Almanak overleeft eeuw na eeuw OUDE KAAS WORDT STEEDS ZELDZAMER INNENLAND LEIDSE COURANT WOENSDAG 25 JANUARI 1978 PAGINA 11 I mag besloo ompl ings- ren a k. ^Te t ziet Klaas I j f m ;r; 1 lei len o Haag „Kase aus Holland" bij onze oosterburen nog steeds ils eei^i regelrechte aanbeveling en mige Nederlander krijgt toch glimp van trots op zijn gezicht hij, ver van huis, die oer-Hol- iiejidse lekkernij ziet aangeprezen. ,t velen niet weten is echter dat „Kase aus Holland" in sommi- gevallen al lang niet meer uit Hand komt en sterker zelfs: dat de Bondsrepubliek „echte" udse en Leidse kaasjes' worden imst i abriceerd om dan hun weg te iiië bo iden naar... Nederland, ntrales vraa gebeurt weliswaar nog op bescheiden idat h aal. maar toch is het de Koninklijke i de o lerlandse Zuivelbond FNZ een vingerwij- dat de kaasprijzen in Nederland een larlijk hoogtepunt hebben bereikt Mede rom is het dan ook te verwachten dat (enkort die prijzen iets zullen gaan zak- velen zal dat een plezierige valler zijn, want „kaas-uit-het-vuistje" is Nederland al lang méér dan een leuze de Nederlander ook verweten kan wor de uitspraak „hij heeft er geen kaas gegeten" gaat letterlijk genomen beslist (meer) op. Vorig jaar aten we met z'n i weer een kleine 8000 ton kaas méér dan in 1976 en per hoofd van de bevol- is het kaasgebruik daarmee opgelopen ongeveer 11 kg per jaar. Ondanks dit k verhoogde kaasgebruik is het echter nog altijd zo dat het merendeel van de lerlandse kaas wordt uitgevoerd, voor fors deel naar Duitsland, maar ook naar want „all over the world" is de lerlandse kaas nog steeds een zeer gewild dukt. Vorig jaar produceerden de Neder- dse kaasfabrieken bij elkaar ongeveer 000 ton kaas, waarvan ongeveer 150.000 werd afgezet op de binnenlandse markt, stijging van zowel de produktie als het nenlandse verbruik zijn ook duidelijk af lezen uit de cijfers die de zuivelbond over verstrekt: in 1974 werd 367.000 ton s geproduceerd, waarvan de gemiddelde lerlander 8,3 kg op at; in 1975 liep de duktie iets terug: 366.000 ton maar het nenlandse gebruik steeg desondanks tot kg per persoon per jaar; in. 1976 steeg produktie tot 374.000 ton terwijl Jan daalkaas weer één kg meer voor z'n ening nam. Vorig jaar was er dan de nerkelijke produktiestijging tot maar st 400.000 ton kaas met een Nederlandse isumptie van 11 kg per persoon, omdat m die Nederlandse gebruikscijfers eenmaal het absolute inwonertal gedeeld "dt op het totale binnenlandse verbruik niet iedereen kaas eet kan rustig gesteld rden dat die 11 kg per persoon aan de kant is. Ing. Schaap, hoofd van de eling statistiek van de Koninklijke Ne- landse Zuivelbond heeft voor die opmer- jke consumptie-cijfers wel degelijk een ldaring. Naast de diep ingewortelde over- ;ing dat kaas gezond is en(dus) moet, is er de reclame verantwoordelijk voor de name van de kaasconsumptie. Eerst was de slogan „Kaas-uit-het-vuistje". Toen ir de kracht een beetje van verbleekte :d de slogan „gerestaureerd" tot „Kaas het vuistje, kaas bij het buisje" en tieuw dromden velen naar de kaasafde- van de supermarkt om snel aan deze [lerlandse „plicht" te voldoen. Bovendien et de verhoogde kaasconsumptie zeker worden toegeschreven aan de prijs van 1 in verhouding tot vlees. De vleesprijzen de laatste jaren dusdanig gestegen dat vergelijking daarmee kaas nog steeds ikoop is. h zijn ook die kaasprijzen echter „onge- kt" gestegen en zelfs zodanig dat in het tenland goedkoper Hollandse kaas kan rden gefabriceerd dan in Nederland zelf. stijging blijkt duidelijk uit de Leeuwar- Notenng voor Goudse kaas. In de eerste t van 1976 werd daar een notering ge kt van 4,65 per kg terwijl in de tweede van dat jaar de kaasprijs constant op 4,95. Vorig jaar bleef die prijs van 5 gehandhaafd tot 8 april, maar daarna ïkten de kaasprijzen „van de kook". Op april werd in Leeuwarden 5,05 genoteerd; 6 mei 5,15 op 15 juli steeg een kg Goudse ar! 5,25: op 7 oktober noteerde Leeuwar- 1 een prijs van 5,40 en tenslotte op 21 [ober een prijs van 5,57. Een toch wel merkelijke stijging van de prijscurve, arvoor de Zuivelbond een combinatie van [toren weet aan te wijzen. In de eerste lats was er de laatste weken een verhoog- vraag in het buitenland naar kaas en al half jaar voor de feestdagen tussen half cember en begin januari worden die or- rs geboekt. Die verhoogde vraag drukt h stempel op de prijs, omdat de produktie hele jaar door vrijwel gelijk blijft. Vroe- was er in de zomer duidelijk een veel DEN HAAG Verandering van spijs doet eten. Dat wordt vaak gezegd en gaat kenne lijk ook op voor kaas. De laatste jaren is er duidelijk een voorkeur voor jonge kaas te constateren en de liefhebbers van oude(- re) kaas raken steeds meer aangewezen op specialiteitenwinkeltjes. Volgens de heer Schaap van de Koninklijke Nederlandse Zuivelbond is het echter maar zeer de vraag of er inderdaad sprake is van een smaakver- andering. Volgens hem is het veeleer een kwestie van prijzen en van zelfbedrog. „Vroeger werd de kaas overal op kamertem peratuur verkocht. Dat betekende dat jonge kaas erg zacht en zweterig in de winkels lag en velen vonden dat onplezierig. Zij wilden een stevig stuk kaas en kochten daarom belegen of oude kaas. Nu echter ligt die kaas overal in koelvakken en dat betekent dat jonge kaas ook hard aanvoelt. De mensen gaan dan de prijzen vergelijken en zien dat het ene stuk kaas (jong) veel goedkoper is dan het andere". Volgens de heer Schaap heeft dat tot gevolg gehad dat veel bedrijven steeds meer jonge kaas gingen verkopen en bleven zitten met de oude(re) kazen. „Dat had weer tot gevolg dat in de voorraden schimmelvorming optrad. Dit leverde voor de winkeliers vaak een flinke schadepost op met het gevolg dat de voorraad oudefre) kaas steeds kleiner werd gehouden". Cijfers over deze verandering van eetgewoonte ont breken overigens maar volgens de Zuivel bond is het duidelijk dat jonge kaas steeds meer de oude zal blijven verdringen. hoger aanbod van melk dan in de winter en dat had dan weer tot gevolg dat er 's zomers teveel maar 's winters te weinig kaas geproduceerd kon worden. Door veranderde produktiemethodes is het kaasaanbod nu echter bijna overal „vierkant", wat inhoudt dat in de specifieke kaasfabrieken het hele jaar door steeds evenveel kaas wordt gefa briceerd. Een grotere vraag betekent daar om een stijging van de prijzen. Daar kwam vorig jaar nog eens een extra „piek" bij omdat Venezuela een extra order plaatste van ongeveer 5000 ton kaas. Ook daardoor werd de kaasprijs onder druk gezet De heer Schaap is er echter van overtuigd dat deze „incidentele" stijgingen redelijk beheerst zouden kunnen worden en dat de boosdoe ners, in de letterlijke zin, gezocht moeten worden in de tussenhandel. „De taak van de tussenhandel is sterk terug gelopen doordat de fabricage van kaas de laatste jaren zeer sterk gecentraliseerd is. Vroeger werd in alle melkfabrieken wat kaas gemaakt nu zijn er nog maar enkele, specifieke kaasfabrieken. Die tussenhandel kan echter alleen bestaan als de kaasprijzen schommelen (Goedkoop inkopen, duur ver kopen) en kennelijk heeft die tussenhandel toch weer kans gezien het stabiele prijsbeeld te verstoren". Een stabiele prijs is voor iedereen beter, aldus de heer Schaap. Hij verwacht overigens dat, nu de vraag tijdens de feestdagen achter de rug is, er rust zal komen op het prijzenfront en er mogelijk een daling te zien zal zijn. „Tenslotte is het nu nog nauwelijks lonend voor het buiten land (lees de Bondsrepubliek) om Neder landse kaas te fabriceren. Zou het bestaande prijsverschil echter groter in plaats van kleiner worden, dan is het niet ondenkbaar dat dit wel op grote schaal zou gaan gebeu ren". „Kase aus Holland", maar als we niet uitkij ken laten we ons die kaas lelijk van het brood eten door de buitenlandse concurren tie. JOHAN DE'JÖNG verd« pens i( i. nooj racht ciet dal t woré n als j t NP» staten, dia, dij en. (afgeli odukti 10 t ierder| ot de I 10 tot! annen werkii n ons zullen :er oo e splij ?n. He ligge i ken ii ■s. Wa (het i G) ge< gebiec sie zo >riekei aldepq ?aat di ost-Gr kelijk dstate ENKHUIZEN „De almanak is een folkloristische uitgave. Hij is ontstaan doordat de mensen gegevens wilden hebben van de kalender, de feestdagen, het sluiten van de poorten en de maan standen. En voor het gemak hebben ze er zo'n klein boekje van gemaakt". Zo begint de Apeldoorner J. C. van de Schaar zijn geschiedenis van de Deven ter en de Enkhuizer Almanak, waarvan hij de laatste decennia samensteller en uitgever is. „De bekendste is de Enkhuizer, waar van de eerste in 1686 in Amsterdam werd uitgegeven. Die heette Enkhuizer Almanak omdat er ten behoeve van de Verenigde Oostindische Compagnie de Enkhuizer waterstanden instonden. Met het oog op Pampus hadden ze daar hun pakhuizen. Anders liepen hun sche: pen aan de grond. Maar de Deventer Almanak is veel ou der. Geert Grote is ermee begonnen en het oudste Deventer exemplaar dat be waard is gebleven is van 1595. Die was vooral voor de landbouw van belang. Eigenlijk ben ik er toevallig tegenaan gelopen. Het was in de oorlogsjaren dat ik een kennis had bij drukkerij De Lange in Deventer. Die gaf de almanak uit. Nou, die kennis kon de uitgave van De Lange overnemen maar zag er ei genlijk niet veel in. Hij zei tegen mij: „Wat moet ik nu met die Deventer Almanak doen? Wil jij dat ding niet hebben?" Ik zeg: „Goed, dan maak ik er een kopuitgave van de Enkhuizer van". De Enkhuizer had ik al vanaf 1932". „En zo is het gekomen", vervolgt Van der Schaar. „Sinds die tijd staan in de Deventer ook de waterstanden. Vanwe ge mijn interesse in geschiedenis wilde ik die Deventer Almanak voortzetten. Of die door de eeuwen heen continu is blijven verschijnen weet ik niet omdat ik geen inzage kreeg in het archief van De Lange. Vroeger waren er veel meer almanak ken, ook buiten Nederland. In Egypte is er één gevonden uit de 13e eeuw voor Christus, met ongeveer dezelfde onder werpen. Hier hadden we wel de Nieuwe Alkmaardor, de Haarlemse, de 's-Gra- venhaagse en de Leidse Almanak, om er maar een paar te noemen. Dat waren overdrukken van de Enkhuizer maar voor de verkoop droegen ze de naam van de stad waar ze verkocht werden. Dat wilden de mensen nou eenmaal. In de dertiger jaren kostte een alma nakje slechts één kwartje. Dat is zo gebleven tot aan de Tweede Wereldoor log. Mede door die lage prijs was en bleef het boekje algemeen verbreid on der de bevolking. De oplage van de Enkhuizer zat in de twintiger jaren al op zo'n 35.000 exemplaren en van de Deventer op 10.000. De inhoud is wel eens wat veranderd. Het hoofdstuk over de geneesmiddelen heeft er een tijd niet ingestaan. In Rotterdam hebben we een medewerker, ik kan het natuurlijk niet allemaal al leen, dat is drogist Boomsma. Boomsma heeft uit alle oude almanakken voor schriften omtrent het toepassen van kruiden gezocht Die publiceren we nu opnieuw". „De almanakken, waren van meet af aan beroemd vanwege hun weersvoor spellingen. Die werden vroeger gedaan op grond van astrologie. Tweehonderd vijftig jaar geleden werd een Italiaanse waarzegger er bekend om, dat was An tonio Margino uit Bologna. Tegenwoor dig gebruiken we de methode van Mei. Hij is tientallen jaren medewerker ge weest bij het KNMI. Zijn methode was gebaseerd op de regelmaat van de om- keerdagen. Hij verdeelde het jaar in zestig perioden van afwisselend daling en stijging van temperatuur. En voor driekwart had hij gelijk. Toen hij zijn systeem aanbood aan zijn baas prof. Visser, zei deze: „Ik begin niet aan die flauwekul". Hij erkende het gewoonweg niet omdat Mei niet universitair was opgeleid. Later heeft meneer Mei zijn methode aan mij gegeven met de voor spellingen tot 1968. Ik heb alles nagere kend en volgens die methode voorspel ik nu zelf het weer. Meestal zit ik goed. Nou ja, de laatste drie jaar hebben we de Elfstedentocht verkeerd geschat. Kijk, ik ben geen meteoroloog, maar de afwijzing door prof. Visser was onjuist. Het merkwaardige is dat Eisenhower van dezelfde methode gebruik maakte toen hij de datum voor D-day vaststel de". De heer Van de Schaar draagt nog enkele voorbeelden aan om aan te to nen hoe waardevolle zaken ten onrechte zijn afgewezen. „Behalve weersvoor- spellers hebben we ook weermakers gehad. Zo'n weermaker was August Veraart. Die probeerde in de veertiger jaren met behulp van de brandweer, onderkoelde lucht in de bovenlagen van de atmosfeer te brengen. Maar hij was ook niet universitair opge leid en daarom wilde zijn broer, prof. Veraart er niets mee te maken hebben. En als je nu weet dat er thans in Amerika kapitalen worden besteed aan het per vliegtuig inbrengen van onder koelde lucht in de atmosfeer.Ze heb ben in de strijd tegen Cuba zelfs gepro beerd het te laten regenen in de Ver enigde Staten opdat Cuba zou verdro gen. Die afwijzingen bij voorbaat kom je steeds weer tegen, en ze worden vaak later herzien. Nu hebben we het geval van de acupunctuur. „Dat is niets, dat is kwakzalverij" hoor je overal in de westerse medische wereld. En waarorr\? Omdat veel acupuncturisten geen dok tersbul hebben. Men had toch ook ver oordelingen van homeopathen. „Kwak zalvers" hoorde je overal. Nu verande ren ook de meningen hierover", aldus J. C. van de Schaar. Naast het weer vormt de horoscoop één van de vaste onderdelen van de Deven ter en Enkhuizer Almanak. Daarvoor hebben we tekens van de dierenriem nodig. De mensen willen dat nu een maal weten. Kijk eens, ik heb jarenlang samengewerkt met professor Lorenz. Die werkte in mijn vroegere woonplaats Haarlem. Hij was de man diè bezig was met de kernsplitsing. Als hij wat te drukken had, belde hij me op. Het was een erg vriendelijk mens. En Lorenz zei: „Voordat ze het tegendeel konden be wijzen hebben ze de man die beweerde dat de aarde rond was, voor de aardig heid maar even verbrand". Ik bedoel, wat we denken is allemaal zo betrekkelijk"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 11