Superleek
altijd
panische
pechvogel
WEGWIJS
Dat een auto geld kost weet iedereen.
Maar hoeveel? Wie zijn oor te luisteren
legt op verjaarsfeestjes of partijtjes, hoort
de ene kenner een bedrag van 20 cent per
kilometer noemen terwijl de andere
deskundige vol verve het standpunt
verdedigt dat het minstens 60 cent moet
zijn. Er zijn veel bedrijven die hun
werknemers de kilometers vergoeden die
zij voor het bedrijf hebben gereden.
Veelal zijn die vergoedingen gebaseerd op
gemiddelden en variëren van 30 tot 40
cent. Maar wat kost nu die auto die bij
u voor de deur staat? We vroegen het bij
de ANWB.
„De precieze kosten van een kilometer
rijden met een bepaalde auto is pas te
berekenen als de auto weg is; als alle
kosten die er voor werden gemaakt, zijn
opgeteld en gedeeld door het aantal
kilometers dat er mee gereden is", klinkt
het niet te al bemoedigend. Want als je
op een dergelijke manier de kosten van
een automobiel moet berekenen, kan
vooraf nog niet bekeken worden of een
bepaalde auto wel tot de financiële
mogelijkheden behoort. Voor degene die
een kilometervergoeding van zijn
werkgever krijgt is bovendien niet te
berekenen of het toegekende bedrag wel
enigszins overeenkomt met de werkelijk
heid. Maar bij de ANWB zijn ze niet voor
één gat te vangen. Een paar knappe
rekenaars hebben daar ten behoeve van
de leden tal van staatjes opgesteld
waaruit vrij nauwkeurig is af te lezen
hoeveel men per gereden kilometer
vrijwel zeker kwijt is. De lijstjes worden
samengesteld naar prijsklasse. Voorheen
werden ze gemaakt naar automerk, maar
de ervaring heeft geleerd dat auto's van
eenzelfde aanschafprijs vrijwel op
dezelfde kilometerprijs uitkomen.
Jaarlijks worden de staatjes bijgewerkt
wat nodig is door voortdurende prijsver-
anderingen. Hoe komt de ANWB tot die
berekeningen? En hoe kunt u zelf de
juiste kilometerprijs van uw auto
becijferen?
Allereerst moet worden gezegd dat in
berekeningen-vooraf (begrotingen) per
definitie onverwachte kosten niet zijn
opgenomen. In een berekening achteraf
zou kunnen blijken dat de kosten
uiteindelijk veel hoger zijn uitgekomen
dan redelijker wijze te verwachten zou
zijn geweest Neem alleen maar het geval
dat u uw berekening baseert op de
verwachting dat de wagen drie jaar zal
meegaan, maar iemand rijdt hem na drie
maanden total-loss. Dan zal er van de
gemaakte begroting weinig overblijven.
Hoe worden de kosten berekend? Het
principe is dat alle gemaakte kosten
worden opgeteld en gedeeld dóór het
aantal gereden kilometers.
Om te beginnen is er een serie vaste
kosten. De afschrijving vormt daarvan de
grootste post. „Afschrijving" slaat op het
gegeven dat een auto alleen doordat hij
ouder wordt (ook al wordt er geen
kilometer mee gereden) in waarde
vermindert. Wie na een aantal jaren de
auto wil inruilen en een nieuwe auto van
het zelfde merk en type wil aanschaffen,
zal dat bedrag aan waardevermindering
moeten bijpassen. Te berekenen hoeveel
geld dat per kilometer bedraagt is
afhankelijk van het aantal kilometers dat
jaarlijks wordt gereden. Voorts van het
percentage dat een auto jaarlijks minder
waard wordt en het aantal jaren dat men
met een auto wil doen. De ANWB gaat
ervan uit dat een wagen het eerste jaar
30 procent minder waard wordt, na twee
jaar is hij 40 procent minder waard, na
drie jaar is dat 50 procent, na vier jaar
58 procent en na vijf jaar zal 65 procent
van de nieuwwaarde moeten worden
aangepast bij de aanschaf van een
nieuwe automobiel. Het mag duidelijk
zijn dat iemand die dertig procent van de
nieuwwaarde in één jaar bij elkaar moet
sparen, op een hogere kilometerprijs
uitkomt dan degene die veertig procent
over twee jaar kan uitsmeren. Want dit
laatste komt neer op twintig procent per
jaar. Wie te maken heeft met de „dertig
procent na vijf jaar" hoeft zelfs maar
rekening te houden met 16,6 procent
waardevermindering dat jaarlijks op de
kilometerprijs drukt.
Andere vaste posten zijn de verzekering
en de motorrijtuigenbelasting. Bij de
belasting is het makkelijk: het jaarlijks
bedrag delen door het jaarlijks aantal te
rijden kilometers. Hetzelfde geldt voor de
verzekering als het gaat om een
all-risksverzekering zonder eigen risico.
Lastiger wordt het met een verzekering
met eigen risico of een WA-verzekering.
Optimisten zullen mogelijke aanrijdingen
en de daardoor veroorzakte kosten buiten
beschouwing laten, maar een ongelukje
zit zoals bekend in een klein hoekje. Daar
"Schadebedragen onmogelijk te voorspellen
zijn, is het echter ook onmogelijk dit in
de kilometerprijs (vooraf) te calculeren.
AUTOKOSTEN In f over 3 jaar en 41.000 km gebaseerd op prijspeil 1976
Samen met de
ANWB vroeg de
Consumentenbond
een groot aantal
leden naar deon~
derhouds- en repa
ratiekosten die zij
in 1976 hadden.
Maar ook stelden
zij vragen over za
ken als onderhoud,
doe-het-zelf en
benzineverbruik.
Wat betreft de au
to's: ze beperkten
zich tot de wagens
van de bouwjaren
1970 t/m 1976 die
in 1976 meer dan
5000 km hadden
gereden. Kregen
ze te weinig gege
vens over een be
paald type binnen,
dan werd dat niet
in het onderzoek
opgenomen. Welke
merken en types er
uiteindelijk over
bleven, kunt u vin
den in de tabel. Ze
staan naar aan
schafprijs - inge
deeld in vier groe
pen. Bij het bekij
ken van de cijfers
moet u zich wel
realiseren dat deze
bij sommige mer
ken of types beïn
vloed kunnen zijn
ten gunste of ten
ongunste door
veranderingen die
de fabriek tussen
1970 en 1976 aan
de auto's heeft
aangebracht.
Samen waren de
auto's gemiddeld
2,2 jaar oud. Iets
boven dat gemid
delde lagen Flat
128, Opel Kadett,
Renault 6TL en Re
nault 12. Iets er on
der Flat 131, Ley-
land Allegro, Maz
da 929, Volkswa
gen Golf en Volvo
242244. De jongste
auto was de Slmca
13071308: ruim één
jaar. Dit leeftijds
verschil kan ook
enige invloed op
de kosten hebben
gehad.
GROEP 1 (<- al 10.0001
Citroen 2 CV 4/SpccOI (4)
Citroen 2 CV 6
Dstsun 100 A
Fiat 127 (Lusso)
Leyland Mini 1000
Leyland Mmi Clubman (Saloon)
GROEP 2 (ca 110.000*8 M2.SOO)
Oatsun 120 V
Fiat 128 1100/1300 (1100)
Fort Escort 1100 (L)
Fori Escort 1300 II)
Lada 1200
Leyland Allegro 1100 (dLMK2)
Leyland Allegro 1300 IsdLMtt)
Opel Kadett (N/SpN/S)
Renault 5 TL
Renault 6 L
Renault 6 TL
Simca 1100 (LE/LX)
Simca 1100 Special
Toyota Corolla <30Ec)
GROEP 3 (ca 112.500*8 I H S00)
Citroen GSpecial
Citroen GS Club
Fiat 131 1300/1600(1300)
Ford Taunus 1600 (L)
Matda 929 (sedan)
Opel Ascona 16 (N/Sl
Renault 12 (TUTS)
Volkswagen Golf N
Volkswagen Golf L.
Volkswagen Golf S
Volkswagen Golf LS
Audi 100 GL
Peugeot 604 (GL)
Renault 16 TL
Simca 1307 (GLS)
Simca 1306 (GT)
Volkswagen Passat L
Volkswagen Passat R
Volkswagen Passat LS
Volvo 242 U244 L
Volvo 242 DU244 0L
760 1060
800-1040
860- 980
1060-1270
1360-1750
12001540
770- 960
950 1220
11801390
10201160
10801440
93O11S0
1170-1360
8501120
28102880
2940-3020
3190-3300
3280-3350
3330 3460
33903540
31203200
2920-3030 V
34603560
3840-4010
3830-4020
4300-4400
3500-3650
3600-3700
30703220
3280-3410
4010-4100
40604200
36503820
4120-4270
41604270
4490-4600
45804760
43104440
3940-4090
3480-3640':
36003910
37704040
4080-4250
4360-4590
47405160
46605020
39204130
37303950 'I
4850 5180
5520-5760
45704860
3760-3970
4040-4270
4380-4690
50605230
52005580
4630-4920
5180-5480
5220-5480
5260-5520
47104940
4480-4900'!
1217012480
12S6S-1283S
13005-13175
13850-14080
12925-13345
1359013960
13265-13475
13075-13295 'I
15885-16105
16220-16660
17135-17466
1731017640
16155-16395
15950-16280
16785-17115
1520015490
1348013690
14885-15115
15015-15375
1610016410
16970-17140
1802018400
450-463
475-486
480-490
448-456
443-453
466-476
422-431
374-381
413-420
417-428
447-456
471-477
S0OS12
18585-18885
19625-19925
18700-18960
19850-20110
20085-20455
19810-20070
15875-16295')
1756017980
17495-17765')
18205-18475
25915-26415
29310-29810
24230-24470
21365-21675
20045-20405
22560-22920
19595-20195
20495-21095
2040021030
2127021900
27025-27445
29025-29445
516-525
545-554
519-527
551-559
557-569
550-558
534-541
440-453 I
487-500 'I
485-494
505-514
719-734
814-829
673-680
593 603
556-567
590-609')
750763
806-818
bi) gebruik van normale banzina
Bovenstaande gegevens zijn ontleend aan de Consumentengids.
moet ook dit bedrag worden mee bere
kend. Voorts tellen mee de kosten voor
het onderhoud van de carosserie. De
ANWB hanteert een bedrag van 195
gulden voor 26 wasbeurten per jaar. Wie
langer dan twee jaar met een auto wil
doen zal rekening moeten houden met
een anti-roestbehandeling na twee jaar.
Wie dus een calculatie maakt op basis
van drie jaar dient rekening te houden
met de kosten van zo'n behandeling. De
ANWB hanteert een bedrag van 150
gulden en houdt bovendien rekening met
100 gulden „diversen" per jaar.
Een andere post wordt gevormd door de
rijkosten. Ook hier heeft men te maken
met afschrijvingskosten en wel de
waardevermindering doordat er met de
wagen gereden wordt en er dus slijtage
optreedt.' De ANWB gebruikt in haar
berekeningen een waardevermindering
van een procent per 5000 kilometer.
Verder heeft een auto brandstof nodig.
Stel dat uw auto 1 op 15 rijdt, dat u
15.000 kilometer per jaar aflegt en dat de
benzine een gulden per liter kost Voor
15.'000 kilometer is duizend liter benzine
nodig en dat kost duizend gulden. Dat
weer gedeeld door de 15.000 kilometer
levert in dit theoretische geval een
kilometerprijs op van 6,6 cent. Daarnaast
verbruikt een auto olie. De ANWB houdt
daarvoor de volgende hoeveelheden aan:
voor auto's met een aanschafprijs tussen
7 en 11.000 gulden 12 liter per jaar
(inclusief verversingen); tot 14.000 gulden
13 liter; tot 17.000 gulden 14 liter; tot
19.000 gulden 15 liter; tot 27.500. gulden
16 liter en auto's die duurder zijn
verbruiken 17 liter 6,25
De banden zijn ook aan slijtage
onderhevig. De levensduur van banden is
gesteld op 40.000 kilometer. Wie 20.000 km
per jaar rijdt en van plan is die auto drie
jaar te houden moet dus rekening houden
met eenmaal een aanschaf van vier
nieuwe banden. Verder adviseert de
ANWB rekening te houden met 0,1 cent
per kilometer voor bandenreparaties. De
reparatiekosten kunnen uiteraard nogal
flexibel zijn. Zekere kosten zijn echter de
servicebeurten.
Als nu alle genoemde kosten, gedeeld
door het aantal te rijden kilometers
gedurende een aantal jaren, bij elkaar
worden opgeteld komt daaruit een getal
dat de kilometerprijs aangeeft. Een prijs
overigens waarin geen bekeuringen en
parkeerbonnen zijn opgenomen. De
kilometerprijs dus, maar wat doe je
daarmee? Zoals gezegd kan hiermee
worden bekeken of het bedrag dat de
werkgever per kilometer vergoedt,
overeenkomt met de uitkomst van de
paar uur naarstig rekenen (of na het
staatje van de ANWB van toepassing te
hebben gemaakt op de eigen auto). Bij
veel bedrijven vergoedt men een
gemiddelde. Wie in een goedkope auto
rijdt zal dikwijls een lagere kilometerprijs
hebben dan er wordt vergoed. Deze
automobilist zal met een brede grijns de
vergoeding in onvangst nemen. Anderen
daarentegen, met een duurder vervoer
middel, zullen aan die vergoeding te kort
blijken te komen. Dan zijn er twee
mogelijkheden. Of naar de baas stappen
en vragen om een hoger bedrag, óf
overwegen de volgende keer toch maar
een voordeliger auto te kopen.
Voorts kan er een begroting worden
opgesteld voor één, twee, drie, vier en vijf
jaar. Vergelijking van de uitkomsten zal
aantonen welk tijdstip het beste is om de
auto in te ruilen. Wij hebben dat in al de
boekjes aan de ANWB eens vergeleken en
dan blijkt dat de veel gehoorde mening
dat een wagen het best na twee jaar kan
worden ingeleverd een fabeltje is. Voor
vrijwel alle prijsklassen geldt dat een
nieuwe auto die drie jaar wordt
aangehouden de goedkoopste kilometer
prijs heeft.
Eén jaar gebruiken is duur, twee jaar is
goedkoper, drie jaar is nog goedkoper en
bij vier jaar begint de kilometerprijs weer
te stijgen. We zijn er bij de vergelijking
van uitgegaan dat iemand gemiddeld
20.000 kilometer per jaar rijdt. En dat
zijn er echt redelijk veel. Want reken
maar: Veronderstel dat iemand in Leiden
woont en in Den Haag werkt. Met een
vijfdaagse werkweek legt hij per jaar
voor het woonwerkverkeer nog geen
10.000 km af. Er moet dan nog redelijk
wat familie buiten de stad bezocht
worden of een autovakantie buitenslands
worden doorgebracht om aan de 20.000
km te komen.
Voorts blijkt uit de prijsvergelijking dat
iemand die weinig rijdt een relatief duur
vervoermiddel bezit, maar dat was al
bekend. Ook blijkt dat het voor iemand
die maar 10.000 km per jaar rijdt, niet
zuinig is om de auto te laten ombouwen
van benzine- op gasgebruik. De grens
waarop het lonend wordt ligt volgens de
ANWB rond de 15.000 kilometer. Voor de
onvolprezen diesel ligt het nog hoger.
Tenslotte is het met de kilometerprijs in
de hand mogelijk om eens uit te rekenen
wat zo'n autootje nu jaarlijks of
maandeliks kost. De resultaten zijn
verbijsterend. Honderden guldens per
maand voor de goedkoopste wagens en
voor de duurdere merken gauw meer dan
wat een minimumloner in handen krijgt.
Bedragen waarvoor een fiks aantal
fietsen versleten kan worden of waarvan
heel wat ritten per taxi, bus of trein
betaald kunnen worden.
Daar sta je dan. Superleek op autogebied,
volstrekt a-technische pechvogel. Wachten
op de Wegenwacht. Als 't meevalt kan de
gele redder het mankement snel
verhelpen. Zo niet, dan ontfermt de
garage zich later tegen een florissant
werkplaatstarief gaarne over het defecte
vervoermiddel. Er is weinig hoop voor de
hulpelozen langs de Nederlandse
autwegen. 'n Band verwisselen wil na
veel gemorrel en ten koste van vuile
handen nog wel eens lukken. Het
instructieboekje vermeldt weliswaar
keurig waar de vitale onderdelen zijn
genesteld, maar als je er al in slaagt ze
onder de motorkap te herkennen,
verhoogt de wetenschap dat er minstens
één gebreken vertoont, slechts de
wanhoop. Elke poging om thuis, uit een
hoekje of via anderen, de geheimen van
een automotor te doorgronden, strandt
onvermijdelijk op een schrijnend gebrek
aan basiskennis. Termen als
..differentieel" en „compressieslag" lijken
regelrecht ontrukt aan de wondere wereld
van technisch vernuft op
universiteitsniveau. De ANWB-cursus
Pech Onderweg is eigenlijk het enige
houvast dat de onwetende autorijder
wordt geboden, compleet met nuttige tips
over simpele handelingen. Toch blijft er
in feite maar één uitweg over: voorkomen
dat zich motorstoringen voordoen, door
op de controlelampjes te letten, maar ook
door regelmatig zelf een aantal
eenvoudige controles uit te voeren. En
daar komt geen steeksleutel aan te pas.
OLIEPEIL- Het oliepeil moet minimaal
één maal per week gecontroleerd worden.
De motor dient afgekoeld te zijn. Peilstok
eruit halen, afvegen, opnieuw geheel
insteken, weer uitnemen en constateren
dat het oliepeil minstens ligt tussen max.
en min. Te laag oliepeil kan leiden tot
ernstige motorschade.
REMMEN- Ook bij auto's met de motor
achterin bevindt zich het reservoir met
remvloeistof onder de voorklep, dicht in
de buurt van het rempedaal. Door slijtage
aan remvoeringen en -blokjes daalt het
vloeistofpeil gestaag, maar mag nooit
onder het merkteken zakken. Andere
controle: rempedaal zo ver mogelijk
intrappen. Het pedaal mag niet verder
dan halverwege naar beneden en dient
stevig aan te voelen. Bij enigszins weke
tegendruk dealer of garage waarschuwen.
Als het pedaal wel hard aanvoelt, tien
seconden ingedrukt houden. Pedaal mag
dan niet verder wegzakken.
KOELWATER- Controle op hoeveelheid
koelwater kan gevaarlijk zijn. Het
verwijderen van de radiateurdop kan bij
warme motor een kokendhete waterfon
tein tot gevolg hebben. Daarom: motor
laten afkoelen, dop afdraaien en kijken of
water twee tot vier centimeter onder de
bovenrand van de vulpijp staat.
VENTILATORRIEM- Een slippende
V-riem is te herkennen aan een gierende
toon vlak na het starten van de koude
Oliepeil controleren: zelfs voor een kind geen probleem. Band verwisselen: na veel gemorrel en ten koste van vuile handen wil het wel
eens lukken.
motor of bij plotseling gasgeven. Een te
strakke riem kan snelle slijtage van
waterpomp of dynamolagers veroorzaken.
Bij de juiste spanning kan de riem, die
door het aandrijven van de ventilator
voor koeling van de motor zorgt, in het
midden slechts anderhalve centimeter
worden ingedrukt
ACCU- Startproblemen worden voor het
merendeel veroorzaakt door de accu. Het
vloeistofpeil moet één tot anderhalve
centimeter boven de platen staan.
Bijvullen met gedestilleerd of gedeminera-
liseerd water. De accupolen mogen geen
witte aanslag bevatten. Verwijderen met
bijvoorbeeld ammoniak of sodawater,
drogen en invetten met vaseline. De
kabelklemmen moeten stevig om de polen
zijn bevestigd.
MOTORSTORINGEN- Door vocht of kou
kan de carburateur bevriezen. De motor
houdt dan geleidelijk in of slaat af.
Stoppen en een paar minuten wachten
om de carburateur te laten ontdooien is
dan noodzakelijk. De luchtfilter moet wel
in de win terstand staan. Bij warm weer
kan in de leidingen van de benzinetoevoer
in de pomp een luchtbel ontstaan,
waardoor de benzinetoevoer geheel of
gedeeltelijk wordt geblokkeerd. In dat
geval moet de motor enige tijd afkoelen
met geopende motorkap. De motor kan
ook „verzopen" zijn door te uitbundig
gebruik van de choke of gepomp met het
gaspedaal. Remedie: gaspedaal geheel
indrukken en zo houden tot motor
aanslaat Vervolgens gaspedaal langzaam
op laten komen en loslaten. De motor kan
ook afslaan bij een plotselinge stop na
een lange, snelle rit, waardoor de
temperatuur is opgelopen. Men kan dan
rustig aannemen dat de motor is
„verzopen".
BANDEN- Controle op spanning en
profiel van de banden is ongeveer één
maal per maand nodig. Nauwkeurige
meting van de spanning is na een lange
rit niet mogelijk. De groeven in de band
dienen minstens twee mm diep te zijn.
Iedere onregelmatige slijtage in het
loopvlak duidt op een afwijking.
KOPPELING- Elk koppelingspedaal heeft
een zogenaamde vrije slag van twee
drie centimeter. Eerst daarna voelt men
weerstand. Zonder vrije slag (het beste te
controleren met de hand) is er hoogst
waarschijnlijk sprake van een slippende
koppeling, die de koppelingsplaten in
recordtempo doet slijten.
CONTROLELAMPJES- 't Lijkt zo
eenvoudig. Verklikkerlampje brandt: snel
naar de garage. Maar ook zo'n lampje
kan defect raken. Als het contact wordt
ingeschakeld moeten het laadstroomlamp-
je en het oliedruklichtje gaan branden.
Beide lampjes dienen uit te gaan als de
motor is gestart.
Meer mogelijkheden om de conditie van
de auto te peilen staan de radeloze rijder
vrijwel niet ter beschikking. Tenzij hij
alsnog besluit zich bij de ANWB te laten
omscholen van panische pechvogel tot
snelle sleutelaar.
Pech onderweg. Als 't zo moet, bel dan de Wegenwacht maar.