GEHANDICAPTEN
HORECA
FRANS
HALSEMA
Een trap "nemen" als je in ©en rolstoel zit, is geen
eenvoudige opgaaf...
Maar een draaideur maakt de toegang helemaal onmoge
lijk...
restaurant. Nederland heeft tenslotte ook de resolutie van
de Raad van Europa ondertekend, waarbij tien lidstaten
zich verbonden hebben toeristische accommodaties en re
creatie-objecten zoals zwembaden, bioscopen, sportzalen
e.d. voor gehandicapten beter toegankelijk te maken, aldus
de NVR.
Met name wat de hotels en restaurants betreft is er niet
alleen een „technische" drempel. Het zal velen uit ervaring
bekend zijn, dat minder-validen niet in alle horecabedrijven
even gastvrij worden ontvangen. Met name als hun licha
melijk ongemak sterk de aandacht van andere gasten trekt,
worden zij nogal eens met een zeker dédain behandeld door
het personeel. Ook vele mede-bezoekers van horecabedrij
ven gaan in dit opzicht niet vrijuit. Verbetering van de
toegankelijkheid zal dus gepaard moeten gaan met een
andere opstelling ten aanzien van minder-validen in het
openbare leven. Het met een grimlach gepresenteerde
schetsboekje waaruit wij enkele illustraties bij dit artikel
plaatsen kan er toe bijdragen, om deze mentaliteitsver
andering tot stand te brengen. Het houdt zich verre van
zelfbeklag en toont via de bijlage meteen nuchter aan,
welke maatregelen het meest noodzakelijk zijn. Omdat
het op het bureau van geen enkele horeca-ondememer
mag ontbreken is de NVR op het idee gekomen deze
uitgave te presenteren op het Horeca-Vakbeurs 1978 in de
RAI, waar het weldra van hand tot hand ging. De bedoeling
is dat alle betrokkenen zich het losbladige handboek
„Geboden Toegang" aanschaffen, een andere uitgave van
de NVR. Dit bevat alle technische gegevens over aanpassin
gen van gebouwen, woningen, recreatie-objecten (waaron
der hotels en restaurants) en geeft dus velen mogelijkheid
om daadwerkelijk aan de slag te gaan.
Hoe nodig dit is blijkt uit recente cijfers van het CBS.
In een gemiddelde Nederlandse stad van honderdduizend
inwoners leven 3900 personen met een stoornis in het
uithoudingsvermogen; stoornissen in de loop- en hoorfunc-
ties hebben respectievelijk 3700 en 1400 inwoners en bij
820 is het gezichtsvermogen niet in orde. Op basis van deze
gegevens kan berekend worden, dat in zo'n stad 2500
personen problemen hebben bij het bezoeken van openbare
gebouwen en 3100 bij het gebruik van openbaar vervoer,
terwijl 1400 mensen daar helemaal geen gebruik van
kunnen maken.
LEO J. LEEUWIS
AMSTERDAM - „Op een
gegeven moment gebeurt
bet gewoon. Dat is
blijkbaar onvermijdelijk.
Het zit in de lucbt en bet
komt er uit als een plens
regen. „Kom"? denk je,
„d'r moet zo
langzamerhand maar eens
een einde komen aan onze
samenwerking." Het leek
me gewoon beter om nou
maar eens alleen te
ploeteren in dat gekke vak.
Voor zo'n beslissing zijn
achteraf twintig, dertig
oorzaken aan te wijzen.
Daar is echt niet één
dringende reden voor op te
noemen. Het gebeurt
gewoon, zoals ik al zei. En
het gekke was, dat Gerard
en ik, onafhankelijk van
elkaar, tot diezelfde
conclusie kwamen. Als je
zo lang en zo hecht met
elkaar werkt, loop je een
reële kans, dat je
individueel dicht loopt,
verstopt raakt. Omwille van
het succes moet je eenmaal
een stuk van je eigen
dromen inslikken. Zolang
je in een hechte combinatie
zit, is er immers geen
enkele reden om in je
eentje te pionieren en zelf
dingen uit te proberen.
Daar kom je niet eens aan
toe. En op die manier
blijven er misschien een
hoop waardevolle dingen in
de Ia-liggen."
Tóen we eenmaal hadden
besloten om uit elkaar te
gaan, betekende dat voor
mij een totale omwenteling
in mijn carrière. We
hadden nog jaren door
kunnen gaan met het
maken van programma's en
het uitdenken van typetjes.
De praktijk had immers
uitgewezen, dat Cox en
Halsema borg stonden voor
een vrolijke avond,
waaraan de bezoeker zich
niet bekocht voelde.
Daarvan uitgaande hadden
we dan ook rustig door
kunnen gaan met nóg een
cowboynummer en wéér
een indianennummer en
een nummer over
kardinalen, het Leger de
Heils, homosexuelen en wat
je aar verder uit de grote
trommel met
mannetjesmakerij kunt
opdiepen.
Maar ondertussen begon
die vraag: ,Heb ik daar
persoonlijk eigenlijk wel
vrede mee?" steeds actueler
te worden. Althans voor
mij. Gerard en ik zijn twee
totaal verschillende figuren,
die het op de bühne aardig
doen, maar die eikaars
persoonlijke ontplooiing
langzamerhand toch wel in
de weg stonden. Als dat
laatste gevoel gaat
overheersen, moet je
durven zeggen: „Óndanks
de zekere poen, die we
samen nog kunnen
verdienen, moeten we op
dit punt kappen en ieder
ons weegs gaan.
Stappen terug
Ik heb die keuze bewust
gemaakt. Ik wist tevoren,
dat ik financieel een ferm
aantal stappen terug zou
moeten doen. En dat heb ik
aanvaard, ingecalculeerd.
Ik vond namelijk, dat het
hoogste tijd werd om nou
eens uitsluitend te
investeren in mijn eigen
carrière. Om dingen te
gaan doen, waar ik door
verdere samenwerking
nooit aan zou zijn
toegekomen. Ik heb dus
bewust wat zilverlingen
ingeleverd in de hoop, dat
ik er artistiek op vooruit
zou gaan.
En daar staat ie dan, Frans
Halsema, zoetgevooisde
solist, moederziel alleen op
het Madurodam-podium
van Theater Klein Bellevue
in Amsterdam. Een
troubadour, die de taal van
zijn lijf dichter Michel van
der Plas nauwgezet op die
warmtegraad brengt,
waarop woorden gaan
zingen en zinnen gaan
dansen: Zij verstaat de
kunst van bij me'horen, in
mijn lichaam heeft ze
plaats gemaakt voor twee.
Zo alleen wil ik verder
leven, schuilend bij elkaar.
Zijn nieuwe langspeelplaat
met de superkorte titel
„Frans Halsema" is een
ju weiendoos vol poëzie,
waaraan zijn stem briljante
facetten heeft geslepen:
„Als ik lach kent zij alleen
de tranen, die daar achter
liggen in de tijd." Zo
zingend toont Halsema zich
een meester in het
boetseren van de
Nederlandse taal. Opnieuw
blijkt ook, dat door zijn
samenwerking met Van der
Plas chansons gecreëerd
worden, die stuk voor stuk
juweeltjes zijn.
Terugkeer
Voor Halsema betekent zijn
show in Klein Bellevue
tevens een terugkeer naar
het begin van zijn carrière.
In datzelfde zaaltje
begeleidde hij eens als
pianist Lurelei-cabaret van
Eric Herfst en Ben Rowold.
Tussen de artiesten bevond
zich toen ook de totaal
onbekende Jasperina de
Jong, die drie maanden
vóór Halsema de
cabaretschool had verlaten.
Merkwaardig", mediteert
Halsema hardop, „ik was
geëngageerd als pianist en
meer dan dét zagen ze ook
beslist niet in me. Ik was
de jongen, die toevallig
pianoles had gehad en ik
mocht me vooral niet
verbeelden, dat ik ook nog
een liedje kon zingen. Dat
moest ik maar aan de
anderen overlaten.
En dat, terwijl ik als kind
fanatiek droomde van een
artiesten-loopbaan. Op mijn
tiende stond het voor mij
als een paal boven water,
dat ik cabaretier zou
worden. Ik wist wel niet
precies, wat het begrip
cabaretier inhield. Maar als
ze het aan me vroegen, riep
ik toch dapper: ,Jfou,
zoiets als Toon Hermans",
want die was mijn enige
voorbeeld. En dan werd er
uiterst zorgelijk geknikt en
keken ze me aan met zo'n
blik van „Het heeft geen
zin om nog verder met die
jongen te praten, want hij
is totaal overspannen".
Zo'n opmerking: „Ik wil
hetzelfde gaan doen als
Toon Hermans", kon alleen
maar uit de mond van een
debie, kind komen. Wat
verbeeldde de kleine Frans
zich allemaal, welke
waanvoorstellingen
spookten door zijn kleine
hersentjes? Hermans was
immers onaantastbaar,
onbereikbaar. Daar mocht
je als zoon van een
hardwerkende tekenaar
alleen maar huizenhoog
tegenop kijken.
duidelijk, als je het theater
Klein Bellevue in
Amsterdam bezoekt, waar
hij sinds begin 1977 met
pianist Ruut Weissman
optreedt. ..Dat theater",
herhaalt hij nog maar eens,
„heb ik bewust gekozen.
Dat zit als een jas om me
heen. Ik heb ook 's avonds
nooit het gevoel, dat ik een
voorstelling geef. Er komen
gewoon wat goeie vrienden
op bezoek, aan wie ik
vertel, hoe het met me
gaat Dat zal wel weer te
maken hebben met dat
gevoel van warmte, waar ik
nog steeds een hoop voor
wil laten schieten.
Er hangt bij mijn show ook
een ontspannen sfeertje,
waarin het publiek niet
anoniem blijft Het is me al
gebeurd, dat een vrouw na
een liedje riep: „Waar kan
ik die plaat krijgen, meneer
Halsema? Ik heb me rot
•gezocht". Dat soort reacties
zul je niet meer krijgen, als
je eenmaal in Carré staat",
denk ik dan.
Aan de andere kant leeft
het publiek soms ook weer
zo intens met me mee, dat
ik het tot de orde moet
roepen. Dan krijg je het
effect van een
verjaardagsfeestje, waarop
iedereen de leukste wil zijn.
Ik had eens een gezelschap
in huis, dat ik traceerde in'
de hoek van de voetballerij.
Waarschijnlijk een club, die
aan het potverteren was.
Ze zaten op een gegeven
ogenblik zo hinderlijk mee
te spelen, dat de
voorstelling er onder ging
lijden. Ik had ze al
tevergeefs kat op kat
gegeven, maar ze waren
niet stil te krijgen. Toen
ben ik naar de grootste
schreeuwerd gegaan en hen
ik geroepen: „Kees, voor
jou de gele kaart En als je
niet ophoudt krijg je de
rooie en ga je het veld uit".
Toen was het gelijk
menens. Met Halsema valt
niet te spotten, zag je ze
denken. Die gaat gelijk op
zijn strepen staan.
Dit is niet zo maar een
vrijblijvende voorstelling.
Dit is een wedstrijd Die
avond heb ik nog net op
punten kunnen winnen."
LEO THURING
Horecagelegenheden met gereserveerde parkeerruimte hebben bij invaliden bepaald een streepje voor.
nog veel ontbreekt aan de gastvrijheid voor deze groep
medeburgers. Zij kunnen zich alleen redelijk bewegen in
een aantal peperdure hotels, die zij evenmin frequenteren
als het gros van hun valide landgenoten. Temeer, omdat
zij vaak met een begeleider(ster) op stap gaan. Er bestaan--
wel enkele groepsaccommodaties voor vakanties in binnen-
en buitenland, maar die zijn meestal al lang voor de
zomervakanties gereserveerd. Verbeteringen blijven helaas
uit, omdat de overheid een subsidieregeling van 100 procent
had bewijst Halsema nu
avond aan avond in
dezelfde zaal, waar hij in
het begin van de zestiger
jaren achter een hoge,
zwarte piano in zijn vaste
verdomhoek zat Maar
ditmaal is hij wel zelf het
middelpunt staat hij als
enige in het koesterend
licht van de schijnwerpers
en doet hij, waar hij altijd
van gedroomd heeft: zingen
en praten over de dingen,
die hem bezig houden. Die
hij belangrijk genoeg vindt
om over het voetlicht te
tillen.
,Jk behoor tot een
generatie van vroeg grijze
mensen", zegt hij, „tot die
generatie, waarvan de
eerste uitvallers zich
inmiddels gemeld hebben.
De kopgroep zit al midden
in de hartinfarcten en de
stress. In mijn groep stond
de plichtsbetrachting altijd
voorop. Wij kregen als kind
ingeprent, dat we niks
voorstelden en dat we ons
dan ook niks mochten
verbeelden. Beleefdheid en
vriendelijkheid waren onze
wachtwoorden. Keurig met
twee woorden spreken.
„Dank u wel, mevrouw",
zeggen, als je een koekje
kreeg. En als je wat
probeerde, tóch een
ideaaltje najoeg, was je
algauw een kapsoneslijer.
Mijn generatie leerde ook,
dat hard werken het enige
grote goed op aarde was.
Wij zijn de geboren
twijfelaars, die steun
zochten bij elkaar om te
kunnen overleven. Om toch
iets waar te kunnen maken
van je idealen, moest je wel
leunen op een ander. En
dat zal de reden zijn,
waarom we nu blijven
volhouden: ,JZo warm als
toen zullen we het nooit
meer krijgen".
Zwaarder
De tijd, waarin we nu leven
is oneindig veel moeilijker,
gecompliceerder dan in
mijn jeugd. En dat ondanks
de welvaart, die ons van
alle kanten overspoelt We
hebben nu stuk voor stuk
meer geld, meer
mogelijkheden dan vroeger.
Maar we moeten wél
wennen aan het idee, dat
grote groepen uit onze
samenleving nooit aan
werken zullen toekomen.
Voor onze welvaart hebben
we een hoop welzijn
moeten opofferen.
De concurrentie tussen de
mensen onderling is ook
verhevigd Men is duidelijk
onaardiger geworden,
agressiever. Minder warm.
En de geboren twijfelaars
uit mijn generatie worden
onder de voet gelopen door
slimme mensen, met wie ik
niks te maken wil hebben.
De wet wordt momenteel
voorgeschreven door de
Ster-reclame: gezelligheid is
pils, stoer is roken, wit is
biologisch All. Ik kan al die
dingen met mijn verstand
nog wel bijsloffen, maar ik
heb geen zin om me tot dat
niveau te verlagen. Ik kan
er misschien ook een
carnavalskraker uitpersen,
die het kan opnemen tegen
de computerproducten van
Vader Abraham en André
van Duyn. Maar het idee
om het te doen komt alleen
niet bij me op. In deze
wereld vol mensen, die zich
zo sterk mogelijk maken en
elkaar met kreten om de
oren slaan, blijft de twijfel
toch mijn belangrijkste
waarheid. Laat mij nou
maar daar over zingen en
praten. Dat is dan mijn
boodschap
Als een jas
Wat Halsema's boodschap
exact inhoudt, wordt je
hun verplaatsing buitenshuis geheel op rollend vervoer
aangewezen. Noch binnen onze grenzen noch daarbuiten
is er voor deze mensen een toereikende keuze uit hotels
die voor hen betaalbaar en toch van de gewenste aanpas
singen voorzien zijn. Ook in de meeste restaurants is niet
op hun bezoek gerekend.
Nadat in tal van geschriften reeds betere voorzieningen
zijn bepleit, heeft de Nederlandse Vereniging voor Revali
datie (NVR) nu een geestig „schetsboekje" laten vervaardi
gen, mede ten behoeve van de wereldorganisatie „Rehabili
tation International". Deze instructie verbergt achter de
luchthartigheid van de opzet veel menselijk leed en een
niet geringe discriminatie. Het protest dat er aan ten
grondslag ligt, zal daarom wellicht meer effect hebben, dan
de dringende verzoeken die tot nu toe zijn gedaan. Horeca
ondernemers die er door getroffen worden kunnen meteen
aan de slag, want een in onze taal gesteld inlegvel rept
van de minimumeisen waaraan hun inrichtingen moeten
voldoen, willen zij voor het internationale toegankelijk
heidssymbool in aanmerking komen. Het tekeningenboekje
met onderschriften in het Engels, is door de internationale
pers bijzonder gunstig ontvangen. Organisaties voor gehan
dicapten zijn er al evenzeer mee ingenomen en gebruiken
het materiaal soms als basis voor een uitgebreidere brochu
re. De Engelse Tourist Board heeft er op ingehaakt met
een succesvolle uitgave.
In ons land heeft de ANWB de toeristische voorlichting
voor gehandicapten op zich genomen. Vanaf heden publi
ceert deze bond in samenwerking met de NVR alle gege
vens die voor hun vakantie en recreatie van belang kunnen
zijn, in de vorm van inlichtingenbladen. De ANWB verza
melt verder gegevens met betrekking tot aangepaste ac
commodaties in ons land en de Wegenwacht verleent
speciale assistentie aan deze bevolkingsgroep. Intussen is
er al het een en ander bereikt. Vanaf 1973 is Rijkswater
staat bezig met aanpassing van wegrestaurants en benzi
nestations, om reizen per auto voor gehandicapten mogelijk
te maken. De Nederlandse Spoorwegen plegen regelmatig
overleg met de NVR en beschikken al over een reeks
voorzieningen, samengevat in de folder „Het reizen per
trein door minder-validen".
Er zijn in ons land thans 1350 objecten, die het internatio
nale toegankelijkheidssymbool voeren, ten bewijze dat zij
beschikken over goedgekeurde aanpassingen. Helaas zijn
daaronder nog maar weinig hotels en restaurants, zodat
Maar het kan ook anders.
voor aanpassing van het sanitair in middenklassehotels, die
overigens reeds toegankelijk waren, in 1976 heeft stopgezet.
De NVR blijft met klem pleiten voor het vormen van een
„pot" van rijksgelden om de aanpassing van horecabedrij
ven te stimuleren. Tien miljoen gulden, uitgesmeerd over
vijf jaar, zou voor zo'n 250 bedrijven de mogelijkheid
scheppen om aan de wensen van gehandicapten tegemoèt
te komen. Een bedrag, toereikend voor twee gehandicap
ten-kamers en een apart toilet voor deze gasten in het
Hotelbalies zijn doorgaans aan de hoge kant.
hebben".
Span paarden
En ik toch maar eigenwijs
volhouden, dat mijn
toekomst op het toneel lag.
Dat stond voor mij vast en
daar was ik met geen span
paarden vanaf te trekken.
Ik aanbad de
grootmeesters: Kan,
Sonneveld, Hermans. En
ondertussen loerde ik naar
een mogelijkheid om zelf
aan de bak te komen. Op
mijn zestiende solliciteerde
ik bij Sleeswijk, want ik
had gehoord, dat hij
iemand zocht, die de
volgspot kon bedienen. Ik
wist geen moer van
elektriciteit Maar ik
waagde het er toch maar
op. „Ben je electrciën",
vroeg Slees. „Jazeker
meneer", riep ik ferm,
.Jicht heeft voor mij geen
geheimen.
Later bij Lurelei kreeg ik
pas de kans om mijn mond
open te doen. Ik had net
zolang zitten zeuren, totdat
Eric riep: „Oké, jij mag
ook een liedje zingen".
Maar ik moest wel achter
mijn piano blijven zitten,
want wat ik deed was niet
goed genoeg voor het
podium, vonden ze. Dat
had geen niveau. Ik zong
irAdieu mademoiselle" en
„Therèse, bibliothecaresse".
„Allemaal niks", zeiden ze.
Te veel Hermans, louter
wissewasserijtjes, die de
voorstelling in feite
ophielden. Ik werd geduld,
maar deed duidelijk voor
spek en bonen mee."
Middelpunt
Dat hij achteraf toch meer
dan spek en bonèn in huis
DEN HAAG Zonderlinge problemen kunnen gehandi
capten te wachten staan, als zij ook eens gehoor willen
geven aan de oproep van onze horecabedrijven. Tot welke
tragi-komische situaties dit kan leiden wordt zonder valse
schaamte geïllustreerd door de brochure „Welcome In(n)".
Cartoons van de tekenaar A. Frederiks te Utrecht tonen
daarin mensen die op krukken gaan, hardhorenden, maar
vooral rolstoelberijders in etablissementen, die niet op
hun komst zijn berekend. Deuren waar een rolstoel niet
Het nemen van een bad kan nog wel eens lastig zijn.
doorheen kan, te hoge receptiebalies en kioskloketten, te
kleine liften, te hoge tafels en urinoirs behoren evenals
onbereikbare telefoontoestellen tot de veel meer dan tien
plagen, waar dit volk onderweg meer dan een miljoen
landgenoten zijn door een of meer functiestoornissen
lichamelijk gehandicapt mee te maken krijgt. Ongeveer
drie op de duizend inwoners van ons land of in totaal
niet minder dan veertigduizend Nederlanders, zijn voor
„Ik kom
uit
een generatie
van vroeg
grijze mensen,
van wie
de eerste
uitvallers
zich al
gemeld