GAST VRIJ [NA IJN Je moet er maar opkomen. En dan moet jc het nog durven ook. Het lef hebben om je tot aan je adamsappel in de schulden te steken, een bank ettelijke groene flappen afhandig te maken en daannee in Amerika een voorraad blik te kopen, waarmee je de Kagerplassen royaal kunt dempen. Om vervolgens een ge heid wegwerpartikel te maken, waar het va derland al jaren op heeft zitten wachten. En dan alarmfase éen: kassa rinkelt, machines stampen dag en nacht door, thuiswerksters worden hoorndol: een nieuwe rage is geboren. De man achter het idee: Henk Brusse, 37 jaar, volle neef van Pietje Bell en Dik Trom, dood nerveuze doordrammer van huis uit. Man van twaalf ambachten en dertien eigen geldjes, die nu achter zijn punctueel aangeharkte bureau in Enschede de ene Havana na de andere verstookt en tussen de blauwe rookwolken door vriend en vijand plat maakt voor de button, door hemzelf in hoogwaardig Nederlands ver bogen tot „blikkies" In de hal achter zijn werkhok de muren zijn begroeid met blik. Er is geen speld tussen te krijgen ligt de voorraad voor één werkweek van 66 thuiswerksters, die tussen breikous en pappot de buttons stampen, waarmee Brusse zijn eigen blikveld gestadig verruimt. Gulzig geeft hij toe: „Ik ben bezeten van die dingen. Ik droom van buttons. Buttons beheersen mo menteel mijn leven, mijn hele denken en doen. Dat is tegelijk mijn makke en mijn winst: als ik ergens aan begin, dan word ik er zo door geobsedeerd, dat al het andere verbleekt en niet meer meetelt." Die tic heeft hij sinds zijn prille jeugd. Dat wenst hij eerlijk op te biechten. Die drang om de beste te zijn, de grootste in zijn soort. En dan gaf het niet of het om reclameteksten ging of om een caféomzet Enschede kan daar uit rijke voorraad over meepraten. Brusse pakt alles aan en maakt er of een succes of een gigantische puinhoop van. Hij verbouwt een fietsenkelder tot de grootste discotheek van Twente, hij opent de eerste bruine kroeg in Enschede en kan het bier niet aanslepen. Alle maal tussendoortjes, want de einduitslag is hem om het even: het spel is voor hem belangrijker dan de knikkers. De roulette maakt de rekel. „Doe wel en zie nooit om", is daarbij zijn credo, „ik heb nog nimmer ergens spijt van gehad." volksziekte Met een compagnon staat Brusse sinds 1 janua ri 1977 aan het hoofd van Recru BV, een onderneming, die het verzamelen van buttons bliksemsnel dezelfde epidemische kracht heeft geschonken als jeugdpuistjes, Russische griep en CAO-onderhandelingen. Óf je nu wilt of niet, je kunt er niet meer langs. Je zult er genadeloos aan moeten geloven. Het lijkt daarom onnodig te vermelden, dat Recru BV in het tweede jaar van zijn turbulen te bestaan al de grootste button-producent van Nederland, pakweg Europa is. „Een kwestie van prijs, levertijd en rechten", legt Brusse uit, „we zitten er op als een bok op de haverkist. We beknibbelen bij de aankoop van blik op tienden van centen en daardoor kunnen we een button offeren, die geen mens voor onze prijs kan leveren. Zo simpel is het zaken doen." Hong Kong vecht weliswaar terug, werpt wan hopig ook wat blikken in de toekomst, maar zelfs de vlijtigste Chinees kan het tempo van de grote opperstamper uit Enschede niet bijbe nen. Brusse diept wat monsters van de concur rentie op en schuift ze walgend over zijn bureau. „Bekijk de kwaliteit", gebiedt hij. „ver gelijk hun spelden met de mijne. Bestudeer hun fletse plaatjes met aandacht En dan heb je het antwoord op de vraag, waarom wij binnen veertien maanden kans hebben gezien aan de top te komen. Het is om je te bescheuren." Als Brusse uitgeschaterd is en een nieuwe bolknak tussen de lippen heeft geperst, geeft hij opening van zaken: wekelijks werpt hij nu zo'n half miljoen buttons in de strijd. Buttons met het portret van de Zweedse superpopgroep Abba, met de hoofden van het Nederlandse elftal en van de populaire Holly Hobby figuren. De klant is koning en wat hij op zijn buttons gedrukt wenst te zien, wordt onverwijld door de thuiswerksters van Recru in de gewenste hoeveelheid gestampt. „Dit is de nieuwe rage", waarschuwt Brusse, „dit kan alleen nog groeien. Er zijn in Neder land 1,2 miljoen potentiële klanten tussen de 6 en 12 jaar en dat leger heeft maar één verlangen: buttons sparen en buttons ruilen. En waar moeten ze aankloppen om aan hun trek ken te komen? Juist, je mag nooit meer raden." Recru heeft tot nog toe 10 miljoen buttons weggestampt. Dat zullen er aan het einde van het jaar 60 70 miljoen zijn geworden, „voor eind juni heeft Brusse al de plicht om 15 miljoen stuks af te leveren aan klanten, die als leeuwen hebben gevochten om in zijn orderpor tefeuille te komen. Daaronder fabrikanten van spijkerbroeken en politieke partijen, die in de strijd om de gunst van het kiezersvolk willen bewijzen, dat het uitsluitend blik is, wat er blinkt op het Binnenhof. „En dat zal zo doorgaan tot eind 1979", rekent Brusse voor, „tot die tijd zullen we de produk- tie steeds moeten verhogen om aan de stijgende vraag te voldoen. Daarna is de koek op en het volk verzadigd. Tegen die tijd zullen we dus een nieuwe rage moeten lanceren om onze zaak draaiende te houden. Wat denk je? Liggen de uitgewerkte plannen voor die nieuwe rage al in mijn la? Je mag echt nooit meer raden." lasvegas Hoe komt een mens nu op zo'n idee? Het woord is wederom aan Henk Brusse: „Ik ben een jaar of wat in de journalistiek werkzaam geweest. Nee, nee, ik had nooit ambitie in die richting gehad, maar op een gegeven moment moest er wel brood op de planken komen. En dat cafele- ven trok me niet langer. Je zit hele dagen tussen je zestig soorten whisky en zonder het zelf te willen, loop je op een gegeven moment pontificaal voorop in de stoet. Je huiselijke leven gaat naar de knopnen, je staat om half vier 's nachts in het brakke ochtendlicht de duifjes op de markt te voeren. Toen er dan ook een man in de zaak kwam, die vroeg, of hij portier bij me kon worden, heb ik gezegd „Sterker nog, je kunt het boeltje kopen." Ik ben daarna eerst correspondent geweest van het ANP Berichten uit de regio doorgeven, leuke nieuwtjes, tips. Ik dacht: „dat kan toch nooit zo moeilijk zijn." En dat bleek ook in de praktijk. Mijn voorgangers kwamen nooit ver der dan tien, hooguit vijftien berichten. Ik had er weken bij met 70. Toen kwam „Deze Week", de misser van Wibo van der Linden. Hij had gehoord, wat ik in Twente allemaal overhoop haalde en zag me wel zitten. Binnen de kortste keren schreef ik mijn eerste cover-story en vanaf dat moment deed ik het grote reportagewerk. Een prima tijd voor deze jongen. En daarom was het doodjam mer, dat het blad na 36 weken is opgedoekt. Ik zat op de redactie een opzienbarende repor tage te schrijven, toen ze het me kwamen te vertellen. „Het hoeft niet meer Brusse. De zaak is failliet". Ik kon wel janken. Gelukkig bestond Story nog wel en daar kon ik gelijk aan de slag. Een degradatie, zeg je. Oh, doe jij ook al mee aan dat modieuze geklets. En waarom heeft Story dan een oplage van 700.000 stuks? Juist, omdat er klaarblijke lijk behoefte is aan zo'n rose roddelblad De mensen willen weten, hoe warmpjes Willem Duys er in Frankrijk bij zit en hoe prinses Christine in New York leeft Allemaal loos geklets, tot je dienst. Duimzuigerij voor een deel. Prima. Maar zolang het wordt gevreten is het de moeite waard om het te maken. Alleen voor de schrijvers is het een uitputtingsslag, die uiteindelijk tot zelfmoord leidt. Als je aan je twaalfde verhaal over André van Duyn bezig bent denk je wanhopig: „Wat moet ik in vre desnaam nou weer over die man schrijven"? Je hebt al gemeld, dat ie met mes en vork eet en dat ie tweemaal daags in zijn neus pulkt En tenslotte weet je niks meer te verzinnen. fanaat In dat stadium van mijn journalistieke bliksem carrière maakte ik een reis naar Califomië. Zes en twintig reportages in drie weken. Elke dag twee filmsterren inzepen en scheren, want als ik wat doe. ben ik een fanaat Op een gegeven moment loop ik in het Circus-gebouw in Las Vegas tegen een man op, die een instantfoto van je maakte en er een button van stampte. „Dat zou een grote handel kunnen zijn", dacht ik, „Henk, voor de zekerheid toch maar effe informeren, waar de fabrikant van die machine te bereiken is. Je kunt nooit weten. Als je straks een sik hebt van de journalistiek, kun je altijd nog buttons gaan maken". Toen het even later inderdaad mis ging bij Story maakte Brusse een kennis warm voor zijn kersverse idee om Nederland s tan te pede onder het blik te bedelven. Ze reisden samen naar New York, waar ze na uren de bewuste fabrikant aantroffen in het smerigste optrekje op dit ondermaanse. Toen de man ook nog uit de bus kwam met een offerte, waarin je de woekerwinst op mijlen afstand al rook. hield Brusse de koopman voor gezien en trok hij zich in zijn hotelkamer terug met de gele gids van New York, .waarin hij onder het rubriekshoofd „BUTTON-FABRIEKEN" alle leveranciers op zocht Het werd uiteindelijk Philips in Newark, een gigant, die elke maand voorgevormd blik levert voor 25 miljoen buttons. Daar plaatste Brusse met groot lef een order voor 50.000 blikjes en tien stampers, toch altijd nog een rib van vijftig rooien uit zijn lijf. En daarmee was de rage in Nederland geboren. In het begin stond Brusse weliswaar gelijk zuster Anna op de uitkijk en zag hij niets komen, dat op een potentiële klant leek. Maar toen de klant commerciële zich bij zijn stamper had gemeld de WD, die 10.000 buttons voor de verkiezingsslag bestelde stond Recru ge lijk in volle zomerbloei „In de trein naar huis", herinnert Brusse zich, „heb ik luidkeels zitten zingen. En ik ben ook gelijk lid van die club geworden. Voor wat hoort wat nietwaar?" En daar zit ie nu: Brusse, de man. die het zoveelste gat in de markt ontdekte. Journalist in ruste, gewezen cafébaas, uitvinder van de bloemenservice (elke nieuwe inwoner in 100 Nederlandse gemeentes kreeg namens de plaat selijke middenstand een welkomstruiker plus wat nuttige adressen. Kassa), ex-discotheekhou der. En nu specialist in rage's; 500.000 buttons per week, „worden er binnenkort anderhalf miljoen per week", waarschuwt hij grootmoe dig. Thomassen en Drijver, de grootste blikfabri- kant van Nederland, heeft opeens zeer grote interesse in de winkel van Brusse. Een jaar geleden stuurden ze hem nog weg met de honende kreet: „Wat denkt u eigenlijk meneer. Wij leveren niet aan schnabbelaars." „Nu tel ik opeens weer mee", stelt Brusse tot volle tevredenheid vast, „dat is weer eens een ander gevoel. De keren, dat ik in mijn leven op mijn bek viel, ben ik door het lieve vader land prompt weggehoond. Op zo'n moment deugde er niks meer aan Brusse. Toch ga ik nu niet omzien in wrok. Disney is ook zes keer failliet verklaard, voordat het hem eindelijk lukte. Als ik zo'n toko krijg als hij ben ik voorlopig weer tevreden." lil* HOLLYWOOD Hollywood stinkt naar vuile was. Vooral de laatste tijd riekt de glamour- wereld van de „Grote Illusie" naar corruptie, verduistering en ook naar geldwolven met scheermesjes achter de ellebogen. Sommigen nemen het niet langer en gooien wat ramen open. Maar de meeste Hollywoodsterren steken hun rood-beschaamde koppen liever in het zand, dan dat ze deze malafide praktijken mede aan de kaak stellen. Natuurlijk zijn ze bang voor hun verdere carrière. Want aan verklikkers hebben de „big shots" van de filmindustrie een broertje dood. Symbool van het corrupte Hollywood is David Begelman, de almachtige directeur van Colum bia Pictures in Burbank, Califomië. Medio januari kwam aan het licht, dat hij vorig jaar meer dan zestigduizend dollar had verduisterd door trucjes met even valse als vette cheques. Toen de boekhouder zijn directeur als fraudeur ontmaskerde, stuurde de geschokte raad van commissarissen Begelman met ziekteverlof. Want had hij niet deemoedig opgebiecht, dat „een neurotische drang tot zelfvernietiging" hem tot deze zonde had gedreven..? „Ga maar zeilen, dan waait het vanzelf weg. En dan ben je tevens ver weg van de met modder gooiende pers", gaven de commissarissen hem als advies mee. Maar Begelman behoort tot het ras van al die „begelmannetjes" die zich onvervangbaar vinden. Zijn remedie werkte sneller dan zeilen. Hij betaalde het gestolen geld terug: En liet de boekhouder blozen toen hij ook nog royaal de gederfde rente er boven op deed. Meteen mocht Begelman weer in de ivoren toren van Colum bia. Per slot van rekening was hij het, die enkele jaren geleden deze bijna bankroete film fabriek weer in de slappe was zette met kassa krakers als „The Deep" en zeer recent met „Close Encounters of the Third Kind". Maar het rumoer van de man in de straat werd heviger. De Begelman-affaire bracht bijna elke dag meer vuile was aan de Hollywood-lijn. Begelman werd een vaste kop in de kranten. De voor corruptieschandalen gevoelige aande len van Columbia Pictures tuimelden omlaag. Sinds en door de Begelman-affaire is een van de grootste aandeelhouders meer dan een half miljoen dollar minder rijk geworden. Dus zal het wel een kwestie van tijd en een gouden handdruk zijn, voordat de krachtpatser Begel man op straat staat. En daar wordt hij opgewacht door Sid Lufts advocaten. Sid Luft, een van de ex-echtgenoten van de in 1969 overleden Hollywood-star Judy Garland, heeft de rechter attent gemaakt op een vergeelde beschuldiging tegen Begelman wegens het verduisteren van minstens 200.000 dollar. In de jaren zestig was David Begelman manager van actrice Garland (moeder van de nu verafgode Liza Minnelli). Samen met Fred Fields, nu filmproducent in Hollywood, be stuurde Begelman de Creative Management Associates. Aan creativiteit heeft het dit duo blijkbaar niet ontbroken. Want waar Garland zich ook vertoonde, daar liet ze cheques achter ten name van het tweetal zonder het zelf te weten. Een keer liet Begelman, zo weet Luft zich glashelder te herinneren, vijftigduizend dollar overmaken van Garlands saldo naar zijn bank rekening in New York. Toen Luft daar lucht van kreeg, verschool Begelman zich achter een mistige Brit, die hij met dit bedrag het zwijgen had opgelegd. De tot op heden onbekende Brit zou namelijk in een Londens ziekenhuis enkele minder fraaie plaatjes van Judy gemaakt heb ben, waarmee hij haar nu chanteerde. Luft geloofde er niets van. Maar mocht van zijn vrouw niet naar de rechter rennen, omdat het Een opname uit de film „Close Encounters" duo Begelman en Fields haar zojuist een massa geld opleverende televisierol had beloofd. „En stel dót ze daadwerkelijk honderdduizenden dollars van mij hebben verduisterd... veeg het maar onder het tapijt, liefje", was haar advies. In 1965 stapten ze toch naar de rechter. Echter niet voor het aangeven van een miljoenenver duistering, maar voor een echtscheiding. Nog geen jaar later stond Judy weer bij haar ex- man op de stoep. Ze was platzak en had nu dan ook geen bezwaar tegen het aanspannen van een proces tegen het duo Begelman-Fields. De eis luidde niet minder dan 2,5 miljoen dollar schadevergoeding. Het tweetal kreunde, maar kende Judy's zwakke plek, namelijk een gou domrand filmcontract. Nauwelijks was haar handtekening opgedroogd of ze trok haar aan klacht in. Sidney Luft zegt genoeg bewijsmate riaal in huis te hebben om Begelman alsnog aan de balie te spijkeren. Sean Connery, de wat versleten agent 007 uit verpletterende Bond-films, voelt zich de laatste tijd ook onpasselijk in Hollywood. Bij Allied Artists Pictures heeft hij, samen met collega Michael Caine, een mand vuile was op de stoep gezet. Beide acteurs hebben namelijk nog veel geld te goed voor hun hoofdrol in de film „The Man Who Would Be King". Tijdens een pauze tussen de opname van de MGM-film „Meteor" wil Sean best kwijt, dat Allied Artists „bij elk van ons voor 109.246 dollar in het krijt staat" Dat Connery een Schot is, heeft niets te maken met deze naar geld stinkende affaire, die inmid dels door Sean en Michael aanhangig is ge maakt bij de Federal Court in New York. „Wat wij nu bloot leggen is slechts het topje van de ijsberg, van de gigantische corruptie in de filmindustrie van Amerika, waar iedereen iede reen voor de rechter sleept of dreigt te slepen. Maar waar niemand aan het langste eind trekt. De meeste „big shots" denken: als we het maar lang genoeg rekken, dan vloeit ook dit proces vanzelf de Stille Oceaan in. Maar dan zullen ze dit keer toch op hun neus kijken. Want ik laat me door niemand bestelen", aldus een grimmige Connery. Normaal gesproken zouden hij en Caine voor „The Man Who Would Be King" elk een honorarium van 50.000 dollar plus tien procent van de opbrengst beuren. Maar Allied Artists zat wat krap bij kas. Dus tekenden beiden voor de helft, zijnde 250.000 inflatoire dollars en vijf procent van de op brengst. „Deze film heeft nu zegge en schrijven 8.207.998 dollar opgebracht Natuurlijk weet ik wat rekenen is, dus krijgen Caine en ik elk ruim 1 miljoen." Allied Artists staat op zijn achterste benen, zowel over de eis als over de rechtzaak, maar vooral over het openbaar ma ken van het conflict. Advocaten van de in de wiek geschoten filmmaatschappij hebben Caine Connery dan ook gedreigd hun wegens smaad en laster voor de rechter te dagen, waarbij gedacht wordt aan een te eisen smarte- geld van hooguit drie miljoen dollar. Van dit dreigement trekt de oude Bond niet wit weg. „Het wordt de hoogste tijd, dat we al die Mickey Mouse-advocaten en hun opdrachtge vers op Beverly Hills de woestijn in jagen. Ik heb namelijk schoon genoeg van die Bel Air commune, waar alleen maar mensen wonen, die hun handen nooit vuil maken." De kiem van de corruptie ligt in het film- en/of televisiecontract. In deze minstens 50 pagina's dikke contracten met al hun verraderlijke voet nootjes wordt onder meer geregeld hoe de opbrengsten worden verdeeld. Hiervoor han teert men in Hollywood een punten-systeem. De kapper krijgt bijvoorbeeld tien punten, de ca meraman vijftig, de hoofdrolspeler zeventig en de producent negentig. Dit systeem is algemeen aanvaard en op het eerste gezicht zo eerlijk als goud. Maar als er echt goud in het spel komt en daar praat je over als je verneemt, dat Hollywood vorig jaar goed was voor een totaal- opbrengst van dik drie miljard dollar dan gaan de scheermesjes- op de ellebogen van hen, die het eerste aan de bak vol geld willen komen. Hoe meer punten je hebt, claimt of je toe-eigent, hoe langer je mag graaien. Neem bijvoorbeeld Francis Ford Coppola. Zijn regie- punten voor de „Godfather" leverden hem 1,2 miljoen dollar op. Of pak David Brown en Richard Zanuck, producenten van de meer dan 400.000.000 dollar bueenfiehaote ..Jaws". Beiden zijn nu 20 miljoen dollar rijker Maar niet elke houder van waardevolle punten krijgt zijn deel van de koek. Sidney Finger, directeur van de accountantsfirma Solomon Finger, zegt dat in de filmwereld de contracten vaak anders worden uitgelegd dan gebruikelijk is in de zakenwereld. Finger heeft recht van spreken. Want zijn firma houdt zich hoofdzakelijk met film- en televisie- contracten bezig. De verdeling heeft alleen betrekking op de opbrengst van de film, ont daan van alle kosten. Juist daarin zit hem de kneep. Studio's mogen het basis-budget verzwa ren met tien tot vijftien procent voor „onvoor ziene uitgaven" Gaat een producent het bud get te boven, dan worden hij en de mede-pun- ten-bezitters daarvoor zelfs gestraft met een boete van twee dollar voor elke dollar, waar mee het budget is overschreden. „Een oneerlijke boete", vindt Gary Stromberg, producent van de film „Car Wash". „Want deze boete-clausule is in feite een aansporing voor de studio om het met het opstellen van de begroting niet zo nauw te nemen." Stromberg ligt momenteel overhoop met Universal voor wat betreft de opbrengst van „Car Wash". Hij speelt het echter niet al te hard: „Vergeet niet, dat Universal me 2 miljoen dollar heeft gegeven om deze film te mogen maken." De meeste sterren en mindere goden zijn vaak zo ingenomen met een film-contract, dat ze zich blind staren op de handtekening, waardoor ze geen oog meer hebben voor de voetangels en voetnoten. Draait een film uitstekend, dan heeft dat ook een positieve uitwerking op winstge vende neven-produkten als elpees van de origi nele filmmuziek, posters en boeken, overge schreven van het draaiboek. Bijvoorbeeld: van het boek „Star Wars" gebaseerd op de gelijkna mige film-kraker, verwacht men minstens vijf miljoen exemplaren te verkopen. Tel uit je winst! Behalve voor de plotseling wakker geworden houders van in de winst delende punten. Niet voor niets rennen Hollywood-advocaten zich een voortijdige hartverlamming van de ene naar de andere rechter, als hun cliënt weer ergens een asbak of een T-shirt heeft ontdekt met hun beeltenis erop. Meestal begint het gedonder al binnen de studio als de houders hun punten komen verzilveren. Dan blijkt dat de directie „zich helaas genoodzaakt heeft ge zien extra en onvoorziene kosten af te trekken" De meesten hijgen van woede, maar hollen niet naar de rechter, omdat ze aan hun „vrouw en kinderen moeten denken" William Peter Blatty kan erover meepraten. Als auteur van de duivelse film „The Exorcist" meent hij, dat Warner Bros hem te kort heeft gedaan. De film bracht 110 miljoen dollar op, waarvan Warner Bros schoon 46 miljoen dollar in de zak stopte. Blatty beweert, dat de film- bonzen ten onrechte anderhalf miljoen aan extra kosten hebben opgevoerd, zodat zijn deel van de koek beduidend kleiner is uitgevallen. Sinds 1975 slaan beide partijen elkaar voor de rechter in Los Angeles om de oren met cijfers en nog eens cijfers. Ook „Exorcist"-regisseur William Friedkin kan Warner Bros wel vevloe- ken. Hij is het allerminst eens met de boete, die de filmgigant het heeft opgelegd vanwege het met 7,5 miljoen overschrijden van het bud get. dat maar voor vier miljoen dollar ruimte had. Warner Bros laat weten de handen in onschuld te wassen. En sluit zich dankbaar aan bij Bob Evans, een oude film-rot, die moppert: „Iede reen denkt, dat iedereen in Hollywood rijk is, in kastelen woont en dus lief is." Met klagen krijg je de vuile was niet schoon. HANSTOONEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 17