels en muziek.
Ze had geen zin om verder te
leren en had inmiddels belang
stelling gekregen voor dansen
en mime. ,Jk werd gefasci
neerd door de „Flower Show"
van Lindsay Kemp. Deze klei
ne man vloog tijdens het op
treden over het toneel en wist
op andermans muziek, door
mime en dansen, de mensen te
laten lachen en huilen. Het
maakte zo'n indruk op me dat
ik ook wilde leren dansen en
van mime gebruik maken. Ik
kreeg echter maar zes maan
den les van Lindsay, omdat hij
toen naar het buitenland ver
huisde. Ik ben toen les gaan
nemen aan het „Dance Cen
tre" in de Londense Covent
Garden. Kate vindt dat haar
muziek op de eerste plaats
komt. „Dansen en mime zijn
bijzaken, die ik graag wil ge
bruiken bij mijn optredens
omdat ik een soort communi
catie wil laten ontstaan tijdens
mijn show".
Achteraf gezien lijkt het
vreemd, maar het was voor
Kate niet gemakkelijk om een
platencontract te krijgen. „Ik
heb op een gegeven moment
een tape gemaakt met vijftien
nummers erop. Een vriend
van mijn broer, Ricky Hopper,
die in de platenindustrie werk
te, nam die tape mee om aan
verschillende platenmaat
schappijen te laten horen. Er
was echter niemand geïnteres
seerd. Men vond het niet com
mercieel. Het moet trouwens
afschuwelijk zijn geweest voor
de lui die naar die band heb
ben moeten luisteren. Een tape
met alleen maar mijn stem en
de piano". Ricky Hopper ken
de de leden van de groep Pink
Floyd en wist Dave Gilmour
over te halen eens naar de
tape te komen luisteren. „Ik
was erg zenuwachtig. Het viel
erg mee, hij was heel gewoon
en vriendelijk. Het was net
alsof de melkman even kwam
binnenlopen. Hij zei dat ik
twee of drie nummers moest
uitzoeken, die ik het beste
vond. Daar zouden we dan een
goede demonstratieband de
mo van maken om mee
naar de platenmaatschappijen
te gaan".AndrewPowell maak
te de arrangementen voor de
drie nummers, die in de Air
studio in Londen werden op
genomen. Dave Gilmour ging
er toen mee naar platenmaat-
Kate Bush: jong, mooi en succesvol.
schappij EMT en wist de men
sen te overtuigen van haar
talent. EMI vond haar echter
te jong en gaf haar eerst de
gelegenheid om verder te
schrijven. ,Jk ben er achteraf
wel blij mee dat ze met me
gewacht hebben. Ik was veel
te jong en wist niets van de
platenbusiness. Nu weet ik er
wat meer van, heb een goede
advokaat en een uitstekende
manager".
Andrew Powell, de arrangeur
van de demo-tape, hield con
tact met haar en werd ge
vraagd om „The Kick Inside",
haar debuutelpee, te produce
ren. „We maakten allebei een
lijst van nummers, waarvan
we vonden dat ze op de elpee
moesten komen. Toen we gin
gen vergelijken, bleek dat we
allebei bijna dezelfde lijst had
den. Hij zocht de musici uit,
onder wie enkele leden van de
oude Cockney Rebel. We wil
den geen sessie-muzikanten
gebruiken omdat die niet goed
op elkaar zijn ingespeeld. Aan
gezien ze samen hebben ge
speeld op een aantal elpees,
waren zij goed bruikbaar. We
hebben de plaat in ongeveer
een maand opgenomen. Het
was vreselijk hard werken
maar wel spannend. Als ik de
elpee nu beluister zit er in
ieder nummer wel een fout of
iets dat ik anders had willen
doen. Ik hoop dat ik voor de
volgende elpee ik heb al een
aantal nummers klaar liggen
wat meer tijd krijg".
Kate zit in een stroomversnel
ling. Vorig jaar speelde zij met
haar K.T. Bush Band nog rock
and roll in pubs. Binnenkort
beginnen de grote tournees en
komt het jonge fenomeen ook
naar Nederland. „Weet je wat
ik eigenlijk jammer vind? Dat
ik door alle promotie, zo wei
nig tijd heb om te schrijven.
Ik ben toch eigenlijk een com
poniste, niet waar".
HANS PIËT
Zaterdag 18 maart Musica '78, Stads
gehoorzaal in Leiden, met medewerking
van ondermeer Thijs van Leer, een
28 man sterk orkest onder leiding van
Rogier van Otterloo, Toots Thielemans,
Louis van Dijk en Liesbeth List.
De groep Tail Toddle brengt volksmu
ziek in trefcentrum De rode kater in
Rijswijk,
en Joost Belinfante, zanger-gitarist
treedt op in 0'16, Oosteinde 16 te Voor
burg.
Zondag 19 maart De popgroep Os-
sion treedt op in De dansende beer,
Westduinweg 230 in Den Haag.
Woensdag 22 maart Kevin Coyne en
Zoot Money treden op in de Stadsge
hoorzaal in Leiden (20.15 uur).
Donderdag 23 maart Patti Smith is
te bewonderen in Paradiso, Amster
dam.
Vrijdag 24 maart Popgroep Vitesse
treedt op in het Leids Vrijetijdscentrum
(20.00 uur).
Zaterdag 25 maart Folkgroep Cod-
hoppers speelt in trefpunt De rode ka
ter in Rijswijk
Het Hooglied van Salomo in
het Oude Testament is met
zijn sexuele symboliek het
meest erotische liefdesgedicht
van de wereldliteratuur ge
noemd. Wat bewoog de tegen
de zestig lopende Giovanni
Pierluigi de Palestrina, de
prins van de rooms-katholieke
kerkmuziek, naar deze tekst
te grijpen voor een aaneenge
sloten cyclus van 29 motetten
voor vijfstemmig koor? Kort
tevoren was zijn vrouw, na
een huwelijk van meer dan
dertig jaar, gestorven. Dade
lijk daarop bad bij gevraagd
te worden opgenomen in de
clericale stand wat hem ver
plichtte ongetrouwd te blij
ven maar goed drie maanden
nadat hij daartoe toestem
ming bad gekregen, trouwde
hij opnieuw.
In de hooggestemde tekst
waarmee hij zijn Hooglied-mo
tetten aan paus Gregorius XIII
opdraagt, toont Palestrina be
hoefte aan een verklaring. Hij
staat stil bij de frivoliteit van
veel wereldse muziek van zijn
dagen en bekent zich daar
vroeger ook aan te hebben
schuldig gemaakt, kennelijk
doelend op zijn bundel madri
galen (op teksten van Petrarca
en andere hoofse renaissance
dichters) die ongeveer dertig
jaar eerder was verschenen.
Hij zegt dat zijn bedoelingen
nu zuiver zijn en beroept zich
op de kerkehjke traditie de
bruidszangen (van Salomo, als
die werkelijk de auteur is ge
weest) mystiek te duiden als
het huwelijk van Christus met
de menselijke ziel, verpersoon
lijkt in de kerk.
Dit is de voorgeschiedenis van
het legendarisch vermaarde
maar heel weinig gekende
meesterwerk dat naast Pale
strina 's prachtlievende, ex
pressief indringende kerkmu
ziek een aparte plaats in
neemt De componist zelf zegt
in zijn opdracht dat hij hier
een Jevendiger" stijl toepast
dan in zijn liturgische muziek,
wat overdreven bescheiden is
ten aanzien van de extase van
smachtend verlangen en jube
lende verrukking die de bezon
ken bespiegelingen voortdu
rend doorbreken. Soms is deze
muziek sereen, vaker vurig en
hartstochtelijk, soms verhe
ven, vaker van een directe zeg
gingskracht Naar aanleiding
van dit werk spreekt dr. A.I.
M Kat in zijn Palestrina-bio-
grafie op een niet mis te ver
stane wijze van „een realis
tisch mysticus".
Merkwaardig is dat in de eer
ste achttien motetten met ge
deelde tenorstemmen de man
nelijke energie van de Konin
klijke Bruidegom domineert
In het 19e tot en met 22e motet
spreekt de Bruid die hunkert
Giovanni Pierluigi da Palestrina (1525-1594)
naar liefde. Daar verandert de
klankkleur: de tenoren zingen
eenstemmig maar de alten zijn
gedeeld, het kloppen van het
vrouwelijk hart is waarneem
baar. De rol van de Bruid
blijft overheersen in motet 23
tot en met 26 waarin de hoge
stemde werk nu totaal gta
behoefte had.
Ik ken slechts een paar plu
topnamen van deze bijzondm
compositie, waarvan twee
Tsjechische oorsprong. Es
jaar of tien geleden maats
het Slowaaks Filharmonie
sopranen gedeeld zijn. De roes Koor een goed klinkende
van de Bruidegom die wordt
meegesleept door de dans van
zijn geliefde, bereikt in motet
25 een gloedvol hoogtepunt In
motet 27 en 28 tempert de
liefdesvervoering, de sopranen
staan hun gedeelde plaats
weer aan de alten af. In het
laatste motet wordt terugge
keerd naar de gedeelde teno
ren van het begin: de geliefden
gaan, in rustig vertrouwen op
elkaar, de wereld in.
In de tien jaar die de compo
nist na publicatie van zijn
Canticus Canticorum nog leef
de, verschenen er niet minder
dan negen kostbare drukken
van: het werk moet dus op het
eind van de 16e eeuw veel
weerklank hebben gevonden.
Kort na Palestrina's dood
kwam er nog een editie met
een becijferde bas voor orgel
waaraan dit helemaal op „vo-
cabilitè" en „cantabilité" af ge-
praphon-plaat met 20 vaui
29 motetten waarvoor dirifi
Dobrodinsky wisselende ba
tingen gebruikt van 21, 50 e
90 vocalisten. Afgezien
incompleetheid en de
naar buiten gerichte express»
geef ik de voorkeur aan
veel recentere opname
L'Oiseau-Lyre (SOL 338-9,
port Phonogram). Op tw
platen zingen de Cantorest
Ecclesia onder Michael Ut
ward in kleinere bezetting k
complete werk en weten d
mystieke sfeer mooi te trefiet
Over de authenticiteit en i
misschien wat onvoldoeiA
contrastwerking van deze uil
voering valt wel te twister*
maar het is een weelde dl
meesterwerk in een zo fijn
klank onder handbereik
hebben.
J. KASANDL
Ze luistert graag naar klassieke muziek. Vindt mensen als
David Bowie, the Tubes en S te vie Wonder goede artiesten en
verraadt haar goede opvoeding door de manier waarop ze
Engels spreekt. Het is laat geworden de vorige avond. Onge
wild eigenlijk, maar gezelligheid kent nu eenmaal geen tijd.
Ze bekent later dan ook, nog moe te zijn. Toch lacht ze
vriendelijk als ze een hand geeft, een lach die nog vaak door
aal breken, kijkt Je aan met een paar mooie bruine ogen en
laat uit niets blijken dat ze liever nog twee uur had doorgesla
pen. Het is zaterdagmorgen elf uur, in het Sonesta hotel in
Amsterdam.
Patti Smith „Easter" is de titel van de nieuwste elpee van de
Amerikaanse rockzangeres Patti Smith. Deze New Yorkse dichteres
verraste twee jaar geleden de popwereld met haar debuutalbum
.Horses", waarop ze een indrukwekkende combinatie ten beste gaf
van prachtige poëzie en rauwe rock 'n roll, en sterk geïnspireerd
leek door het werk van de Velvet Underground. Haar tweede
langspeler „Radio Ethiopia" viel tegen, maar „Easter" is opnieuw
een zeer sterk album, zij het dat Patti zich nu minder als dichteres
en veel meer als rockzangeres manifesteert De bezwerende, en
vaak opzwepende atmosfeer van Horses" ontbreekt, en heeft
plaats gemaakt voor een meer traditioneel soort rockmuziek. Naast
enkele rauwe, swingende rock 'n roll nummers, bevat „Easter" ook
ingetogen ballads, waarin Patti overkomt als een zeer indringende
zangeres. Meest verrassend is het melancholieke titelnummer, dat
compleet met bellen en kerkklokken voor een bijna Phil Spector-
achtig sfeertje zorgt. Maar onveranderd bij dit alles is de intensiteit,
waarmee Patti Smith muzikaal bezig is. De emoties knallen uit
praktisch iedere regel, en de razende energie waarmee ze in het
hardere rockwerk aan de gang is blijft fascinerend. .Easter" mag
dan ook met recht een prachtig paasgeschenk worden genoemd.
(Arista).
Rikki And The Last Days Of Earth Is dit een grap, of heb
ik last van hallucinaties? vraag je je verbijsterd af bij het
beluisteren van de elpee „4 Minute Warning" van Rikki And The
Last Days Of Earth. Ene zanger Rikki Sylvan doet op deze plaat
namelijk zo vreselijk zijn best om Brian Ferry te imiteren, compleet
met hoge uithalen en trillers, dat je inderdaad af en toe het gevoel
hebt dat je naar de legendarische Roxy-voorman zit te luisteren.
Echter de volstrekt oninteressante, bombastische muziek, die zowel
naar punk neigt als naar het meer ordinaire hardrock genre, haalt
je al snel uit de droom. En vanaf dat moment gaat zo'n langspeel
plaat met zo'n nep-Brian Ferry ongelooflijk op de lachspieren
werken. (DJM Records).
Nick Lowe De met enige spanning tegemoet geziene eerste
solo-lp van de Engelse zanger/producer Nick Lowe lost die gespan
nen verwachtingen niet helemaal in. Lowe, onder meer bekend als
producer van het eerste Elvis Costello-album, en die als ex-lid van
de formatie Hrinsley Schwarz" een paar hele fraaie composities
op zijn naam bracht, komt op zijn solo-album te weinig verrassend
uit de hoek. De elf door Lowe zelf geschreven nummers, die deze
lp, die „Jesus Of Cool" heet, rijk is, blinken uit door eenvoud.
In enkele nummers klinkt het geluid van de jaren zestig door met
heldere, mooie vocalen la Beatles, frisse melodieën en een
bescheiden instrumentatie. Maar d'r zijn ook een paar rockers en
zelfs een enkel punknummer te horen. Ondanks dat de plaat zeker
twee of drie verdienstelijke nieuwe composities bevat, lijkt het er
sterk op dat Lowe zijn richting als solo-zanger nog niet heeft
gevonden. Maar wat nog niet is, kan in zijn geval zeker nog komen.
(Warner Brothers
Wild Cherry De groep die in 1976 een hit scoorde met het
nummer „Play that funky music" gaat op de derde langspeelplaat
„I love my music" nog steeds onverdroten voort op het platgetreden
pad van de disco-soul. Een witte band met zwarte muziek voor
vrolijke dansfeestjes, heel duidelijk in dezelfde richting opererend
als Earth, Wind and Fire. Binnen het soul-geluid blijkt veel ratll Smith: terug met Sterk alDUïïl.
mogelijk te zijn voor de muzikanten van Wild Cherry: van zachte
soulballads zoals „Try one more time", het meer rock-achtige „1
2 3 Kind of Love" en een Barry White-achtig nummer als „1#
way out love affair", tot het verminken van dezelfde traditional
als waar de Hollandse groep Pussycat zich recentelijk aan vergn
pen heeft, „It's the same old song". Zanger Bob Parissi met hè
vette, negroïde stemgeluid wringt zich in allerlei vocale bochten
maar kan niet verhinderen dat de aandacht behoorlijk verslapt
(C.B.S.).
Andrew Gold De multi-instrumentalist uit .Linda Ronstadt'J
band, Andrew Gold. heeft z'n sporen in de Amerikaanse muziek
scene wel achter gelaten. Als zanger, componist en arrangeur heek
deze 27-jarige Amerikaan talloze artiesten aan een hit geholpen
zoals Linda zelf bijvoorbeeld en Leo Sayer. Zelf is hij sinds twee
jaar ook bezig met solo-projecten, wat resulteerde in drie elpeei
waarvan de laatste; „All this and heaven too", net uit is. Het is
een elpee geworden waarop tien ongecompliceerde, typische west
coast songs staan. Erg verzorgde muziek derhalve-zonder enigi
diepgang. Andrew zelf past met z'n enigszins op Eric Stewart va£
10cc lijkende stem, helemaal in dit commerciële sfeertje. (Asylum)
Café Jacques Vier Schotse heren met een Franse groepsnaart
Da's bijna net zo ongewoon als de muziek die ze spelen: ees
mengeling van rock-jazz met symfonische rock. Peter Veith (tod
sen, zang), Chris Thomson (gitaar, zang), Mike Ogletree (drum
zang), de drie hoofdrolspelers, en bassist Colin Nelson zorgen e
echter voor dat deze mixage niet ontaardt in een chaotiscbt
klankenbrij, mede doordat ze vrij eenvoudige composities hebben
genomen. De elpee „Round the back" maakt een uiterst verzorgde
en een zeer professionele indruk, instrumentaal, maar zeker ooi
vocaal. Elk nummer van Café Jacques klinkt anders, een vasti
lijn is er niet in te ontdekken. Phil Collins (Genesis), die de heren
toevallig in de studio tegenkwam en een nummertje meespeelde,
zegt het al op de hoes: ,Elk nummer heeft een eigen identiteit',
en daar is verder niks aan toe te voegen. (Epic).
War Er zijn ontelbare Amerikaanse funkgroepen, die in ooif
land nimmer in de belangstelling hebben gestaan tot het mometó
dat zo'n groep een hit scoort, zoals War met hun single, tevens
titel van de elpee „Galaxy". Veelal valt zo'n formatie op e&
langspeler direct door de mand door inferieure kwahteit. Zo niè
bij War. Hoewel de naam anders doet vermoeden, speelt War op
hun 10e elpee voornamelijk soft-soul, waarbij de nadruk meer Of
de muziek ligt dan op de zang. In vijf nummers, waaronder dt
acht minuten-versie van „Galaxy", tonen de zeven heren zich als
een uitzonderlijke band, die de funk een jazzy-inslag weten
geven, mede door gebruik van mondharmonica en fluit („The Sevtf
Tin Soldiers"). Behalve jazz is ook latin-rock een van de p:m'"
waarop de War-funk staat („Hey Sehorita"). (MCA).
Shakey Sam Blues Band Tja, wat moet je nou met
debuutelpee van de Nederlandse bluesformatie Shakey Sam Bluei
Band? Goed, in een gezellige kroeg in het Gooi of Leeuwarden
kunnen die jongens misschien best voor een leuke avond zorgen
maar een langspeelplaat... moest dat nou echt? Toch zeker gek
enkele bluesliefhebber zit anno 1978 nog te wachten op de zoveelste
fantasieloze, schoolachtige versie van Willy Dixon's Hoochie Coo
chie Man" of Memphis Slim's „Big Town Girl". En toch zeker ooi
niet op drie eigen composities van Shakey Sam (wat een naaro'l
die stijf staan van de platgetreden bluesclichés. Toegegeven: 't Wj
best aardige muzikanten, dat wel, maar die zijn er immers al zoveel
(PhUips).