„Ik wil zelf de keuze maken Veteranen DOSR: „op routine „Bij MMO hebben we nog nooit gewonnen" PETER BRANDT BLIJFT HOPEN yy NICK VERWOERD (ALPHENSE BOYS): André Moedig stopt op hoogtepunt Avanti sterk vertegenwoordigd bij nationale jeugd-achtkampen SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 FEBRUARI 1978 (Van onze sportredactie) LEIDEN Een vreemde jongen, die Peter Brandt. Humoristisch, koppig op het eigenzinnige af („Een familietrekje") en puur ongelovig. Als doktoren hem vertellen dat het echt afgelopen is met de rugbysport, neemt hij dat voor kennisge ving aan. Maar in het achterhoofd van koppige Brandt spelen andere gedachten. Als diezelfde doktoren hem vertellen dat aangepast lopen een absolute noodzaak is, ook dan lacht Peter Brandt maar een beetje. Stelt vervolgens dat dat hem helemaal niet trekt. „Dan zou ik met m'n knie en voet naar binnen moeten gaan lopen. Maar ik voel me niet als een invalide. Ze moeten me eerst maar eens vertellen waarom dat noodzakelijk zou zijn. Dat is trouwens het meest vermoeiende van het ziekenhuisleven. Steeds maar weer vragen wat er aan de hand is, steeds maar weer onbegrij pelijke medische termen naar je hoofd krijgen." Op elf december begon de lijdensweg van Peter Brandt. Op die datum liep de tienvoudige rugby- international van DIOK in het duel met HRC tegen zijn noodlot op. Een grove trap tegen de linkerknie betekende een scheuring in het kapsel, het volledig breken van de mediale banden aan de binnenkant van de knie én het helemaal losscheuren van een kruisband. Dat laatste hoorde Peter Brandt overi gens pas deze week. „Ik wist dat het zaakje aan elkaar was genaaid met een draad waaraan je een koe kan ophangen, maar dat er spieren waren verlegd om die kruisband enigszins te kunnen vervangen wist ik niet. Zoals ik ook niet wist dat dat met die kruisband nooit meer goed zou ko men". Het wordt even stil. Tegen zijn karakter in ont snapt iets wat op een zucht lijkt aan Peter Brandt. „Dat was de zoveelste klap", vertelt hij verder. „Door het ontbreken van die kruisband zal ik een hoop stabiliteit missen, zal ik dat been volgens de doktoren ook nooit meer helemaal kunnen strek ken. Het feit dat ik na die operatie nog altijd een gat in mijn knie heb die niet zo best dicht wil gaan, wordt dan weer wat minder belangrijk. AI kan ik daardoor wel geïsoleerd komen te ligge- n Hij lacht weer. „Er werd me verteld dat ik nooit meer zou kunnen dansen, maar ja, dat deed ik toch al nauwelijks. Lachen kan ik nog wel. En dat doe ik dan maar. Thermometer-verhaaltjes zal je van mij verder weinig horen. Daar word je alleen maar zieker van. Nee, hoe meer pech ik heb, hoe harder ik lach. Dat zit er nu eenmaal in bij mij". En hoe hardèr hij ook werkt om alles weer zo goed mogelijk te krijgen. „Per dag word ik in het ziekenhuis nu tweemaal behandeld, een aantal oefeningen ter versterking van de spieren nu het gips er weer af is. Buiten die oefeningen om ben ik zelf ook bezig. En dan mag het voor mezelf zwaar tegenvallen dat ik na een week pas een klein metertje zonder krukken, maar met een kniespalk kan lopen, me erbij neerleggen doe ik gewoon niet. Daarom zal je mij nu ook niet horen zeggen dat ik nooit weer zal rugbyen. De gedachte aan het feit dat ik ooit wel zal kunnen spelen, houdt me hier gewoon op de been." En voorlopig besluitend: „Ik wil er eenvoudig niet aan toegeven dat er iets zo volledig stuk is. Een beetje rugby-speler leert leven met pijn in zijn lichaam. Het is eens gebeurd dat een speler met zes gebroken ribben gewoon doorspeelde - dat is de mentaliteit vind ik. Zolang het nog niet defini tief nee is, blijf ik hopen. Blijf ik oefenen om die spieren weer sterk te maken. Als ik op een gegeven moment maar zelf de keuze kan maken. Zelf kan kiezen tussen wel of niet rugbyen. Pas dan zal ik tevreden zijn, ook als mijn keuze dan bijvoorbeeld voor mijn maatschappelijke carrière zal uitvallen. En niet voor onverantwoord rugby spelen." Weer lachend: „Maar dan zal ik eerst wat verder moeten kunnen lopen dan die ene meter. En zal die spalk ook verdwenen moeten zijn." De eerste „stap" in een waarschijnlijk erg lang revalidatie- proces die door Peter Brandt humoristisch, kop pig en erg eigenzinnig wordt nagejaagd GERT-JAN ONVLEE Peter Brandt: „Lachen kan ik nog wel". (Van onze sportredactie) ALPHEN Vorig jaar nog speelde Alphense Boys in de eerste klasse van de Afdeling, Leiden. De Alphense ploeg slaagde er toen in om zich via een kampioenschap naar de vierde klasse van de KNVB te spelen. Opvallend is dat Alp hense Boys ook op dat hogere plan uitstekend uit de voeten komt; als de inhaalwedstrijd van morgen tegen MMO gewon nen wordt, staan de Alphena- ren slechts op één punt van koploper VVSB. Alphense Boys-topscorer Nick Verwoerd over die onverwachte positie: „Na onze bijzonder verrassende stqrt (de eerste twee competitie wedstrijden werden respectieve lijk met 5-1 en 5-1 gewonnen red.) gingen we er te makkelijk over denken. Dat kwam doordat de gedachte aan vorig jaar de ploeg binnen sloop. Toen ging het allemaal zo gemakkelijk, we werden zelfs kampioen van Ne derland bij de afdelingsclubs. Door die mentaliteits-verminde- ring kwam de klad er in. We zakten vrij diep weg maar we werden op tijd wakker geschud. De inzinking zijn we nu hele maal te boven, vandaar ook dat we de koppositie opnieuw zo dicht genaderd zijn. Maar over een eventueel kampioenschap durf ik nog niets te zeggen. Er zijn in deze competitie zeker vier of vijf ploegen die van ge lijkwaardig kaliber zijn. Het zal dan ook erg moeilijk worden. Niet alleen de voetbalcapacitei ten gaan de doorslag geven. Het team dat het meeste geluk heeft en over de langste adem blijkt te beschikken gaat het redden". Om niet op te grote achterstand te worden gezet zal Alphense Boys eerst de moeilijke uitwed strijd tegen het Hoogmadese MMO tot een goed einde moeten brengen. „Ik speel al negen jaar tegen MMO en ik heb nog nooit in Hoogmade gewonnen. Het is een bijzonder moeilijke tegen stander voor ons, zeker omdat ze ons van haver tot gort ken nen. We trainen nu twee jaar onder de heer Vilerius maar daarvoor was de heer Siera, de huidige oefenmeester van MMO, als trainer bij ons werkzaam. Aangezien ons elftal in die drie jaar met, of nauwelijks is veran derd zal de heer Siera wel de nodige maatregelen hebben ge nomen. We hebben morgen dus een extra handicap te overwin nen", aldus de Alphense aan valsleider die met zijn veertien doelpunten duidelijk bovenaan staat in het klassement van de schutters. „We zijn dan ook dik tevreden als we morgen één punt kunnen pakken" besluit Verwoerd. PROGNOSES: Lenig en Snel- Roodenburg 3: WSB-Altior 1; MMO-Alphense Boys 2; Bernar- dus-De Valkeniers 1; BMT-ASC 2; Nieuwkoop-RKNSV 3. Afdeling: VVOA-Warmunda 2; Ammerstol-VNL 2; Stolwijk- VTL 2; Leidse Boys-VNA 3; Meerburg-Alkmania 1; SJZ- KRV 1; Oranje Groen-Soccer Boys 3; RVC-Nicolaas Boys 3; Nieuwerkerk-Unitas Leiden 3. (Van onze sportredactie) LEIDEN „Dat vond ik geweldig. Dat was niet alleen een fijne beloning voor mijn sportprestaties, maar nog meer, en dat vind ik het belangrijkst, een geweldige erkenning voor de Nederlandse Invalide Sportbond in het algemeen en voor de Leidse invalide- sportvereniging „De Sleutels" in het bijzonder", zegt André Moe dig over zijn tweede plaats achter snelwanderlaar Nico Schroten bij de verkiezing van de Leidse sportman van 1977. André Moedig, de Nederlandse recordhouder op de honderd, tweehonderd en vijftienhonderd meter rolstoelrace, is ook 1978 goed begonnen; Moedig werd gekozen in <je Nederlandse selectie voor de para-olympics van 1980. „Daarna stop ik", zegt de Leidse racer die onlangs bij een kerstloop vele validenlopers achter zich liet. „Ik doe dat echt niet uit angst voor de jongeren; ik ben vrij zeker van mijn zaak. Ik ga nog steeds vooruit, de tijden worden steeds sneller. Maar net als vele andere topsporters ben ik van plan om op het hoogtepunt van mijn carrière te stoppen." Op welke afstanden de telefonist van het Ministerie van Defensie bij de para-olympics gaat uitkomen is nog niet bekend. „Dat ligt er aan hoeveel deelnemers er zijn en aan de tijden die er binnen onze selectie gereden worden, want alleen de sterksten rijden uiteraard. Om de weg naar alle afstanden nog open te houden train ik zowel op de sprint als op de langere afstand. Als het weer het toelaat, ga ik iedere dag buiten trainen, zijn de weersomstandig heden van dien aard, dat dat niet mogelijk is, dan werk ik binnen met gewichten. Dat ik elke dag kan trainen heb ik te danken aan mijn onregelmatige werktijden bij het Ministerie", aldus de vlot pratende André Moedig. Moedig die eigenlijk bij toeval in aanraking kwam met de atletiek („Een vriend haalde mij over om mee te doen aan een jubileumwed strijd in Doorn. Ik had er weinig vertrouwen in maar onverwacht reed ik twee Nederlandse records"), heeft zich de laatste twee jaar geheel op deze tak van sport toegelegd. „Vroeger deed ik ook aan tafeltennis en basketbal, maar omdat je maar naar één onderdeel uitgezonden kunt worden, heb ik bewust voor de atletiek gekozen. Bovendien is het gemakkelijk om voor deze sport te trainen, je kunt zelf bepalen waar en wanneer je wilt gaan trainen." André Moedig vertrekt in juli voor het eerste examen tien dagen naar Zweden. „Er zijn tien jongens geselecteerd en we gaan daar de langere afstanden rijden in voorbereiding op de para-olympics die trouwens in Nederland worden gehouden. Ik heb er alle vertrouwen in, ik ben me goed aan het voorbereiden en bovendien heb ik één goede motivatie: ik wil altijd winnen". (Van onze sportredactie) HAZERSWÖUDE Tafeltennisvereniging Avanti uit Hazerswou- de zal tijdens de eindstrijd van de nationale jeugd-achtkampen, op 1& februari in Den Bosch te houden, met acht spelers en speelsters vertegenwoordigd zijn. In totaal vierenzestig jeugd-spe- lers en -speelsters betwisten elkaar in acht verschillende catego rieën de eerste plaatsen. Avanti is bij de jongens-junioren het sterkst vertenwoordigd. Ronald Rijsdorp, afgelopen weekeinde vijfde in het toernooi om- de NTTB Cup (de 17-jarige versloeg Wim van Spanjen, Trevor Taylor. Jan Vlieg en Ron Gootzen), is dé kanshebber op de eerste plaats. De Waddinxvener werd overigens direct in de eindstrijd geplaatst, zonder dat hij de wedstrijden in de halve finale behoefde af te werken. John van Strien en Peter de Groot, zijn clubgenoten, deden dat wél, met succes. Bij de pupillen is Robert de Groot, onlangs met succes een tafeltennisstage in Frankrijk volgend, van de partij. Annet van de Spek en Gudy van Griethuizen klasseerden zich bij de aspirante neindstrijd. Ada Verheul hoopt in Den Bosch de eer bij de pupillen hoog te houden. Paulien van Griethuizen plaatste zich blij de laatste acht van de welpen-categorie. Van onze sportredactie ROELOFARENDS- VEEN De door Sport- huis Wout Bergers be schikbaar gestelde Leidse Courant Bal is dit keer bij een senio renteam terecht geko men. Een veteranenelf- tal zelfs: DOSR 14 is de gelukkige formatie. Een team dat de laatste jaren op routine al veel kampioenschappen heeft veroverd, maar ook een elftal dat vrij wel elk seizoen wel een stapje terug moet doen. Het veteranenteam staat bij DOSR voor het laag ste elftal. Ook dit sei zoen weer: toen werd begonnen in het vijftien de, het terugtrekken van DOSR 14 bracht de vete ranen een formatie ho ger. In die nu bereikte klasse speelt het elftal ook nu weer een belang rijke rol dit ondanks de „aanvangscijfers": drie wedstrijden ge speld, nul punten Verstandskies Gescheurde spiertjes, gekneus de enkels, verrekte banden, ge broken middenhands- of andere beentjes, uit de kom geschoten vingers of ellebogen, op slot springende knieën zo maar een paar, meer dan onprettige sportblessures, die echter wel in het rijtje „normaal" kunnen worden geplaatst. Blessures die vaker voorkomen, kwetsuren waar arts of sportarts in de behandeling de hand niet voor omdraaien. Maar bijna een half jaar lang worden behandeld voor een liesblessure die ui teindelijk slechts door tandheel kundig ingrijpen kan worden verholpen, dat is andere koek. Eenentwintig jaar lang met een tand in je lies rondlopen; Meer burg-aanvoerder Peter Romijn inspringende medische wereld. Maar wel iets wat je aan het denken zet. Al die niet opgeko men verstandskiezen bijvoor beeld: waar oh waar? Brede selectie Waar een coach van een, gehan dicapt zaalvoetbalteam al niet toe komt. Nico Glasbergen, oud doelman, sponsor en coach van het sterke Glasbergen de Best zat deze week echt met de han den in het haar. Piet Haasnoot, Wil Groenendijk, Henk de Mooy, Anne Ouwersloot en Cas Zwaan, vijf spelers die op zich al een aardig team kunnen vor men, waren woensdagavond niet beschikbaar om uit te ko men in het treffen om de Nortg- ho-Cup tegen Oud Feyenoord. Op zo'n moment moet je als coach het geluk hebben van een brede selectie. Dus werden Hen- ny de Klerk en Cor Vreugdenhil direct ingepast in het achttal. Maar daar bleef het niet bij. Op zoek naar de speler die zijn team weer compleet zou kunnen maken, stuitte Nico Glasbergen op Atte Bouma. De vroeger zo langharige trainer van Rijns- burgse Boys stemde toe en speelde na een aarzelend begin best nog wel een redelijke partij mee. Maar ook als het minder was gegaan was door Glasber gen én door Bouma een opval lend positief punt overeind blij ven staan: er zijn nog trainers die niet direct gillend weglopen als het woord zaalvoetbal valt.. Boeken Een tiental verenigingen binnen de Afdeling Leideri van de KNVB, willekeurig uit het adresboek geprikt, kunnen bin nenkort een schrijven van het bondsbureau verwachten. Een brief waarin de verenigingen zullen worden verzocht de „boekhoudkundige bescheiden" van de club-kasboeken bijvoor beeld bij een door de afdeling aangewezen controleur in te le veren. Dit in het kader van een nu door de afdeling begonnen actie om alle zestig afdelings clubs financieel „door te lich ten". Niet omdat er nu opeens harde bewijzen zijn gekomen die geruchten van betalingen zouden ondersteunen, maar een, volgens afdelingsvoorzitter Ad Dusée „noodzakelijk iets" dat ook in het reglement van de afdelingen is opgenomen. „Lang geleden is er voor het laatst iets dergelijks ondernomen, voor de uniformiteit is het nu echt nood zakelijk geworden weer eens een dergelijke controle te hou- Overigens is controle, zo lezen we in de Officiële Mededelingen van de Afdeling Leiden, een minder juist woord. Het feit dat er nu tien mensen met een boek houdkundige achtergrond in de boeken van de clubs duiken, moet meer worden gezien als begeleiding en advisering. En zeker niet als een speurtocht naar niet toegestane betalingen aan spelers. Dat soort betalin gen worden in de regel inder daad niet in die boeken opgeno men...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 11