VI ietweg bewoners willen verschoond blijven van randstedelijk recreatiegenot Schoolbesturen willen spreiding kleuter- en basisonderwijs Provincie houdt vast aan tuinbouw- bestemming Vriesekoopsepolder A (STAD/REGIO Je hebt van die mensen, die altijd of vaak tussen de wal en het schip terecht komen. Aardige Nederlandse uitdrukking, met een donkere onder toon. Dan denk je aan sappelaars, aan zielepoten, mensen die het ook niet kunnen helpen. Eigenlijk had ik er nooit zo bij stilgestaan, maar opeens werd me duidelijk dat er zo'n groep binnen handbereik bestaat. Een bijna vergeten volksdeeltje, rustige en rus tieke buitenlui die meer dan tien jaar geleden door een gril in de wetgeving Leidenaars werden, na eeuwenlang onder het Zoeterwoudse juk te heb ben gezucht. Ik doel hiermee op de bewoners van een soort lintbebou wing langs de Vliet. Een vliet die loopt, althans gegraven is, van Voor burg tot aan de Leidse Hoge Rijndijk, in het tracé dat bijna 2000 jaar gele den werd aangegeven door een zekere Corbulo, Romeins veldheer, die me ondanks een lichte klassieke onder- f ond nog steeds doet denken aan orculo, dat ooit door een cycloon verwoestend werd getroffen. Alle gekheid op een stokje, maar in planologisch opzicht leven de thans Leidse ingezete nen van zo'n 100 huisnummers langs de Vlietweg met een aparte status: een eenzelvig volkje, dat stedeling noch dorpslui is. Het zijn gewoon Vlietwegbewoners, die vredig en in het randstadgebeuren vrij onbekommerd hun huise lijk leven willen slijten. Als het aan hen lag, zou er een separa te Vlietweggemeente moeten bestaan, los van Leiden of Zoeterwoude, met een begrij pende knipoog naar het over langs liggende Voorschoten dat aan de andere kant van de Vliet de horizon bepaalt. Het zijn de zuidoosterse „Ieren" van een aangedikt Leids „Ver enigd Koninkrijk". Tenminste, gevoelsmatig kreeg ik die in druk, toen ik onlangs een ex positie bezocht in het Jeugd- buitencentrum Korte Vliet, na een nauwelijks te nemen kromming in de Vlietweg. De Vlietwegbewoners laten LANGS Op, mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Strandloop Zijl/LGB Van onze sportre- daktie NOORDWUKER- HOUT In samen werking met onze krant, organiseert de Leidse zwem- en poloclub De Zij l/LGB zondag de vijftiende interna tionale strandloop aan de Langevelder- slag te Noordwij- - kerhout. De start van dit evenement vindt plaats om 12 uur. De afstanden die kunnen worden gelopen zijn vier, acht en twaalf kilometer. De voorinschrijving (kosten 2,25) kan ge schieden bij R. Korte kaas, Drakenstein 17, Leiderdorp. Het jubilerende Holiday Inn staat op zaterdag bol van de evenementen. Een kleine greep: de open bowlingdag voor „echte" spelers en re creanten en de halve marathon die om elf uur daar van start gaat. VEGLO Dit weekeinde houdt de Leidse badmintonclub VEGLO in de universitai re sporthal aan de Was sen aarseweg een toer nooi. Aan dit toernooi, georganiseerd in het kader van het 20-jarig bestaan van de club, zullen alle Leidse vereni gingen deelnemen. Ook heeft de organisatie enige buitenlandse topspelers uitgenodigd. LEIDSE COURANT VRIJDAG 17 MAART 1978 PAGINA 5 Enkele bewoners tijdens een buurtbijeenkomst in het jeugdcentrum aan de buurtweg zich nauwelijks iets aan ie mand gelegen liggen, maar ze maken zich wel zorgen. Een paar keer per jaar ontmoet men elkaar in het bakstenen centrum. Gezellige avonden van oorspronkelijke boeren Vlieters en (meer dan 50 pro cent) nieuwkomers; het platte land is hier verwaterd. Men heeft dan plezier tot in de kleine uurtjes, maar op enkele tientallen meters afstand don kert inmiddels het gevaar: een recreatiegebied, dat het schil derachtige isolement van de Viietwegmensen op een revo lutionaire manier aan het be dreigen is. „Vlietpark", heet dit recreatieve spook, een rechtstreekse belaging van de Vlietse gemoedsrust. Als de plannen doorgaan (en daar ziet het wel naar uit), kunnen de Vlietwegbewoners wel in pakken. In die zin, dat ze gaan lijken op de mensen die elk jaar vóór en na de TT-races in Assen langs de baan staan, op de Gelderse en Overijsselse in- en uitvalswegen, om dat uitheemse gedoe in zich op te nemen. Dat is urenlang ver tier, maar daarna zijn ze zich zelf weer. Moet de Vlietweg zich dit nu laten aanleunen? Is er in het westen dan geen enkel woon- plekje meer veilig? Moeten die honderd huisnummers dan ook het slachtoffer worden van de veelarmige overbevol- kingsdemon? Nee, natuurlijk niet, meenden vier ongeruste en vanuit die onrust enthou siaste Vlietweggers: Ali van Leeuwen, Nicoline van der Hoorn, Piet Anker en Leo Ver- schragen „We moeten 'ze' eens laten zien wat we te ver liezen en te behouden heb ben", vond het viertal, en een weekje geleden kon iedereen van de Vlietweg in het Cen trum zien wat daarmee werd bedoeld: de Vlietweg is niet zomaar iets dat je aan de aas gieren kunt prijsgeven. „Kijk naar ons verleden", zo bleek uit de erg interessante zes-uri- ge expositie, „dat kun je niet botweg uitschakelen door een nieuw bestemmingsplan. Zoiets zou ten koste gaan van de activiteiten van boeren en tuinders in dit gebied.". Er werd een erg kortstondige tentoonstelling op poten gezet. De volgende dag moest de ruimte al weer ter beschikking zijn van andere activiteiten. Bijna symbolisch; je hebt geen tijd van leven meer. Woord voerder Leo Verschragen: „We vragen even om aandacht. On ze activiteiten bundelen het ge zichtsveld van de bewoners hier. We gaan liever de polder in dan te spelen op een bijna bij voorbaat failliete tennisac- commodatie en een ijsbaan voor hooguit twee maanden per jaar, een wielerbaan of een caravanstalling. Wij zien dit als ondingen, die hooguit berusten op veronderstellin gen, wensdromen die een uit weg zoeken uit het huizenbos van de verstedelijking. We we ten wat we nu hebben, maar we weten ook wat we gaan krijgen als die broodnodige re creatie zich langs onze achter tuinen en erven gaat voltrek- kea" De Vlietwegpromoters hebben hun achterban (het werd weer dolgezellig, op de grens van een verademinggevend week einde) gevangen in hun ziens wijze. Er was een boeiende hoek met foto's van „hoe het eens was", produkten uit eigen buurt. Er is al zoveel weg en er schijnt nog meer weg te moeten. Het geheel was opge zet als een teken: mensen, let op je zaak, verkoop je niet lichtelijk aan de alles absorbe rende mammon. Er staat veel, te veel, op het punt van verlie zen, van veranderen. Binnen de aantrekkingskracht van het Jeugdbuitencentrum een waarlijk Leidse vesti ging nota bene bestaat een goede saamhorigheid „en dat bindt wel een beetje, zeg maar", dacht Verschragen, die het „Centrumleven" onder zijn hoede heeft. De kortstondige tentoonstelling, maar erg ver antwoord en overwogen in el kaar gezet, liet foto's zien van hoe het was, langs het aloude karrespoor dat de Vlietweg ooit was. Er was ook een sa mengestelde luchtfoto: „Zo wordt er op u neergekeke- nGenomen boven de Vlietweg en „aanhorige" per celen. Vlietwegger Piet Anker, provinciaal kantonnier, verza melde twee jaar lang ambach telijke en veehouderlijke spe cimina, die hij tentoonstelde: „natuurlijke" houten hooivork, een rattenval, potkacheltjes, gieken, bezems, een oude ploeg, een kacheltje (waarin ook koffie gebrand kon wor den), een oude kaassnijder, een ton voor Vlietwegse faeca- liën. Alles tot meerdere lof en instandhouding van de ondeel bare Vlietweg. Het was een expositie die vele lintbewoners tot zich trok. Be slist geen protest tegen een gemeente als Leiden, „maar we willen dit beslist niet zon der meer verloren laten gaan". De „Vlietweg" bekeek het ver leden met emoties en gaf zich vervolgens over aan bingo, een schiettent (met een echte buks), kaarten, pingpong, een dansje maken, waarbij, over de hele lengte, een sapje en een drankje werden genuttigd. Ik keek nog even, als meevoe lend buitenstaander, naar die foto's van bruggen over de Vliet die verdwenen zijn. Maar ook als brug moet je met de toekomst mee. En daar waren de kiekjes van 81-jarige „Tante Jet" van der Eist, die nog steeds op zichzelf boert. Op een „Vlietwegbijeen- komst" krijgt Tante Jet pas om een uur of twee in de vroege ochtend de neiging om bedwaarts te gaan, maar bij het krieken van dezelfde mor gen zo heb ik me laten vertellen, waarbij ik dacht aan een negende wereldwonder, is ze weer bij de pinken. Het geen wil zeggen, dat Tante Jet bemoeiingen zou hebben met kalveren die nog alle melktan den hebben. Om andere pin ken gaat het niet. Op de foto's is er nog sprake van een oude re „opoe" Van der Eist, ge kiekt in 1940, toen ze 92 jaar was, in een rolwagentje. Zo vergaat de glorie van de we reld. En dan denk je ook het jouwe van de kiek van opa Rijnsburger op glad ijs. De Vlietweg mag nooit verloren gaan als humus voor een tot rust gekomen deeltje van een nijver bijenvolk. Ik voel met hen mee, aan die, voor het autoverkeer, doodlopende we- g Daling De samenstellers van de nota achten het van groot belang dat bij het streven naar de instand houding van scholen nadrukkelijk rekening dient te worden gehouden met een ook in de toekomst nog verdere daling van het leerlingenbestand. „Een school moet niet alleen in 1982 gezond zijn, maar ook in de jaren daarna", aldus de nota. „Voor een groot deel is de terugloop van het aantal leerlingen nog opgevangen door verlaging van de leerlingenschaal. (aantal leerlingen per onderwijzer). Een verdere verlaging van de leer lingenschaal is in de nabije toekomst niet te verwachten, derhalve is ook een daling van het aantal leerkrachten te verwachten", aldus de no ta. De totale achteruitgang van het aantal leerlingen gedurende de laatste tien jaar bedraagt ongeveer 2000 leerlingen. Volgens de prognose's zal deze achteruitgang zich versterkt doorzetten. Grootte Volgens de nieuwe wet op het basisonderwijs (invoering mogelijk in 1983) wordt een stichting snorm van 200 en een opheffing van 150 voor basisscholen voorgesteld De toe te passen leerlin genschaal is 24 per onaerbouwgroep en 30 per bovenbouwgroep. Overigens is de 31 leerlingen- schaal van toepassing op de meeste scholen, maar vinden de 28 en de 25-schaal al toepassing op een aantal scholen in Leiden-Noord, De Kooi en de Mors. Gebouwen Bij een toekomstige bundeling van scholen in een wijk zullen er gebouwen leeg komen te staan. Bij de keus voor handhaving van een schoolgebouw als school dienen de volgende criteria te worden gehanteerd volgens de nota: welke gebouwen maken de toekomstige integratie van het basis- en kleuteronderwijs mogelijk; is er anders een kleuterschool in de directe omgeving aanwezig; hoe is de ligging in verband met de verkeersveilig heid; idem in verband met geluidshinder; gebou wen met een wijkfunctie moeten voorrang heb ben; hoe hoog liggen de onderhoudskosten; ligt het gebouw centraal voor de leerlingen in de wijk. zijn er nevenruimten; is er een gymnastieklokaal in de buurt. Cijfers De nota bevat tenslotte nog veel statistisch mate riaal en prognoses voor de ontwikkeling van de scholen in de verschillende wijken. Reacties en suggesties op de nota kunnen tot 15 mei worden ingezonden en aan de werkgroep School en Ge bouw van de gemeente. In juni 1978 zal een definitieve nota aan de gementeraad worden aan geboden. De discussienota is een inspraak-werk- stuk voor het gehele kleuter- en lageronderwijs in Leiden. LEIDEN De besturen van de openbare en bijzondere scholen in Leiden hebben een discussienota over de spreiding van bet kleuter- en lager onderwijs samengesteld. Het belangrijkste uitgangspunt van de nota is dat de besturen hebben geconstateerd dat de leerlingenaantallen in het kleuter- en lageronderwijs teruglopen, hetgeen veel scholen met opheffing bedreigt. De opstel lers van de nota hebben, uitgaande van dat feit, enige gedachten op papier gezet die ertoe zouden kunnen leiden dat de situatie in Leiden „gezond" wordt. Omdat het om een discussienota gaat trekken de samenstellers geens expliciete conclusies. De hoofdgedachten van de samenstellers zijn in vraagvorm geformuleerd en worden ook „discus sievragen" genoemd. Bestaansrecht Het gaat in de nota om de navolgende discussie vragen: Dient in iederé wijk het onderwijs aan 4- tot 12-jarigen in een aldaar gevestigd schoolge bouw nagestreefd te worden?; wat moet in ver band hiermee onder het begrip „wijk" verstaan worden?; dient de verbondenheid tussen wijk en school bij handhaving van scholen een criterium te zijn?; is het juist aan een wijkschool een anderssoortige onderwijsvorm (Montessori, Jena- plan, Rudolf Steiner) te geven?; dient de verbon denheid aan de identiteit (eigen richting) het basisbestaansrecht van de school te zijn?; dient in die gevallen, waarin wijkgebonden onderwijs per richting onmogelijk wordt gemaakt door een te gering leerlingenaanbod, bij de betrokken be stuurders en ouders onderzocht worden of samen werkingsvormen de voorkeur verdienen boven opheffing van onderwijs in de wijk?. Hierbij wordt gedacht aan óf het R.K., Openbaar, Prot. Chr. en Bijzonder Onderwijs bij elkaar met be houd van eigen richting, óf alleen R.K. en Prot. Chr. bij elkaar op basis van de oecumenische gedachte, óf alle richtingen laten ineenvloeien tot één school, (samenwerkingsschool); wanneer er een verandering van de onderwijssituatie in de wijk komt, dient er dan tevens een herbezinning op onderwijskundige zaken en praktische integra tie tussen lager en kleuteronderwijs nagestreefd te worden?; moeten bij de keuze opheffing op samenwerking loopafstand en het verkeersveilig- heidsaspect grote nadruk krijgen?; verdient het overweging om bij zaken als scholen per richting en scholen in stimuleringswijken de toe te passen opheffingsnormen te verzachten?; is het juist om een uit brede lagen samengestelde werkgroep in te stellen, die belast wordt met de opdracht vóór 1 januari 1980 in en na overleg met de schoolbe sturen aan te geven welke scholen op basis van bekend te maken criteria bestaansrecht hebben tot augustus 1985? Moet de werkgroep tevens de opdracht verstrekt worden om vanaf 1981 per jaar de prognose's voor de volgende vijf jaar bekend te maken? Welke samenstelling zou die werkgroep moeten hebben? DEN HAAG/LEIMUIDEN De provincie Zuid-Holland blijft vasthouden aan haar in het streekplan Zuid-Holland Oost voorge stelde tuinbouwgebied in de Vriesekoopse-, polder in Leimuiden. Een en ander blijkt uit de gecorrigeerde versie van het streek plan dat de Statenleden vandaag of morgen in hun brievenbussen zullen zien glijden. Diezelfde Statenleden zullen aan de hand van de nieuwste streekplanversie en de ruim achthonderd bezwaren die tegen de aanwijzing van de betreffende polder als tuinbouwgebied binnen kwamen in mei hun oordeel over de Vriesekoopsepolder moeten vellen. Toch heeft de provincie wel enige rekening gehouden met de bezwaren van ondermeer de gemeenten Leimuiden en Ter Aar tegen de voorgenomen glastuinbouw in de polder nabij Leimuidea Zo is in de gecorrigeerde streekplanversie geen sprake meer van 200 ha. glastuinbouw, maar nog van "slechts" 170 ha. In de resterende 30 ha. zal het poldergroen gehandhaafd blijven Al met ai betekent het tegemoetkomen van de provincie bepaald niet dat alle kwekers tevreden zijn. Met name de Ter Aarse glas tuinbouwers zijn nogal teleurgesteld over het feit dat de polder achter het Ter Aarse gemeentehuis wederom voor glastuinbouw is cifgewezen. Toch gaf de provincie de Ter. Aarders wel enige lucht door de bestaande glastuinbouwgebieden met ongeveer 30 ha. uit te bouwen. Het fel begeerde derde tuinbouwgebied in Nieuwe Wetering is (indien dé statenleden zich met de nieuwe streekplanversie kunnen verenigen) ook van de baan. Daarentegen zullen de kwekers in Boskoop en Waddinx- veen wel wat meer ruimte krijgen dan hen in eerdere ontwerpstreekplannen was toe be- dacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 5