Éen Corry maakte naslagwerk voor de hele familie In Oscar is geen greintje agressiviteit te vinden De Meerburg krijgt een vernieuwde 'rectorswoning' hond zoekt: huis STAD/REGIO LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 FEBRUARI 1978 i PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; |u kunt dan naar toestel 18 vragen. ZWETSLOOT. OUD RIJNLANDS GESLACHT niflPiirc De wantoestanden, gegroeid na de opheffing van De Goede Herder aan de Zoeterwoudse Rijndijk, behoren bijna tot het verleden. Het zusterklooster achter de Meerburgkerk ging ongeveer een maand geleden definitief tegen de grond. Wat er nog bleef staan, ergerde het oog van de omwonenden. Dat was onder andere de voormalige rectorswoning, een eens comforta bel „herenhuis", dat de laatste tijd bekend stond als „kraakpand". Het werd een tijdperk- je, dat de Meerburg het liefst zo snel mogelijk zal willen vergeten. Het heeft al jaren te lang geduurd. Het was een ergernis die „de Meer burg" ontsierde. Daar komt nu verandering in. Sinds een paar weken is Zoeterwoudse aanne mer Aad Pieterse er aan de slag. Het rectoraat- spand wordt geheel gerestaureerd. Vanbinnen is het huis totaal geruïneerd; er is geen muur meer over. Alleen de vier buitenmuren staan nog overeind. Daar is alles mee gezegd. Sloping en brandschatting deden hun werk. De zinken goten waren weggebroken, de dakpannen ver dwenen stuk voor stuk. Maar het gaat nu weer een woonhuis worden; de opdrachtgever wenst onbekend te blijven. Het wordt van een afgang weer een nieuw kapitaal geheel. Vlak naast de kerk van deken Jan Schlatmann, die, naar verluidt, al menig gebedje heeft gelanceerd om maar een oplossing voor al die ontluistering in de nabijheid te mogen vinden. Waarschijnlijk heeft O.L. Heer een tussenper soon gevonden in Aad Pieterse, die erg veel aardigheid heeft in het opknappen van oude panden. Iedereen zei tegen hem: hoe kun je nou nog daar iets van maken? Aad Pieterse vond het juist daarom zo'n prachtige klus: van een ouwe toestand iets nieuws en bruikbaars te maken. Eis van de gemeente was, dat het pand hersteld zou worden in dezelfde staat en stijl (het leien dak zit er alvast op), althans wat het uitwendige betrof. De gond „eromheen" blijft groen, juist in het belang van het hele straat beeld ter plaatse. Aan de achterzijde komt een aanbouw, bestaande uit een serre, garage en een „orangerie", wat ongeveer neerkomt op een plantenkas. Wat bouwer Noorlander er over een paar jaar achter gaat neerplan ten, zien we nog wel eens. De Meerburg schijnt aan de faQade te zijn gered. Tegen de bouwvakantie van dit jaar moet de zaak geklaard zijn. De overlast voor de omwonenden behoort dan eindelijk tot het verleden. De Meerburg staat dan weer recht van lijf en leden langs de transitoroute op weg naar Utrecht. Het is een identiteit behouden met vallen en opstaan. Architect Aad Pieterse,.redder" van het recto raatpand van de Meerburg Enige tijd geleden staken in Hoogmade de Wittemannen de stam-kop op. Nu blijkt evenwel, dat ditzelfde dorp de broed plaats is geweest van een ander talrijk geslacht: dat der Zwet sloten. Dank zij de enkele jaren vergende activiteiten van een (notabene aangetrouwde) Zwet sloot en een paar vorsende ver re familieleden kunnen we thans een inzicht krijgen van de geschiedenis van het oude Rijn landse geslacht Zwetsloot. Dat is ook de titel van het boek, dat is samengesteld door mevrouw Corry Zwetsloot-Pinxter uit Lis- se en Ted Zwetsloot in Wasse naar. Het wordt een waar stan daardwerk, waaruit alle Zwet sloten en welke andere belang stellenden ook veel wetenswaar digs zullen kunnen peuren als, het lijvige boek, rijkelijk geïl lustreerd met foto's en kaarten, over enige tijd op tafel ligt. Corry Zwetsloot-Pinxter, vrouw van Harry Zwetsloot (die de genealogische passie van Corrie niet deelt, maar liever als hobby z'n eigen brood dagelijks bakt), was in de jaren vijftig al aange stoken door de nieuwsgierigheid naar de Zwetsloten. Ze had al zo'n 160 Zwet slotenfamilies in allerlei telefoonboeken gevonden, een aantal dat inmiddels is uitgegroeid tot rond de tweeduizend „nummers" van de verschillende tak ken. „Het werk is bijna gepiept, het heeft me uitermate geboeid", aldus Cor ry, die er niet van wakker zal liggen hoewel al die Zwetslotenlevens wel in haar gedachten zijn gaan rondspoken. De stamvader, Dirk Swetsloot (een swetsloot is een grenssloot, de scheiding tussen twee Heerlijkheden ofwel ge meenten), moet rond 1600 in Hoogmade geboren zijn. Maar al in de tijd van Dirk van Poelgeest, leenman van graaf Willem II, halverwege de 13e eeuw, betoonden de Zwetsloten zich trouwe vazallen van Van Poelgeest. Daarom hebben Hoogmade en de Zwetsloten alles met elkaar te maken. Het is niet de bedoeling in een vrij kort bestek op de hele Zwetslotenhistorie diep in te gaan. Dat is tijd- en papierro- vend en als je niet oppast kan ik aan de gang blijven en hele L.C.-jaargangen vullen met de volle takken van andere stambomen die men kan komen aan dragen. Ik wil me liever beperken tot het signaleren van een aantal treffende figuren (die je in elke familie tegen komt, maar dat staat niet allemaal te boek) binnen 378 jaar Zwetsloot. Nu en dan zullen er een paar doodlopende takken bij zijn. Al vrij gauw ik meen reeds op pagina 23 of daaromtrent valt het op, dat onder de Zwetsloten nogal wat rauw- douwende klanten waren. Neem IJs brand Frans Doesburg, zoon van Knier tje Leenderts Zwetsloot, die op vasten avond in 1747 het mes trok en school meester Pieter van Klaverweijden en neef Kees Bekenes te lijf ging. Ze had den hem eerder beduveld met de handel in 17 el damast. IJsbrand was door het dolle en ging in de Rip ruzie zoeken met Claas Blom en Kees Klos. Er werden ruiten ingegooid en een moordpartij kon Claas voorkomen. IJsbrand werd voor 8 jaar buiten Holland verbannen. Zo ging dat toen. Met Pieter Leenderts Zwetsloot ging het ook mis in 1776, die gebruikte met een flinke borrel op ge weld tegen alweer een schoolmeester, deze keer Pieter Kloos. Boete: twee gouden ducaten. Tien jaar later ging Pieter op de vuist met schepen Van der Boon en de rechtbank meende dat Pie ter veelvuldig dronken was en daarom De voormalige boerderij van de Leidse Zwetsloten aan de Haarlemmertrekvaart Bij de Marepoort. Daar staat tegenwoordig het bedrijf van de Elam. werd het 55-jarige baasje voor zes we ken op water en brood gezet. De man eindigde zijn rumoerig leven in Amstel veen; hij was uiteindelijk namelijk ver oordeeld tot levenslang verblijf buiten de Heerlijkheid Hoogmade. Met broer Elias, ook wel Jas of Jasper genoemd, ging het niet veel beter. En zo kun je doorgaan met die 18e eeuwse Zwetsloten. Er komen nogal eens kin derlijkjes voor en verdachte moeders. Curieuzer is het verhaal van mejuf frouw Johanna Zwetsloot, die, 77 jaar oud, te Zoeterwoude aan de Meerburg in 1973 stierf. De laatste van een groot gezin en er waren geen nakomelingen. Haar nalatenschap een miljoen gul den mocht de notaris verdelen onder 501 erfgenamen. Jo was één van de „Erven Zwetsloot", zeven kinderen die rond 1908 te Ofwegen het bedrijf van vader Leendert beheerden. Allemaal ongetrouwd. Vijf overblijvenden ver huisden in '57 naar de Meerburg, waar Jo de laatst overgeblevene was. Het werd voor de notaris een kolossale uit- zoekerij; er waren onder de neven en nichten mensen die l/26.754ste deeltje erfden, niet meer dan een tientje. Al die Zwetsloot-takken hebben evenzo- vele gezichten. Bekende en minder be kende. Zo was de schoonvader van boeksamenstelster mr. Corry Zwetsloot- Pinxter de bekende Lissenaar Theo, één van de „vaders" van Hollands beroemd ste tuin, de Keukenhof. Hoe bekend was niet ooit „statige Jannetje" (1868-1932), die „naar de hemel ging en haar ton naar de kerk". Jannetje had achter in de Kaag een winkeltje waarin ze haar duiten verdiende. De duiten groeiden tot guldens, tot honderden, tot duizen den. De Kagers hadden al berekend, dat Jannetje bij haar verscheiden een ton zou nalaten enJannetje zelf sprak steeds veelvuldiger over een „gemakke lijke stoel in de hemel". Ze was zuinig en gelovig. Eigenlijk had haar winkeltje, haar rom melige nerinkje, op dat eiland Kaag een museum moeten zijn geworden. Maar er kwam een Schiedamse jeneverstoker in wonen. Er was heimwee naar haar pri mitieve weegschalen, de blikken, de la den. Men zou een blijvende herinnering moeten hebben aan dat wereldje waarin Jannetje tussen de theebussen, de grau we erwtenbakken, de staven drop van een halve cênt en de flessen zuurtjes van zeven cent het ons leefde. De Kaag heeft in elk geval nog de gevelsteen die aan haar doet denken: rechts Jannetje, links haar koopwaren. Weer een verhaaltje apart gaat over de Leidse familie Zwetsloot. Pieter was werkzaam op de trekschuit van Leiden naar Haarlem, een schuit die bij de Marepoort aanlegde en waar zoon Jan later een boerderij had. Adriaan leerde in 1885 het „boeren" bij broer Willem, een driftige vent. Als iemand niet op schoot, stoof Willem op: „vlieg, zeg ik, vlieg!" Soms stuurde hij Adriaan de hele dag naar het land met zijn brood zodat die de hele dag aan het werk zou blijven. Willem was broodmager, maar erg voortvarend. Verse koeien uit Gro ningen begon hij om 2 uur 's nachts te wassen voor de markt van 7 uur Soms was hij al om 5 uur in de vroege ochtend bij Zilker boeren op de werf. Driemaal had hij longontsteking en mocht niet naar buiten, maar Willem liet zich dan toch maar mooi met een koets over de markt rijden. Vier van zijn dochters werden religieuze en wer den door vader voor de som van 5000 gulden ieder uit de erfenis gekocht. Hij liet waarschijnlijk bijna 5 ton na. Cor uit Hazerswoude werd Engelsman. Hij werd in 1899 op de Maria-hoeve aan de Rijndijk geboren en belandde in De Zilk. Hij wilde niet priester worden, maar ging hyacinthen koppen. Cor ont wikkelde zich in de bollenhandel, reisde naar Groot-Brittanië en werkte hard. In 1928 had hij 200.000 tulpen over die niemand wilde hebben: „ik plantte ze m Neumünster bij Hamburg op 0,2 ha grond met de bollenhark en later kon den de tulpen in Hamburg aan de markt worden verkocht", vertelt Cor in een biografie. In 1933 begon hij m Sandy, boven Londen, een kwekerij. De oorlog kwam ertussen en Cor, die in Engeland zat, zag zes jaar zijn gezin niet terug. Op 5 mei '45, de dag van de Duitse capitulatie, vroeg Cor een inreisvisum aan voor zijn gezin: „de oudsten waren inmiddels teenagers! In febr. '46 emigreerden we naar Enge land. Zoons en dochters zijn helemaal Engels geworden". Voor kinderen en kleinkinderen heeft Cor een vijver laten aanleggen, waar in 60.000 m2 water de watersport beoefend kan worden. Ook beschikken deze Zwetsloots over 10.000 m2 bosgrond voor het houden van een unieke kleinwildverzameling. Vijftig koeien genieten de persoonlijke belang stelling van Cor Zwetsloot, die m Al bion wel erg goed geboerd heeft. Zijn bedrijf heeft 180 man personeel en 86 ha grond. Tot 1962 stond aan de Hoge Rijndijk tegenover het terrein waarop tegen woordig Heineken z'n brouwerij heeft neergezet de oude bekende herberg „Ik leer nog". Een herberg uit de 16e eeuw en ooit bekend als „De Geleerde Man". Dit was nog steeds de naam, toen in het begin der 19e eeuw op een warme zomerdag een clubje Leidse studenten bij herbergier Zwetsloot aankwam om een verkwikkend glas bier te vatten. Bij nader inzien bleek echter (wat soms een vastgeroeste gewoonte kan zijn), dat geen van hen geld bij zich had om het „gelag" te betalen. Goede raad was duur en Zwetsloot hield z'n gasten in de gaten. Plotseling kreeg een van de studenten een luminieuze inval. Terwijl hij naar de antieke klok zat te kijken trok hij aan zijn Gouwenaar en bij iedere haal zei hij: „puf, daar gaat-ie". Onwillekeurig dacht waard Zwetsloot dat de man gek was geworden, maar een andere student betoogde met een doodernstig gezicht, dat het erg moeilijk was een Gouwenaar leeg te roken en dat hij met de waard wilde wedden om het „gelag". „Wat is daar nou aan? Dat is nou ook wat", meende Zwetsloot „Probeer dan eens", zei de ander Onderwijl de her bergier zich te goed deed aan de Gou wenaar en bij elke haal „puf, daar gaat-ie" mompelde, slopen de studenten één voor eén'De Geleerde Man uit. Tóen de waard z'n laatste trekje genomen had, waren de studenten spoorloos. Na enige tijd gelukte het Zwetsloot één der studenten op te sporen. Deze wilde, ten einde raad, het gelag wel betalen, maar op voorwaarde, dat eerst het „pedante opschrift" „De Geleerde Man" verande ren moest in „Ik leer nog". De waard moest erkennen, dat na dit voorval inderdaad nog veel moest worden ge leerd... Tot zover de grepen uit de anna len van de wijdvertakte Zwetsloten, een oud Rijnlands geslacht; en het wordt hoe langer hoe bonter als die boom maar blijft uitlopen. r Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt buis". In deze rubriek wordt een bond beschreven die in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan.... tenzij bet dier een goedis vindt De in de rubriek beschreven bonden zijn alle door hondenbezitters naar het asiel gebracht Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk maar soms ook volslagen onzinnig. De in ,Jtond zoekt buis" beschre ven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt Tegen betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te balen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670. Geopend di. t/m vr. 10.00—12.00 en 14.00—17.00 uur. Zaterdag van 10.00—12.00 en 14.00—16.00 uur. Zondag en maandag geslo ten. Om Oscar's 'geschiedenis na te gaan, moeten we, zoals dat heet, terug in de tijd. Want reeds op 25 september 1977 diende Oscar zich voor het eerst bij het asiel aan. Hij was door de politie van Leiden in de binnenstad gevonden. Sinds die datum heeft zich, gewoonte ge trouw, geen eigenaar meer laten zien. Groot was de vreugde echter toen een week of drie later zich een nieuwe baas aandiende. Ook uit Leiden. Alles leek koek en ei, te meer daar het langer dan een maand duurde voordat Oscar toch weer in het asiel terecht kwam. Na een maand zou men zo zeggen dat baas en hond wel aan elkaar ge wend zouden zijn en men mag stil zwijgend aannemen dat er geen onoverkomelijke problemen zijn ge weest. Niets bleek echter minder waar toen Oscar en zijn baas na die maand weer bij het asiel op de stoep stonden. De klacht was dat Oscar agressief zou zijn. Hij zou achter andere honden en katten aangaan en zich daarbij zeer vechtlustig gedragen. Boven dien zou Oscar ook mensen gebeten hebben. Op de vraag van Will Tiele (beheerder) of de betreffende personen ten behoeve van de hond contact met hem zouden willen opne men werd positief gereageerd. Ter verduide lijking: Mocht Oscar werkelijk agressief zijn dan zou het onverantwoordelijk zijn de hond zonder meer aan andere mensen mee te geven. Tiele hoorde echter nooit meer iets van de betrokken personen en bovendien kon hij geen spoor van agressie bij Oscar ontdekken, afgezien van de af ten toe wat wilde speelsheid. De hond is nog jong, tweeëneenhalf jaar, en goed uit de kluiten gewassen. Hij is onge veer vijfenveertig cm. hoog. Dus wie er denkt met een schoothondje te doen te hebben heeft het falikant mis. Will Tiele heeft de hond grondig kunnen observeren in de bijna drie maanden dat Oscar bij hem te gast was en hij is tot de conclusie geko men, dat Oscar niet vijandiger tegenover mensen en ook honden en katten staat dan iedere willekeurige andere hond. Want proefpersonen zijn er in een asiel natuurlijk volop. Een van de redenen waarom Oscar al zolang in het asiel zit is dat hij, toen hij terugkwam erg vermagerd was. De oorzaak daarvan is niet precies bekend, maar het is of een gevolg van (in dit geval misplaatste) heimwee, of hij had last van hardnekkige wormen. Hoe dan ook, de eerste veertien dagen in het asiel waren beslist niet de prettigste uit het leven van Oscar. Gelukkig gaat het nu weer goed met hem en hij blaakt zelfs van gezondheid. Wat betreft een nieuwe huisvesting voor Oscar is het raadzaam hem niet in een druk of groot gezin te plaatsen omdat hij dat niet goed kan overzien. Hij heeft een nerveus trekje in zijn karakter en dat zou daardoor alleen maar gestimuleerd worden. Wel heeft Oscar behoorlijk veel bewegingsvrijheid no dig. Er moet natuurlijk veel met hem gewan deld worden, maar ook binnenshuis moet hij de ruimte hebben. Oscar is redelijk gehoor zaam maar blinkt er beslist niet in uit Hetgeen te begrijpen is, want toen hij nog bij zijn oorspronkelijke baas was, had hij Oscar Is pienter genoeg ongetwijfeld een andere naam Ook is er kennelijk nog te weinig tijd geweest om iets aan zijn opvoeding te doen. Oscar is uite raard wel zindelijk, maar voor de rest kent hij nog geen regels. Om hem die bij te brengen moet niet zo moeilijk zijn, want Oscar is bijzonder pienter. Enige wetens waardigheden omtrent zijn uiterlijk; Zijn kleur is lichtbruin met wit erdoor. Hij heeft een lange krulstaart en spitse oren, die bovenop een eveneens spitse snoet staan. De kleur van de ogen is bruin. Omtrent zijn ras valt weinig definitiefs te vermelden. Behalve misschien dat bij heel in de verte iets van een boxer wegheeft Maar dan ook wel heel in de verte. Lexi Over Lexy is verheugend nieuws te melden. Zij heeft afgelopen dinsdag een nieuw thuis gevonden in Leiden. Die dinsdag was voor Lexy de agenda druk bezet, want er kwa men liefst drie potentiële bazen naar Lexy kijken. De laatste heeft Lexy meegenomen. BART SPIJKER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 5