NOTA OYER MOLUKKERS START NIEUWE DIALOOG 'Sleepboot voor het CDA' Museum bibliotheek heeft alle muziek Voer „luisteren" als schoolvak in LEZEN, SPELEN, BOUWEN... lt Bloemenactie voor Israël Nederland straks half miljoen bomen rijker EVANGELISCHE PROGRESSIEVE VOLKSPARTIJ: r. BINNENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 28 JANUARI 1978 PAGINA PC Het aantal overwegend jeugdige belangstellenden, die meer willen weten van de speelmogelijkheden van de gitaar, fluit en andere, als minder moeilijk bekend staande muziekinstru menten, is de afgelopen twee jaar verdubbeld. Van een over weldigende stroom is nog steeds geen sprake, maar opvallend is het wel, dat de behoefte aan eenvoudige muziek voor samenspel steeds groter wordt, waarbij ook de vocale kant aan belangstelling toeneemt. Zodat de gitarist bijna vanzelf sprekend terecht komt in de Renaissance en düs bij de musicoloog Dick van den Hul, hoofd van de muziekbibliotheek van het Haags Gemeentemuseum, die er alles over kan vertel len en er graag de nadruk op legt dat zijn museumdeel meer uitleenbibliotheek is dan snuffelhoek. Hoewel ook dat laatste lëuk kan zijn. Iedereen, maar dan ook iedere belangstellende kan het museum binnenlopen om te vragen naar een origineel handschrift van de jonge Mo zart die tijdens zijn verblijf in Den Haag componeerde en bo ze doorhalingen maakte, die door vader Leopold weer voorzien werden van aanteke ningen; verbeteringen maar ook aanwijzingen als „tóch goed!" Het furieuze hand schrift van Beethoven waar van niet altijd duidelijk is of sommige krassen muzieknoti- ties zijn of doorhalingen, want ook de grote meesters maak ten fouten. Of probeerden ook zij maar wat, om later in te zien dat het niet deugde en anders of beter kon. Handschriften. Waarbij men even terug kan gaan in de tijd, omdat het vel papier dat men in handen heeft, eeuwen gele den in een winkel door de componist werd gekocht, in een hotelkamer werd volge schreven; op ditzelfde stuk pa pier, met de inkt die alleen verdroogde. Ook kan men brieven ter inzage krijgen, ver zonden aan Nederlandse com ponisten van honderden jaren geleden; afkomstig van Schu mann, Chopin en anderen. Ve le zijn bewaard en gebundeld en gewoon voor iedereen ter inzage. Men hoeft ook geen lid te zijn waarvan dan ook, om oude drukken in handen te krijgen van composities die nog steeds in de moderne muziekwinkel te koop liggen, maar daar doorgaans zijn voorzien van de aantekening: „bewerkt door. Wie wil weten wat de componist er zelf van vond, hoe de oorspronkelijke versie ringen er uit zagen, kan in dit museum terecht. Er is ontstellend veel meer. Dick van den Hul: „Natuurlijk kan je in de muziekwinkel bladmuziek kopen. Maar daar vind je, wat voor de uitgever aantrekkelijk is om uit te ge ven; daar liggen de grote meesters, het ijzeren repertoi re. Wij hebben dat ook, mees tal zelfs als eerste drukken, soms de oorspronkelijke hand schriften. Maar ook erg veel van de minder grote compo nisten, die niettemin aardige speelmuziek schreven, voor verscheidene instrumenten." Niet virtuoos Gedurende de laatste jaren is de belangstelling voor groeps- muziek geweldig gestegen. Wie aarzelend een gitaar ter hand nam en er bij ging zin gen, vond al gauw een even aarzelende pianist, of een ken nis die fluit blies, of iemand die op zolder nog een viool had. Van den Hul: „In de vori ge eeuw en d£4rvoor, werd veel virtuoze muziek geschre ven. Maar in de Renaissance en de Barok speelden veel mensen verscheidene instru menten, omdat juist in die tijd ook het muziekmaken in groepsverband veel werd beoefend." Juist uit die periode stamt de muziek, waarvan de partijen werden voorzien van aandui dingen als „voor viool of fluit of hobo of klarinet of. Wat nu „de cellopartij" is, werd in de zeventiende of achttiende eeuw als „baspartij" gebruikt, waarbij de aard van het in strument er minder toe deed „als dat ding maar laag kon". Iedere bezoeker van de mu ziekbibliotheek van het Haags Gemeentemuseum kan snuffe len in de sortering bladmuziek waarvan de bekendheid is doorgedrongen tot Rusland en de Verenigde Staten, om de verzameling instrumenten, grotendeels afkomstig uit de nalatenschap van Daniël Fra- ngois Scheurleer, gemakshalve te vergeten. Hoewel die verza meling er ook steeds meer toe gaat doen. Van den Hul: „O ja. Steeds meer mensen gaan hun eigen lier, gitaar of strijkinstrument zeif bouwen. Of een eenvoudig orgeltje, of spinet. Met een meetlatje komen ze de maten opnemen, waarna ze in de bi bliotheek handboeken komen doorwerken en aantekeningen maken. Een van de redenen is. dat wanneer iemand een oud in strument wil hebben - en de vraag neemt hard toe - de prijzen gepeperd zijn en de wachttijden kunnen oplopen tot jaren. Ze maken zo'n in strument dan liever zelf en de mogelijkheden zijn er. Hoewel we er niet veel van hebben, Het hangt er vanaf wat ze willen." Meenemen In de bibliotheek, waarvan een groot deel kan worden meegenomen, nadat een bon in drievoud is getekend, ande re verplichtingen zijn er niet. zijn oude drukken te vinden, boeken over muziek en hand schriften, overwegend van de zestiende tot en met de acht tiende eeuw. Ook de afdeling prenten is niet onaanzienlijk. De openingstijden van deze bi bliotheek zijn van tien uur tot kwart voor een en van half twee tot vijf en woensdag avond van acht tot tien. Via het kaartsysteem kan men doordringen tot de voorraad van de bibliotheek, waarvan boeken en bladmuziek kunnen worden meegenomen, voorz over de staat van het druk werk dat toelaat. In vele ande re gevallen kunnen ter plaatse fotokopieën worden gemaakt en alleen wanneer het om ou de handschriften gaat, moet worden volstaan met doorneu zen. Van den Hul: „Drukwerk kan vaak niet tegen zonlicht en het licht van zo'n kopieer apparaat bevat dezelfde stra ling. Zou je een stuk bladmu ziek van Mozart te vaak foto kopiëren, dan zou er na korte tijd niets meer van te lezen zijn. Daarom doen we dat Voor velen is de meeneembare bladmuziek echter van grotere waarde, omdat de muziekbi bliotheek beschikt over vrij veel muziek voor luit en/of gitaar, al heeft de luit één snaar meer, vijf. Van den Hul: „Er zijn nogal wat gitaristen die luit zijn gaan spelen. In maart verschijnt een catalogus met literatuur hierover. Overi gens is het opvallend, hoeveel mensen zich de laatste tijd richten op oude muziek en er is nog een ander verschil ten opzichte van vroeger: wie cla- vecimbel ging spelen, had eerst piano gespeeld. Nu zijn er al mensen, mogelijk omdat er steeds meer uitvoeringen op worden gegeven, die meteen al beginnen met spinet of clave- cimbel. Die ook zelf bouwen. En wat ook door de liefheb bers zelf wordt gebouwd, is de draailier. Er bestaan zelfs al bouwpakketten voor." Ook de belangstelling voor het zelf uitzoaken neemt toe; de jongere muziekliefhebber van nu staat onbevangen tegen over de muziek, voelt zich minder of niet gebonden aan voorschriften en etiquette. Voor de mens rond de eeuw wisseling lag romantische mu ziek op verlaten terrein. De twintigste-eeuwer voelt zich niet gebonden aan tijd, is ook nieuwsgieriger. Vandaar de gerichte belangstelling, in toe nemende mate, naar Barok en Renaissance. De gitarist die al spoedig genoeg heeft van de eenmaal aangeleerde akkoor den, gaat speuren en wil weten hoe het vroeger ging, daarbij gesteund door speelgenoten. Oude muziek, prettige speel muziek voor gezelschapjes: daarvoor neemt de belangstel ling opvallend toe. De muziekbibliotheek van het Haagse Gemeentemuseum heeft dat aan den lijve onder vonden en stroopt de mouwen op: over enige tijd verschij nen drie catalogi: deel 1 met theorie, deel 2 met vocale mu ziek tot 1650 en deel 3 met vocaal en instrumentaal tot 1800. Hoewel ook andere ste den op muzikaal gebied wat te bieden hebben, is de Haag se bibliotheek het meest uit gebreid. De vier muziekdes- kundigen van deze afdeling weten er alles van. F. J. BROMBERG itai fri DEN HAAG Het was tekenend voor de jarenlange gebrekkige communicatie tussen Nederlanders en Molukkers dat vlak voor donderdagavond de langverwachte regeringsnota „De problema tiek van de Molukse minderheid in Nederland" werd gepresen teerd onrust ontstond over de geringe mate waarin de organen van de Molukse gemeenschap in Nederland bij de opstelling van de nota betrokken waren. De voorzitter van het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers drs. M. Fr. Mual vertolkte de in Molukse kring over dit gebrek aan inspraak bestaande teleurstelling toen hij donderdagavond in de hal van het gloednieuwe gebouw van het ministerie van Binnen landse Zaken in Den Haag aan ieder die het horen wilde verklaar de: „De nota die minister Wiegel zojuist presenteerde is geen praatpapier maar een stuk vastgelegd beleid; bij de voorbereiding daarvan waren wij niet wezenlijk betrokken". Vice-premier Wiegel, die binnen het kabinet het beleid met be trekking tot de Molukkers 'coör dineert, had even tevoren ge ruststellend, gezegd: „Het nieu we kabinet heeft spoed achter de presentatie van de nota ge zet, wij hebben een aantal kno pen doorgehakt om een duide lijk beleid naar buiten te bren gen. Het beleid moet echter nog ingevuld en uitgewerkt worden; ten behoeve daarvan willen we zo spoedig mogelijk goede ge sprekken voeren met het Moluk se Inspraakorgaan, de commis sie Köbben-Mantau en de Ver eniging van Nederlandse Ge meenten". De verklaringen van Wiegel en Mual accentueren een fors ver schil in benadering. Wiegel zegt: „Wij als regering willen duide lijk aangeven wat we ervan vin den, daarna kan de inspraak komen, per slot van rekening wordt het beleid pas definitief vastgelegd in het over de nota te houden Kamerdebat". Mual, en veel Zuid-Molukkers met hem, vindt dat de Molukkers voor de zoveelste maal door de Nederlandse autoriteiten voor het blok zijn gezet en is van mening dat de hierna volgende inspraak min of meer een zoet houdertje zal zijn. Het is triest dat de communica tie tussen Nederlandse autoritei ten en Molukkers nog zo moei zaam blijft. Een van de eerste taken van regering én parle ment wordt nu een goed overleg met de Molukse organen om hen volledig bij de besluitvor ming in het parlement te betrek ken. Die optimale communicatie tus sen regering en parlement ener zijds en de Zuidmolukkers an derzijds is te meer nodig nu de 'Nederlandse regering zo duide lijk heeft gezegd hoe ze over de RMS denkt. RMS In de nota staat dat de Neder landse regering het Molukse streven naar onafhankelijkheid niet kan delen en steunen. Dat is voor de RMS-aanhangers har de taal, maar ze houdt bepaald geen breuk met het verleden in. De uitspraak van de regering moet voor de Molukkers niet als een verrassing zijn gekomen, omdat voorgaande regeringen zich feitelijk steeds op hetzelfde standpunt hebben gesteld. De vorige minister van buitenland se zaken Van der Stoel bijvoor beeld zei in juni 1977 in de Tweede Kamer: „De regering respecteert de Zuidmolukse idealen, maar ze deelt ze niet". Trouwens, de Nederlandse rege ring heeft nooit de rechtmatig heid van het uitroepen van de RMS erkend. Toch bleven de Zuidmolukkers in ons land hopen op een wat genuanceerder uitspraak van „Den Haag". In feite een hoop tegen beter weten in, want ook kamerleden van diverse groepe ringen gaven hen in de afgelo pen maanden geen schijn van kans. De regering heeft haar stand punt in de nota terecht duidelijk vastgelegd en ook te kennen gegeven dat ze er niet over peinst om daarvan af te stap pen. Uit de eerste reacties uit de Zuidmolukse gemeenschap blijkt hoe teleurgesteld men hierover is. De reacties variëren van gelatenheid tot woede. Men kan grote bewondering opbren gen voor de wijze waarop de Molukse mede-voorzitter van de commissie-Kobben, L. C. Man- tau zijn eerste indruk verwoord de; hij riep op tot bezinning in Zuidmolukse kring over de te voeren strategie. Dat klinkt aan zienlijk wijzer dan uitspraken van anderen („ouwe koek" en „er zullen vast wel weer nieuwe acties van onze jonge mensen komen"), die de oplossing van het probleem geen stap verder brengen. Het is goed dat in de nota niet opnieuw het streven naar inte gratie van de Molukkers in de Nederlandse samenleving naar voren komt. Op dat punt is sprake van een nieuwe aanpak: „Tegenover het Molukse verlan gen zichzelf te blijven stelt de regering zich nu op het stand punt dat de Molukkers recht hebben op het behoud van hun eigen identiteit, zoals die tot uit drukking komt in eigen gewoon ten en gebruiken, het hebben van een eigen kerkelijke organi satie en het spreken van een eigen taal. De Nederlandse over heid kan en mag de Molukse minderheid niet dwingen haar eigen identiteit op te geven en in de Nederlandse maatschappij op te gaan". Daartegenover staat dat de overheid van de Molukse min derheid mag verlangen dat zij de waarden en normen van de Nederlandse samenleving zal eerbiedigen en bereid zal blijven het gesprek met de samenleving waarin de Molukkers wonen open te houden. •p ssem lenhi 'de lujeedi Evenwichtig Vice-premier Wiegel zei donder dagavond in zijn toelichting dat drie elementen centraal staan in de nota: de benadrukking van de eigen identiteit van de Mo lukkers. de maatregelen tot het wegnemen van de bestaande achterstanden en de oproep tot een goede dialoog tussen Moluk kers en Nederlanders. De nota is een evenwichtig en een effec tief stuk geworden. Dat is te danken aan de nu eindelijk eens grondige aanpak van zowel het kabinet-Den Uyl als van het kabinet-Van Agt. De voorstellen van de regering met betrekking tot optimalisering van de inspraak van de Moluk kers in met name de plaatselijke gemeenschap, de verbetering van het onderwijs ten behoe van de Molukse kinderen, huisvesting (versneld bouw] gramma), de werkgelegei en het sociaal-culturele zien er goed uit, ze ware ook hard nodig. Ook v( duidelijkheid van de politiejt en historische paragrafen men de regering erkentel zijn, evenals voor de passe r over het pensioen voor de KNIL-militairen. Het woord is nu aan de Moli gemeenschap. Het is te hop dat de leidende mensen in di gemeenschap erin zullen slag zo eensgezind mogelijk op inhoud van het stuk te reager^U Realistisch en met perspecl ook voor de eigen jongeren. Regering en Tweede Kamer len aan de reactie van de I lukse gemeenschap grote a; dacht moeten schenken zod wanneer straks de Tweede 1 mer haar grote debat over nota houdt, de Molukse gem< schap zich bij de besluit ming aan het Binnenhof geh betrokken weet. En verder er sprake moeten zijn van Voortdurende dialoog tussen Molukse en de Nederlandse meenschap opdat de fouten van beide kanten in het vei den gemaakt zijn in de toekoi zoveel mogelijk voorkomen IAA< gist» laalf UCl rei E. J. Math joni DEN HAAG Het Israël Co mité Nederland wil door mid del van een vliegtuig vol bloe men solidariteit betuigen met het op 14 mei dertig jaar wor dende Israël. De bloemen zullen op die dag in ontvangst worden genomen door mevrouw Golda Meir, de .moeder van Israël", en vervol gens worden uitgedeeld onder zieken, bejaarden en invaliden in ziekenhuizen. „Iedereen kan de gever van een bos bloemen zijn", aldus het Israël Comité, „om op deze ma nier mensen in Israël een gevoel van verbondenheid te geven. Een bos bloemen kost, inclusief het verzenden en de distributie 6,50 gulden." Een dergelijk be drag kan worden overgemaakt op giro 3924878 t.n.v. Solidari teitsactie Nederland-Israël te Den Haag. Reden van de bloe menactie is de „voortdurende, wereldwijde toename van de vij andschap tegen Israël. Een bloe menactie op grote schaal kan Israël weer bemoedigen en de overtuiging teruggeven dat het Nederlandse volk in overgrote meerderheid vriendschappelijk gezind jegens Israël is geble ven". AMSTERDAMS PSYCHOLOOG DRS. ANDRE BOERTIEN: (Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM Naast lezen en schrijven zou op de lagere school ook het leervak „luisteren" inge voerd moeten worden. Tot die conclusie is drs. André Boertien gekomen op grond van zijn lang durige beroepspraktijk als zelfstandig gevestigd psycholoog in Amsterdam. Volgens de psycholoog is het ontbreken van de vaardigheid om aandachtig te'aanhoren wat de gesprekspartner zegt een euvel dat zeer velen in deze samenleving handicapt. In het bedrijfsleven doet de noodzaak om te kunnen luisteren zich vooral bij het leidinggevende kader voelen. Om die reden zijn drie aan Boertiens bureau verbon den medewerkers recentelijk gestart met een cur sus luisteren die speciaal is bedoeld voor deze beroepsgroep. Daarbij worden de cursisten ge traind in allerlei kleine, afzonderlijke, onderdelen van hun uiterlijk gedrag tijdens een gesprek, Uiteindelijk vloeit daar een gedragsverandering uit voort die de studenten min of meer automa tisch ook brengt tot een andere basisinstelling. „De totale houding als luisteraar is erg belangrijk", aldus drs. Boertien. „Niet alleen omdat je daarmee een ander de indruk geeft dat je luistert. Maar vooral omdat je ook jezelf door een bepaalde houding'verplicht om werkelijk te luisteren." Naar zijn oordeel zijn niet alleen de teksten die tijdens een gesprek worden uitgewisseld van belang, maar ook de gevoelens van de gesprekspartners. Dat laatste speelt vooral in moeilijke gesprekken: „Wanneer bijvoorbeeld iemand in een organisatie solliciteert naar een hogere functie, is het lastig om hem of haar duidelijk te maken, dat hij voor die functie minder geschikt wordt geacht. Als dat gesprek verkeerd loopt kan het leiden tot een volledig wegvallen van de arbeidsmotivatie en het plezier in het werk. Wij trainen managers erin hoe je dergelijk slecht nieuws het beste kunt vertellen. Daarbij leren we ze wel tegelijkertijd hoe je toch de relatie met die ander kunt behouden. Dat lukt alleen als je, ook in zo'n lastige situatie, werkelijke aandacht voor die ander kunt opbrengen." Voor de door Boertien georganiseerde cursus be staat grote belangstelling. De deelnemende mana gers zijn bijvoorbeeld afkomstig van de I.B.M., de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, de Shell en het ministerie van justitie. UTRECHT Op de 15e maart zal ons land weer een half mil joen bomen rijker zijn. Meer dan 100.000 kinderen van de twee hoogste klassen van het basisonderwijs zullen op die dag één of meer bomen planten. Op deze wijze zijn er de afgelo pen jaren tijdens Boomfeestda gen meer dan 3 miljoen bomen geplant. Sinds 1957 wordt in ons land elk voorjaar de Nationale Boom feestdag gevierd. Het comité dat de dag organiseert wil daarmee begrip en belangstelling kweken voor bos, natuur en landschap. Daarom wordt er op de scholen naast het planten van de bomen óók veel aandacht geschonken aan lessen over natuur en bo men. Het lespakket van het co mité dat de Nationale Boom- feestdag elk jaar organiseert is dit jaar uitgebreid met een les map „Boom voor Boom". Via deze lesmap kunnen de kin deren straks kennis maken met zeventien veel in ons land voor komende bomen. In de toekomst kunnen zij deze rlan ijen bomen in het straatbeeld, my. ook in het landschap herkent en ze met andere ogen bekijl dan voorheen, zo hoopt het 1 tionale Boomfeestdagcon> Dit jaar nemen voor het «gj meer dan vijfhonderd geme ten deel aan de Boomfeestd nti EN impi md ten PAPENDRECHT - In Utrecht wordt vandaag de officiële oprichtingsverga dering gehouden van de Evangelische Progressieve Volkspartij, een nieuwe loot aan de stam van het Nederlandse partijstelsel, die echter al vele tongen heeft losgemaakt. De vraag of de jon ge spruit levensvatbaarheid bezit kan op dit moment nog met geen mogelijk heid worden beantwoord. Maar ds. K. van der Sluijs (45), hervormd predi kant in het nabij Dordrecht gelegen Papendrecht, die de geestelijke vader van de EPV is, heeft daar goede hoop op. Nog maar nauwelijks vijf weken gele den is de geschiedenis van de EPV begonnen. Ds. van der Sluijs had een ingezonden brief geschreven aan dag blad Trouw, waarin hij er zijn teleur stelling over uitsprak dat het CDA met de WD was gaan regeren. Hij opperde daarbij de gedachte dat er eigenlijk naast het CDA een partij zou moeten zijn, die vanuit het evangelie een duidelijke progressieve koers vaart. Op die brief reageerde een aan tal mensen zo enthousiast, dat hij besloot om met die mensen serieus te gaan praten over de mogelijkheid om een evangelische partij als alternatief voor het CDA in het leven te roepen. Op 17 december werd zo het initiatief genomen tot oprichting van de Evan gelische Progressieve Volkspartij. Ds. van der Sluijs: „We wilden expres het woord christelijk er niet in heb ben, omdat dat door de loop der jaren veel te belast is geworden. Met de naam willen we tot uitdrukking bren gen, dat het evangelie de toetssteen moet zijn voor ons politiek handelen. Dat evangelie dwingt ons tot een on dubbelzinnige progressieve koers. De navolging van Christus in de verwach ting van het Messiaanse rijk van vrede en gerechtigheid houdt onder meer in: offerbereidheid, eerbied voor al Gods schepselen, solidariteit met de mede mens, vermeselijking van de structu ren in onze samenleving, het tegen gaan van allevormen van geweld en spreiding van macht, kennis en wel vaart". In een manifest dat eind december werd bekend gemaakt stonden deze en andere uitgangspunten van de EPV vermeld. Ook stond daarin, dat de EPV ernaar streeft om in de Neder landse politieke verhoudingen een bre de bedding te vormen voor politieke vernieuwingen, in samenwerking met andere progressieve partijen, in de eerste plaats met PvdA en PPR. Ds. van der Sluijs: „Tot onze grote vreugde kwam er na publicatie van het manifest een ongelooflijk grote stroom reacties binnen, niet alleen bij mij persoonlijk, maar ook via het postbusnummer 304 in Papendrecht, dat we voor de partij hebben openge steld. Schitterende reacties, vooral van mensen die spijt hadden van hun stem op het CDA, maar ook van mensen die op andere partijen hadden ge stemd. Ze waren allemaal in de trant van „hier heb ik op gewacht". In totaal zijn er de eerste weken van januari meer dan 750 sympathiebetui gingen binnengekomen. Driehonderd mensen hebben zich al opgegeven als lid. Ook het partijbestuur van de Pv dA heeft een positief geluid over de EPV laten horen. Een minder prettige reactie kregen we van het bestuur van de PPR. Men schreef verbaasd te zijn over onze oprichtingsplannen. Christelijke par tijvorming acht de PPR allang achter haald. Wij konden ons beter aanslui ten bij bestaande progressieve partij en, vond men. In een open brief heb ben wij de PPR geantwoord dat het haar goed recht is om tegen nieuwe christelijke partijvorming te zijn, maar dat wij eveneens het recht heb ben, een partij op te richten voor mensen die elkaar op het verhaal van Jezus Christus willen aanspreken. Ook hebben we gevraagd wat de PPR er nu eigenlijk tegen heeft als wij ervoor zorgen dat eventueel in de toekomst de pakweg 50 zetels van het CDA worden verdeeld tussen een be houdend CDA van bijvoorbeeld 30 zetels en een vooruitstrevend EPV van ongeveer 20 zetels. Dat komt toch de verlangde duidelijkheid in onze poli tiek ten goede? Wij willen niet bewust aan versnippering doen, maar aan duidelijkheid". Als vandaag in Utrecht wordt besloten om definitief de EPV op te richten, zal er volgens ds. Van der Sluijs lijk gepraat worden over de vqj van plaatselijke of regionale b; groepen. Ik geloof echt dat onze p: een „gat in de markt" opvult, blijken zoveel mensen te zijn dief leurgesteld zijn in het CDA, telei steld in Aantjes. Mensen, die het zo kleurloos en tweeslachtig vindei er daarom niet of niet m< stemmen, maar die toch het evanj als uitgangspunt in de politiek hanteren". „Het is uiteraard de bedoeling dat] bij de volgende Tweede-Kamervei zingen meedoen. Maar we hebben zelf daarvoor wel een voorwaarde steld: als we bij nieuwe verkie; minder dan 10.000 leden hebben, dj we niet mee. Maar ook als* de klein blijft, of als we bij verkie; maar een paar zetels zouden hi dan nog hebben we een belanj functie te vervullen. Een sleepl functie om het CDA naar trekken, zoals een klein sleepl ook in staat kan zijn om een schip te verplaatsen". DICK VAN RIETSCHO' IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIilllllllllllllllllllIIIIIIIIIIM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 8