NOTA OYER MOLUKKERS
START NIEUWE DIALOOG
'Sleepboot voor het CDA'
Museum
bibliotheek
heeft alle
muziek
Voer „luisteren"
als schoolvak in
LEZEN, SPELEN,
BOUWEN...
lt
Bloemenactie voor Israël
Nederland straks
half miljoen
bomen rijker
EVANGELISCHE PROGRESSIEVE VOLKSPARTIJ:
r.
BINNENLAND
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 28 JANUARI 1978 PAGINA
PC
Het aantal overwegend jeugdige belangstellenden, die meer
willen weten van de speelmogelijkheden van de gitaar, fluit
en andere, als minder moeilijk bekend staande muziekinstru
menten, is de afgelopen twee jaar verdubbeld. Van een over
weldigende stroom is nog steeds geen sprake, maar opvallend
is het wel, dat de behoefte aan eenvoudige muziek voor
samenspel steeds groter wordt, waarbij ook de vocale kant
aan belangstelling toeneemt. Zodat de gitarist bijna vanzelf
sprekend terecht komt in de Renaissance en düs bij de
musicoloog Dick van den Hul, hoofd van de muziekbibliotheek
van het Haags Gemeentemuseum, die er alles over kan vertel
len en er graag de nadruk op legt dat zijn museumdeel meer
uitleenbibliotheek is dan snuffelhoek.
Hoewel ook dat laatste lëuk
kan zijn. Iedereen, maar dan
ook iedere belangstellende kan
het museum binnenlopen om
te vragen naar een origineel
handschrift van de jonge Mo
zart die tijdens zijn verblijf in
Den Haag componeerde en bo
ze doorhalingen maakte, die
door vader Leopold weer
voorzien werden van aanteke
ningen; verbeteringen maar
ook aanwijzingen als „tóch
goed!" Het furieuze hand
schrift van Beethoven waar
van niet altijd duidelijk is of
sommige krassen muzieknoti-
ties zijn of doorhalingen, want
ook de grote meesters maak
ten fouten. Of probeerden ook
zij maar wat, om later in te
zien dat het niet deugde en
anders of beter kon.
Handschriften. Waarbij men
even terug kan gaan in de tijd,
omdat het vel papier dat men
in handen heeft, eeuwen gele
den in een winkel door de
componist werd gekocht, in
een hotelkamer werd volge
schreven; op ditzelfde stuk pa
pier, met de inkt die alleen
verdroogde. Ook kan men
brieven ter inzage krijgen, ver
zonden aan Nederlandse com
ponisten van honderden jaren
geleden; afkomstig van Schu
mann, Chopin en anderen. Ve
le zijn bewaard en gebundeld
en gewoon voor iedereen ter
inzage.
Men hoeft ook geen lid te zijn
waarvan dan ook, om oude
drukken in handen te krijgen
van composities die nog steeds
in de moderne muziekwinkel
te koop liggen, maar daar
doorgaans zijn voorzien van
de aantekening: „bewerkt
door. Wie wil weten wat
de componist er zelf van vond,
hoe de oorspronkelijke versie
ringen er uit zagen, kan in dit
museum terecht.
Er is ontstellend veel meer.
Dick van den Hul: „Natuurlijk
kan je in de muziekwinkel
bladmuziek kopen. Maar daar
vind je, wat voor de uitgever
aantrekkelijk is om uit te ge
ven; daar liggen de grote
meesters, het ijzeren repertoi
re. Wij hebben dat ook, mees
tal zelfs als eerste drukken,
soms de oorspronkelijke hand
schriften. Maar ook erg veel
van de minder grote compo
nisten, die niettemin aardige
speelmuziek schreven, voor
verscheidene instrumenten."
Niet virtuoos
Gedurende de laatste jaren is
de belangstelling voor groeps-
muziek geweldig gestegen.
Wie aarzelend een gitaar ter
hand nam en er bij ging zin
gen, vond al gauw een even
aarzelende pianist, of een ken
nis die fluit blies, of iemand
die op zolder nog een viool
had. Van den Hul: „In de vori
ge eeuw en d£4rvoor, werd
veel virtuoze muziek geschre
ven. Maar in de Renaissance
en de Barok speelden veel
mensen verscheidene instru
menten, omdat juist in die
tijd ook het muziekmaken in
groepsverband veel werd
beoefend."
Juist uit die periode stamt de
muziek, waarvan de partijen
werden voorzien van aandui
dingen als „voor viool of fluit
of hobo of klarinet of. Wat
nu „de cellopartij" is, werd in
de zeventiende of achttiende
eeuw als „baspartij" gebruikt,
waarbij de aard van het in
strument er minder toe deed
„als dat ding maar laag kon".
Iedere bezoeker van de mu
ziekbibliotheek van het Haags
Gemeentemuseum kan snuffe
len in de sortering bladmuziek
waarvan de bekendheid is
doorgedrongen tot Rusland en
de Verenigde Staten, om de
verzameling instrumenten,
grotendeels afkomstig uit de
nalatenschap van Daniël Fra-
ngois Scheurleer, gemakshalve
te vergeten. Hoewel die verza
meling er ook steeds meer toe
gaat doen.
Van den Hul: „O ja. Steeds
meer mensen gaan hun eigen
lier, gitaar of strijkinstrument
zeif bouwen. Of een eenvoudig
orgeltje, of spinet. Met een
meetlatje komen ze de maten
opnemen, waarna ze in de bi
bliotheek handboeken komen
doorwerken en aantekeningen
maken.
Een van de redenen is. dat
wanneer iemand een oud in
strument wil hebben - en de
vraag neemt hard toe - de
prijzen gepeperd zijn en de
wachttijden kunnen oplopen
tot jaren. Ze maken zo'n in
strument dan liever zelf en de
mogelijkheden zijn er. Hoewel
we er niet veel van hebben,
Het hangt er vanaf wat ze
willen."
Meenemen
In de bibliotheek, waarvan
een groot deel kan worden
meegenomen, nadat een bon
in drievoud is getekend, ande
re verplichtingen zijn er niet.
zijn oude drukken te vinden,
boeken over muziek en hand
schriften, overwegend van de
zestiende tot en met de acht
tiende eeuw. Ook de afdeling
prenten is niet onaanzienlijk.
De openingstijden van deze bi
bliotheek zijn van tien uur tot
kwart voor een en van half
twee tot vijf en woensdag
avond van acht tot tien. Via
het kaartsysteem kan men
doordringen tot de voorraad
van de bibliotheek, waarvan
boeken en bladmuziek kunnen
worden meegenomen, voorz
over de staat van het druk
werk dat toelaat. In vele ande
re gevallen kunnen ter plaatse
fotokopieën worden gemaakt
en alleen wanneer het om ou
de handschriften gaat, moet
worden volstaan met doorneu
zen. Van den Hul: „Drukwerk
kan vaak niet tegen zonlicht
en het licht van zo'n kopieer
apparaat bevat dezelfde stra
ling. Zou je een stuk bladmu
ziek van Mozart te vaak foto
kopiëren, dan zou er na korte
tijd niets meer van te lezen
zijn. Daarom doen we dat
Voor velen is de meeneembare
bladmuziek echter van grotere
waarde, omdat de muziekbi
bliotheek beschikt over vrij
veel muziek voor luit en/of
gitaar, al heeft de luit één
snaar meer, vijf. Van den Hul:
„Er zijn nogal wat gitaristen
die luit zijn gaan spelen. In
maart verschijnt een catalogus
met literatuur hierover. Overi
gens is het opvallend, hoeveel
mensen zich de laatste tijd
richten op oude muziek en er
is nog een ander verschil ten
opzichte van vroeger: wie cla-
vecimbel ging spelen, had
eerst piano gespeeld. Nu zijn
er al mensen, mogelijk omdat
er steeds meer uitvoeringen op
worden gegeven, die meteen al
beginnen met spinet of clave-
cimbel. Die ook zelf bouwen.
En wat ook door de liefheb
bers zelf wordt gebouwd, is de
draailier. Er bestaan zelfs al
bouwpakketten voor."
Ook de belangstelling voor het
zelf uitzoaken neemt toe; de
jongere muziekliefhebber van
nu staat onbevangen tegen
over de muziek, voelt zich
minder of niet gebonden aan
voorschriften en etiquette.
Voor de mens rond de eeuw
wisseling lag romantische mu
ziek op verlaten terrein. De
twintigste-eeuwer voelt zich
niet gebonden aan tijd, is ook
nieuwsgieriger. Vandaar de
gerichte belangstelling, in toe
nemende mate, naar Barok en
Renaissance. De gitarist die al
spoedig genoeg heeft van de
eenmaal aangeleerde akkoor
den, gaat speuren en wil weten
hoe het vroeger ging, daarbij
gesteund door speelgenoten.
Oude muziek, prettige speel
muziek voor gezelschapjes:
daarvoor neemt de belangstel
ling opvallend toe.
De muziekbibliotheek van het
Haagse Gemeentemuseum
heeft dat aan den lijve onder
vonden en stroopt de mouwen
op: over enige tijd verschij
nen drie catalogi: deel 1 met
theorie, deel 2 met vocale mu
ziek tot 1650 en deel 3 met
vocaal en instrumentaal tot
1800. Hoewel ook andere ste
den op muzikaal gebied wat
te bieden hebben, is de Haag
se bibliotheek het meest uit
gebreid. De vier muziekdes-
kundigen van deze afdeling
weten er alles van.
F. J. BROMBERG
itai
fri
DEN HAAG Het was tekenend voor de jarenlange gebrekkige
communicatie tussen Nederlanders en Molukkers dat vlak voor
donderdagavond de langverwachte regeringsnota „De problema
tiek van de Molukse minderheid in Nederland" werd gepresen
teerd onrust ontstond over de geringe mate waarin de organen
van de Molukse gemeenschap in Nederland bij de opstelling van
de nota betrokken waren.
De voorzitter van het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers drs. M.
Fr. Mual vertolkte de in Molukse kring over dit gebrek aan
inspraak bestaande teleurstelling toen hij donderdagavond in de
hal van het gloednieuwe gebouw van het ministerie van Binnen
landse Zaken in Den Haag aan ieder die het horen wilde verklaar
de: „De nota die minister Wiegel zojuist presenteerde is geen
praatpapier maar een stuk vastgelegd beleid; bij de voorbereiding
daarvan waren wij niet wezenlijk betrokken".
Vice-premier Wiegel, die binnen
het kabinet het beleid met be
trekking tot de Molukkers 'coör
dineert, had even tevoren ge
ruststellend, gezegd: „Het nieu
we kabinet heeft spoed achter
de presentatie van de nota ge
zet, wij hebben een aantal kno
pen doorgehakt om een duide
lijk beleid naar buiten te bren
gen. Het beleid moet echter nog
ingevuld en uitgewerkt worden;
ten behoeve daarvan willen we
zo spoedig mogelijk goede ge
sprekken voeren met het Moluk
se Inspraakorgaan, de commis
sie Köbben-Mantau en de Ver
eniging van Nederlandse Ge
meenten".
De verklaringen van Wiegel en
Mual accentueren een fors ver
schil in benadering. Wiegel zegt:
„Wij als regering willen duide
lijk aangeven wat we ervan vin
den, daarna kan de inspraak
komen, per slot van rekening
wordt het beleid pas definitief
vastgelegd in het over de nota
te houden Kamerdebat". Mual,
en veel Zuid-Molukkers met
hem, vindt dat de Molukkers
voor de zoveelste maal door de
Nederlandse autoriteiten voor
het blok zijn gezet en is van
mening dat de hierna volgende
inspraak min of meer een zoet
houdertje zal zijn.
Het is triest dat de communica
tie tussen Nederlandse autoritei
ten en Molukkers nog zo moei
zaam blijft. Een van de eerste
taken van regering én parle
ment wordt nu een goed overleg
met de Molukse organen om
hen volledig bij de besluitvor
ming in het parlement te betrek
ken.
Die optimale communicatie tus
sen regering en parlement ener
zijds en de Zuidmolukkers an
derzijds is te meer nodig nu de
'Nederlandse regering zo duide
lijk heeft gezegd hoe ze over de
RMS denkt.
RMS
In de nota staat dat de Neder
landse regering het Molukse
streven naar onafhankelijkheid
niet kan delen en steunen. Dat
is voor de RMS-aanhangers har
de taal, maar ze houdt bepaald
geen breuk met het verleden in.
De uitspraak van de regering
moet voor de Molukkers niet als
een verrassing zijn gekomen,
omdat voorgaande regeringen
zich feitelijk steeds op hetzelfde
standpunt hebben gesteld. De
vorige minister van buitenland
se zaken Van der Stoel bijvoor
beeld zei in juni 1977 in de
Tweede Kamer: „De regering
respecteert de Zuidmolukse
idealen, maar ze deelt ze niet".
Trouwens, de Nederlandse rege
ring heeft nooit de rechtmatig
heid van het uitroepen van de
RMS erkend.
Toch bleven de Zuidmolukkers
in ons land hopen op een wat
genuanceerder uitspraak van
„Den Haag". In feite een hoop
tegen beter weten in, want ook
kamerleden van diverse groepe
ringen gaven hen in de afgelo
pen maanden geen schijn van
kans.
De regering heeft haar stand
punt in de nota terecht duidelijk
vastgelegd en ook te kennen
gegeven dat ze er niet over
peinst om daarvan af te stap
pen. Uit de eerste reacties uit de
Zuidmolukse gemeenschap
blijkt hoe teleurgesteld men
hierover is. De reacties variëren
van gelatenheid tot woede. Men
kan grote bewondering opbren
gen voor de wijze waarop de
Molukse mede-voorzitter van de
commissie-Kobben, L. C. Man-
tau zijn eerste indruk verwoord
de; hij riep op tot bezinning in
Zuidmolukse kring over de te
voeren strategie. Dat klinkt aan
zienlijk wijzer dan uitspraken
van anderen („ouwe koek" en
„er zullen vast wel weer nieuwe
acties van onze jonge mensen
komen"), die de oplossing van
het probleem geen stap verder
brengen.
Het is goed dat in de nota niet
opnieuw het streven naar inte
gratie van de Molukkers in de
Nederlandse samenleving naar
voren komt. Op dat punt is
sprake van een nieuwe aanpak:
„Tegenover het Molukse verlan
gen zichzelf te blijven stelt de
regering zich nu op het stand
punt dat de Molukkers recht
hebben op het behoud van hun
eigen identiteit, zoals die tot uit
drukking komt in eigen gewoon
ten en gebruiken, het hebben
van een eigen kerkelijke organi
satie en het spreken van een
eigen taal. De Nederlandse over
heid kan en mag de Molukse
minderheid niet dwingen haar
eigen identiteit op te geven en
in de Nederlandse maatschappij
op te gaan".
Daartegenover staat dat de
overheid van de Molukse min
derheid mag verlangen dat zij
de waarden en normen van de
Nederlandse samenleving zal
eerbiedigen en bereid zal blijven
het gesprek met de samenleving
waarin de Molukkers wonen
open te houden.
•p ssem
lenhi 'de
lujeedi
Evenwichtig
Vice-premier Wiegel zei donder
dagavond in zijn toelichting dat
drie elementen centraal staan in
de nota: de benadrukking van
de eigen identiteit van de Mo
lukkers. de maatregelen tot het
wegnemen van de bestaande
achterstanden en de oproep tot
een goede dialoog tussen Moluk
kers en Nederlanders. De nota
is een evenwichtig en een effec
tief stuk geworden. Dat is te
danken aan de nu eindelijk
eens grondige aanpak van
zowel het kabinet-Den Uyl als
van het kabinet-Van Agt. De
voorstellen van de regering met
betrekking tot optimalisering
van de inspraak van de Moluk
kers in met name de plaatselijke
gemeenschap, de verbetering
van het onderwijs ten behoe
van de Molukse kinderen,
huisvesting (versneld bouw]
gramma), de werkgelegei
en het sociaal-culturele
zien er goed uit, ze ware
ook hard nodig. Ook v(
duidelijkheid van de politiejt
en historische paragrafen
men de regering erkentel
zijn, evenals voor de passe r
over het pensioen voor de
KNIL-militairen.
Het woord is nu aan de Moli
gemeenschap. Het is te hop
dat de leidende mensen in di
gemeenschap erin zullen slag
zo eensgezind mogelijk op
inhoud van het stuk te reager^U
Realistisch en met perspecl
ook voor de eigen jongeren.
Regering en Tweede Kamer
len aan de reactie van de I
lukse gemeenschap grote a;
dacht moeten schenken zod
wanneer straks de Tweede 1
mer haar grote debat over
nota houdt, de Molukse gem<
schap zich bij de besluit
ming aan het Binnenhof geh
betrokken weet. En verder
er sprake moeten zijn van
Voortdurende dialoog tussen
Molukse en de Nederlandse
meenschap opdat de fouten
van beide kanten in het vei
den gemaakt zijn in de toekoi
zoveel mogelijk voorkomen
IAA<
gist»
laalf
UCl
rei
E. J. Math joni
DEN HAAG Het Israël Co
mité Nederland wil door mid
del van een vliegtuig vol bloe
men solidariteit betuigen met
het op 14 mei dertig jaar wor
dende Israël.
De bloemen zullen op die dag
in ontvangst worden genomen
door mevrouw Golda Meir, de
.moeder van Israël", en vervol
gens worden uitgedeeld onder
zieken, bejaarden en invaliden
in ziekenhuizen.
„Iedereen kan de gever van een
bos bloemen zijn", aldus het
Israël Comité, „om op deze ma
nier mensen in Israël een gevoel
van verbondenheid te geven.
Een bos bloemen kost, inclusief
het verzenden en de distributie
6,50 gulden." Een dergelijk be
drag kan worden overgemaakt
op giro 3924878 t.n.v. Solidari
teitsactie Nederland-Israël te
Den Haag. Reden van de bloe
menactie is de „voortdurende,
wereldwijde toename van de vij
andschap tegen Israël. Een bloe
menactie op grote schaal kan
Israël weer bemoedigen en de
overtuiging teruggeven dat het
Nederlandse volk in overgrote
meerderheid vriendschappelijk
gezind jegens Israël is geble
ven".
AMSTERDAMS PSYCHOLOOG DRS. ANDRE BOERTIEN:
(Van een onzer verslaggevers)
AMSTERDAM Naast lezen en schrijven zou op
de lagere school ook het leervak „luisteren" inge
voerd moeten worden. Tot die conclusie is drs.
André Boertien gekomen op grond van zijn lang
durige beroepspraktijk als zelfstandig gevestigd
psycholoog in Amsterdam.
Volgens de psycholoog is het ontbreken van de
vaardigheid om aandachtig te'aanhoren wat de
gesprekspartner zegt een euvel dat zeer velen in
deze samenleving handicapt. In het bedrijfsleven
doet de noodzaak om te kunnen luisteren zich
vooral bij het leidinggevende kader voelen. Om
die reden zijn drie aan Boertiens bureau verbon
den medewerkers recentelijk gestart met een cur
sus luisteren die speciaal is bedoeld voor deze
beroepsgroep. Daarbij worden de cursisten ge
traind in allerlei kleine, afzonderlijke, onderdelen
van hun uiterlijk gedrag tijdens een gesprek,
Uiteindelijk vloeit daar een gedragsverandering
uit voort die de studenten min of meer automa
tisch ook brengt tot een andere basisinstelling. „De
totale houding als luisteraar is erg belangrijk",
aldus drs. Boertien. „Niet alleen omdat je daarmee
een ander de indruk geeft dat je luistert. Maar
vooral omdat je ook jezelf door een bepaalde
houding'verplicht om werkelijk te luisteren." Naar
zijn oordeel zijn niet alleen de teksten die tijdens
een gesprek worden uitgewisseld van belang, maar
ook de gevoelens van de gesprekspartners. Dat
laatste speelt vooral in moeilijke gesprekken:
„Wanneer bijvoorbeeld iemand in een organisatie
solliciteert naar een hogere functie, is het lastig
om hem of haar duidelijk te maken, dat hij voor
die functie minder geschikt wordt geacht. Als dat
gesprek verkeerd loopt kan het leiden tot een
volledig wegvallen van de arbeidsmotivatie en het
plezier in het werk. Wij trainen managers erin hoe
je dergelijk slecht nieuws het beste kunt vertellen.
Daarbij leren we ze wel tegelijkertijd hoe je toch
de relatie met die ander kunt behouden. Dat lukt
alleen als je, ook in zo'n lastige situatie, werkelijke
aandacht voor die ander kunt opbrengen."
Voor de door Boertien georganiseerde cursus be
staat grote belangstelling. De deelnemende mana
gers zijn bijvoorbeeld afkomstig van de I.B.M., de
Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, de
Shell en het ministerie van justitie.
UTRECHT Op de 15e maart
zal ons land weer een half mil
joen bomen rijker zijn. Meer
dan 100.000 kinderen van de
twee hoogste klassen van het
basisonderwijs zullen op die
dag één of meer bomen planten.
Op deze wijze zijn er de afgelo
pen jaren tijdens Boomfeestda
gen meer dan 3 miljoen bomen
geplant.
Sinds 1957 wordt in ons land elk
voorjaar de Nationale Boom
feestdag gevierd. Het comité dat
de dag organiseert wil daarmee
begrip en belangstelling kweken
voor bos, natuur en landschap.
Daarom wordt er op de scholen
naast het planten van de bomen
óók veel aandacht geschonken
aan lessen over natuur en bo
men. Het lespakket van het co
mité dat de Nationale Boom-
feestdag elk jaar organiseert is
dit jaar uitgebreid met een les
map „Boom voor Boom".
Via deze lesmap kunnen de kin
deren straks kennis maken met
zeventien veel in ons land voor
komende bomen.
In de toekomst kunnen zij deze
rlan
ijen
bomen in het straatbeeld, my.
ook in het landschap herkent
en ze met andere ogen bekijl
dan voorheen, zo hoopt het 1
tionale Boomfeestdagcon>
Dit jaar nemen voor het «gj
meer dan vijfhonderd geme
ten deel aan de Boomfeestd
nti
EN
impi
md
ten
PAPENDRECHT - In Utrecht wordt
vandaag de officiële oprichtingsverga
dering gehouden van de Evangelische
Progressieve Volkspartij, een nieuwe
loot aan de stam van het Nederlandse
partijstelsel, die echter al vele tongen
heeft losgemaakt. De vraag of de jon
ge spruit levensvatbaarheid bezit kan
op dit moment nog met geen mogelijk
heid worden beantwoord. Maar ds. K.
van der Sluijs (45), hervormd predi
kant in het nabij Dordrecht gelegen
Papendrecht, die de geestelijke vader
van de EPV is, heeft daar goede hoop
op.
Nog maar nauwelijks vijf weken gele
den is de geschiedenis van de EPV
begonnen. Ds. van der Sluijs had een
ingezonden brief geschreven aan dag
blad Trouw, waarin hij er zijn teleur
stelling over uitsprak dat het CDA
met de WD was gaan regeren. Hij
opperde daarbij de gedachte dat er
eigenlijk naast het CDA een partij zou
moeten zijn, die vanuit het evangelie
een duidelijke progressieve koers
vaart. Op die brief reageerde een aan
tal mensen zo enthousiast, dat hij
besloot om met die mensen serieus te
gaan praten over de mogelijkheid om
een evangelische partij als alternatief
voor het CDA in het leven te roepen.
Op 17 december werd zo het initiatief
genomen tot oprichting van de Evan
gelische Progressieve Volkspartij.
Ds. van der Sluijs: „We wilden expres
het woord christelijk er niet in heb
ben, omdat dat door de loop der jaren
veel te belast is geworden. Met de
naam willen we tot uitdrukking bren
gen, dat het evangelie de toetssteen
moet zijn voor ons politiek handelen.
Dat evangelie dwingt ons tot een on
dubbelzinnige progressieve koers. De
navolging van Christus in de verwach
ting van het Messiaanse rijk van vrede
en gerechtigheid houdt onder meer in:
offerbereidheid, eerbied voor al Gods
schepselen, solidariteit met de mede
mens, vermeselijking van de structu
ren in onze samenleving, het tegen
gaan van allevormen van geweld en
spreiding van macht, kennis en wel
vaart".
In een manifest dat eind december
werd bekend gemaakt stonden deze en
andere uitgangspunten van de EPV
vermeld. Ook stond daarin, dat de
EPV ernaar streeft om in de Neder
landse politieke verhoudingen een bre
de bedding te vormen voor politieke
vernieuwingen, in samenwerking met
andere progressieve partijen, in de
eerste plaats met PvdA en PPR.
Ds. van der Sluijs: „Tot onze grote
vreugde kwam er na publicatie van
het manifest een ongelooflijk grote
stroom reacties binnen, niet alleen bij
mij persoonlijk, maar ook via het
postbusnummer 304 in Papendrecht,
dat we voor de partij hebben openge
steld. Schitterende reacties, vooral van
mensen die spijt hadden van hun stem
op het CDA, maar ook van mensen
die op andere partijen hadden ge
stemd. Ze waren allemaal in de trant
van „hier heb ik op gewacht". In
totaal zijn er de eerste weken van
januari meer dan 750 sympathiebetui
gingen binnengekomen. Driehonderd
mensen hebben zich al opgegeven als
lid. Ook het partijbestuur van de Pv
dA heeft een positief geluid over de
EPV laten horen.
Een minder prettige reactie kregen we
van het bestuur van de PPR. Men
schreef verbaasd te zijn over onze
oprichtingsplannen. Christelijke par
tijvorming acht de PPR allang achter
haald. Wij konden ons beter aanslui
ten bij bestaande progressieve partij
en, vond men. In een open brief heb
ben wij de PPR geantwoord dat het
haar goed recht is om tegen nieuwe
christelijke partijvorming te zijn,
maar dat wij eveneens het recht heb
ben, een partij op te richten voor
mensen die elkaar op het verhaal van
Jezus Christus willen aanspreken.
Ook hebben we gevraagd wat de PPR
er nu eigenlijk tegen heeft als wij
ervoor zorgen dat eventueel in de
toekomst de pakweg 50 zetels van het
CDA worden verdeeld tussen een be
houdend CDA van bijvoorbeeld 30
zetels en een vooruitstrevend EPV van
ongeveer 20 zetels. Dat komt toch de
verlangde duidelijkheid in onze poli
tiek ten goede? Wij willen niet bewust
aan versnippering doen, maar aan
duidelijkheid".
Als vandaag in Utrecht wordt besloten
om definitief de EPV op te richten,
zal er volgens ds. Van der Sluijs
lijk gepraat worden over de vqj
van plaatselijke of regionale b;
groepen. Ik geloof echt dat onze p:
een „gat in de markt" opvult,
blijken zoveel mensen te zijn dief
leurgesteld zijn in het CDA, telei
steld in Aantjes. Mensen, die het
zo kleurloos en tweeslachtig vindei
er daarom niet of niet m<
stemmen, maar die toch het evanj
als uitgangspunt in de politiek
hanteren".
„Het is uiteraard de bedoeling dat]
bij de volgende Tweede-Kamervei
zingen meedoen. Maar we hebben
zelf daarvoor wel een voorwaarde
steld: als we bij nieuwe verkie;
minder dan 10.000 leden hebben, dj
we niet mee. Maar ook als* de
klein blijft, of als we bij verkie;
maar een paar zetels zouden hi
dan nog hebben we een belanj
functie te vervullen. Een sleepl
functie om het CDA naar
trekken, zoals een klein sleepl
ook in staat kan zijn om een
schip te verplaatsen".
DICK VAN RIETSCHO'
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIilllllllllllllllllllIIIIIIIIIIM