Leidse politie kan pretpark
niet in de hand houden'
Rijkszuivelstation in Leiden viert
met buurtbewoners 75-jarig bestaan
Vroege geboorte van
jong Arabiertje
Ontvangst van
jarig NMNH
ALTERNATIEVEN VOOR
VESTIGING BRANDWEER
Stichting Zijlwijk
wil groeien
INSTITUUT VERHUIST VOLGEND JAAR NAAR WAGENINGEN
STAD/REGIO LEIDSE COURANTWOENSDAG 1 MAART 1978 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244;u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
P. J. Blokstraat
wordt aangepakt
LEIDEN - De bewoners van de
P. J. Blokstraat hebben gehoor
gevonden bij bet gemeentebe
stuur met hun verzoek om ver
keersmaatregelen in hun straat.
Tijdens een vergadering van de
Verkeerscommissie deelde de
wethouder C. Waal mee dat na
de Cobetstraat ook de P. J.
Blokstraat aangepakt zal wor
den.
De bewoners van de P. J. Blok
straat vrezen dat met de invoe
ring van eenrichtingsverkeer in
de Cobetstraat tussen de Hoge
Rijndijk en de Kernstraat het
verkeer in hun straat zou toene
men. Wethouder Waal stelde dat
de verkeersoverlast niet zozeer
zal worden verergerd door de
maatregelen in de Cobetstraat.
Veeleer heeft de P. J. Blokstraat
te lijden van het aan en af
rijden van auto's voor het Mo
torhuis dat op de hoek van de
Blokstraat en de Hoge Rijndijk
staat.
GEEN
CONCENTRATIE
HORECA
IN
BINNENSTAD
LEIDEN - Martine Bronmeijer. sociaal kultureel werkster en Jan
v.d. Vloet, stafmedewerker van het club/buurthuis De Zeven
sprong hebben het gemeentebestuur twee alternatieve vestigings
plaatsen voor de brandweerkazerne gestuurd. Het tweetal sugge
reert de nieuwe kazerne tè bouwen op een stuk grond aan de
Oegstgeesterweg naast de spoorlijn tussen de twee viaducten
Rijnsburgerweg -Oegstgeesterstraatweg in. Als tweede alternatief
noemt men de Krantz-complexen aan de Lange Gracht.
In een brief legt het tweetal uit waarom de genoemde alternatieven
te verkiezen zijn boven het LAF-complex. „Bij het verdwijnen van
het LAF-complex zou op de vrijkomende grond plaats worden
ingeruimd voor sociale woningbouw en openbaar groen. De bewo
ners van De Kooi. Noorderkwartier en de toekomstige bewoners
van het Spoortje zijn tegen de vestiging van de nieuwe brandweer
kazerne.
De alternatieven bieden de volgende voordelen: een meer centrale
ligging: betere uitrukroute; meer directe aansluiting op de uitvals
wegen; geen onttrekking van sociale woningbouw en groenvoorzie
ning in Leiden Noord; niet gelegen in het midden van een
woonwijk; tegemoetkoming aan de wensen van de bewoners van
de binnenstad om de brandweer m het centrum te behouden.
LEIDEN - De Stichting Zijlwijk
wil haar activiteiten verder uit
breiden. Hiervoor is meer ruim
te nodig, en de stichting hoopt
dan ook de officiële toestem
ming van de gemeente te krij
gen voor het gebruik van de
openbare lagere school aan het
Regenboogpad; gisteravond
kwam de stichting voor het
eerst in deze school bijeen.
Daarnaast hoopt de stichting
dat zij af en toe gebruik kan'
maken van het wijk- en buurt-
gebouw in de Slaaghwijk. Voor
waarde voor een groei van het
aantal activiteiten is wel dat
meer mensen zich aanmelden
om mee te helpen. Belangstel
lenden kunnen zich 's avonds
opgeven bij mevr. H. van Za-
nen-van Lith. Strobloem 19. tel.
132053.
In de Grote Pers van het Stedelijk Museum de Lakenhal
vierde het Departement Leiden van de Nederlandse Maat
schappij voor Nijverheid en Handel gisteren zijn 200-jarig
bestaan Dat gebeurde met een feestelijke ontvangst van
het bestuur na een causerie van prof. dr. A. E. Cohen,
oud-rector-magnificus van de Leidse universiteit over de
cultuur van de Rijnstreek. Prof. Cohen schetste daarin in
grote lijnen de ontwikkeling van de Rijnstreek vanaf Willi-
brord en Bonifatius via de hegemonie van Leiden als
centrum van het glorieuze Rijnland uit de tijd van Karei
V toen Amsterdam en Den Haag nog geen naam mochten
hebben tot de huidige moderne tijd. Prof. Cohen prees
het jubilerende Leidse departement van de Maatschappij
voor Nijverheid en Handel om alles wat het in het belang
van de ontwikkeling van de samenleving in Rijnland had
gedaan en haalde een gedicht aan uit het jaar 1852 toen
het Departement zijn 75-jarig bestaan vierde Eendracht,
orde. eerlijkheid en arbeid waren toen de bouwstenen voor
een bloeiende handel en nijverheid en dat zijn ze nu nog.
aldus prof. dr. Cohen.
In zijn openingswoord memoreerde Departementsvoorzitter
J. Samsom (zie foto) de wapenfeiten van de Maatschappij
voor Nijverheid en Handel in Leiden Zelf voegde hij er
gisteren nog aan toe door de schenking van een cheque
aan de directeur van de Lakenhal, drs. Wurfbain. ten
behoeve van de verrijking van hot museumbezit.
(Van een onzer verslaggevers)
i LEIDEN Een concentratie van ho-
recavoorzieningen, waarbij café's een
belangrijke plaats innemen is in de
Leidse binnenstad zo goed als uitge
sloten.Het is de Leidse politie niet
mogelijk op een dergelijke geconcen-
I treerde pretwijk voldoende greep te
houden zodat activiteiten van de on
derwereld binnen de perken te houden
zijn. Dat stelde drs. Beelaerts van
Emmickhoven. opsteller van de ge
meentelijke nota inzake de Drank- en
horecaproblematiek, gisteravond in
een vergadering van de raadscommis
sie voor economische zaken.
Daarmee werd eigenlijk voor het eerst
een duidelijk negatief antwoord gege
ven op de al vaak geuite suggestie de
horeca in Leiden zoveel mogelijk te
concentreren. Daarbij werd dan onder
meer gedacht aan de omgeving van de
Beestenmarkt, waar zich nu al een
relatief groot aantal horecavestigingen
bevindt. Een pretwijk zoals bijvoor
beeld ook Amersfoort kent, acht de
opsteller van de drank- en horecanota
in Leiden geen haalbare kaart, juist
omdat de politie te kennen heeft gege
ven die niet in de hand te kunnen
houden.
Daarom is er in de jongste nota over
het cafébeleid ook naar gestreefd mid
delen aan te geven waarmee de ge
meente een door haar gewenste sprei
ding van de café's over de hele stad
zou kunnen bewerkstelligen. Zoals wij
al eerder meldden is het op grond van
de bestrijding van overlast door der
gelijke instellingen onlangs mogelijk
geworden een selectief beleid te voe
ren. Ook Leiden is dit van plan door
een aantal nieuwe verordeningen op
te stellen die het weren van overlast
van café's in woonbuurten als onder
werp hebben. Zij vormen een onder
deel van een beleidsplan voor de hore
ca in Leiden, waaraan nog druk wordt
gesleuteld op het stadhuis. Ook de
problematiek van de sluitingstijden en
de ontheffingen daarvan is hiervan
een onderdeel.
De raadsleden van de commissie voor
economische zaken onthielden zich in
navolging van hun „juridisch ge
schoolde" collega's gisteren van duide
lijke uitspraken over de drank- en
horecanota's. Ook zij gaven er in
meerderheid de voorkeur aan af te
wachten tot het totaalbeeld zichtbaar
is geworden als het beleidsplan op
tafel ligt. Dat zou nog deze raadsperio
de door de raad behandeld moeten
worden.
Gehinnik als vroegtijdige len
tebode. Dit klonk enkele da
gen geleden in de stal van
veehouder Arie van Duijn (68
jaar oud en derhalve zowat
vergroeid met zijn veestapel),
die resideert en werkt op de
boerderij Voorheen Wildoord
op het landgoed van Leeuwen
horst aan de Gooweg in
Noordwijk. Onze fotograaf,
die een scherp gehoor heeft
bewoog zich naar het geluid
toe en maakte een mooie plaat
van apetrotse boer Arie en
Arabische merrie Tilly (van 6),
over de onderdeur uitkijkend
naar haar schat van een baby.
een Arabisch veulentje, dat
Arie vooralsnog een naam ver
gat te geven.
Waarom was Arie van Duijn
apetrots? „Wel, omdat een ge
boorte als deze nooit eerder is
voorgekomen". De zoon van
Tilly komt voort uit de kort
stondige verbintenis van felo-
gende moeder met een vol
bloed Arabische hengst die
voor dit speciale doel was ge
leend. De Arabische combina
tie leidde tot een bevalling
eind februari. En dat is in
Arabische paardekringen ont
zettend vroeg in het jaar. Om
dat ik deze informatie niet ge
heel vertrouwde (ik heb eerder
een bok geschoten met dwerg-
geitjes - ik weet pas sinds en
kele weken, dat waar gedekt
wordt ook verwachtingen mo
gen worden gewekt), heb ik
me gewend tot Leids diere
narts Muurling, vraagbaak
voor iedere dierenvriend.
„Inderdaad", zo zei dokter
De hele buurt rond de
Leidse Vreewijkstraat
gaat ruim een week
feestvieren. Alsof het
een Koninginnedag was,
of een bevrijdingsfeest.
Ontvangsten, toespra
ken, wedstrijden (met
vele prijzen), een „open
huis", een puzzelwandel
tocht door de stad, wijn
proeven en een formida
bele feestavond. Van
morgen begon het al in
het Vreewijkhuis met
het aanbieden van bloe
men aan bejaarden. Wat
is er eigenlijk aan de
hand? Laat nou uitgere
kend vandaag het Rijks
zuivelstation 75 jaar
lang aan de Vreewijk-
straat zijn gevestigd.
Een bejaarde jubilaris
die erg veel gewaar
deerd en noodzakelijk
werk heeft verricht. Het
wordt meteen het laatste
feest van dit station,
want volgend jaar keert
het Rijkszuivelstation de
Sleutelstad de rug toe en
wordt het in een groter
verband ondergebracht
in Wageningen.
Hoevelen onzer hebben ooit
geweten, dat Leiden een Rijks
zuivelstation kende? Hele
volksstammen zijn naar mijn
mening altijd in onzekerheid
gebleven omtrent het bestaan
van dit zo pure en bijna boter-
malse instituut. De oprichting
van het station werd al onge
veer honderd jaar geleden ge
zien als iets dat niet uit kon
blijven. Vervalsen van boter
met vreemde vetten en andere
laakbare stoffen was toen nog
schering en inslag, op de ke
per beschouwd. Het was vaak
sappelen voor de bonafide bo-
terhandel, die deze boterver-
valsingen met lede ogen aan
zag omdat ze tot gevolg had
den, dat de goede naam van
ons nationale produkt ook in
het buitenland onbehoorlijk te
lijden had.
In zuivelbewuste kringen zon
men aldra op middelen om
aan deze hoogst ongewenste
toestand een einde te maken.
Een eerste stap in de goede
richting betekende het oprich
ten van de Vereemging tot Be
strijding van Knoeierij in de
Boterhandel, ongetwijfeld ont
sproten aan het Hollandse in
zicht, dat boter bij de vis zeer
wenselijk is. Als actiepunt (zo
werd dat in die tijd nog met
Het laboratorium van het jarige Rijkszuivelstation.
genoemd, maar men zette zich
er wel krachtdadig voor in)
stelde men tot doel, bedrog en
knoeierijen in de boterhandel
op te sporen en tegen te gaan
via wettelijke maatregelen.
Dat was in 1885.
Dertien jaar later maakte de
regering een wet aanhangig
waarin werd voorgesteld 7000
Hollandse florijnen uit te trek
ken als „kosten voor het stich
ten van een Rijkszuivelcontro-
lestation te Leiden". Een aan
merkelijk bedrag. Dat wel.
„Veuls te veul" luidde veler
oordeel en ook in de Tweede
Kamer ondervond het wets
ontwerp grote tegenstand om
dat men o.a. bevreesd was
voor de grote kosten van de
controle. Kortom, er waren zo
veel hevige bezwaren, dat het
wetsontwerp werd ingetrok
ken. In 1900 probeerde men
het nog een keer. Er werd
opnieuw een wetsontwerp in
gediend, ditmaal met het voor
stel 5000 gulden te besteden
voor het stichten van het
Rijkszuivelstation. Weer ging
er een jaar overheen en in
1901 was het eerste schaap
over de wettelijke dam en
werd de begroting voor het
goede controlerende doel aan
genomen. In Wageningen gaat
dat volgend jaar weer even
anders. Dan is daar een
nieuwbouw klaar die 15 mil
joen gulden gekost heeft. Dan
is vervuld wat in het kader
van de nieuwe wet Landbouw-
kwaliteitswet uit 1971 werd
beoogd: het samenvoegen van
een stel onderzoeklaboratoria
tot één groot laboratorium, het
Rijks Kwaliteitsinstituut voor
Land- en Tuinbouwprodukten.
Weer terug naar het begin de
zer eeuw. In maart 1903 was
de bouw van het station klaar
en werd fris van de lever met
de controlewerkzaamheden
begonnen. 'Door wettelijke
maatregelen werd het inder
daad mogelijk, de boterfraude
de slinkse kop in te drukken:
goedgekeurde zuivelprodukten
kregen b.v. het „Rijksboter-
merk". Het Rijkszuivelstation
nummerde deze botermerken.
In het begin werd dit numme
ren opgevat als een bezig
heidstherapie, want zie, het
stempelen werd uitgevoerd
door de gedetineerden in het
toenmalige Huis van Bewaring
in Leiden. „Dit geschiedde
echter niet tot volle tevreden
heid", aldus ontleen ik aan een
historisch overzicht aangaan
de de jubilaris. Wie vervolgens
aan het nummeren sloeg ver
meldt de geschiedenis niet.
Eveneens werd op het Rijks
zuivelstation een kaasmerk
ontwikkeld dat bestond uit een
ongekleurd caseïneplaatje, aan
de achterzijde bedrukt met
blauwe inkt. Klaarblijkelijk
tot volle tevredenheid, want
zowel rijksbotermerk als kaas-
merk treft men heden ten da
ge nog steeds op onze boter en
kaas aan. Uit de erop voorko
mende codering zijn de pro-
duktiedatum en de producent
te achterhalen. Door het Rijks
zuivelstation werd ook veel re-
searchwerk op zuielgebied
verricht. In de loop der jaren
werd het onderzoek uitgebreid
tot verschillende levensmidde
len. Behalve zuivelprodukten
worden nu ook minutieus mar
garine, rundvet, reuzel, eieren,
plastic voor verpakking en
veevoeder onderzocht. Belang
rijk is het onderzoek naar
voor de gezondheid schadelij
ke bestanddelen, zoals pestici
den en zware metalen. Het
Rijkszuivelstation is tevens op
genomen in het landelijk meet
net radioactieve besmetting.
De 75-jarige jubilaris gaat in
1979 zijn zegenrijk en onbe
smette werk voortzetten in
Wageningen. Node zullen we
het station zien vertrekken.
Maar eerst gaan we even ge
ducht feesten, met het Vree-
wijkhuis als centrum van ver
maak. Donderdag is er 's
avonds om 7 uur „open huis"
in het station voor familie, be
kenden en bewoners van de
Vreewijkstraat. De afdelmgen
kunnen dan worden bezich
tigd. Er is sprake van een
extra attractie voor bezoekers.
Zondag is de puzzelwandel
tocht door Leiden, met prijzen
en introductie. Volgende week
woensdag (beperkte introduc
tie. anders loopt het uit de
hand) is er wijn proeven met
kaas en brood, rijksdaalder in
schrijfgeld. Volgens het pro
gramma belooft dit een „inte
ressante avond" te worden.
Vrijdag 17 maart is het een
komen en gaan van „bekende
RZS-artiesten". eigen teelt
dus, op de feestavond, met
medewerking van The Old
Black Horse Saloon Band (en
vele verrassingen). Leidenaars
hoeven niet te dringen: Vree-
wijkers gaan vóór in de opzet
van „hun" Rijkszuivelstation.
Het wordt vast een „boter,
kaas en eieren" van het hoog
ste gehalte.
Veehouder Van Duijn met zijn -nog- naamloze Arabier
tje.
Muurling, „dit is erg vroeg
voor een Arabier. Maar maak'
het niet te bont: ook al gaat
het hier om een vrij bijzonder
voorval (eind maart, april is
normaal), het is geen unicum.
al heb ik het in mijn praktijk
nog maar zelden meege
maakt". Maar ik kan me boer
Arie's plezier toch wel voor
stellen. Met die Arabieren
weet je het nooit.