Janaika Lempers is dik tevreden met haar figuur ELVIS IN LONDEN LONDON Koning Elvis is dood, maar in het Londense Astoriatheater wordt zijn nagedachtenis levendig in ere gehouden. Voor de prijs van een entreekaartje krijg je daar momenteel in een paar uur niet minder dan drie namaak-Presleys te ho ren en te zien. De show heet kortweg „El- vis". Het ruim omgebouwde theater met tweeduizend zit plaatsen - vroeger was het een bioscoop - stelt voor deze gelegenheid „Loew's Theatre Movie House" in de stad Memphis, in de Amerikaanse staat Tennessee, voor. In 1951 kregen de bezoekers van die schouwburg eerst en kele films te zien en daarna variété. „Elvis" wordt voorafgegaan door een oude draak van de Marx Brothers. Als die voor stelling afgelopen is, ver schijnt na verloop van tijd een kerel voor het voetlicht om een microfoon te plaat sen. Hij moet dat ding eerst even testen en ruimt dan baan voor een stel wouldbe- cowboys dat bij gitaargetok- kel een traditioneel nummer tje zingt. Hierna is het eindelijk de buurt aan „onze eigen zin gende zaalwachter" Elvis Presley (16), de toekomstige koning van de rock 'n roll, die zijn fantastische zangcar rière ondermeer dankte aan zo'n eerste kansje in „Loews Theater- en Bioscoopzaal" van Memphis, Tennessee. De knaap die in het Londen se Astoria-theater voortreffe lijk zaalwachter Elvis Pr ley speelt, is een Engelse schooljongen van nog geen 17. Drie maanden geleden zat Timothy Whitnall nog op de middelbare school in Bury St. Edmunds. Tim was zeven jaar toen hij van zijn vader zijn eerste Elvis-plaat kreeg. Hij leerde gitaar spelen en zingen zoals de „King". Zijn eerse nummertje in „Elvis" is „That's All Right." Dat was Presley's eerste plaat. Toen in Londen de audities begonnen voor de rol van de piepjonge Presley in „Elvis", daagden niet minder dan 200 kandidaten op. Thimothy Whitnall trok er met zijn gi taar op af. Hij geloofde niet, dat hij, zonder ervaring, eni ge kans had om gekozen te worden. Maar regisseur Jack Good vond hem toch geknipt voor die rol. Thimothy heeft nu zijn studie voorlopig ter zijde gezet. Voor Elvis Presley in zijn mooiste tijd, toen de roek-ko ning in de dertig was, viel de keuze van Jack Good op Shakin's Stevens, een 26-jari- ge Welshe rockzanger uit Cardiff. Shaky is de zoon van een mijnwerker. Op school kreeg hij de raad zan ger te worden. Hij stichtte een groep, de „Sunsets", die in 1969 met de Rolling Stones mocht spelen en sindsdien betrekkelijk veel succes oog st. Shakin' Stevens houdt voor iedereen zijn echte voornaam geheim. Hij lijkt sterk op El vis Presley toen deze zijn leeftijd had, met dezelfde vu rige blik in de intense ogen, dezelfde palinggladde sidder- bewegingen en het bijna identieke stemgeluid. Zijn nabootsing van King Elvis is onovertrefbaar. Shaky zingt dan ook de grote shownum mers, zoals „Jailhouse Rock," en speelt Elvis wan neer onze held onder de wa pens komt. De rol van Presley in zijn laatste jaren is toevertrouwd aan ex-superster P. J. Proby, Jim voor zijn vrienden, die Elvis persoonlijk gekend heeft. Proby stamt uit Texas. Zijni echte naam is James Shakin' Stevens, de sidderende rockzanger uit Cardiff in Wales, vertolkt Elvis Presley in zijn mooiste tijd. 2. James Proby, de namaak-over- rijpe Presley. 3. De 16-jarige Engelse schooljon gen Timothy Whitnall als Elvis de beginneling. In de met zwarte humor en „ketchup-moorden" doorspekte „Mantel der Liefde" schittert naast sterren als Rijk de Gooyer, Sylvia de Leur en Willeke van Ammelrooy, een gewichtig talent, Janaika Lempers heet ze. Voor deze Nijmeegse actrice is de op 6 februari in Amsterdam de in première gaande Nederlandse speelfilm het opstapje naar massale erkenning en verering. Want na de première kan niemand meer zonder blikken of blozen om Janaika heen. Zelfs in het met rare snuiters en vreemde vogels aardig verwende Hollywood hield menigeen de pas in, toen Janaika zijn pad kruiste. Terwijl ze haar bolle wangen met appel-rose bestuift, vraagt ze op de man af: „Wil je mijn gewicht niet weten. Noteer maar: 94 kilo schoon aan de haak bij een lengte van slechts één meter zes tig. Mijn maten. Hé, maak het even. Schrijf maar, dat maat 48 me te krap zit". Haar lach davert door de lunchroom. Een minderwaardigheidscomplex is het allerlaatste, waaronder ac trice, foto-model en ex-secretares se van de zoetgevooisde Ronny Tober, Janaika Lempers gebukt gaat Ze is dik tevreden met haar figuur, dat die dag schuil gaat achter een dijk van een zwart fluwelen jurk. Zo'n tien jaar geleden, vlak na de geboorte van haar dochtertje Na tas ja, is Janaika gaan uitdijen. „Een beetje dik vind ik lelijk. Of goed dik of slank, zei ik tegen mijn spiegelbeeld. Sindsdien heb ik mijn dikte gecultiveerd. Boven dien kreeg ik in de gaten, dat mijn omvang best te combineren' is met mijn acteertalenten". Janaika stamt allerminst uit een toneel-dynastie. Haar vader was architect in de Keizer Karei-stad, moeder schilderde. Op haar vijf de was ze wees. De drang naar het theater kwam pas goed opzet ten na haar eerste toneelrolletje op de HBS. Na het behalen van het toelatingsexamen van de to neelschool leek het doek op te gaan. Maar haar pleegouders ap- plaudiseerden niet. Toch bleef het artiestenwereldje aan Janaika trekken. In Amsterdam speelde ze een blauwe maandag voor To- ber's schrijfmachine. Ook geen bezigheid, waar je beroemd mee wordt. Na een tijdje pakte ze haar boel tje en reisde af naar Italië, het land van De Sica's fietsendieven. Genua, Milaan en Rome kregen Janaika over de vloer. Ze raakte er verliefd op een Italiaan, met wie ze in blijde verwachting te rugreisde naar Nederland om er te trouwen en een dochter te ba ren. Helaas, het huwelijk hield niet lang stand. „Ach, Italianen zijn erg aardig om te hebben, maar niet om te houden", lacht ze zoveel jaren later, achter een gekoelde Scotch in een gekoeld restaurant in het hartje van Hol lywood. Ze is nog een paar keer terugge keerd naar Italië om er in waf reclame-filmpjes aan Pepsi te lur ken. Meer bekendheid kreeg ze door een rol in een spaghetti-ach- tige smokkelfilm „La Douana fa passare". De Italiaanse periode etiketteerde de gevulde actrice als „Het Fellini-vrouwtje", een bij naam waarop ze trots is. In Ne derland werd ze herhaaldelijk voor haar op het lijf geschreven reclameboodschappen gevraagd. Zuchtend op een weegschaal of grijnzend achter een miezerig to maatje op een leeg bord. Haar omvang is nu haar handelsmerk; Janaika vaart er wel bij. In „De Mantel der Liefde" speelt ze het lijvige, maar moordzuchti ge vriendinnetje van Sylvia de Leur. En over een maand of wat zit ze al weer klaar voor de hoof drol in „Een dikke liefde". Een door CRM gesubsidieerde film geregisseerd door de, in het Cali- fornische Playa del Rey neerge streken Nederlandse cineast Cees i)van Oostrum. Dankzij Cees kwam Janaika begin dit jaar naar Hollywood om er even ken nis te maken met wat „big shots" uit de film- en televisiewereld. Als de ober nog een Scotch heeft gebracht, legt ze uit: „Bij Para mount zien ze mij wel zitten in een soort griezelachtige science fiction-film. Ik moet voor een of ander monster spelen. Eigenlijk ben ik daar niet zo kapot van. Want ik wil helemaal niet in een hoekje worden gedrukt. Kijk, in „De Mantel der Liefde" ben ik al een bloeddorstig monster. Als ik in dat genre doorga, ben ik zo de vrouwelijke Boris Karloff. En dat is nou niet bepaald mijn harte- wens". Eenmaal buiten de lunchroom lacht niemand haar achter haar brede rug uit. In Nederland heeft ze anders meegemaakt. „Dik zijn is in Nederland een schande. Je wordt gediscrimineerd of finaal vergeten. Boven maat 42 ben je een paria. Zeker de kledingindus trie ziet je niet staan. Want voor ons, dikke vrouwen, schijnen ze uitsluitend monsterachtige model len te kunnen ontwerpen. Alsof Marcus Smith. Op een gege ven moment was hij Pres ley's vocale plaatsvervanger. Zijn zusje is nog bevriend geweest met Elvis en hij was zelf een tijdje verloofd met Dottie Harmony, Presley's vriendinnetje dat de King eeuwige trouw beloofd had tijdens zijn krijgsdienst. Zegt Proby: „Elvis en ik wa ren goed bevriend tot hij uit het leger kwam en ontdekte, dat Dotty mijn verloofde ge worden was. Een tijd lang praatten wij haast niet meer met elkaar. Maar ik geloof niet, dat het Elvis veel kon schelen. Het waren altijd de mensen in zijn omgeving die dergelijke dingen opbliezen. Toen ik hem kende, was hij een erg geschikte vent Ik heb hem vaak gezegd, dat hij veel te verlegen was." Proby zingt zoals de oudere Presley. Als P. J. aan de beurt komt, domineert hij het hele spektakel. Voor re gisseur Jack Good, die hem destijds ook aangeworven had om te spelen in zijn eer ste rock-musical „Catch My Soul", was James Proby een voor de hand liggende Pres- ley-keuze. Proby gelooft, dat het succes van „Elvis" gega randeerd is. „Deze show loopt minstens drie jaar," voorspelt hij, „maar reken niet op mij voor meer dan een paar jaar. Ik begin mij gauw te vervelen. Ik heb af wisseling nodig. De reden waarom ik zo vaak naar En geland kom, is omdat ik Amerika saai en levenloos vind". Proby's optimistische ver wachtingen in verband met de toekomst van „Elvis" zou den echter bedrogen kunnen worden. De reusachtige As- toria-zaal raakt namelijk niet gemakkelijk mudvol. De drie namaak-Presleys treden vaak op voor een theater dat nauwelijks half gevuld is. Matineevoorstellingen wor den hoofdzakelijk bijge woond door kinderen van 8 tot 14 jaar, maar ook dan blijven minstens duizend plaatsen onbezet. Regisseur Jack Good en pro ducer Ray Cooney hebben niet de verwachte 100.000 pond nodig gehad om „Elvis" voor het voetlicht te kunnen brengen. Maar hoewel het dus geen overdreven dure show is, kan de huidige op brengst bezwaarlijk groot ge noeg zijn om de kosten te dekken en over enkele maan den winst te maken. De tijd zal uitwijzen of men de po pulariteit van wijlen Elvis Presley inderdaad overschat heeft. De Britten vinden het gewel dig jammer, dat roek-koning Elvis hen tijdens zijn leven nooit een persoonlijk optre den heeft gegund. Wat ze nu te zien krijgen in het Astoria theater van Londen is ten slotte niets meer dan goede immitatie. Het lag kennelijk ook niet in de bedoeling er een biografische musical van te maken. Schier zonder on derbreking worden ongeveer tachtig Presley-nummers ge zongen en gedanst door de drie namaak-Elvissen en een kleine groep lenige meisjes en jongens, begeleid door de fantastische „Fumble"-band uit Amerika. Het geheel wordt versierd door middel van een licht krant, kleurendia's en oude films, geprojecteerd boven het podium, op een centraal scherm en op terzijde ge plaatste schuine vlakken, waardoor men vaak heel fraaie effecten krijgt. Soms daalt vóór het enorme po dium een transparant gor dijn neer. De onwerkelijke sfeer wordt nog verhoogd door gulpende rookwolkjes. Het is een geweldig spekta kel, waarvan de betekenis niet altijd tot je doordringt. Niets wordt nader verklaard (zelfs niet het begin van de show in Loews Theaterbio scoop van Memphis City). Je moet al erg goed op de hoog te zijn van Elvis' levensge schiedenis om de data in de rollende lichtkrant te kunnen associëren met de beelden uit de oude nieuwsfilms, die ondertussen zowat overal op het podium geprojecteerd worden. Het jeugdige publiek in de zaal trekt zich dergelijke as pecten van „Elvis" niet erg aan. Iedereen schijnt het ge weldig te vinden, dat er plaats te over is om tijdens de denderende finale spon taan mee te dansen. Wat een feest! ROGER SIMONS een dik mens geen recht heeft op een leuk jurkje, op modieuze kle ding. Niet alleen vanwege het ontbre ken van leuke kleren, zien de meeste dikke vrouwen er vaak slonzig uit. Je raakt geïsoleerd, dus blijft er niets anders over dan lekker vreten en een stevige bor rel. Het is gewoon een vicieuze cirkel. En daar vecht ik juist te gen. Ik pik het niet dat de maat schappij je vanwege je omvang discrimineert. De meeste mensen weten zich ook vaak geen hou ding te geven als ze ons tegen het lijf lopen. Kinderen zijn vaak het eerlijkst. Die zeggen: mamma, kijk daar 'ns. wat een dik mens". Dan sist de moeder: „Hou je mond. En dan moet ik altijd kwijt: Mevrouw uw doch tertje heeft gelijk. Ik ben een gezellig dik mens. Dat mag ze toch gerust zeggen. Met zo'n pie per lopen ze dan door". Over haar ervaring in Hollywood raakt ze niet uitgepraat. „Op straat kijken de voorbijgangers me na. Vragen me waar ik van daan kom, lachen dan vriendelijk en gaan weer hun gangetje. Dat komt natuurlijk ook, omdat ze mensen uit Europa sowieso inte ressant vinden. Dik zijn valt hier ook niet op. Want het barst hier van de dikzakken. Ook geen won der, als je ziet hoeveel ketchup ze over hun vettige hamburgeri gooien Wat hen wel opvalt is een dik mens dat er goed uitziet. Dat is ook mijn bezwaar tegen mijn lij vige sexe-genoten. Als je je huid goed verzorgt en wat beter op de kleding let, hoef je er niet zakkig bij te lopen. Je moet vooral je dikke toet fris houden. Zonder arrogant te zijn, vind ik mezelf een goed voorbeeld van een mo dieus geklede, goed uitziende vrouw". De hamvraag: Waarom slankt Ja- naika niet af? De handen stevig in de zij, waar door ze nog breder lijkt: „Omdat ik me in dit formaat lekker voel. Als ik zou willen, was ik binnen een half jaar dun". Maar wie kijkt er dan nog naar Janaika Lempers. HANS TOONEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 16