„We worden nog te weinig gebeld" Rondtollen op spiegelglad ANWB ALARMCENTRALE: ANTI-SLIPCURSUS WEGWIJS •Jto meest voorkomende fout die in het buitenland gestrande toeristen maken is ut se overijld beslissen. Door paniek (tgrepen laten se zich tot uitgaven ^leiden die later nodeloos hoog blijken. De kosten van autoreparaties, bijvoor beeld, willen nog wel eens hoger uitvallen dan redelijk is. En de rekening «ie wordt ingediend voor het afslepen v*n een auto kan ook niet in alle levallen billijk worden genoemd. Vandaar het klemmende advies: neem veór u belangrijke beslissingen neemt, altijd contact met ons op". ^Ons" is de aan de Wassenaarseweg in Den Haag gevestigde ANWB-Alarmcentra- le. hier aan het woord bij monde van zijn directeur Staf Beems (33). Precies twintig jaar bestaat deze organisatie thans. Het aantal in vaste dienst aan de centrale verbonden medewerkers is in die periode "hgegroeid tot vijftig man, die in de zomermaanden bijstand kriiwen van nnp CURSUSSEN De Koninklijke 'Nederlandse Automobiel Club exploiteert, naast de baan op Ypenburg, nog twee slipscholen, in Drachten en bij vliegbasis Deelen (Arnhem) Aanmelding voor de antislipcursus bij de KNAC, Sophialaan 4 's-Gravenhage. telefoon'"()70-469280. Kosten 180 gulden per cursus van een dag. (9.00 uur tot 16.30 uur). Op Ypenburg wordt bovendien een antislipcursus gegeven voor opleggerchauf feur. In Nederland zijn nog negen andere antislipscholen, waarvan de bekendste en met een cursusprijs van 210 gulden per dag, tevens de duurste die van Rob Slotemaker is, te Zandvoort. Telefoon 02507-4423. Voor 'n beter inzicht in slippen en tegenslippen, voor een diepere behandeling van dit glibberige onderwerp, geeft de KNAC een handig boekje uit: „Slip en anti-slip' Voor ongeveer vijf gulden in de boekhandel verkrijgbaar te doen. Een dag antislipcursus begint dan ook meteen achter het stuur van een van de wagens van de antislipschool. Na een aanloopje op niet-behandeld wegdek, begint het glijfeest bij het bereiken van de 235 meter asfalt, bedekt met een natte laag cellulose-mengsel en zeepvlokken, dat zo glad is als ijs. De eerste opdracht lijkt zo eenvoudig: „Tot stilstand komen zonder de vangrail te raken of op dé tegenligger-weghelft terecht te komen". Gelukkig is er op het oude stuk rijksweg dat als slipbaan gebruikt wordt, tussen de bossen bij desmilitaire vliegbasis Ypenburg, geen sprake van tegenliggers of een vangrail, maar daarvoor in de plaats staan minder noodlottige plastic pionnetjes, met reflecterende verf behandelde kegels, die in de loop van de dag nog ettelijkê malen bij indrukwekkend slechte slippartijen de berm ingeknald zullen worden. Meteen blijkt de „foute" reactie die er bij automobilisten ingebakken zit: Als er iets mis gaat, dan maar zo hard mogelijk remmen om tot stilstand te komen, terwijl wanhopig aan het stuurwiel gerukt wordt teneinde de wagen letterlijk van een steeds dichter naderende calamiteit af te wenden. „Dit is nou het kernprobleem van een slip, veroorzaakt door remmen. Als de banden, zolang de remmen zijn ingetrapt, geen goed kontakt meer hebben met het wegdek, is sturen zinloos. Alleen met rollende wielen kan gecorrigeerd worden, dus moet de rem worden losgelaten, als je ziet dat je niet tijdig tot stilstand kunt komen", verklaart de expert van het glijders-gilde nadat de auto, met achter het stuur de toch wel geschrokken cursist, in de berm tot stilstand is gekomen. Niet alleen remmen veroorzaakt hier een slip, maar bij zo'n extreme gladheid kan zelfs een beetje teveel gas geven, of afremmen op de motor al oncontroleerbaar weggedrag van de automobiel tot gevolg hebben. Ontkoppelen Heilige regel bij het slippen op de rechte weg is dan ook „ontkoppelen", zodat alle vier de wielen vrij rollen en er door telkens tegenstuur te geven, gecorrigeerd kan worden. Bij „uitbreken" (het wegglibberen) van de achterkant van de wagen bij de zogénaamde achterwielslip (de meest voorkomende soort slip), als de achterkant van de wagen als het ware links of rechts de bestuurder in probeert te halen, moeten telkens razendsnel de voorwielen in de gewenste rijrichting worden gezet. Als de wagen de neus naar rechts draait, naar links tegensturen, en andersom. De chauffeur merkt tot zijn verbazing en vreugde dat de wagen min of meer bestuurbaar is, op het sturen reageert. De wagen komt echter niet slechts terug m het goede spoor, maar slaat zelfs volkomen door naar de andere I leant. Steeds opnieuw tegenstuur geven naar beide kanten dus, totdat de zwiepbeweging uit het voertuig is; hard j werken (nog steeds met de koppeling ingetrapt) totdat de gehele slip gecorri- I geerd is. Ondertussen is er wat snelheid verdwénen uit de wagen, wat de I bestuurbaarheid ten goede komt. Op de j gulden „ontkoppel" regel zijn helaas wat verwarrende uitzonderingen: Ontkoppel altijd als de rijrichting rechtuit is of nagenoeè rechtuit, maar ontkoppel niet vóór de bocht met een auto met achterwielaandrijving, wél in de bocht als de achterkant wegslipt. Ontkoppel echter nóóit met ,een auto met voorwielaandrij ving in de bocht. Aan het eind van de dag is de slipleerling zo geoefend, dat hij het niet meer in z'n hoofd haalt om z'n rem te gebruiken. Dat mag alleen pompend, en enkel en alleen wanneer de wagen tussen het pompen ^ijn i-echte koers blijkt te behouden. Zoniet, dan de optredende slip eerst corrigeren, voordat weer pompend geremd mag worden. De cursist wéét hoe hij tegenstuur moet geven en bovenal wal een slip veroorzaakt, en hoe hij dus moet rijden om een slip te voorkomen. Als laatste proeve van bekwaamheid wordt met zeventig kilometer per uur een denkbeeldige tegenligger bij het inhalen ontweken, en vervolgens de denkbeeldige achterste wagen van een kop-staart-bot- sing op de eigen weghelft zorgvuldig omzeild. Als de leerling-slipper aan het eind van deze laatste rit op de slipbaan redelijk voldaan en opgelucht adèm denkt te kunnen halen, na een dag duizeling wekkend heen-en-we^-schieten en om de as draaien, na 80 kilometer ontkoppelen, remmen, sturen en tegensturen, trapt j superslipper Stikkelorum op een van de twee pedalen die hij voor zijn instruc- teursstoel heeft, en de nietsvermoedende slip-beginneling staat wéér achterstevoren. Met die pedalen kan namelijk afzonder lijk op het linker- of rechterachterwiel geremd worden, wat onmiddellijk een slip veroorzaakt. Een frustrerende ervaring. „Tja, het gebeurt altijd onverwacht",is j terecht het nuchtere commentaar op het j verbaasde gezicht van het slachtoffer. Rijbewijs Heeft 'n antislipcursus als onderdeel van de rij-instructie voor het rijbewijs zin? De heer F. Schalk, rij technisch adviseur en chef van de sectie Rijvaardigheid-ver- keersafdeling van de ANWB, vindt van niet. Voordat hij in 1962 bij de ANWB kwam, was de heer Schalk rij-instructeur van de afdeling voortgezette rijopleiding van de Rotterdamse gemeentepolitie en uit hoofde van zijn ervaring mag men aannemen, dat geen enkele capriool achter het stuur hem vreemd is. „Hoe beter de mensen al rijden, hoe meer ze zullen leren van een antislipcursus. Het heeft geen enkele zin een leerling achterstevoren op een slipbaan te zetten, behalve dat hij die sensatie dan ook eens j heeft gehad. Ik zou er wel voor willen j pleiten dat theoretische elementen van i wat Op de antislipschool behandeld wordt, i aandacht krijgen in de rij-instructie. Om duidelijk te maken dat je niet alles ongestraft kunt doen met een auto", aldus de heer Schalk, die terecht even voor het eigen winkeltje praat als hij zegt dat de voortgezette rij-opleiding van de ANWB j een goede voorbereiding zou zijn voor I lieden die zich op eén slipbaan willen wagen. „Maar helaas blijkt geld soms een 1 grote hindernis te zijn. Een dag vrij en pakweg 180 gulden hoeft toch niemand tegenop te kijken? Moet je eens zo'n klein deukje in je auto rijden, wat dat niet kost besluit de heer Schalk, tussen i duim en wijsvinger aangevend dat zelfs een klein carrosserie-kwetsuurtje I aanzienlijk meer, kan kosten dan de cursus waarmee het misschien voorkomen I had kunnen worden. Een plotseling overstekende voetganger. De eerste reactie is in blinde paniek - op de rem trappen. De auto begint te tollen. Voor wordt achter, de wereld wervelt om je heen. Draaien aan het stuur helpt niet. Kortom, een heuse slip. Soms loopt het goed af, vaak echter beeft een slippartij ernstige gevolgen. Op droge wegen wordt een op de zeven verkeersongevallen veroorzaakt door slippen, op natte wegen is dat zelfs een op de drie. Slipongelukken, waarbij de wagen niet meer doet wat de bestuurder wil, ontstaan meestal doordat de automobilist de situatie verkeerd beoordeelt en dan bovendien verkeerd reageert. Wegdek, remweg, zicht, scherpte van een bocht; bij een verkeerde taxatie van deze zaken die het rijden beïnvloe den, komt men niet altijd met de schrik vrij. Zo vaak is in kranteberichten te lezen dat een automobilist de macht over het stuur verloor. Die uitdrukking heeft een wat verontschuldigende klank, alsof men er niets aan kan doen. Vaak kan echter wel'degelijk erger worden voorkomen, als maar bekend zou zijn hoe men achter het stuur moet reageren op een slippartij. Wat wel en wat niet te doen, en hoe te voorkomen dat men in een slip terecht komt, leert men op een van de tien antislipinstituten die ons land rijk is, op spekspiegelgladde slipbanen, naast een professionele glibberaar die de cursist in alle geheimen van het slipwezen kan inwijden. Het kan uw leven redden, of dat van iemand anders. Instructeur Stikkelorum van de KNAC- antislipschool Ypenburg, legt uit dat slippen, of het voorkomen ervan, eigenlijk alleen maar geleerd kan worden door het Uit alle hoeken van Europa slepen de chauffeurs Ook in minder ernstige gevallen kan een adequate persoonlijke begeleiding heel belangrijk zijn. Ver van huis, in een vreemd land, raakt een mens nou eenmaal eerder van de kook dan wanneer hij in zijn vertrouwde omgeving is. Veel van onze klanten zijn dan ook overmatig snel geneigd om bij een tegenslag een punt achter de vakantie te zetten en weer naar hqis te gaan. Eenmaal thuis krijgen ze dan spijt, omdat vakantie nou eenmaal voor iedereen een hoogtepunt in het jaar is. Als onze mensen zo'n overhaaste beslissing zien aankomen is het huh taak die meneer die in Joegoslavië een griepje heeft opgelopen of die mevrouw dje in Portugal bestolen is, wat te kalmeren en ertoe over te halen om een voortijdige terugreis nog eens goed te overdenken. „Gaat u nou eerst nog eens lekker op een terrasje zitten en een pilsje drinken". In die sfeer". _De organisatie van de hulpverlening Nederlandse wrakken weg via de vaste steunpunten van de ANWB in Lyon, Barcelona en Mendrisio. (aan de Zwitsers/Italiaanse grens), en zonodig met inschakeling van de Nederlandse consulaten en ambassades. Hoewel de ANWB-medewerkers over het algemeen geen andere buitenlandse talen spreken dan Frans, Duits en Engels, lukt dat altijd op vrij korte termijn. Normaal gesproken kan binnen de 24 uur met de hulpverlening een begin worden gemaakt. „Als je met een onwillige lokale employee in „pakweg, een uithoek van Turkije te maken krijgt die met een „nicht verstehen" boem de hoorn op de haak ligt. kan er nog wel eens vertraging optreden, maar dan is het een kwestie van volhouden", verklaart Beems. De aard van de hulp die de alarmcentrale verleent loopt nogal uiteen. Bij ziekte of een ernstig ongeval wordt zorg gedragen voor het vervoer naar Nederlapd van de slachtoffers en hun familieleden. Dat kan. eens vijftig tijdelijke krachten. Samen helpen ze jaarlijks enkele duizenden in het buitenland in moeilijkheden gekomen vakantiegangers uit de penarie. Uit alle mogelijke penarie, want al bestaat het merendeel van de hulpvragers uit automobilisten, ook vakantiegangers die liftend, fietsend, met de trein of met welk ander vervoermiddel dan ook op stap gaan worden zonodig door de alarmcen trale geholpen. Ziekte, een ongeval of motorpech zijn de meest voorkomende redenen on de ANWB-hulp in te roepen, maar daarnaast kan men ook in geval van bijvoorbeeld diefstal een beroep op de centrale doen. Zelfs bij arrestaties verleent men bemiddeling, zij het in samenwerking met het betrokken Nederlandse consulaat. Enige voorwaarde is het bezit van de Internationale Reis- en Kredietbrief. Daarvan worden er tegenwoordig jaarlijks zo'n 900.000 verkocht, wat betekent dat vrijwel geen pnkfOp lsjpcjprtanHpr mppr 7nnHAr Hit reisdocument op vakantie gaat. Doel dat de alarmcentrale zich stelt is niet alleen zorg te dragen voor een zo efficiënt mogelijke organisatie van de hulpverlening, maar daarnaast ook persoonlijke begeleiding te geven. „Onze telefonisten krijgen vanzelfsprekend zeer regelmatig met dramatische gevallen te maken", aldus Beems. „De kunst is dan tactvol en met begrip op te treden, maar tegelijkertijd die informatie te vergaren die voor het bieden van doeltreffende assistentie nodig is. Een telefonist moet ook in staat zijn de persoonlijkheid van de hulpvrager juist te taxeren. Een wereldvreemde oudere heer die in Beigie een lichte aanrijding heeft gehad kan meer persoonlijke begeleiding nodig hebben dan een bereisde roei die in Syrië een frontale crash heeft overleefd. Sommige cliënten doe je een enorm plezier door ze in hun ziekenhuis in Portugal een bloemetje te sturen, terwijl vliegtuig, trein of ambulance gebeuren, waarbij zonodig een verpleegster of een arts meereist. Dat laatste gebeurde Vorig jaar 80 keer. Ook voor de repatriëring van de bagage en het voertuig van de pechvogels zorgt de ANWB in zo'n geval Met dit doel zijn in de zomermaanden honderd vracht- en personenwagens met aanhanger op de weg. In 1977 werden hiermee 3000 auto's van in het buitenland gestrande vakantiegangers naar Nederland teruggebracht. Nog een ander belangrijk aspect van de dienstverlening behelst het opsturen van auto- en motoronderdelen naar Nederlandei's die in den vreemde met panne staan en het benodigde ter plaatse niet kunnen krijgen. Maar zoals gezegd is de alarmcentrale in principe bereid te trachten om elk vakantie-probleem dat men redelijkerwijs kêm oplossen, ook inderdaad uit de wereld te helpen. „Wij doen, wat anderen niet kunnen", zegt De auto tolt, de wereld wervelt om je heen. Met een caravan achter de wagen zijn nog knappere staaltjes mogelijk. De telefonisten van de ANWB-Alarmcentrale worden vooral op tact en inlevingsvermogen geselecteerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 23