Water
bedwingers
Kruis-
bevruchting
te
water
Het
dilemma
van
de
dijken
Wanneer men bij een diep tragische en
ontwrichtende ramp als die van februa
ri 1953 van een lichtpunt mag spreken,
zou men kunnen denken aan de verre
gaande invloed die hij op velerlei ter
rein heeft uitgeoefend. Onder de druk
van de nood moesten de Nederlandse
deskundigen al hun vindingrijkheid mo
biliseren - nog meer de bedwingers van
het water worden dan ze al waren ge
weest.
Ze deden nieuwe ervaringen op, ontwik
kelden nieuwe technieken, vonden nieu
we werktuigen uit. Het dijkherstel en
vervolgens de Deltawerken werden niet
wat de volksmond „een visitekaartje"
pleegt te noemen, maar een gigantische
lichtreclame voor de Nederlandse wa
terbouwkunde. De hele wereld zag hem.
Over de hele wereld werken momenteel
de baggeraars en grote bouwconcerns
dan ook voort op basis van de sinds 1953
opgedane know-how. Bij Tokyo ligt een
beweegbare stuw die sprekend lijkt op
de stuwen in de Lek. In Sleeswijk Hol-
stein werkt een uitwateringssluis die
De Nederlandse waterbouwkundigen
mogen dan hopen met de zee te hebben
afgerekend door hem de betonnen rug
van de Deltawerken toe te keren - het
wil niet zeggen dat hun koppen meteen
knap genoeg zijn om de arme boeren van
Bangla Desh te vrijwaren voor rampzali
ge watersnoden als die van 1973 waarbij
direkt of indirekt 70.000 doden vielen.
Ir H. Frijlink: „Zoals de Brahmaputra
ait Tibet komt aanstormen, daar is de
Rijn een heel kleine jongen bij. Boven
dien hebben ze ginds niet de berekenin
gen en metingen waarover we in Neder
land beschikten ten tijde van de februa-
riramp Aan totale afsluiting van de
delta van Bangla Desh valt eenvoudig
niet te denken. Maar je kunt wel in de
richting van kleine projekten gaan - het
afsluiten van plaatselijke rivieren met
behulp van plaatselijke middelen en met
methodieken die de bevolking liggen.
Dat gebeurt ook. We proberen ze geen
Nederlandse technieken op te dringen;
we proberen te kijken hoe ze het daar
zouden kunnen doen en wat daar zou
kunnen worden toegepast. Een sterk
punt van Nederlanders. Het is onze
nuchterheid."
Ir Frijlink leidt Nedeco in Den Haag,
voluit Stichting Nederlands Adviesbu
reau voor Ingenieurswerken in het bui
tenland geheten. In 1951 opgericht met
het doel onze kennis en ervaring, vooral
op het terrein van de waterbouwkunde,
toegankelijk te maken voor andere lan
den. Export, niet van tulpebollen dit
maal, maar van know-how. Overheid en
particulieren hand in hand, want het
Rijk steunt Nedeco niet financieel, wel
echter door het in staat te stellen te
putten uit de enorme reservoirs van bij
voorbeeld Rijkswaterstaat. Alle weten
schap, bij de bestrijding van de februari-
ramp en bij de Deltawerken opgedaan,
staat ter beschikking van het adviesbu
reau. Ir. Frijlink: „Zonder de Deltawer
ken waren we lang niet zover gekomen.
Wat we daarvan hebben geleerd, wordt
volledig ingezet bij projekten in het bui
tenland en met name in de Derde We
reld. Het is een voortdurende kruisbe-
vruchting. Waterstaat vindt het prettig
via ons de blik te kunnen verruimen en
wij profiteren graag van de kennis en
ervaring van Waterstaat."
Ten tijde van de watersnood van 1953
fidijk Oost het boerengezin Lod-
bestaande uit vader, moeder en
tinderen. De oudste zoon Jan zag
3itsiilven bi de rampnacht stijgen en
aa»t de kleine kinderen alvast per
ponj|iaar het dorp te brengen. Toen hij
igerift wilde gaan halen, had het water
coding al afgesneden. Toch probeerde
ntreP» ditmaal in de vrachtwagen van
(gereend- Maar op twee kilometer van
n de^berij kwam het voertuig vast te
1 zijn en dreigde te gaan drijven,
eid. En kon niet; er zat weinig anders
oepsP terug te rijden in de achteruit
Krjeden Jan Lodders en zijn vriend.
eratlen een halve kilometer in hun
►est fait over een smal dijkje dat dreig-
[n hi te storten, terwijl ze geen hand
do<Pgen konden zien en een speelbal
len voor de orkaan.
Jodenrit van drie kwartier. En
I kreten uit huizen, overal mensen
e iriet brandende sigaretten noodsig-
K Pr°beerdeii te schrijven tegen de
lt wfarte nachthemel. De rest van het
.gezin Lodders heeft tot maamdagmor-
gen gevangen gezeten op zijn gedeelte
lijk ondergelopen zolder en toen het
eindelijk werd gered, kostte dit de le
vens van twee militairen.
De deskundigen zijn het erover eens dat
de meeste slachtoffers niet zaterdag
nacht zijn gevallen toen het razende
water omstreeks 4 uur voor het eerst
toesloeg en 67 grote plus 400 kleinere
gaten in de dijken brak, maar in de
klaarlichte middag van de zondag erop
bij het wassen van de tweede vloed. Het
waren mensen die zich in de tussentijd
wellicht hadden kunnen redden, maar
die thuis waren gebleven in de mening
dat ze het ergste hadden gehad. Toen
de golven opnieuw rezen, vluchtten ze
in paniek - vaak de dood in de armen.
Nog steeds worden ze naverteld,de ver
halen over dood en redding. Over de
boer die zijn zus onder aan de dijk
probeerde te redden met een touw dat
net anderhalve meter te kort was; ze
stierf na een worsteling van twee uur.
Over de baby die op een overstroomde
zolder bij gebrek aan melk of drinkwa
ter twee dagen gevoed moest worden
met eiwit uit een bloemschoteltje - en
het overleefde.
Fotografen hebben vanuit de lucht de
onvergetelijke beelden vastgelegd van
mannen en vrouwen, vaak bejaarden,
die in nachtgoed op hun daken waren
gevlucht en daar een dag en een nacht
in de sneeuwstorm moesten bivakkeren
voordat ze konden worden gered. Er
waren mensen bij die normaal aan een
griepje zouden zijn overleden. Nu haal
den ze het. Uitspraak van een arts: „Het
moet de doodsangst zijn geweest die
hun uitgeputte lichamen als het ware
heeft verwarmd en ze immuun heeft
gemaakt". Andere uitspraak echter:
„1835 doden, maar ongeteld is het aantal
nog daarbij komende, indirekte slach
toffers die zo geknakt waren of kwalen
opdeden dat ze soms na enkele jaren
overleden aan de gevolgen van de
ramp".
alleen in omvang van de Haringvliet-
sluis verschilt. Saoedi Arabië, de Emira
ten en andere olielanden wenden hun
rijkdommen aan om Nederlandse bedrij
ven havens en dammen te laten bouwen.
De ontwikkelingen waartoe de Delta
werken de aanzet hebben gegeven, vin
den nu toepassing bij de winning van
broodnodige olie en aardgas onder de
zeebodem. Nieuwe off-shore technieken
varen er wel bij en we houden het licht
niet onder de korenmaat. Delft kent
reeds lang een cursus Engeneering. Ie
der jaar kunnen tientallen ingenieurs,
ook uit de ontwikkelingslanden, er hun
kennis komen aanpunten. Dank zij de
kennis, opgedaan bij de bestrijding van
de watersnood, worden nu tot in verre
uithoeken van de aardbol dijken aange
legd om „bandjirs" te bedwingen, moe
rassen veranderd in landbouwgrond,
dammen gebouwd voor de opwekking
van electriciteit, bevloeiingswerken ge
construeerd, havens uitgebaggerd, ge
bieden ontsloten. Naast de herinnering
aan het leed is dat de erfenis van de
februari ramp.
werkte ir Frijlink op het Waterloopkun
dig Laboratorium. Hij maakte zich klaar
voor uitzending naar Nigeria - probeerde
al wat vletten op te scharrelen. De ramp
kreeg voorrang. „Uiteraard, want we wa
ren al vijf jaar lang bezig geweest de
gevolgen van een dergelijke catastrofe te
bestuderen. We wisten uit de statistieken
dat hij eens komen zou. Toen ik 's
morgens wakker werd en het nieuws
hoorde, dacht ik: daar is-t-ie dan. Vol
gens onze berekeningen had de storm
vloedstand zelfs nog hoger kunnen zijn".
De sindsdien verworven know-how ligt
niet in stoffige archieven opgeslagen.
Noch blijft hij, in tegenstelling tot de
Nachtwacht of de molens van Kinder
dijk, exclusief Nederlands bezit waaraan
de buitenlanders zich alleen maar mogen
komen vergapen. Er wordt mee gewoe
kerd. In de delta van Bangla Desh bij
voorbeeld, vier maal zo groot als Neder
land en qua aanzien lijkend op het Ne
derland uit de tijd van de St. Elisabeths-
of de Cosmas- en Damianusvloeden. On
danks de nog tomeloze kracht van de
Brahmaputra en de Ganges tekenen zich
er al polders af naar Hollandse snit.
Ir. Frijlink: „Het is eigenlijk in juni 1953
begonnen met onze studie van de Niger-
delta, twee jaar gevolgd door een studie
van de rivier de Niger zelf over een
lengte van 2000 km. We hebben er een
boek van 2000 pagina's aan overgehou
den, dat als standaardwerk geldt. Die
delta was één groot moeras, twee tot drie
keer zo groot als Nederland, maar met
vele ontwikkelingsmogelijkheden: ver
bindingen, landaanwinning, grote zeeha
vens.
Volgde een soortgelijk projekt in West
Bengalen waar de regering van India
grote plannen kreeg met de delta van de
Ganges. Eens zal hier de rijstschuur
liggen voor een land met eeuwige bo
dem- en echte honger. Dan noemt ir
Frijlink de Japanse zee-arm Hachiro Ga-
ta. Daar zijn binnen het raam van Nede
co alle kopstukken van de Nederlandse
waterbouw bij betrokken geweest. De
voormalige lagune is nu afgesloten en
vormt een rijk landbouwgebied. Een
aantal zee-armen plaagde de westkust
van Korea met overstromingen en bo-
demverzilting. Ze zijn gedicht en in de
monding van de rivier Nakdong wordt
nu een afsluitdam ontworpen. Maar ook
dichter bij huis wordt voortgebouwd op
de kennis en ervaring, door de Deltawer
ken geleverd. In het Kanaal van Bristol
heerst een getijdenverschil van 10 meter.
Logische vraag van de Britten: kunnen
we daar geen dam bouwen voor de
opwekking van getijd energie? Neder
land is erbij gehaald, kwam met een
opzienbarende studie en adviseert nog
steeds bij het projekt waarin als het
doorgaat 12 miljard gulden gaat zitten.
.Alles kunnen meten wat er is, vooral
op en onder water, daar gaat het om",
zegt ir Frijlink. „Stroomsnelheden, getij-
hoogten, de hoeveelheden kubieke meter
water clie de rivieren aanvoeren en de
frequentie ervan, de kwaliteit van het
water, het slibgehalte, het zandtransport
op de bodem en de korrelgrootte. Dat
is toch wel het baanbrekende werk van
Rijkswaterstaatman Van Veen geweest
die al in de dertiger jaren aan het meten
sloeg zonder precies te weten wat hij met
de resultaten kon doen. De meetdienst
is nu door Rijkswaterstaat tot het uiter
ste geperfektioneerd en hetzelfde geldt
voor het verwerken en bijhouden van
informatie."
Op basis van de metingen stelt Nedeco
alternatieve plannen op plus een analyse
van de kosten en baten. Die vormen de
bouwstenen voor de beslissing van de
betrokken overheid. Dan komen het defi
nitieve ontwerp en de uitwerking in be
stek. De openbare aanbesteding (waarbij
Nedeco volledig onafhankelijk van aan
nemers en toeleveringsindustrie op
treedt). En ten slotte houden Nederlan
ders waar nodig toezicht op de uitvoe
ring van het werk dat in kostbaarheid
kan variëren van luttele tonnen tot vele
miljarden. IR Frijlink: „We vullen aan
wat ter plaatse niet voldoende voorradig
is. Ook op het gebied van kennisover
dracht. Totdat ze het zelf kunnen. O ja,
dat gebeurt. Van Japan horen we niets
meer. Jammer, zeggen we dan, maar we
zijn een beetje idealisten; we willen ons
steentje bijdragen tot de ontwikkeling
van de wereld. Waarbij we natuurlijk in
ons achterhoofd de wetenschap meedra
gen dat we nog heel lang voorop zullen
blijven lopen. Zo'n informatieverwerking
als Rijkswaterstaat - dat hebben zelfs
veel westerse landen niet." Ook steriel
beton kan rijke vruchten afwerpen - dat
bewijzen de Deltawerken maar weer
gigantische operatie. Om u een
te geven: er moesten 5000 arbei-
49 kranen, 43 motervletten,
en overslagschepen, 126
105 draglines, 38 zuigers, 30
en en ga maar door. En -er
4 daar geen wegen, geen werkter-
i huisvesting, niets. De prijzen
oten zijn toen omhoog gevio-
volgde heel Nederland ge-
i en zorgelijk de vorderingen van
Ir. Maris kreeg een tele-
van prins Bemhard. ,Jk ben met
Hicopter over het gebied gevlogen
t helemaal niets". Dat moet
ir-generaal van Rijkswater-
het hart zijn gegaan. „We
i te maken met gaten van soms
meter breed en 20 meter diep.
waren het stroomgaten waar 4 maal per
dag een sterke uitschurende waterbewe
ging heerste - bij vloed van buiten naar
binnen en bij eb andersom. Eenmaal in
de zes en een half uur was er even
stilstand en dan moesten we er als de
kippen bij zijn om zinkstukken en cais
sons aan te kunnen brengen, niet in het
gat maar ver daarachter."
De indruk dat er niets gebeurde, was dus
niet juist, alle vragen in de Kamer ten
spijt Dat bleek toen in de nacht van 6
op 7 november - negen maanden na de
ramp - het laatste en moeilijkste stroom-
gat bij Ouwerkerk met vier immense
caissons kon worden gesloten. Maris:
.Een Amerikaanse ingenieur zei: als jul
lie dit klaarspelen, kunnen jullie alles"
Alles - dat zouden uiteindelijk de Delta
werken worden. Vanaf de eerste dag
hadden de topmensen van Rijkswater
staat zich rond de tafel gezet met de
verbeten gedachte: dit nooit meer. Ze
realiseerden zich dat er in Zeeland, Zuid-
Holland en West-Brabant 900 kilometer
aan bedreigde dijken lagen. Ze beseften
dat verkorting van die kust de beste
oplossing vormde De zeegaten moesten
dicht Maris: „We vroegen ons eigenlijk
nauwelijks af of het wel kon. De sfeer
daar aan tafel was er een van: er zal
niets anders opzitten. Het principebesluit
viel bijzonder snel, binnen anderhalve
maand na de ramp, en we zetten er het
totale kunnen en weten van onze water
bouw voor in. Moet u zich voorstellen
in een tijd dat er geen computers waren
en we alles uit het hoofd deden".
Nu hadden de kopstukken van Rijkswa
terstaat geluk. Al voor de ramp, kort na
de tweede wereldoorlog, had een hunner,
dr. ir. Joh. van Veen zich al bezig gehou
den met modelonderzoek, metingen en
berekeningen van de getijdestromingen.
Maris: „Toen ik in 1951 de taak van mijn
voorganger Harmsen overnam, zei die.
kijk maar wat je met het werk van Van
Veen doet. Ik besloot hem zijn gang te
laten gaan en achteraf moet ik bekennen
dat het Deltaplan nooit zo snel van de
grond gekomen zou zijn als we niet
beschikt hadden over zijn gegevens.
Daarom zou je Van Veen in zeker op
zicht de vader van het Deltaplan moeten
noemen. Maar voor de rest is het een
typisch communekindje geweest, team
werk."
Deltawerken aan te durven, kan alleen
verklaard worden uit de geest van de tijd
onmiddellijk na de ramp. Maris: „Men
sen zijn vreemde dieren. Ze leven in
groepsverband. Komt er een bedreiging
van buiten, dan is de eenheid van de
groep hun kracht Eindigt de dreiging,
dan groeit de polarisatie. Maar als er
onverwacht een massale aanval van bui
ten komt, ontstaat spontaan de eenheid.
Zo was het in de Tweede Wereldoorlog
in hoge mate, zo was het in 1953 zonder
uitzondering. Heel Nederland was één;
aarzeling bestond niet. We wilden aan
vankelijk niet eens met een kostenra
ming voor de Deltawerken komen. We
zeiden: het karwei gaat 25 jaar duren;
daar kun je geen slag naar slaan en
bovendien missen we de ervaring. Maar
de minister liet weten dat hij niet zonder
toen hebben we met een nat vingertje
een raming gemaakt. Dat was een heel
merkwaardige zaak. Wat gaat dat kos
ten?, vroeg een Engelsman in Londen
me. Ik zei: 2,5 miljard gulden. Hoe onze
minister van financiën en onze politieke
partijen wel tegenover een dergelijk
astronomisch bedrag stonden? Ik durfde
met de hand op het hart verzekeren dat
er geen tegenstemmers zouden zijn. Ver
bazing. Maar het klopte. Zo groot was
de eenheid toen in Nederland".
Natuurlijk onderkenden de plannenma
kers dat de afsluiting ernstige gevolgen
zou hebben voor de biologische rijkdom
van de Delta. Maar men dacht in de
eerste plaats aan de cultures van oesters,
mosselen, riet, biezen en griendhout en
nam er in 1958 de Deltaschadewet voor
aan. De invloed op de overige natuurlij -
„zo'n ramp nooit meer" nauwelijks aan
dacht. Maris, „Ook bij biologen niet." zo
verdwenen het unieke zoetwatergetijden-
gebied in de Biesbosch en het brak water
gebied in het Haringvliet zonder dat
Nederland besefte wat het verloor. Maar
bij de laatste grote afsluiting, de Ooster-
schelde, lagen de zaken anders. Dit werk
begon pas in 1969. De watersnood was
tot een ver verleden gaan behoren en de
mentaliteit had zich omgebogen ten gun
ste van het milieu. Men kent de gevolgen.
Geen afgesloten Oosterschelde. Inplaats
daarvan een stormvloedkering die een
aanzienlijk deel van het getij doorlaat.
Deze geste jegens het milieu levert wel
drie miljard aan extra kosten op. Plus
een vertraging van zes a zeven jaar in
de voltooiing van de Deltawerken, het
geen veel Zeeuwen doet morren dat ze
nu pas in 1985 voor een herhaling van
de ramp gevrijwaard zullen zijn - als de
stalen schuiven het houden en ,het me
chanische gedeelte doet wat het doen
moet.
Rijkswaterstaat van vandaag kijkt tegen
de bouw van de stormvloedkering aan
als „het grootste kunstwerk in de eeuw".
Feit blijft dat hij indruist tegen de visie
van de plannenmakers uit 1953. Van het
communekindje waarover ir. Maris
sprak, wordt iets geamputeerd. Vindt hij
dat erg? Per slot van rekening is kustver-
korting door de eeuwen heen de droom
van de Nederlandse waterbouwkundigen
geweest - zie de Afsluitdijk. Aan dit
beginsel is nu afbreuk gedaan. Maris:
„Ach, ik ben niet axiomatisch. Ik geloof
pas in een axioma als ik 100 percent
zekerheid heb. We zijn ook niet conse
quent geweest toen we de Waterweg naar
Rotterdam en de Westerschelde naar
Antwerpen open lieten. Je moet van een
principe kunnen afwijken wanneer dat
noodzakelijk is."
Wel plaatst hij - voorzichtig, want hij wil
zijn opvolgers niet in de wielen rijden
- vraagtekens. Tenslotte gaat de opper
vlakte van de zeemond van de Ooster
schelde van 42000 naar 14000 m2. Hoe
zeer zal het milieu door de stormvloedke
ring belast worden? Dat weten we pas
als we beschikken over een model met
een schaal van 1 op 1, met andere woor
den: Als het werk klaar is. „Ik acht het
mogelijk dat men over 40 jaar tot het
inzicht komt een verkeerde beslissing
lijk de nodige miljarden moeten neertel
len voor vervanging van de bewegende
delen van de stormvloedkering en als de
resultaten voor het milieu zijn tegenge
vallen, kan ik me voorstellen dat men
zal zeggen: we sluiten de zaak alsnog af.
Hetgeen dan wel betekent dat we nu 3
miljard in het water gooien. Ik geef toe
dat wij indertijd niet milieubewust wa
ren. Anderzijds is zo'n Biesbosch met
drie zoetwaterbekkens voor Rotterdam
natuurlijk ook wel wat waard. En de
Grevelingen - daar heb je nou zo'n model
met een schaal van 1 op 1 van een
stagnant zoutwaterbekken; dat nu ruim
zes jaar oud is; daaraan kun je zien wat
een afgesloten Oosterschelde geworden
zou zijn. Er is eerst veel leven gestorven,
maar nu hoor ik weer stemmen die
zeggen: we moeten er oesterbroed gaan
kweken. Dan kan het toch zo'n stinkend
riool niet zijn? Ik voel het bepaald niet
zo dat ons plan van indertijd is aange
tast. Ik heb geen bezwaar tegen nieuwe
inzichten die nopen tot andere beslissin
gen. Ik zit alleen met de vraag: is het
verstandig?
Nederland maakt een moeilijke economi
sche periode door. Is het milieu onder
die omstandigheden 3 miljard extra
waard? Hier, schitterende onderwaterfo-
to's, maar voor wie dient die pracht? De
mens leeft niet onder water; hij leeft
erop. Denk je eens in hoe 'n prachtig
veilig bekken de afgesloten Oosterschel
de zou hebben gevormd, met al die
torentjes aan de horizon. Nu krijg je een
levensgevaarlijk water. Iedereen zit te
urmen dat ons recreatie-water afge
stampt vol zit De behoefte aan klein-wa-
terrecreatie is enorm en er valt veel
brood aan te verdienen. Als je met 13
miljoen mensen op een klein stukje
grond woont moet je bepaalde dingen
veilig stellen en recreatie is een wezenlijk
onderdeel van het totaal. Wij probeerden
altijd het beste te maken voor het minste
geld. Tja, als je nu een stormvloedkering
kunt bouwen zoals er nog nooit een
vertoond is, en je hebt er het geld voor,
dan kan ik me het enthousiasme van de
technici best begrijpen en misschien heb
ben ze nog gelijk ook. Maar mij zweeft
steeds het beeld voor ogen van een gezin
dat een Rolls Royce koopt en daarom
zijn kinderen geen fiets kan geven. De
Oosterschelde een kostbare les - het zou