U KUNTZE
NU KOPEN.
Thijs Ockersen brengt problematiek
van nierpatiënten helder in beeld
STAATSLOTEN?
Bescherming van
veiligheid zware taak
Kardinaal Alfrink: nieuwe wereldbrand
geen nachtmerrie van pessimisten
kerk
wereld
binnenland
„LEVEN MET EEN KUNSTNIER"
Opstelwedstrijd met voor ruim
1000 gulden aan prijzen
korte metten
Nieuw lexicon voor geschiedenis
van Nederlands Protestantisme
Frans experiment
met kerkelijke,
niet sacramentele
huwelijkssluiting
LEIDSE COURANT
DINSDAG 7 MAART 1978 PAGINA 7
Leven met een kunstnier. Vier simpele
woorden waarachter een wereld schuil
gaat met een problematiek die je als
buitenstaander hoogstens vermoedt,
maar waarvan je de draagwijdte binnen
een mensenleven in feite niet beseffen
kan. Juist daarom kreeg filmer Thijs
Ockersen van de Nier Stichting Neder
land de opdracht een film te maken
waarin de problemen van nierpatiënten
helder worden gemaakt Het is een docu
mentaire geworden van iets meer dan
een half uur waarin die onbekende we
reld zorgvuldig wordt opengelegd. Zon
der de minste dramatiek, maar met een
verademende nuchterheid, waarbij voor
al nierpatiënten zelf een enorme bijdra
ge leveren.
De feiten: Bij het uitvallen van een nier
functie ontstaat een opeenhoping van
schadelijke stoffen die de dood ten gevol
ge heeft. Er bestaat een remedie voor
zulke nierpatiënten. Ten eerste is dat de
„dialyse", een zuivering van het bloed via
een kunstnier. Een handeling die twee
keer in de week moet gebeuren in een
ziekenhuis en die vijf tot acht uur in
beslag neemt. Ten tweede is dat de trans
plantatie van een nier, een uitkomst voor
veel nierpatiënten, maar wel een met
nieuwe problemen. Wil het lichaam de
„vreemde gast" niet afstoten, dan moeten
er heel wat medicijnen geslikt worden,
die op zichzelf weer allerlei bijverschijn
selen met zich meebrengen, zoals dikker
worden en haaruitval.
Een afdeling in Diatel, Amsterdam, waar patiënten wordt geleerd zelf hun bloed
te doen met eigen apparatuur
i dialyse te zuiveren, om dat straks thuis
Marianne Spierenburg legt in „Leven met
een kunstnier" voorbeeldig uit hoe de nier
dialyse werkt
Ockersen legt in zijn film met alleen die
feiten duidelijk uit Hij maakt ze mense
lijker door een aantal patiënten te onder
vragen en te volgen op hun weg naar het
ziekenhuis en door hun leven. In de
eerste plaats doet hij dat via Marianne
Spierenburg, een zeventienjarig nierpa
tiëntje, dat tweemaal per week haar
bloed laat zuiveren. Een leuk Een luek
en vitaal meisje dat in het ziekenhuis
omstandig uitlegt hoe die bloedzuivering
in z'n werk gaat. Ze heeft met die handi
cap leren leven, is niet van plan zich erbij
bij neer te leggen en heeft samen met
haar vriend besloten tot transplantatie
(die inmiddels is geschied). Voor haar
blijkt transplantatie dé oplossing, ook al
weet ze dat er risico's aan verbonden
zijn. Die transplantatie betekent „nor
maal" verder leven, ondanks de medicij
nen en verlost zijn van de inbreuk op
haar leven die de gang naar het zieken
huis twee keer per week uiteraard is.
Terwijl haar toekomstverwachtingen ge
lukkig positief zijn, laat Ockersen daar
naast haar ouders zien bij wie Mariannes
probleem meer vraagtekens oproept. Ze
zijn weliswaar blij met Mariannes vriend,
maar willen hem goed doordringen van
de moeilijkheden die haar ziekte met zich
meebrengt in haar verdere leven.
Niet iedereen kan, of wil voor transplan
tatie kiezen. Nederland kent nu ook een
Stichting Thuisdialyse, die patiënten leert
zelf hun bloed te zuiveren. Dat gebeurt
met instructies van verplegers, door film
en via video-apparatuur die de handelin
gen registreert en terugspeelt opdat fou
ten bekeken kunnen worden. Lukt dat
eenmaal, dan kan men thuis alle appara
tuur krijgen om de dialyse te verrichten.
Een andere, unieke oplossing voor het
probleem, al moet je wel én de ruimte
én de mentaliteit voor bezitten. Thijs
Ockersen filmt nierpatiënt Beerse in
Hoofddorp, een op het oog ideale doe-het-
zelver in de dialyse, die samen met zijn
vrouw in alle rust de voorgeschreven
handelingen verricht, transplantatie af
wijst en zelf-dialyse ingepast lijkt te heb
ben in zijn levenspatroon.
Koffertje
De uitvinder van het dialyse-apparaat is
een Nederlander, Dr. Willem Kolff die in
1943 in Kampen een al bestaande theorie
aan een' eerste, log, maar bruikbaar in
strument hielp waarmee hij een vrouw
dialyseerde. Dr. Kolff werkt inmiddels
aan de universiteit van de Amerikaanse
staat Utah, in Salt Lake City, waar hij
aan het hoofd staat van de afdeling
kunstorganen. Ockersen zocht hem daar
op en laat zien dat Kolff inmiddels niet
stil gezeten heeft, maar een draagbare
kunstnier heeft ontwikkeld die de patiënt
als een soort koffertje met zich mee kan
nemen gedurende de dialyse. Hetgeen
resulteert in een beeld van een Ameri
kaan die in de tuin van het hospitaal de
zon opzoekt om daar verder te dialyse-
ren. Een grotere mobiliteit dus, en een
stap vooruit al brengt de produktie, ver
telt Dr. Kolff, problemen met zich mee
omdat de enige fabriek die de appara
tuur maakte inmiddels verdwenen is bin
nen een groter Amerikaans concern,
waar blijkbaar andere prioriteiten gel
den. De universiteit vervaardigt de
draagbare kunstnier nu zelf, maar dat
proces gaat langzaam.
„Leven met een kunstnier" maakt in elk
geval duidelijk dat er geen definitieve
oplossingen voor het probleem van nier
patiënten bestaat. Zelf-dialyse en trans
plantatie zijn de meest vergevorderde
antwoorden op die problematiek, maar
ook zij brengen hun eigen moeilijkheden
mee. Over transplantatie zijn de menin
gen zeker nog verdeeld. Dat transplanta
tie van een nier in Ockersens film, waar
voor de televisie inmiddels belangstelling
heeft, toch wat nadruk krijgt, ligt vooral
aan de „hoofdpersoon" van de film, Ma
rianne Spierenburg, die er uiteindelijk
voor kiest en er psychisch het beste mee
geholpen is. En daar kan je dan alleen
maar gelukkig mee zijn.
BERT JANSMA
De eerste bijdragen van
scholieren die meedoen
aan de opstelwedstrijd
die deze krant heeft uit
geschreven - zie de on-
derwijsbijlage Wijzer
Worden van 11 februari
jl. - zijn binnen. De op
roep om mee te doen is
wellicht aan de aan
dacht van sommigen
ontsnapt, daarom nog
maals attentie voor de
ze wedstrijd, waaraan
fantastische prijzen ver
bonden zijn met een ge
zamenlijke waarde van
meer dan duizend gul
den.
HOE ZIE IK MIJN TOEKOMST?
meedoen. Het thema is:
Hoe zie ik mijn toekom
st? Die vraag is vooral
gericht op je plannen en
wensen voor je beroep
later of op je verdere
onderwijsplannen. Een
jury zal de inzendingen
beoordelen en de win
nende opstellen uitkie
zen. Het prijzenpakket
bestaat nit: Hoofdprijs:
draagbaar Tv-toestel,
waarde 450 gulden.
Tweede prijs: draagbare
radio (National GX
300), waarde 225 gulden.
Derde prijs: draagbare
radio (National GX
280), waarde 146 gulden.
Vierde prijs: Prisma
verrekijker, waarde 129
gulden. Vijfde prijs: Ko
dak Instamatic 130 ca
mera, waarde 115 gul
den.
Inzendingen, die niet
langer mogen zijn dan
750 woorden, dienen
vóór 10 maart binnen te
zijn bij de redactie van
deze krant onder ver
melding op de envelop
pe van het thema: „Mijn
toekomst". Vermeld op
het zelfde papier als
waarop je je opstel
schrijft: naam, leeftijd,
adres, jongen of meisje,
soort onderwijs en
naam van je school. Het
is uiteraard ook moge
lijk per klas of school
meerdere opstellen tege
lijk in te zenden. Een
keuze uit de inzendin
gen zal worden gepubli
ceerd in onze beroepen-
bij la ge, die over enige
tijd zal verschijnen.
DIENST LUCHTVAART RIJKSPOLITIE:
(Van een onzer verslaggevers)
Schiphol Eigenlijk is de
Dienst Luchtvaart van het
Korps Rijkspolitie, die thans
vijfentwintig jaar bestaat uit
de nood geboren. Een instel
ling ook met een wat langere
voorgeschiedenis want toen
op 1 maart 1953 het officiële
besluit van de toenmalige mi
nister van Justitie tot instel
ling van de dienst werd afge
kondigd, harlHfrn de mannen
van de rijkspolitie op Schip
hol al heel wat werk verricht.
De huidige commandant van
die speciale tak aan de stam
van de rijksplitie-boom, luite
nant-kolonel E. E. Gerritsen,
die het zilveren feest met zijn
mannen overigens op sobere
wijze viert, (zelf zijn loopbaan
overigens bij de marechausee
begonnen) vertelt over de
wordingsgeschiedenis van de
Dienst Luchtvaart."
„Toen in 1946 het luchtvaart
bedrijf weer langzamerhand
tot ontwikkeling kwam, leef
den we in een tijd van schaar
ste aan goederen. Er heerste
nog veel armoede en de le
vensmiddelen die gaandeweg
met tal van andere goederen
als kleding en grondstoffen
voor de industrie beschikbaar
kwamen voor de bevolking
moesten gedistribueerd wor
den. De luchthaven Schiphol
was voor veel van die zaken
de aanvoerplaats en veelal ook
de opslagplaats. Diefstal was
aan de orde van de dag, de
smokkel nam hand over hand
toe en tal van zaken kwamen
bovendien op illegale wijze
ons land binnen. De platte-
landspolitie die orde op zaken
moest stellen kon dat toen niet
helemaal meer aan. Dat leidde
ertoe dat zo'n zes man Rijk
spolitie tot een recherche-
groep werden geformeerd te
neinde een oogje in het zeil te
kunnen houden en ter bestrij
ding van de misdaad. Dat wa
ren naar later bleek mensen
die ook in de luchtvaart zelf
geïnteresseerd waren. Twee
van hen zijn toen op eigen
kosten aan vlieglessen begon
nen en hebben ook het vlieg
brevet gehaald.
„Niet alleen de beveiliging van
mensen en materiaal te land,
maar ook de luchtbeveiliging
ging al gauw een rol spelen,"
weet overste Gerritsen te ver
tellen waarbij hij teruggrijpt
op de motivatie tot oprichting
van de Dienst Luchtvaart die
door kolonel jhr. B. W. F. de
Beaufort werd gehanteerd.
Die had er namelijk al op
gewezen dat het toezicht op de
militaire vliegvelden wel goed
was, maar dat op de grotere
vliegvelden, met name die wel
ke ingeschakeld waren voor
het internationaal verkeer, een
stringenter toezicht hard nodig
was. Dat gold zij het in wat
mindere mate, ook voor vlieg
velden als Eelde, Maastricht,
Eindhoven, Rotterdam.
Er ontstond een behoefte om
toezicht te krijgen op het on
derhouden van de verkeersre
gels in de lucht en men wilde
een instantie waar men zich
kon beroepen in geval van
overtredingen. Men ging in
eerste instantie dus naar de
politie, maar die zat ook wel
eens, bij gebrek aan kennis en
ervaring op het gebied van de
luchtvaart, met de mond vol
tanden. Die ervaring kreeg
echter gaandeweg betekenis
en zo langzamerhand kregen
de rijkspolitiemensen die zelf
ook vlogen, verstand van
Overste E. E. Gerritsen,
commandant van de
Dienst Luchtvaart Rijkspo
litie
luchtvaartzaken.
In die tijd ook, zeg maar in
de eerste jaren na de opleving
van de luchtvaart totdat men
met straalvliegtuigen ging lie
ven,kwamen nogal eens ernsti
ge vliegongevallen voor. De
identitificatie van de slachtof
fers leverde nog wel eens
moeilijkheden op. Dat had dan
weer ingewikkelde juridische
gevolgen en leverde ook op het
gebied van de verzekering pro
blemen op. Vandaar dat men
daarbij graag de hulp van de
politie accepteerde. Daaruit
kwam weer voort, dat mensen
van de rijkspolitie overal in de
wereld op plaatsen waar onge
vallen met een Nederlands
vliegtuig waren gebeurd, ver
schenen. Ook al weer een re
den om het groepje politie
mannen dat zich met de lucht
vaart bemoeide, uit te breiden.
En hoewel het aantal ongeluk
ken met vliegtuigen, zeker ge
meten aan het aantal toestel
len dat dagelijks in de lucht
is, op spectaculaire wijze is
verminderd, toch is er voor de
identificatieploeg helaas altijd
nog werk. De rampen zijn
minder geworden, maar het
aantal slachtoffers is per onge
val aanzienlijk groter dan
vroeger.
Een nieuwe ontwikkeling die
de noodzaak van luchtvaart-
politie onderstreepte deed zich
zo'n jaar of tien geleden voor.
Toen deed zich de eerste ka
ping van een El-Al (Israëlisch)
vliegtuig voor - overste Gerrit
sen herinnert aan de „zwarte
dag" in 1970 toen drie vliegtui
gen werden opgeblazen - en
kwam de beveiliging tegen de
terreur op gang. „Je kunt ge
rust stellen dat er op de vlieg
velden een oorlogssituatie
heerst", aldus overste Gerrit
sen die er daarbij op wijst dat
Schiphol alleen al door de lig
ging aan de rand van het Eu
ropese vaste land bijzonder
kwetsbaar is. Een situatie die
steeds meer mankracht vergt
en waaraan voorlopig nog
geen eind is te zien.
„Onze mensen zijn behoorlijk
getraind, op al die crisissitua
ties. Ze zijn er nu ook mentaal
wel aan gewend ook al legt dat
onophoudelijke fouilleren van
passagiers en patrouilleren op
grotere en kleinere luchtha
vens een zware belasting op
het personeel."
De politiemannen op Schiphol
zijn overigens geen pas-afge
zwaaide cursisten maar men
sen met een politie-ervaring
van zo'n vijf jaar en een gron
dige voorbereiding op hun
zware taak.
Materieel kan de Dienst
Luchtvaart zijn taak ook be
hoorlijk aan al is versterking
van het thans rond 450 man
tellende onderdeel langzamer
hand wel noodzakelijk gewor
den.
Men beschikt nu over vijf Ces-
sna-vliegtuigen, en over drie
helikopters van het nieuwste
type, Bolkow, waarvan er nog
twee in bestelling zijn. Neder
land heeft in het verleden
nooit zo bar veel aan inwendi
ge veiligheid gedaan maar ge
lukkig beseffen zowel de rege
ring als het parlement dat een
goede bescherming hard nodig
is en extra offers vraagt.
Speel eens samen in de Staatsloten]
met méér loten heeft u méér kansen.
Verkoopadressen in de Gouden Gids.
Per giro spelen kan ook.
Bel voor informatie: 070 - 653955.
De Staatsloterij.
1 Méérspelers, méérkansen.
Kardinaal Alfrink, president
van de internationale r.k. vre
desbeweging Pax Chris ti,
heeft in Münster in West-
Duitsland gewaarschuwd
voor het gevaar van een nieu
we wereldbrand en voor de
gevolgen van een negatieve
vredestactiek.
In zijn toespraak tot de werk
groep van katholieke academi
ci in West-Duitsland, die we
gens ziekte van de kardinaal
werd voorgelezen door de se
cretaris-generaal Carel ter
Maat, wees kardinaal Alfrink
erop, dat sedert de afloop van
de tweede, wereldoorlog in
1945 er alweer 119 oorlogen
zijn gevoerd, waarbij de legers
van 81 landen betrokken wa
ren. In die oorlogen zijn tien
tallen miljoenen doden geval
len, al meer dan in de tweede
wereldoorlog.
Als een groot winstpunt beti
telde kardinaal Alfrink het,
dat men geleerd heeft gewa
pende conflicten gelokaliseerd
te houden en daarmee een der
de wereldoorlog te vermijden.
Dit winstpunt bergt echter ook
het gevaar in zich, dat de we
reld zich in slaap laat wiegen
en gaat dromen van een blij
vende vrede in de wereld.
Volgens kardinaal Alfrink, die
8 april als president van de
internationale Pax Christi af
treedt, is het gevaar van een
nieuwe wereldbrand beslist
geen nachtmerrie van pessi
misten. Een nieuwe wereldoor
log is integendeel een zeer
reëel gevaar, waarvoor de
mensheid voortdurend op
haar hoede moet zijn.
Kardinaal Alfrink herinnert in
dit verband aan de zeer explo
sieve situatie in Noord-Ierland,
Zuidelijk Afrika, het Midden-
Oosten, Latijns-Amerika en
Azië. Brandstof voor een we
reldconflict ziet hij ook in de
onderdrukking van de men
senrechten in tal van landen.
In het bijzonder waarschuwde
kardinaal Alfrink voor het ge
vaar dat opgesloten ligt in de
voortzetting van de militaire
inspanningen, vooral op het
terrein van de atoomwapenen.
Volgens kardinaal Alfrink
wordt de internationale onvei
ligheid steeds groter als gevolg
van de moderne wapenen. Hij
noemt het daarom van het
grootste belang te zoeken naar
andere vormen van verdedi
ging. Met name de christenen
moeten hun beginselen van
verzoening en naastenliefde
letterlijk en concreet in daden
omzetten, daarnaast moeten
zij komen tot een interna tiona-
le samenwerking voor de ont
wapening.
„De tijd is gekomen" aldus
kardinaal Alfrink „dat wij
dwars door alle fronten heen
de gemeenschappelijke op
dracht en plicht van alle men
sen en alle volkeren van deze
tijd erkennen en de menselijke
geest rijp maken voor de over
winning van het wederzijdse
wantrouwen en de wederzijdse
vrees en hiervoor een algeme
ne ontwapening in de plaats
stellen"
In Den Bosch wordt op 16
december een franciscaanse
dag georganiseerd ter herden-
hing van het feit, dat 750 Jaar
geleden de eerste volgelingen
van de heilige Franciscus zich
in Den Bosch en daarmee in
Nederland vestigden. Gedacht
wordt aan een eucharistievie
ring, tentoonstellingen, lezin
gen, een presentatie van de
franciscaanse samenwerking
in Nederland, een historische
wandeling door de stad langs
oude Franciscaanse centra en
een pusel tocht voor de Jeugd.
Uit een publikatie van het Chi
nese instituut voor maatschap
pijwetenschappen blijkt, dat
studie van het boeddhisme en
andere wereldgodsdiensten in
China weer is toegestaan. Het
studieprogramma voor docto
raal studenten bevat cursus
sen in boeddhisme, islam,
taoisme en christelijke gods
diensten.
In de Westduitse kunsthan
dels en warenhuizen zijn op
het ogenblik honderden iko-
nen te koop, afkomstig uit de
Sovjet Unie. De ikonen komen
via officiële Russische han
delsorganisaties, voorzien van
een certificaat van echtheid
en een verklaring, dat zij af
komstig zijn uit bet kunstbe
zit van de staat Geconsta
teerd is echter, dat er ook
ikonen bij zijn uit de zoge
naamde „ikonostasen", dat
wil zeggen, dat zij uit kerke
lijk bezit komen. Volgens des
kundigen zijn deze ikonen dan
ook afkomstig uit onteigende
of voor andere doeleinden om
gebouwde kerken.
Onder de titel „christenen
voor ontwapening" zal op 18
maart in Frankfurt een con
gres worden gehouden op in
stigatie van een aantal predi
kanten en kerkelijke mede
werkers. Wegen zullen worden
gezocht langs welke christe
nen, zowel gemeenten als ker
ken, voor de gedachte van ont
wapening kunnen worden ge
vonden. Een der inleiders is
Leopold Nilius, directeur van
de commissie voor internatio
nale zaken van de Wereldraad
van Kerken. Van Nederlandse
zijde zal het congres worden
bijgewoond door de voorzitter
van het Interkerkelijk Vredes
beraad, drs. Ben Terveer.
Tijdens een bijeenkomst aan
de rijksuniversiteit van Ut
recht zullen vrijdag 10 maart
de eerste exemplaren worden
aangeboden van het „Biogra
fisch Lexicon voor de Ge
schiedenis van het Neder
lands Protestantisme". Het
werk bevat vijfhonderd bij
dragen van ruim veertig au
teurs. In totaal zullen vijf de
len verschijnen met rond drie
duizend artikelen.
Het werk staat onder redactie
van prof. dr. D. Nauta (voor
zitter), dr. A. de Groot (secre
taris), prof. dr. G. H. M. Post
humus Meyjes, prof. dr. O. J.
de Jong en prof. dr. S. van der
Linde. De uitgave wordt ge-
subsideerd door de Nederland
se Organisatie voor Zuiver
Wetenschappelijk Onderzoek
en is een onderzoekproject
van de theologische faculteit
van de rijksuniversiteit te Ut
recht. Via het Kerkhistorisch
Gezelschap in Nederland be
staat er nauwe samenwerking
met de kerkhistorici aan ande
re faculteiten.
Het werk knooDt aan bij de
tradities van onpartijdigheid
en wetenschappelijkheid van
de groots opgezette uitgave
van het „Biografisch Woorden
boek van protestantse Godge
leerden in Nederland", dat in
1949 moest worden afgebro
ken. Men heeft wel gekozen
voor een andere, meer be
knopte opzet om binnen af
zienbare tijd het gehele lexi
con te kunnen voltooien, mede
met het oog op de grote be
hoefte aan een bijgewerkt na
slagwerk.
Het bisdom Autun in Frankrijk is begonnen met het experi
ment van een kerkelijke maar niet-sacramentele huwelijks
sluiting. Deze vorm van huwelijkssluiting is bestemd voor
katholieken, die niet met de kerk willen breken maar zich
toch niet in staat voelen een sacramanteel huwelijk te
sluiten. Bisschop Armand Le bourgeois van Autun heeft
hiervoor de toestemming van het Vatikaan.
In dit experiment, dat door verschillende bisdommen in
Frankrijk al is overgenomen maar door andere wordt afge
wezen, benadert de kerk op positieve wijze de drie vormen
van huwelijkssluiting: het burgelijke huwelijk, het kerkelijke,
maar niet sacramentele huwelijk en tenslotte de sacramentele
huwelijkssluiting.
De bisschop van Autun is tot dit experiment overgegaan,
omdat zijn bisdom een bijzonder laag percentage van prakti
serende katholieken heeft. Het experiment wordt door de
bisschop bedoeld als een „serieuze poging om begrip te
krijgen voor de kwestie van de symboliek van de sacramente
le dimensie van het huwelijk"
Echtparen, die wel kerkelijk maar niet sacramenteel trouwen,
hebben toegang tot de communie. Het is de bedoeling van
de bisschop, dat zij geleidelijk toegroeien naar een sacramen
tele inzegening van hun huwelijk. De bisschop wijst er in
dit verband op, dat een dergelijke sacramentele inzegening
geen „tweede huwelijkssluiting" voor het echtpaar betekent,
wel een verdieping van de christelijke dimensie van hun
huwelijk.
Achtergrond van het experiment is onder meer het feit, dat
het besef van het huwelijk als sacrament slechts geleidelijk
in de kerk is gegroeid. Het kerkelijke huwelijk ontstond
eigenlijk pas in de negende eeuw. Voordien sloten alleen
priesters een kerkelijk huwelijk. Leken trouwden voor God.
Hun huwelijks was meer gebasseerd op het feit, dat zij
gedoopt waren dan op een of andere kerkelijke plechtigheid.