GAST
VRIJ
[NA
IJN
Je moet er maar opkomen. En dan moet jc
het nog durven ook. Het lef hebben om je tot
aan je adamsappel in de schulden te steken,
een bank ettelijke groene flappen afhandig te
maken en daannee in Amerika een voorraad
blik te kopen, waarmee je de Kagerplassen
royaal kunt dempen. Om vervolgens een ge
heid wegwerpartikel te maken, waar het va
derland al jaren op heeft zitten wachten. En
dan alarmfase éen: kassa rinkelt, machines
stampen dag en nacht door, thuiswerksters
worden hoorndol: een nieuwe rage is geboren.
De man achter het idee: Henk Brusse, 37 jaar,
volle neef van Pietje Bell en Dik Trom, dood
nerveuze doordrammer van huis uit. Man van
twaalf ambachten en dertien eigen geldjes, die
nu achter zijn punctueel aangeharkte bureau
in Enschede de ene Havana na de andere
verstookt en tussen de blauwe rookwolken door
vriend en vijand plat maakt voor de button,
door hemzelf in hoogwaardig Nederlands ver
bogen tot „blikkies"
In de hal achter zijn werkhok de muren zijn
begroeid met blik. Er is geen speld tussen te
krijgen ligt de voorraad voor één werkweek
van 66 thuiswerksters, die tussen breikous en
pappot de buttons stampen, waarmee Brusse
zijn eigen blikveld gestadig verruimt. Gulzig
geeft hij toe: „Ik ben bezeten van die dingen.
Ik droom van buttons. Buttons beheersen mo
menteel mijn leven, mijn hele denken en doen.
Dat is tegelijk mijn makke en mijn winst: als
ik ergens aan begin, dan word ik er zo door
geobsedeerd, dat al het andere verbleekt en niet
meer meetelt."
Die tic heeft hij sinds zijn prille jeugd. Dat
wenst hij eerlijk op te biechten. Die drang om
de beste te zijn, de grootste in zijn soort. En
dan gaf het niet of het om reclameteksten ging
of om een caféomzet Enschede kan daar uit
rijke voorraad over meepraten. Brusse pakt
alles aan en maakt er of een succes of een
gigantische puinhoop van. Hij verbouwt een
fietsenkelder tot de grootste discotheek van
Twente, hij opent de eerste bruine kroeg in
Enschede en kan het bier niet aanslepen. Alle
maal tussendoortjes, want de einduitslag is hem
om het even: het spel is voor hem belangrijker
dan de knikkers. De roulette maakt de rekel.
„Doe wel en zie nooit om", is daarbij zijn credo,
„ik heb nog nimmer ergens spijt van gehad."
volksziekte
Met een compagnon staat Brusse sinds 1 janua
ri 1977 aan het hoofd van Recru BV, een
onderneming, die het verzamelen van buttons
bliksemsnel dezelfde epidemische kracht heeft
geschonken als jeugdpuistjes, Russische griep
en CAO-onderhandelingen. Óf je nu wilt of
niet, je kunt er niet meer langs. Je zult er
genadeloos aan moeten geloven.
Het lijkt daarom onnodig te vermelden, dat
Recru BV in het tweede jaar van zijn turbulen
te bestaan al de grootste button-producent van
Nederland, pakweg Europa is. „Een kwestie
van prijs, levertijd en rechten", legt Brusse uit,
„we zitten er op als een bok op de haverkist.
We beknibbelen bij de aankoop van blik op
tienden van centen en daardoor kunnen we een
button offeren, die geen mens voor onze prijs
kan leveren. Zo simpel is het zaken doen."
Hong Kong vecht weliswaar terug, werpt wan
hopig ook wat blikken in de toekomst, maar
zelfs de vlijtigste Chinees kan het tempo van
de grote opperstamper uit Enschede niet bijbe
nen. Brusse diept wat monsters van de concur
rentie op en schuift ze walgend over zijn
bureau. „Bekijk de kwaliteit", gebiedt hij. „ver
gelijk hun spelden met de mijne. Bestudeer hun
fletse plaatjes met aandacht En dan heb je het
antwoord op de vraag, waarom wij binnen
veertien maanden kans hebben gezien aan de
top te komen. Het is om je te bescheuren."
Als Brusse uitgeschaterd is en een nieuwe
bolknak tussen de lippen heeft geperst, geeft
hij opening van zaken: wekelijks werpt hij nu
zo'n half miljoen buttons in de strijd. Buttons
met het portret van de Zweedse superpopgroep
Abba, met de hoofden van het Nederlandse
elftal en van de populaire Holly Hobby figuren.
De klant is koning en wat hij op zijn buttons
gedrukt wenst te zien, wordt onverwijld door
de thuiswerksters van Recru in de gewenste
hoeveelheid gestampt.
„Dit is de nieuwe rage", waarschuwt Brusse,
„dit kan alleen nog groeien. Er zijn in Neder
land 1,2 miljoen potentiële klanten tussen de
6 en 12 jaar en dat leger heeft maar één
verlangen: buttons sparen en buttons ruilen. En
waar moeten ze aankloppen om aan hun trek
ken te komen? Juist, je mag nooit meer raden."
Recru heeft tot nog toe 10 miljoen buttons
weggestampt. Dat zullen er aan het einde van
het jaar 60 70 miljoen zijn geworden, „voor
eind juni heeft Brusse al de plicht om 15
miljoen stuks af te leveren aan klanten, die als
leeuwen hebben gevochten om in zijn orderpor
tefeuille te komen. Daaronder fabrikanten van
spijkerbroeken en politieke partijen, die in de
strijd om de gunst van het kiezersvolk willen
bewijzen, dat het uitsluitend blik is, wat er
blinkt op het Binnenhof.
„En dat zal zo doorgaan tot eind 1979", rekent
Brusse voor, „tot die tijd zullen we de produk-
tie steeds moeten verhogen om aan de stijgende
vraag te voldoen. Daarna is de koek op en het
volk verzadigd. Tegen die tijd zullen we dus
een nieuwe rage moeten lanceren om onze zaak
draaiende te houden. Wat denk je? Liggen de
uitgewerkte plannen voor die nieuwe rage al
in mijn la? Je mag echt nooit meer raden."
lasvegas
Hoe komt een mens nu op zo'n idee? Het woord
is wederom aan Henk Brusse: „Ik ben een jaar
of wat in de journalistiek werkzaam geweest.
Nee, nee, ik had nooit ambitie in die richting
gehad, maar op een gegeven moment moest er
wel brood op de planken komen. En dat cafele-
ven trok me niet langer. Je zit hele dagen
tussen je zestig soorten whisky en zonder het
zelf te willen, loop je op een gegeven moment
pontificaal voorop in de stoet. Je huiselijke
leven gaat naar de knopnen, je staat om half
vier 's nachts in het brakke ochtendlicht de
duifjes op de markt te voeren. Toen er dan
ook een man in de zaak kwam, die vroeg, of
hij portier bij me kon worden, heb ik gezegd
„Sterker nog, je kunt het boeltje kopen."
Ik ben daarna eerst correspondent geweest van
het ANP Berichten uit de regio doorgeven,
leuke nieuwtjes, tips. Ik dacht: „dat kan toch
nooit zo moeilijk zijn." En dat bleek ook in de
praktijk. Mijn voorgangers kwamen nooit ver
der dan tien, hooguit vijftien berichten. Ik had
er weken bij met 70.
Toen kwam „Deze Week", de misser van Wibo
van der Linden. Hij had gehoord, wat ik in
Twente allemaal overhoop haalde en zag me
wel zitten. Binnen de kortste keren schreef ik
mijn eerste cover-story en vanaf dat moment
deed ik het grote reportagewerk. Een prima tijd
voor deze jongen. En daarom was het doodjam
mer, dat het blad na 36 weken is opgedoekt.
Ik zat op de redactie een opzienbarende repor
tage te schrijven, toen ze het me kwamen te
vertellen. „Het hoeft niet meer Brusse. De zaak
is failliet". Ik kon wel janken.
Gelukkig bestond Story nog wel en daar kon
ik gelijk aan de slag. Een degradatie, zeg je.
Oh, doe jij ook al mee aan dat modieuze
geklets. En waarom heeft Story dan een oplage
van 700.000 stuks? Juist, omdat er klaarblijke
lijk behoefte is aan zo'n rose roddelblad De
mensen willen weten, hoe warmpjes Willem
Duys er in Frankrijk bij zit en hoe prinses
Christine in New York leeft Allemaal loos
geklets, tot je dienst. Duimzuigerij voor een
deel. Prima. Maar zolang het wordt gevreten
is het de moeite waard om het te maken. Alleen
voor de schrijvers is het een uitputtingsslag,
die uiteindelijk tot zelfmoord leidt. Als je aan
je twaalfde verhaal over André van Duyn bezig
bent denk je wanhopig: „Wat moet ik in vre
desnaam nou weer over die man schrijven"?
Je hebt al gemeld, dat ie met mes en vork eet
en dat ie tweemaal daags in zijn neus pulkt
En tenslotte weet je niks meer te verzinnen.
fanaat
In dat stadium van mijn journalistieke bliksem
carrière maakte ik een reis naar Califomië. Zes
en twintig reportages in drie weken. Elke dag
twee filmsterren inzepen en scheren, want als
ik wat doe. ben ik een fanaat Op een gegeven
moment loop ik in het Circus-gebouw in Las
Vegas tegen een man op, die een instantfoto
van je maakte en er een button van stampte.
„Dat zou een grote handel kunnen zijn", dacht
ik, „Henk, voor de zekerheid toch maar effe
informeren, waar de fabrikant van die machine
te bereiken is. Je kunt nooit weten. Als je
straks een sik hebt van de journalistiek, kun
je altijd nog buttons gaan maken".
Toen het even later inderdaad mis ging bij
Story maakte Brusse een kennis warm voor
zijn kersverse idee om Nederland s tan te pede
onder het blik te bedelven. Ze reisden samen
naar New York, waar ze na uren de bewuste
fabrikant aantroffen in het smerigste optrekje
op dit ondermaanse. Toen de man ook nog uit
de bus kwam met een offerte, waarin je de
woekerwinst op mijlen afstand al rook. hield
Brusse de koopman voor gezien en trok hij zich
in zijn hotelkamer terug met de gele gids van
New York, .waarin hij onder het rubriekshoofd
„BUTTON-FABRIEKEN" alle leveranciers op
zocht
Het werd uiteindelijk Philips in Newark, een
gigant, die elke maand voorgevormd blik levert
voor 25 miljoen buttons. Daar plaatste Brusse
met groot lef een order voor 50.000 blikjes en
tien stampers, toch altijd nog een rib van vijftig
rooien uit zijn lijf.
En daarmee was de rage in Nederland geboren.
In het begin stond Brusse weliswaar gelijk
zuster Anna op de uitkijk en zag hij niets
komen, dat op een potentiële klant leek. Maar
toen de klant commerciële zich bij zijn stamper
had gemeld de WD, die 10.000 buttons voor
de verkiezingsslag bestelde stond Recru ge
lijk in volle zomerbloei „In de trein naar huis",
herinnert Brusse zich, „heb ik luidkeels zitten
zingen. En ik ben ook gelijk lid van die club
geworden. Voor wat hoort wat nietwaar?"
En daar zit ie nu: Brusse, de man. die het
zoveelste gat in de markt ontdekte. Journalist
in ruste, gewezen cafébaas, uitvinder van de
bloemenservice (elke nieuwe inwoner in 100
Nederlandse gemeentes kreeg namens de plaat
selijke middenstand een welkomstruiker plus
wat nuttige adressen. Kassa), ex-discotheekhou
der. En nu specialist in rage's; 500.000 buttons
per week, „worden er binnenkort anderhalf
miljoen per week", waarschuwt hij grootmoe
dig.
Thomassen en Drijver, de grootste blikfabri-
kant van Nederland, heeft opeens zeer grote
interesse in de winkel van Brusse. Een jaar
geleden stuurden ze hem nog weg met de
honende kreet: „Wat denkt u eigenlijk meneer.
Wij leveren niet aan schnabbelaars."
„Nu tel ik opeens weer mee", stelt Brusse tot
volle tevredenheid vast, „dat is weer eens een
ander gevoel. De keren, dat ik in mijn leven
op mijn bek viel, ben ik door het lieve vader
land prompt weggehoond. Op zo'n moment
deugde er niks meer aan Brusse. Toch ga ik
nu niet omzien in wrok. Disney is ook zes keer
failliet verklaard, voordat het hem eindelijk
lukte.
Als ik zo'n toko krijg als hij ben ik voorlopig
weer tevreden."
lil*
HOLLYWOOD Hollywood stinkt naar vuile
was. Vooral de laatste tijd riekt de glamour-
wereld van de „Grote Illusie" naar corruptie,
verduistering en ook naar geldwolven met
scheermesjes achter de ellebogen. Sommigen
nemen het niet langer en gooien wat ramen
open. Maar de meeste Hollywoodsterren steken
hun rood-beschaamde koppen liever in het
zand, dan dat ze deze malafide praktijken
mede aan de kaak stellen. Natuurlijk zijn ze
bang voor hun verdere carrière. Want aan
verklikkers hebben de „big shots" van de
filmindustrie een broertje dood.
Symbool van het corrupte Hollywood is David
Begelman, de almachtige directeur van Colum
bia Pictures in Burbank, Califomië. Medio
januari kwam aan het licht, dat hij vorig jaar
meer dan zestigduizend dollar had verduisterd
door trucjes met even valse als vette cheques.
Toen de boekhouder zijn directeur als fraudeur
ontmaskerde, stuurde de geschokte raad van
commissarissen Begelman met ziekteverlof.
Want had hij niet deemoedig opgebiecht, dat
„een neurotische drang tot zelfvernietiging"
hem tot deze zonde had gedreven..? „Ga maar
zeilen, dan waait het vanzelf weg. En dan ben
je tevens ver weg van de met modder gooiende
pers", gaven de commissarissen hem als advies
mee. Maar Begelman behoort tot het ras van
al die „begelmannetjes" die zich onvervangbaar
vinden. Zijn remedie werkte sneller dan zeilen.
Hij betaalde het gestolen geld terug: En liet de
boekhouder blozen toen hij ook nog royaal de
gederfde rente er boven op deed. Meteen mocht
Begelman weer in de ivoren toren van Colum
bia. Per slot van rekening was hij het, die
enkele jaren geleden deze bijna bankroete film
fabriek weer in de slappe was zette met kassa
krakers als „The Deep" en zeer recent met
„Close Encounters of the Third Kind".
Maar het rumoer van de man in de straat werd
heviger. De Begelman-affaire bracht bijna elke
dag meer vuile was aan de Hollywood-lijn.
Begelman werd een vaste kop in de kranten.
De voor corruptieschandalen gevoelige aande
len van Columbia Pictures tuimelden omlaag.
Sinds en door de Begelman-affaire is een van
de grootste aandeelhouders meer dan een half
miljoen dollar minder rijk geworden. Dus zal
het wel een kwestie van tijd en een gouden
handdruk zijn, voordat de krachtpatser Begel
man op straat staat.
En daar wordt hij opgewacht door Sid Lufts
advocaten. Sid Luft, een van de ex-echtgenoten
van de in 1969 overleden Hollywood-star Judy
Garland, heeft de rechter attent gemaakt op
een vergeelde beschuldiging tegen Begelman
wegens het verduisteren van minstens 200.000
dollar. In de jaren zestig was David Begelman
manager van actrice Garland (moeder van de
nu verafgode Liza Minnelli). Samen met Fred
Fields, nu filmproducent in Hollywood, be
stuurde Begelman de Creative Management
Associates. Aan creativiteit heeft het dit duo
blijkbaar niet ontbroken. Want waar Garland
zich ook vertoonde, daar liet ze cheques achter
ten name van het tweetal zonder het zelf te
weten.
Een keer liet Begelman, zo weet Luft zich
glashelder te herinneren, vijftigduizend dollar
overmaken van Garlands saldo naar zijn bank
rekening in New York. Toen Luft daar lucht
van kreeg, verschool Begelman zich achter een
mistige Brit, die hij met dit bedrag het zwijgen
had opgelegd. De tot op heden onbekende Brit
zou namelijk in een Londens ziekenhuis enkele
minder fraaie plaatjes van Judy gemaakt heb
ben, waarmee hij haar nu chanteerde. Luft
geloofde er niets van. Maar mocht van zijn
vrouw niet naar de rechter rennen, omdat het
Een opname uit de film „Close Encounters"
duo Begelman en Fields haar zojuist een massa
geld opleverende televisierol had beloofd. „En
stel dót ze daadwerkelijk honderdduizenden
dollars van mij hebben verduisterd... veeg het
maar onder het tapijt, liefje", was haar advies.
In 1965 stapten ze toch naar de rechter. Echter
niet voor het aangeven van een miljoenenver
duistering, maar voor een echtscheiding. Nog
geen jaar later stond Judy weer bij haar ex-
man op de stoep. Ze was platzak en had nu
dan ook geen bezwaar tegen het aanspannen
van een proces tegen het duo Begelman-Fields.
De eis luidde niet minder dan 2,5 miljoen dollar
schadevergoeding. Het tweetal kreunde, maar
kende Judy's zwakke plek, namelijk een gou
domrand filmcontract. Nauwelijks was haar
handtekening opgedroogd of ze trok haar aan
klacht in. Sidney Luft zegt genoeg bewijsmate
riaal in huis te hebben om Begelman alsnog
aan de balie te spijkeren.
Sean Connery, de wat versleten agent 007 uit
verpletterende Bond-films, voelt zich de laatste
tijd ook onpasselijk in Hollywood. Bij Allied
Artists Pictures heeft hij, samen met collega
Michael Caine, een mand vuile was op de stoep
gezet. Beide acteurs hebben namelijk nog veel
geld te goed voor hun hoofdrol in de film „The
Man Who Would Be King". Tijdens een pauze
tussen de opname van de MGM-film „Meteor"
wil Sean best kwijt, dat Allied Artists „bij elk
van ons voor 109.246 dollar in het krijt staat"
Dat Connery een Schot is, heeft niets te maken
met deze naar geld stinkende affaire, die inmid
dels door Sean en Michael aanhangig is ge
maakt bij de Federal Court in New York. „Wat
wij nu bloot leggen is slechts het topje van de
ijsberg, van de gigantische corruptie in de
filmindustrie van Amerika, waar iedereen iede
reen voor de rechter sleept of dreigt te slepen.
Maar waar niemand aan het langste eind trekt.
De meeste „big shots" denken: als we het maar
lang genoeg rekken, dan vloeit ook dit proces
vanzelf de Stille Oceaan in. Maar dan zullen
ze dit keer toch op hun neus kijken. Want ik
laat me door niemand bestelen", aldus een
grimmige Connery. Normaal gesproken zouden
hij en Caine voor „The Man Who Would Be
King" elk een honorarium van 50.000 dollar
plus tien procent van de opbrengst beuren.
Maar Allied Artists zat wat krap bij kas. Dus
tekenden beiden voor de helft, zijnde 250.000
inflatoire dollars en vijf procent van de op
brengst. „Deze film heeft nu zegge en schrijven
8.207.998 dollar opgebracht Natuurlijk weet ik
wat rekenen is, dus krijgen Caine en ik elk
ruim 1 miljoen." Allied Artists staat op zijn
achterste benen, zowel over de eis als over de
rechtzaak, maar vooral over het openbaar ma
ken van het conflict. Advocaten van de in de
wiek geschoten filmmaatschappij hebben Caine
Connery dan ook gedreigd hun wegens
smaad en laster voor de rechter te dagen,
waarbij gedacht wordt aan een te eisen smarte-
geld van hooguit drie miljoen dollar. Van dit
dreigement trekt de oude Bond niet wit weg.
„Het wordt de hoogste tijd, dat we al die
Mickey Mouse-advocaten en hun opdrachtge
vers op Beverly Hills de woestijn in jagen. Ik
heb namelijk schoon genoeg van die Bel Air
commune, waar alleen maar mensen wonen,
die hun handen nooit vuil maken."
De kiem van de corruptie ligt in het film- en/of
televisiecontract. In deze minstens 50 pagina's
dikke contracten met al hun verraderlijke voet
nootjes wordt onder meer geregeld hoe de
opbrengsten worden verdeeld. Hiervoor han
teert men in Hollywood een punten-systeem. De
kapper krijgt bijvoorbeeld tien punten, de ca
meraman vijftig, de hoofdrolspeler zeventig en
de producent negentig. Dit systeem is algemeen
aanvaard en op het eerste gezicht zo eerlijk als
goud. Maar als er echt goud in het spel komt
en daar praat je over als je verneemt, dat
Hollywood vorig jaar goed was voor een totaal-
opbrengst van dik drie miljard dollar dan
gaan de scheermesjes- op de ellebogen van hen,
die het eerste aan de bak vol geld willen
komen. Hoe meer punten je hebt, claimt of je
toe-eigent, hoe langer je mag graaien. Neem
bijvoorbeeld Francis Ford Coppola. Zijn regie-
punten voor de „Godfather" leverden hem 1,2
miljoen dollar op. Of pak David Brown en
Richard Zanuck, producenten van de meer dan
400.000.000 dollar bueenfiehaote ..Jaws". Beiden
zijn nu 20 miljoen dollar rijker Maar niet elke
houder van waardevolle punten krijgt zijn deel
van de koek. Sidney Finger, directeur van de
accountantsfirma Solomon Finger, zegt dat
in de filmwereld de contracten vaak anders
worden uitgelegd dan gebruikelijk is in de
zakenwereld.
Finger heeft recht van spreken. Want zijn firma
houdt zich hoofdzakelijk met film- en televisie-
contracten bezig. De verdeling heeft alleen
betrekking op de opbrengst van de film, ont
daan van alle kosten. Juist daarin zit hem de
kneep. Studio's mogen het basis-budget verzwa
ren met tien tot vijftien procent voor „onvoor
ziene uitgaven" Gaat een producent het bud
get te boven, dan worden hij en de mede-pun-
ten-bezitters daarvoor zelfs gestraft met een
boete van twee dollar voor elke dollar, waar
mee het budget is overschreden.
„Een oneerlijke boete", vindt Gary Stromberg,
producent van de film „Car Wash". „Want deze
boete-clausule is in feite een aansporing voor
de studio om het met het opstellen van de
begroting niet zo nauw te nemen." Stromberg
ligt momenteel overhoop met Universal voor
wat betreft de opbrengst van „Car Wash". Hij
speelt het echter niet al te hard: „Vergeet niet,
dat Universal me 2 miljoen dollar heeft gegeven
om deze film te mogen maken."
De meeste sterren en mindere goden zijn vaak
zo ingenomen met een film-contract, dat ze zich
blind staren op de handtekening, waardoor ze
geen oog meer hebben voor de voetangels en
voetnoten. Draait een film uitstekend, dan heeft
dat ook een positieve uitwerking op winstge
vende neven-produkten als elpees van de origi
nele filmmuziek, posters en boeken, overge
schreven van het draaiboek. Bijvoorbeeld: van
het boek „Star Wars" gebaseerd op de gelijkna
mige film-kraker, verwacht men minstens vijf
miljoen exemplaren te verkopen. Tel uit je
winst!
Behalve voor de plotseling wakker geworden
houders van in de winst delende punten. Niet
voor niets rennen Hollywood-advocaten zich
een voortijdige hartverlamming van de ene
naar de andere rechter, als hun cliënt weer
ergens een asbak of een T-shirt heeft ontdekt
met hun beeltenis erop. Meestal begint het
gedonder al binnen de studio als de houders
hun punten komen verzilveren. Dan blijkt dat
de directie „zich helaas genoodzaakt heeft ge
zien extra en onvoorziene kosten af te trekken"
De meesten hijgen van woede, maar hollen niet
naar de rechter, omdat ze aan hun „vrouw en
kinderen moeten denken"
William Peter Blatty kan erover meepraten. Als
auteur van de duivelse film „The Exorcist"
meent hij, dat Warner Bros hem te kort heeft
gedaan. De film bracht 110 miljoen dollar op,
waarvan Warner Bros schoon 46 miljoen dollar
in de zak stopte. Blatty beweert, dat de film-
bonzen ten onrechte anderhalf miljoen aan
extra kosten hebben opgevoerd, zodat zijn deel
van de koek beduidend kleiner is uitgevallen.
Sinds 1975 slaan beide partijen elkaar voor de
rechter in Los Angeles om de oren met cijfers
en nog eens cijfers. Ook „Exorcist"-regisseur
William Friedkin kan Warner Bros wel vevloe-
ken. Hij is het allerminst eens met de boete,
die de filmgigant het heeft opgelegd vanwege
het met 7,5 miljoen overschrijden van het bud
get. dat maar voor vier miljoen dollar ruimte
had.
Warner Bros laat weten de handen in onschuld
te wassen. En sluit zich dankbaar aan bij Bob
Evans, een oude film-rot, die moppert: „Iede
reen denkt, dat iedereen in Hollywood rijk is,
in kastelen woont en dus lief is." Met klagen
krijg je de vuile was niet schoon.
HANSTOONEN