Franse stem een „blanco cheque" Stemmen in twee ronden Onzekerheden bij verkiezingen van 12 en 19 maart PARIJS De Franse parle mentsverkiezingen van 12 en 19 maart zijn de belangrijk ste die het land sedert twin tig jaren gekend heeft. In deze twintig jaren zijn de Fransen 21 keer ter stembus getogen, nog afgezien van een hele serie tussentijdse en deel-verkiezingen, die niet de hele bevolking raakten. Zij hebben dus elk jaar him me ning over het beleid van hun land kenbaar kunnen maken en vanuit democratisch oog punt bezien is dat een situa tie die ongetwijfeld positief genoemd moet worden. De verkiezingen die nu voor de deur staan, zijn evenwel van geheel ande re aard dan al de voorgaande sedert De Gaulle in 1958 de Vijfde Repu bliek stichtte. Het blad „Le Monde" wijst op vier duidelijke karakteristie ken die deze verkiezingen kenmer ken: op de eerste plaats de ongewo ne lengte van de verkiezingscampag ne, de spanningen die deze in de politieke kringen veroorzaken en de hartstochten die zij bij tegenstanders en zelfs het publiek ontketent. Op de tweede plaats is hier niet meer van een tweekamp sprake, maar van een krachtmeting tussen vier ploegen: twee die behoren tot de tegenwoordi ge regeringsmeerderheid (de neo- Gaullisten en de groep rond presi dent Giscard d'Estaing), twee beho rende tot de linkse oppositie (de communisten enerzijds en de socia listen en radicalen anderzijds). En, Zoals „Le Monde" zegt, soms vraagt men zich af of de bondgenoot van gisteren uiteindelijk niet de voor naamste tegenstander is, een tegen strever geduchter dan de „eigenlijke tegenpartij". Derde kenmerk: alles wijst erop, dat men zich zowel in de rechtse groepe ring als in de linkse oppositie bij voorbaat neerlegt bij een nederlaag. En tenslotte zijn, ondanks de lange en bittere en uitgeplozen campagne, ondanks redevoeringen, debatten en programma's, cijfers en beloften", de onzekerheden talrijker en ernsti ger dan ooit tevoren. Het kan niet ontkend worden dat de democratie gegrondvest is op het beginsel van het machtsalternatief, op het princi pe dat de ene politieke richting de staatszaken van de tegengestelde richting overneemt als het meren deel van het kiezerskorps te kennen geeft dat het dat wenst. In Frankrijk heeft men evenwel de indruk, zelfs de overtuiging, dat dit beginsel daar niet opgaat. En deze overtuiging ligt aan de basis van het bewustzijn dat de komende maart-verkiezingen van verstrekkend belang zijn. En wel omdat het regeringsalternatief in Frankrijk niet hetzelfde is als in de andere Westeuropese democratieën. In weinig andere Westeuropese de mocratieën wordt een machtswisse ling gezien als een radicale verande ring van de samenleving. In deze landen zijn geen sterke communisti sche partijen, die met socialisten een gezamenlijk programma opgesteld hebben, een programma dat juist door de deelneming van de commu nisten een sterk politiek karakter heeft gekregen. Als communisten en socialisten het in Frankrijk aanvan kelijk eens waren over een serie belangrijke nationaliseringen, mag niet uit het oog verloren worden dat de motiveringen verschillend waren: de socialisten wilden nationaliseren om sociaal-economische beweegrede nen; de communisten overwegend om politieke doelstellingen. Het dra- Onder de vele min ofmeer schilderachtige partijen die aan de'verkiezingen deelne men is ook die voor het Recht op Luiheid. Enige kandidaat is Jean-Pascal Grevet uit het Noordfranse Lille, die van zijn overtui ging geen geheim maakt Die overtuiging verhindert hem een actieve campagne te voeren. ma van de linkse oppositie in Fran krijk was dan ook, de verwarring van motivering. Socialisten en com munisten willen beiden een serie maatregelen, maar de drijfveren zijn verschillend. Zoals premier Barre het onlangs uitdrukte, wil een groot aantal Fransen verandering, ver nieuwing, een betere, vrijere, mens waardiger samenleving, grotere so ciale rechtvaardigheid, politieke plu raliteit, groter welzijn. En dezen zijn, omdat zij de verwezenlijking daar van veeleer van links dan van rechts verwachten, bereid hun stem aan de linkse oppositie te geven. Daarbij maken zij niet altijd voldoende on derscheid tussen hun doelstellingen en die van een van de belangrijkste elementen van de oppositie, de com munistische partij. En men kan de zaken draaien en keren zoals men wil, men ontkomt niet aan de over tuiging dat de communisten dit alles vertolken met woorden als „collecti visering" en „staatsbemoeiing". De socialisten hebben dit zeer duidelijk onderkend; vandaar ook de breuk die in september 1977 ertoe geleid heeft dat de partners van de „linkse eenheid" elkander de rug toegekeerd hebben, ook al is het mogelijk dat de breuk na de eerste ronde van zondag wordt gelijmd. Er zijn tekenen die erop wijzen dat de Fransen sedert enkele dagen diep over deze dingen nadenken, dat zelfs zij die „het hart aan de linkerkant" hebben, eraan twijfelen dat een com- munistisch-socialistische coalitie leefbaar is, die menen dat een links bewind (met een linkse premier, een linkse regering en een linkse Kamer) met een rechtse president (Giscard kan tot 1981 aanblijven), diepgaande en rampzalige gevolgen zou hebben. En degenen (zowel linkse sympathi santen als aanhangers van de libe raal-kapitalistische meerderheid) die ervan overtuigd zijn dat nog dit jaar nieuwe verkiezingen nodig zullen blijken, zijn met de dag talrijker. Het is de hypothese die een vooraan staand politiek analist „een jaar van Portugalisering" van Frankrijk noemt Het is méér dan waarschijnlijk dat tal van Fransen zich sedert enkele weken de viaag stellen, wie na 19 maart met wie zal regeren, ongeacht of links dan rechts de ongetwijfeld kleine' zege in de wacht sleept. Want de overwinning zal hoogstwaar schijnlijk een zege met de hakken over de sloot worden; enkele tiendui zenden stemmen, mogelijk die van onbelangrijke overzeese gebiedsde len of verre departementen, kunnen bepalend blijken. En als de enen met de anderen regeren, welk programma zullen zij dan proberen uit te voeren, en welke zijn de doelstellingen op de lange baan? Uiteindelijk zijn alle partijen daaarover schrikbarend vaag, al be vatten de politieke programma's een aantal konkrete punten. Maar over het hoe en het wanneer is weinig of niets gezegd. En evenmin over wie. Wie zal de nieuwe eerste-minister zijn? Wie zulllen de belangrijke por tefeuilles in handen hebben? En vooral: voor hoe lang? „Le Monde" stelt zelfs de vraag: „Zullen wij over twee, vijf of tien jaren een Volksre publiek zijn of in een zelfbeherend, socialistisch systeem leven, in een sociaal-democratie, in een min of meer vooruitstrevend liberaal land, ofwel zulllen wij geregeerd worden door een „sterk regime", dat autori tair en streng is?" En het blad concludeert dat de be doelingen dermate zorgvul:dig verz wegen of zo vaag uitgedrukt worden, dat geen mens weet waaraan hij toe is. „Nooit", zo heet het, „is de uit- drukkijg „een blanco cheque" zo ge rechtvaardigd geweest, nooit zal in een dergelijk dikke mist gestemd zijn. De Fransen, die zo vaak door de rest van de wereld voor een bij uitstek benijdenswaardige natie gehouden worden, zijn in deze dagen waarach tig niet te benijden. JAN DRUMMEN {wife Marchais: Communisme mei zacht jasje „Van één ding kunt u zeker zijn: als links wint komen er communistische ministers". Marchais spreekt op zijn openhartige en luchtige toon, en hij stelt het zo eenvoudig en voor de hand liggend dat geen enkel ander standpunt mogelijk lijkt. Toch bete kenen deze recente woorden weer een koerswijziging na de grimmige toon tegenover de socialisten van de wintermaanden. Het was Marchais die twee jaar gele den terloops opmerkte dat de „dicta tuur van het proletariaat" geschrapt zou worden uit de doelstellingen van zijn partij. „We leven niet meer in het Rusland van 1917. Het woord proletariaat, komt het echt overeen met de realiteit van vandaag? En het woord dictatuur drukt nauwelijks uit wat we werkelijk nastreven". Een paar weken later werd de koersver andering officieel aanvaard door het partijcongres. Sindsdien is het communisme geï dentificeerd met Marchais: het com munisme met een zachter, menselij ker jasje, in Franse kleuren, niet alleen voor de industriële arbeiders klasse, maar ook voor boeren, mid denstanders en kleine ondernemers. Marchais praat over „monsterlijke verspilling, de verkoop en ontman teling van hele takken van industrie, het ongebruikt blijven van één op de vijf machines, en een wilde jacht op de grootst mogelijke winsten". Mar chais is populair maar gelooft niet in persoonsverheerlijking. In de boekwinkels ligt geen levensbeschrij ving van hem, en hij heeft het altijd over „wij" en niet „ik". De partij zegt dat hij een weekinkomen heeft van 450 gulden, het loon van een geschoolde arbeider. Marchais kreeg slechts lagere schoolopleiding. Giscard droom! van sterk centrum Premier Barre treedt als redder van Franc en Frankrijk als partijloos vertegenwoordiger van Giscard d'Es taing. De onheilsboodschap van pre sident Giscard is door de Fransen niet ter harte genomen. Bij het begin van de verkiezingscampagne daalde Giscard even van het Elysée af naar het niveau van de strijd en voorspel de dat het gezamenlijke programma van links het land „zou overgeven aan een economische chaos". De op- niniepeilingen hebben hierop niet ge reageerd ten nadele van links. Zou een linkse overwinning hel einde betekenen van Giscards loop baan? Giscards eigen achterban is zwak, zoals bleek toen de gaullisti sche kroonprins Chirac met hem brak. Een jaar geleden werd door Marchais, de leider van de commu nisten, gesuggereerd dat Giscard zich na een linkse overwinning moest onderwerpen of opstappen. Giscard heeft echter laten doorsche meren dat hij een eventuele nieuwe rol wil spelen met waardigheid en zijn ambt tot het einde van zijn periode zal blijven vervullen. Het kan trouwens zijn dat de com munisten zullen weigeren met Mit terrand in een regering te gaan zit ten, en de laatste dan steun zal zoeken bij het centrum van Giscard. Het zou de verwezenlijking zijn van Giscards droom: de opkomst van een sterk centrum tussen links en rechts, desnoods later gesteund door een eventuele invoering van evenre dige verkiezingen (het loslaten van het districtenstelsel). Maar ook een volledig linkse regering moet leef baar zijn voor Giscard die voor' scheidsrechter zal gaan spelen en een wakend oog zal houden op de communisten. Chirac vol tomeloze „De enige waarheid jn de politiek is wat gezien kan worden", is een uit spraak van Chirac die nogal tegen hem werkt. De Franse kiezer heeft een wat twijfelachtig beeld van Chi rac: ging hij niet bijna over lijken om aan de top te komen en is hij niet besmeurd door het autoritair gaullisme? Zijn televisie-imago is slecht, mede door zijn ouderwetse pakken en zijn slecht gekapte haren. Chirac heeft een weergaloos snelle loopbaan door de politiek achter de rug. Hij was een briljant leerling van de Ecole Nationale d'Administration. was als 30-jarige vertrouweling van Pompidou en op 41—jarige leeftijd premier. Hij is nu,de eerste burge meester van Parijs sinds 100 jaar, maar nog uitstekend op de hoogte van allerlei nationale politieke kwesties. Hij heeft een tomeloze energie, die hem in staat stelt vier of vijfmaal zoveel kleine plaatsen te bezoeken als zijn tegenstanders. Toch is het verval van de partij onder zijn leiding doorgegaan. Zijn positie in de partij heeft hem al het presidentschap gekost, het premier schap, zijn invloed in kabinet en parlement, en na de verkiezingen lijkt zijn plaats in de oppositieban- ken, ondanks de invloedrijke steun die hij geniet in sommige industriële kringen. De erfenis van Pompidou die Chirac in ere wil houden, is een natie die materiële zekerheid biedt, milieu vriendelijk is en goed georganiseerd, een land met hoge uitvoer, een goede koopkracht voor de gezinnen en een stabiele franc. Alleen de ouden van dagen, werklozen en gastarbeiders voelen der zich minder op hun ge- 1 Mr poli „Ik stem socialistisch, maar Mitter rand kan ik niet uitstaan". Je hoort het vaak als het gezicht van de ouder wordende haas met zijn vooruitste kende, slecht verzorgde tanden op het tv-scherm verschijnt. „Je weet nooit wat je aan hem hebt", klinkt het over de leider van de populairste partij in Frankrijk, die grote kans heeft na de verkiezingen premier van Frankrijk te worden en die bij de presidentsverkiezingen van 1974 half Frankrijk achter zich kreeg. Ruim de helft van de Fransen ziet graag dat Mitterrand na de verkie zingen een belangrijke rol gaat spe len. Je krijgt de indruk: veel mensen stemmen Mitterrand ondanks Mitter rand. Zijn moeilijkheid is dat hij zo hoog hartig en afstandelijk overkomt, over een sarcastisch gevoel van hu mor beschikt en een afkeer heeft van kletspraat. Vaak maakt Mitter rand de indruk dat hij liever een goed boek leest of een wandeling maakt door de bossen bij zijn huis in Les Landes. Voor een politicus is hij opmerkelijk gesteld op zijn prive- leven. Hij werd beschamend laat sodalis 1 met het gevolg dat de communisten en de linkervleugel van zijn eigen partij hem meer wantrouwen dan de rechtse partijen, terwijl hijzelf niel bang is voor de communisten maar daarentegen de gevaren van het au toritaire regiem van De Gaulle juist een obsessie voor hem waren. PARIJS Om volgens het Frans kiessysteem in de eerste ronde gek« zen te worden heeft een kandidaa in zijn district een absolute meer. mei derheid nodig. Lukt dit aan geei zan van de gegadigden, dan gaat di sinj strijd in de tweede ronde (19 maart! ci, tussen de kandidaten die tenrainst^ gaa 12,5 procent van de stemmen achter ner zich hebben. Binnen beide blokken' Mr. de regeringscoalitie en de unie vat het links, bestaat de afspraak dat eei hij kandidaat zich terugtrekt ten gun- sch ste van de andere kandidaat uit zijl son coalitieblok, als deze laatste meer hiel stemmen heeft behaald. De zich te wai rugtrekkende kandidaat vraagt das Gui zijn kiezers him stem aan de bond- zesi genoot te geven. pol Ma de Zekerheid over dit stemgedrag bej°^ staat echter niet aan de linkerzijde!^ Pas na de eerste ronde zal worden, bepaald of socialisten en communis!, ten eikaars kandidaten in de fweedtL;, ronde ook werkelijk zullen steunen.!?;. Als het niet tot een stemafspraakj^ zou komen, zou daarmee de ver- wachte linkse overwinning in gevaar- komen. Links heeft trouwens eeiijvA andere handicap: de wijze waarop i het land in kiesdistricten is verdeeldly Door die indeling, die door De Gaul-L le in 1958 is ingevoerd, wordt hetl^ meer rechts georiënteerde platteland!™ bevoordeeld boven de linkser geo-Kf riënteerde steden. De kiesdistricterir.. in de steden tellen vaak veel meerL j kiezers dan die op het platteland, enu, toch wijzen al die districten maarS^ één afgevaardigde aan. Het linkseLe front heeft 52 procent van de stem£L men nodig om een overwicht in deLg. Nationale Vergadering te krijgen. Bovendien heeft een beslissing vanj de regering over de 850.000 stemmen van Fransen in het buitenland de regeringspartijen nog meer bevoor-l deeld. De Fransen in het buitenland kunnen een kiezer in Frankrijk een stemvolmacht geven, als deze is ingej schreven in een kiesdistrict var meer dan 30.000 inwoners. Volgens links heeft de regering deze kans aangegrepen voor de .belangrijkste verkiezingsfraude van alle tijden' De Fransen in het buitenland over het algemeen regeringsgezind zou] den immers zijn aangespoord blanco volmachten af te geven, waardoor dft autoriteiten hun namen zouden kunj nen plaatsen in die stadsdistricten waar de uitslag kan afhangen van een gering aantal stemmen. Op diq wijze zou de regeringscoalitie dreigde zetels kunnen behouden nieuwe zetels veroveren. Bij vorigi verkiezingen bedroeg in 50 districte de meerderheid van de gekozen kaï didaten minder dan 2000 stemmer Het satirische weekblad Le Canard Enchainé drukte onlangs een telel gram van de Franse ambassadeur ii Gabon, af, waarin deze het ministeri van buitenlandse zaken 1650 blanc volmachten aanbood ter verdelin over moeilijke districten. De ambas sadeur is in Parijs op het matj< geroepen. De Nationale Vergadering telt than 490 zetels. Doordat de Corsicanen een zetel bijkrijgen, wordt dit 491 De regeringscoalitie bestaat uit volgende partijen: de gaullistische Rassemblemei pour la République (RPR) van Jac ques Chirac (169 zetels); Parti Républicain (PR) van pres dent Valéfy Giscard d'Estaing (62) Réformateurs, d.w.z. een combini tie van sociaal-democraten van Jea Lecanuet (41) en radicaal-socialiste van Jean-Jacques Servan-Schreitx (10); conservatieven (15). Het linkerblok omvat: Parti Socialiste (PS) van Frango Mitterrand (91); Mouvement des Radicaux de Gai che (MRG) van Robert Fabre (12); Parti Communiste Francais (PC van Georges Marchais (74); en een niet-gebonden linkse afg vaardigde. De resterende 15 zegels zijn vakai De laatste opiniepeilingen geven h< linkerblok een voorsprong van tegen 47 procent. Een onzekere fai tor vormen de ongeveer 4 miljoe nieuwe kiezers, de groep van 18-1 21-jarigen. Vrijwel zeker zullen vofl de tweede ronde allerlei kleine pa tijen afvallen, zoals enkele ultri linkse en extreem-rechtse groeperii gen, voorts een vrouwenbeweging twee groepen ecologisten, die bij laatste gemeenteraadsverkiezing® ongeveer vijf procent van de stem men verwierven. Voor de 491 districten hebben zi 4285 kandidaten gemeld, ofwel middeld meer dan 8 per zetel. Parijs is het gemiddelde per district! zelfs 14 i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 16