Koffiepot
van
achthonderd
gulden met
anderhalf
jaar levertijd
Pell éi
del
ijks ietl
hibaldd
irbareij
heeftj
achzeU
i. Hij i
droeg]
zoon l|
j
van
die ecj
)nnen j
om ij
eeft fj
en de
lo ziels
deze q.
met
in\j
de
steekt,
wat
ManfJ
jeten i
dat Fi
i dat
eschikj
t de te)
en
ts mee
Kc
moet
enie,
eei
inge i
vaard
bliek hypnose in z'n juiste
vorm te laten zien.
Coster: „Zoiets wordt niet
bereikt als je bij voorbeeld
een televisieprogramma
ziet, zoals kortgeleden,
waarin hypnose als een
vorm van amusement
wordt gebracht Binnen
een verantwoorde toepas
sing van hypnose vermijd
je juist dat mensen dingen
doen die ze achteraf mis
schien storend of vernede
rend zouden vinden. Op
treden van mensen als een
rondhippende kikker of.
als een blaffende hond is
niet wat wij met onze be
roepsethiek kunnen ver
antwoorden. Amateurs die
in discobars optreden,
mensen bij zich krijgen die
misschien best aan een ex
periment willen deelnemen
maar niet precies weten
wat er gaat gebeuren, ma
ken naar mijn overtuiging
een ongepast gebruik van
hypnose. En gevaren zijn
Amateurs
spelen
gevaarlijk
spel
er ook wel degelijk. Het is
best mogelijk dat een jon
gen of een meisje, die ge
zegd heeft: ik doe wel mee,
eigenlijk psychisch niet
valt onder de groep van
normaal hypnotiseerbare
gevallen. Een vakman kan
dat beoordelen, een niet
goed opgeleide amateur
niet. Je hebt geen enkele
garantie van vakbe
kwaamheid als je het to
neel opstapt. Er zijn al
heel wat slachtoffers afge
voerd.
Op zo'n avondje beroepsa-
musement-hypnose gebeu
ren dingen die mensen
normaal in een groep niet
zo makkelijk zouden doen.
Stel je nou voor dat je
achteraf van mensen die
erbij zijn geweest, steeds
maar weer pesterijen on
dervindt. Ik ken voldoende
gevallen waarbij later een
psychiater te pas moest
komen, omdat een ama
teur z'n werk niet goed
had afgemaakt."
Bij de behandeling van pa
tiënten gebruiken bevoeg
de hypnotiseurs al lang
een ingebouwde veilig
heidsklep tegen amateurs.
Bij de beëindiging van de
hypnose wordt patiënten
steeds gezegd dat ze alleen
maar door een arts, tand
arts of andere betrouwba
re beroepshypnotiseur ge
hypnotiseerd kunnen wor
den. Dergelijke mensen
zijn voor lekenhypnoti-
seurs vrijwel onbereikbaar
- ze zijn niet of slechts met
grote moeite onder hypno
se te brengen.
Tandarts Coster: „Je moet,
vinden wij, met hypnose
geen grapjes uithalen.
Vooral het niet goed
beëindigen van de hypnose
kan mensen aanzienlijke
schade oplveren. Ook als
een amateur in paniek
raakt en niet meer weet
hoe hij de situatie in de
hand moet houden als er
iets misloopt, kan het ge
vaarlijk worden. Iemand
die niet volledig uit de
hypnose wordt gehaald,
voelt zich slaperig, loom,
koud - onbehagelijk. Dat
kan in sommige gevallen
misschien nog wel twee
maanden duren. Bij een
goed uitgevoerde hypnose
verlaat de patiënt de ka
mer volledig fris en fit".
Met het symposion van
vandaag wil de Vereniging
voor Hypnotherapie berei
ken dat hypnose door
steeds grotere groepen
mensen wordt gezien als
een hulpmiddel dat - mits
door bevoegden toegepast
- tal Vein heilzame moge
lijkheden biedt. Maar niet,
zoals nu wordt gefluisterd,
dat er amateurs aan het
werk gaan om in Neder
land een driedaagse cur
sus op te zetten teneinde
lieden op te leiden die re
lax-huizen zouden kunnen
gaan exploiteren. In Ame
rika zijn deze hypnosesa-
lons in het verleden ook
als paddestoelen uit de
grond geschoten.
Coster: „Hypnose kan een
geweldig middel zijn voor
het nut en de gezondheid
van de mens. Maar ik kan
er niet voldoende op ha
meren dat het door vak
kundige mensen moet ge
beuren. Anders zijn de ge
varen niet te overzien.
Hypnose op de televisie
zou bij voorbeeld ook ver
boden moeten worden".
HANS KES
onl
het rajfECHT De Neder-
Vereniging voor
lotherapie zit flink in
jmaag met lieden, die
riet ijfnose gebruiken voor
'desscênwriee! vermaak. In
aarin ddoorn waarschuwt de
et orlnint»ineester van de
cteertpniging, tandarts D. J.
tldig Iter, voor de gevaren
en wisvan zo'n avondje spec-
s „Tri^atre hypnose geeste-
j "anal6 schade over te hou-
bewit
dan I vereniging, waarin de
t, hij ynotherapeuten zijn
houdt van-
Ko(ë in Utrecht een con-
over hypnose, de
ikbaarheid ervan in de
overtifksche, tandheelkundi-
psychotherapeutische
agogische praktijk en
nieuwste ontwikkelin-
op dit gebied. Voor het
»t wonen geïnteresseer-
leken dit congres ook
•epert<
de Fi
aanpak van deze stu-
heef dag sluit zeker aan bij
ernstige bedenkingen,
hypnose-specialisten
01945bben tegen het optreden
bezett' niet-bevoegden. Er
voldoende praktijkge-
;n bekend waarin
rtuige ake is geweest van on
heel ^kundige toepassing van
de spnose- Een aantal van
„slachtoffers" heeft
gil - bijvoorbeeld na hyp-
h >e-sessies in discobars -
iteraf onder psychiatri-
behandeling moeten
t zij Jlen.
eer Vereniging voor Hyp-
wai herapie probeert zoveel
ïlijk
ale tei
?ze zi >n<
(gelijk het waas van ge-
iifmzinnigheid rond de
weg te nemen en
schiet^ af te rekenen met
ims doroordelen die bij het
ij bliek leven.
nningmeester Coster die
Barit tandarts ook hypnose
bliifpast, zegt: „Het gaat
niet om een gave,
atar om een techniek die
v actisch iedereen zou
n Pal
kunnen aanleren. Er is bij
hypnose ook geen sprake
van het onderwerpen van
mensen, geen sprake van
het dwingen .van mensen
tot dingen die zij vanuit
hun principe als verwerpe
lijk ervaren. Een hypnoti
seur is echt niet in staat
iemand te bewegen tot het
plegen van een misdrijf
om maar een voorbeeld te
noemen. Veel mensen den
ken dat nog steeds.
Hypnose wordt in Neder
land in medische zin door
zo'n tweehonderdvijftig le
den van de vereniging toe
gepast. De grootste groep
bestaat uit psychiaters en
psychologen. Het aantal
tandartsen dat ermee
werkt, is op de vingers van
twee handen te tellen. Zeer
hoge eisen worden gesteld
aan de vakbekwaamheid,
maar niet minder aan de
beroepsethiek. In prakti
sche zin is de vereniging
van hypnotherapeuten ac
tief door het organiseren
vein trainingen en studie
bijeenkomsten. internatio
nale kennisuitwisseling en
praktijkweekeinden, die
met een proeve van be
kwaamheid worden afge
sloten.
Bij patiënten leven beslist
nog - door onbekendheid -
de nodige angsten en voor
oordelen over het toepas
sen van hypnose. Tandarts
Coster bevestigt dat en on
dervindt het ook in de
praktijk. Toch, zegt hij,
zijn er legio .voorbeelden
van heilzaam toegepaste
hypnose - zoveel dat de
vereniging er het nodige
aan wil doen om het pu-
- Groninger (of Drentbse) kraantjes
koffiepotten zijn er in drie uitvoe
ringen: met een inhoud van één liter
(goed voor 8 tot 10 kopjes koffie),
anderhalve liter (12 tot 14 kopjes)
en tweeëneenkwart liter (20 tot 22
kopjes). Ze kosten - handgemaakt -
resp. f645,-, f715,- en f815,-. Het
betreft bier dan gelakte en versier
de potten. Blank geschuurde en ge-
Stel, u hebt uw zinnen gezet op zo'n
handgemaakte, rondbuikige kraan
tjeskoffiepot, zoals u die nog wel
eens tegenkomt in Groningen en
Drenthe. U bent niet achterover ge
vallen van de prijs, die u er voor
moet betalen: 715 harde guldens
voor een pot, die zo'n anderhalve
liter koffie (is 12 tot 14 kopjes) kan
bevatten. Welgemoed stapt u naar
de winkel (in Groningen of Veen-
dam) waar u deze dikbuiken nog
kunt kopen
Helaas, uw wens zal niet vervuld
worden. Tenminste niet binnen de
periode van één tot anderhalf jaar.
Want dat is op dit ogenblik de lever
tijd van „handmade" kraantjeskof
fiepotten; voor fabriekspotten ligt de
situatie anders. (Ze zijn ook minder
duur).
„Oh ja, de prijs verandert wel in die
anderhalf jaar, dat u op uw pot moet
wachten", klinkt het vanachter de
toonbank. U moet dan ook niet
vreemd opkijken dat uw kraantjes
pot in die tijd een dikke honderd
gulden duurder zal worden. Stijgen
de loonkosten, inflatiespiralen, duur
dere grondstoffen (tin, lak en blad
goud) zijn debet aan zo'n ontwikke
ling. Ondanks al deze verkoopbelem-
merende omstandigheden gaan de
zwarte, rode, groene en roodbruine
rondbuiken als warme broodjes over
de toonbank. Alsof er geen economi
sche terugslag bestaat.
„Nostalgie meneer", zegt Jan W.
Reijenga in Groningen-stad als ik
hem vraag waarom er een hausse in
de verkoop van deze op z'n zachtst
gezegd „prijzige potten" bestaat. „De
mensen willen dingen van vroeger.
Ze willen gezelligheid, knusheid. In
de ogen van velen zijn die kraantjes-
potten daar een voorbeeld van. Die
symboliseren dat als het ware".
Jan Reijenga (65) houdt op dit ogen
blik uitverkoop in zijn zaak van
kunstnijverheidsartikelen (porselein
en majolica) aan de Oude Ebbing-
straat. Hij houdt ermee op. Maar de
kraantjes potten waar een klant om
vraagt zijn daar niet bij. Die gaan
naar Veendam, waar het echtpaar
Ruben (onder de naam Reijenga) de
zaken voortzet. Hans Ruben (39) is
sinds jaar en dag de tingieter van
Reijenga, nadat die dit vak had afge
stoten. Wel blijft Reijenga de potten
lakken en versieren, zoals hij dat op
dit ogenblik al 45 jaar doet. Maar
uit de verkoop als zodanig trekt hij
zich terug.
Kraantjespotten zijn een specifiek
Nederlands produkt, waarvan de
matteerde potten kosten resp. f 550,-
f600,-en f650,-.
- Het verschil tussen handgemaakte
en fabrieksmatig vervaardigde
kraantjespotten bestaat uit het feit,
dat de eerste in houten mallen wor
den gegoten, terwijl aan een fa-
brie ks pot een ronde plaat tin ten
grondslag ligt, die over een mal
been gedreven en in model geperst
wordt. Zowel de ene als de andere
pot leent rich uitstekend voor bet
zetten van koffie. Daarbij merkt
Hans Ruben in Veendam op, dat de
pot niet schoon gekrabd moet wor
den, maar hooguit omgespoeld.
Blijft het lichtje onder een lege pot
branden dan volgt onherroepelijk
een gat in de bodem. (Reparatie is
echter heel goed mogelijk).
- Potten met landschapsmotief zijn
bet meest in trek, hoewel de met
sterretjes beschilderde exemplaren
(elke pot telt 750 sterretjes) ook
goed lopen. Er zijn ook versieringen
met een boeket bloemen als hoofd
motief en medaillons. Er bestaat
ook een Brabantse kraantjespot met
een platter deksel dan de potten uit
Groningen.
vormen verwant zijn aan de Engelse
tea urn en de Russische samovar. Ze
duiken begin 1700 op in een uitvoe
ring, waarbij het aantal kraantjes
varieert van één tot drie. Doorgaans
wordt ze gebruikt voor het zetten
van koffie, maar ze doen in die jaren
ook dienst voor het opschenken van
theewater.
De kostbare exemplaren zijn gedre
ven in zilver, de gebruikspotten ge
goten uit tin. (Later zal er een ver
schuiving optreden, waarbij de dure
potten uit tin vervaardigd worden en
de „armeluis potten" uit blik worden
geslagen, zij het dat die wel gelakt
worden). De kleuren zijn in hoofd
zaak zwart en rood, tenminste van
de peervormige potten, die rond 1750
verschijnen. Twintig jaar later wordt
aan dit rondbuiktype een classicisti
sch, cilindrisch model toegevoegd,
dat voorzien is van een vierkant
komfoor. En ook nu nog wordt dat
komfoor (van koper) meegeleverd,
zij het dat het in de vorm van een
driehoek is.
De in bladgoud opgebrachte versie
ringen bestaan uit Hollandse land
schappen (in drie uitvoeringen) of
chinoiserieën, waarbij een vergelij
king met de Nederlandse porselein
en aardewerkindustrie opvalt. In ie
der geval laat de aloude Verenigde
Oostindische Compagnie (VOC) ook
op de Groninger-Drenthse kraantjes
koffiepot haar invloed gelden.
In Groningen is het Tjerk Reijenga
- de familie stamt oorspronkelijk uit
Friesland - die in 1830 de vervaardi
ging van de kraantjeskan ter hand
neemt. Hij is niet de enige tingieter
en verlakker, zoals de man genoemd
wordt, die vijf tot zes laklagen' op
de geschuurde en gemoffelde kraan
tjespotten aanbrengt Allengs ver
dwijnen beide beroepen uit de
noordelijke provincies. Maar de Reij-
enga's houden koppig vol en de hui
dige Jan Reijenga wordt dan ook op
20-jarige leeftijd in de geheimen van
zowel tingieten als verlakken inge
wijd. De verkoop van de potten is
in die jaren niet te vergelijken met
die van op dit ogenblik. „Ik kan me
nog herinneren dat we een gebakje
kregen, wanneer we een pot hadden
verkocht", vertelt Reijenga. „Zo'n
ding kostte dan 100 gulden. Ze wer
den vaak als huwelijksgeschenk
meegegeven".
Op dit ogenblik vormen kraantjes
koffiepotten en (Friese) staartklok
ken een fel begeerde buit voor inslui
pers en inbrekers. Vooral antieke
exemplaren die in prijs variëren van
1000 tot 2000 gulden. In Veendam
krijgt Hans Ruben voortdurend ver
zoekjes om naar antieke potten te
komen kijken. Uit die bezoekjes
blijkt, dat er nogal wat gerommeld
wordt met antieke en pseudo-antieke
kraantjespotten. „Antiquairs kunnen
soms het verschil niet eens onder
scheiden", verzucht Ruben, die ver
telt op wat voor manieren nieuwe
potten „antiek worden gemaakt".
Het zijn niet meer de zorgen van Jan
Reijenga, die ontelbare uren heeft
versleten op een zolder, waar hij
consciëntieus de miuseule lijntjes op
de ronde potten zette. Oude, op me
taal geschilderde motieven dienden
als voorbeeld. Hollandse landschap
pen (boerenlandschap, landschap
met molen en landschap met visser
tje), vogels-over-elkaar en „vliegende
flessen" zijn zo versieringen, die Rij-
enga gebruikt (De laatste twee zijn
Chinees aandoende motieven). Tref
zeker heeft hij ontelbare kraantjes
potten, lepelvaasjes, roomkannetjes,
suikerpotjes en theepotten beschil
derd, want de kraantjespot maakt
deel uit van een compleet servies,
dat vandaag de dag enkele duizen
den guldens kost. Eén laksoort
wordt nog door de Reijenga's zelf
gestookt. Dat is de diep-donkerbrui-
ne naar zwart toe zwemende lak.
Overigens moeten alle soorten een
jaar of wat „besterven" om ze de
benodigde diepe glans te geven. Ech
terwanneer de pot regelmatig
wordt gebruikt, verdwijnt die glans.
De in 22-karaat bladgoud opgebrach
te versieringen blijven hun glans be
houden.
Omdat Reijenga de nog enige in
leven zijnde verlakker van kraan
tjespotten is, heeft hij zijn kennis
overgedragen aan de broer van Hans
Ruben, die goudsmid is. „Die heeft
er zowel het talent als het geduld
voor", zegt hij. „Want zitvlees moet
je hebben. Ik heb het altijd fijn werk
gevonden. En als ik er kriebelig van
werd, ging ik maar een straatje om".
Dagelijks levert Reijenga één pot af.
In Veendam zegt Hans Ruben dat hij
doorgaans ook één pot giet, zodat er
jaarlijks van deze kant hooguit zo'n
250 nieuwe kraantjespotten op de
markt verschijnen. Verder is er nog
een 60-jarige tingieter in Groningen-
stad, die de potten vervaardigt. De
produktie is dus mondjesmaat.
„Ik heb geen behoefte aan perso
neel", zegt Hans Ruben in Veendam.
Hij maakt die opmerking tegen de
achtergrond dat op deze manier de
exclusiviteit van de handgemaakte
kraantjespotten gegarandeerd is. In
Tiel staat een fabriek, die ze machi
naal vervaardigt, maar Ruben heeft
weinig goede woorden voor dit pro
dukt over. Vooral spuwt hij zijn gal
over de zinken poten, die er onder
worden gelast.
Ondanks de geweldige vraag naar de
kraantjespotten zeggen zowel Reijen
ga, als Ruben dat „je er niet rijk van
wordt". Beiden wijzen op het grote
aantal werkuren, dat in de fabricage
van een pot zit. Een ander probleem
zijn de koperen kraantjes, die moei
lijk te krijgen zijn. (De houten knop
jes op het deksel en de steuntjes
onder de pootjes zijn afkomstig uit
een houtdraaierij in Enschede).
„Het is een kunstzinnig vak, zowel
het gieten, als het beschilderen van
die potten", zegt Reijenga tot slot
Hans Ruben beaamt dat grif. „En de
koffie, die je erin zet, is de lekkerste
van de heie wereld", voegt hij er
lachend aan toe.
KLAAS GOINGA