Platen The Babys wachten op succes in Engeland KLASSIEK Baehs Brmadenbwgse Jj concerten naar omstreden manuscript] CONCERT' AGENDA ZATERDAG 14 JANUARI 1978 Joni Mitchell Het is met eenvoudig de Amerikaanse zangeres/ gitariste Jonj Mit chell in een bepaald muzikaal hokje te stoppen. Ook op haar nieuwste dubbelalbum „Don Juan's Reckless Daughter" valt er geen vast muzikaal pa- Zaterdag 14 januari The Dutch Swing College Band speelt in de kleine schouwburg in Rijswijk. In Leiden in de stadsgehoor zaal treden Jan Akkerman en Finch op. Folkliefhebbers kunnen naar O'16 (Oosteinde 16 in Voor burg) waar Paul Guest op treedt. Hij laat naast zijn eigen werk ook nummers horen van Gordon Lightfoot en Kris Kristopherson. Aanvang 21.00 Vrijdag 20 januari De En gelse Tom Robinson Band be gint aan een Nederlandse tour nee met een optreden in het Amsterdamse Paradiso. In het Rotterdamse Eksit Ro bert Gordon Link Wray. Zaterdag 21 Januari De En gelse groep Alberto Y lost Trios Paranoias met de door Chris C. P. Lee geschreven Rock horror show „Sleak". die handelt over een geheel buiten deze wereld staande werkloze teenager Norman SJeak. in Ek sit in Rotterdam. Robert Gordon Link Wray is te zien in Paradiso in Am sterdam. troon te ontdekken, al klinkt soms de stijl door van „Big Yellow Taxi": plukkerig gi- taarwerk, wat jazzy-zang en een Zuidamerikaans ritme. Ook nu weer heeft Joni het moeilijk met haar liefdes en vastgelopen relaties, gevat in teksten die nooit direct zijn. Op dit album ook een zestien minuten durende „symfonie". al klinkt dat groot („Paprika Plains"), een weinig toeganke lijk nummer met onsamenhan gende muziek flarden. Dit in tegenstelling tot geheel kant vier. de meest verteerbare plaatkant, en het nummer Otis and MarJena". dat over gaat in een zes minuten duren de brij van conga's en bongo's. Toch een elpee die op de een of andere manier boeit. (Asy lum). America Het eerste album van America zonder Dan Peek, werd een Live-elpee, op genomen op 24 juli '77. Gerry Beckley en Dewey Bunnell moeten het nu met z'n tweeën doen, en gezien de kwaliteit van. het gebodene gaat het ze goed af. America-live" is meer een „Best of'-elpee ge worden met alle grote succes sen op een rij; met onder an dere Tin Man, Muskrat Love, I Need You, Ventura Highway en natuurlijk Horse with no name. De aanpak van de num mers verschilt weinig tot niets van de „normale" versies, waardoor de elpee zeker niet als wereldschokkend kan wor den beschouwd. (Warner Bros). Fungus De Nederlandse folk-formatie Fungus heeft ge leerd van het verleden. Ze is er achter gekomen (wat laat misschien) dat het neerzetten van traditionele of traditioneel lijkende volkswijsjes meer vergt dan alleen een passende vocale aanpak. Op het nieuwe album „Mishrooms" is dan ook veel meer dan in het verle den aandacht geschonken aan de begeleiding. Het gebruik van elektrische gitaren bij folk-muziek, in Engeland al ja ren gewoonte, is voor Fungus betrekkelijk nieuw. Het folk- rock-element krijgt daardoor dan ook meer scherpte zeker in een nummer als „Down where the drunkards roll", ge lijk een van de betere num mers op dit album. Voor de rest zeer verteerbare wijsjes, waarvan sommige van bassist Koos Pakvis. (Negram). Boz Scaggs De Amerikaan se zanger Boz Scaggs. die met zijn vorige elpee „Silk De grees" plotseling doorbrak naar een groter publiek, schijnt zijn populariteit niet meer te willen prijsgeven. Het muzikale concept van zijn nieuwe elpee „Down two then left" is althans nauwelijks te onderscheiden van dat van Silk Degrees". Opnieuw een aantal perfect geproduceerde, dansbare composities, die dui delijk geworteld zijn in de bruine soulmuziek, zoals die vooral in de jaren zestig popu lair werd. Opnieuw ook valt op dat Scaggs het niet zozeer van zijn stem moet hebben want die is ondanks een gesta ge groei toch nog steeds tame lijk beperkt. De kracht van Scagg's muziek zit 'm in zijn soms erg fraaie composities, die er uitspringen door uitge kiende arrangementen. Toch gaat „Down two then left" ei genlijk mank aan het feit dat Boz bewust heeft geprobeerd een soort nieuwe „Silk De grees" te maken. Kortom, de verrassing is er een beetje vanaf. (CBS). Eddie Rabbitt - De Ameri kaanse country-zanger, gitarist The Babys: v.l.n.r. John Waite. Mike Corby. Tony Brock en Walt Stocker. Vier volwassen knapen die zich The Babys noemen. Als je de leden van deze groep goed bekijkt, hebben ze niets over zich van prille jeugdigen. Glitter en make-up en enorme haardossen bepalen hun uiter lijk. Waarom dan tocb de naam Babys? „Gewoon ver zonnen in een dronken bui", is het laconieke antwoord van Tony Brock, de weinig spraakzame drummer van de ze in Amerika wonende En gelse formatie. Niet alleen Tony, ook de ande re drie leden van deze groep, met een single in de top tien („Isn't it time") zijn niet erg op de praatstoel te krijgen. John Waite (zanger, basgitarist), Mi ke Corby (toetsenman en gita rist), Walt Stocker (gitarist en zanger) en de al eerder ge noemde Tony zijn moe. Moe van een slopende toer door Amerika, een vluchtig bezoek aan familie in hun geboorte land en een even zo vluchtige visite aan Amsterdam en Hil versum voor televisieopnamen en andere promotie-activitei ten. Dat juist zijn de twee pijlers waarop het succes van The Babys is gebouwd, want door slopende ontmoetingen met de pop-pers, uitputtende foto-sessies en nerveuze televi sieoptredens, heeft de groep, vooral dankzij een fanatieke platenmaatschappij, op het publiek ingebeukt. Gelukkig verkeren The Babys nog in de omstandigheid dat behalve een aardig uiterlijk, en een hoge mate van zelfverzekerd heid. ze muzikaal ook wat in hun mars blijken te hebben. Echt succes hebben ze echter nog niet gekend, al was hun uitgebreide toernee door de Verenigde Staten - onder an dere als voorprogramma-act bij Rod Stew art - voor de he ren onvergetelijk, zeker gezien het enthousiasme van het pu bliek dat bijna elke avond voor een uitverkocht huis zorgde. „Een waanzinnige er varing". is de korte maar veel zeggende reaktie op deze ont wikkeling van Walt Stocker, de „tweede" zanger van de groep na John Waite, die z'n haren rood geverfd heeft. Er valt weer een diep stilzwijgen. „Moe"? „Ja, bekaf. Het was slopend die toernee. Gelukkig krijgen we nu een aantal we ken dat we het rustig aan kun nen doen. We zullen alle vier even op verhaal kunnen ko men bij onze families, die we zeker acht maanden niet heb ben gezien. Maar daarna barst het weer los. Dan gaan we terug naar Los Angeles. Daar gaan we ons voorbereiden op de nieuwe Amerikaanse toer nee, gevolgd door een serie optredens in Japan, want ook daar blijken we verrassend goed aan te slaan", zegt Walter Stocker. Opvallend dat de mu ziek van The Babys tot nu toe alleen in de Verenigde Staten - mede door de gigantische publiciteitscampagne rond de groep en de talloze televisieop tredens, bijvoorbeeld in Don Kirshner's rock-concert - en Japan aanslaat, met Neder land als goede derde. Het zijn ook deze drie landen waar hun twee elpees („The Babys" en „Broken Heart") een redelijke mate van belangstelling onder vinden. Het eerste album, in zilverkleurige hoes, was vooral geënt op het betere roek-werk. De tweede langspeler is duide lijk commerciëler, begelei ding van een orkest, minder individuele solo's en een uit drie dames bestaand achter grondkoortje. Deze ombuiging (door de groep zelf als „rij ping" bestempeld) heeft niets te maken met verandering van producer. Bob Ezrin en Brian Christian (vaste producers van onder andere Alice Cooper en Kiss) die de produktie van de eerste elpee hadden, blijken van geen enkele invloed te zijn geweest op het werk op „The Babys". „We hadden de zaak zelf goed in handen. Bob had den we alleen gevraagd omdat we een goede producer zoch ten. Het was tenslotte onze eerste elpee en we wilden di rect een goede start maken. Dat de elpee uitsluitend harde re rock-composities telt, komt niet zozeer door Ezrin als wel door onze eerste opvattingen van de muziek. Je moet het dan ook zien als een eerste stap. We zijn voortdurend be zig de muziek, zoals dat heet. te evalueren, vandaar ook dat die tweede elpee iets anders iklinkt". zegt "Walt die een geeuw tracht te onderdrukken. De volgende elpee zal halver wege dit jaar worden opgeno men. Het hangt volledig af van de toernees. Lopen deze niet uit dan kunnen ze direct na terugkomst uit Japan de stu dio. in. Het materiaal is zo goed als klaar. Of de commer ciële trend zich op dit derde album zal doorzetten is de vraag. Het enige dat The Ba bys daarover willen loslaten is dat de muziek verder is „uitge diept". en dat de rock nog steeds de basis zal vormen. Mogelijk dat na die derde el pee ook hun eigen land, Enge land, interesse zal gaan tonen. Tot nu toe bleef die uit. Een verklaring daarvoor zoeken The Babys in de richting van de radio. Onze singles en vooral de twee albums worden sporadisch gedraaid. Waar dat aan ligt? We weten het niet. Aan de muziek in elk geval niet, dachten we zo, want waarom worden we in Ameri ka en hier in Nederland wel gedraaid? Nu is het natuurlijk wel zo dat je als groep in eigen land altijd ondergewaardeerd wordt. Dat is hier waarschijn lijk zo, en dat is in Engeland ook zo. In Engeland krijgen we bijzonder weinig kansen, terwijl Amerika juist de En gelse groepen op handen draagt. Het gekke is dat Ame rikaanse groepen hetzelfde denken over de situatie in ei gen land", vertelt Tony. Mede omdat het muzikale kli maat in eigen land de groep niet meer aantrok, zijn ze naar Los Angeles getrokken. „Voor muzikanten is het fantastisch, daar, zoveel groepen, zoveel studio's, zoveel clubs en zalen, zoveel potentieel aan goede musici, werkelijk het is daar helemaal te gek. Heel wat an ders is in elk geval dan de in slaap gevallen music-scene in Londen, afgezien van de punk misschien, maar daar hebben wij eerlijk gezegd geen enkele „feeling" mee", zegt Tony. Ze maken aanstalten om weg te gaan. „Eerst even Amsterdam bekijken en dan vroeg naar bed. We moeten morgen weer vroeg op voor televisieopna men". Lex Niggebrugge Joni Mitchell Eddie Rabbitt heeft een elpee gemaakt in Nashville met de simpele titel „Rabbitt". Op de ze elpee staan een aantal vriendelijke nummers, die meer dan het aanhoren waard zijn. Eddie heeft een goede stem, die af en toe doet deken aan Elvis Presley. Hij schreef op één na alle nummers voor dit album zelf of in samen werking met Even Stevens en David Malloy, de producer van deze plaat. Uitspringers zijn „I'm a little bit lonesome" en „She loves me like she means it". Voor de liefhebbers van country-muziek. (Elektra). Na Vivaldi's .Jaargetijden" zijn de zogenaamde .JJranden- burgse concerten" van Bach in de oren van het publiek de topper van de instrumentale barokmuziek. Er zijn altijd wel zo'n twintig, vijfentwin tig 2-platen-sets van in om loop, uitvoeringen in vrij gro te bezettingen door symfo nieorkesten, door middelgrote en kleine kamermuziekbezet- tingen, op geheel of gedeelte lijk modern instrumentarium of op uitsluitend 18e-eeuwse of daarnaar gekopieerde speeltuigen. Als u de muziek er bij neemt, zult u spoedig zien dat het notenbeeld bij al die'opnamen onderling nogal wat verschilt. Dat is de schuld van Bach zelf. Toen in 1721 de Markgraaf van Brandenburg bij de com ponist voor zijn hofkapel zes concerten bestelde, werden er geen nieuwe composities ge schreven, wat menigeen nog altijd denkt. Bach had weinig tijd maar moest wel zijn grote gezin in stand houden en deed wat toen gebruikelijk was: hij arrangeerde bestaand mate riaal van eigen hand en maak te van die arrangementen een fraai ogend maar helaas verre van nauwkeurig manuscript. Dat ging naar 'de Markgraaf en bevindt zich thans in de Staatsbibliotheek in Óost-Ber- lijn. Met dit enige, van Bach zelf afkomstige handschrift, vol kennelijke verschrijvingen en onduidelijkheden, zijn de mu sicologen niet erg gelukkig. Penzel, een leerling van Bach, maakte omstreeks 1760 een af schrift op basis van de gege vens van Bach zelf, dat een veel nauwkeuriger indruk maakt. Ook in de uitgebreide bibliotheek van Harrer, Bachs opvolger in Leipzig, werd een goede kopie gevonden. Het zijn Dörffler en Besseler geweest die dit materiaal gron dig bestudeerden en ook na gingen welke oudere werken Bach in de zes concerten ver werkte, en welke latere wer ken weer transcripties waren van materiaal dat ook al in de concerten was gebruikt. U ziet: een gecompliceerde zaak waar ook de Engelse musico loog en klavecinist Thurston Dart heel wat tijd en zorg aan besteedde. Eind 1970 kon Dart aan Neville Marriner van The Academy of St. Martin-in-the- Fields, een poging tot recon structie" voorleggen van wat de zogenaamde Brandenburg- se concerten in hun oerstaat mogelijk geweest zijn. Dart was van mening dat we ze „Cöthense concerten" moeten gaan noemen, omdat de mees te muziek ervoor door Bach .werd gecomponeerd toen hij kamermuziek moest maken .voor prinsLeopold von Anhalt .Cöthen. Philips ging in 1972 wel erg overmoedig te werk toen on der no. 6700 045 de plaatpre mière werd gepresenteerd van Bachs „oorspronkelijke" le zing. De opname was geba seerd op het speurwerk van Dart die er zelf slechts kort bij betrokken kon zijn omdat hij ernstig ziek werd en overleed. Ondanks de grootspraak op de box geloofde niemand dat na deze opname alles voor altijd over de fameuze concerten zou zijn gezegd. Dart moest her haaldelijk uit ettelijke moge lijkheden kiezen (alleen voor het vijfde concert bestaan ze ker al dertien bronnen) en ver der moest hij telkens vraagte kens zetten bij zijn uitwerking en zijn keuze van de instru menten. In elk geval hield Marriner zich bij uitvoering en opname grotendeels aan „mo derne" instrumenten, zodat een andere klankwereld ont stond dan die waaraan Bach moet hebben gedacht Was deze opname van 1972 als document van Darts speurzin dus heel interessant, toch was deze opname een stap terug na de platen met uitvoeringen op historische instrumenten. Har- noncourt en zijnContentus Musicus publiceerde de eerste van deze aard al in 1962 (op Telefunken) en daarna kwam er nog eens een van het Colle gium Aurium (op Harmonia Mundi) waaraan de Neder landse klavecinist Gustav Leonhardt meewerkte zonder overigens invloed te hebben op de opzet van de uitvoering als geheel. Dit alles is een heel beknopte samenvatting van wat u moet weten als u wilt begrijpen waar het om gaat bij de zo juist verschenen PhilipsSeon- opname onder no. 6775 025. Hier heeft Leonhardt de kans x gekregen niet alleen de klave- cimbelpartijen naar zijn in zicht uit te voeren maar zijn stempel te drukken op de ge hele vertolking. Hij koos voor een meervoudige bezetting in de concerten 1 en 2 en voor een enkelvoudige bezetting in de overige concerten. De meervoudig bezette concerten leidde hij van achter een lesse naar, waarbij Bob van Aspe- ren de klavecimbelpartijen speelde. In de andere concer ten zat Leonhardt zelf aan het klavecimbel en leidde van daar af de kamermuzieken- sembles. Heel opmerkelijk is dat Leon hardt het speurwerk van Dart, Dörffler en Besseler ter zijde schuift en als uitgangspunt het Berlijnse manuscript kiest dat ook diende als basis voor alle (stijlloze) edities die er van deze concerten zijn gepubli ceerd. Natuurlijk weet Leon hardt dat heel goed maar hij vindt persoonlijk dat het om streden handschrift van Bach zelf, ondanks alle tekortko mingen, toch nog beter is dan reconstructies die ook steeds aanvechtbaar zullen blijven omdat ze voor een niet onbe langrijk deel op veronderstel u lingen moeten berusten. Wel verbetert Leonhardt de klaar blijkelijke fouten in het Ber lijnse handschrift en kiest hij voor wat hem als een accepta bele uitvoeringsmogelijkheid voorkomt. Bij de presentatie stelt Leon- I hardt zich heel bescheiden op. Het gaat hem niet om een onbereikbare „definitieve" ol „authentieke" uitvoering. Hij houdt zich aan wat beschouwd mag worden als het barok- ideaal van musiceerstijl en klank. Hij trok specialisten aan uit Nederland en België voor de solopartijen: Frans Bruggen (blokfluit en traver- so)Anner Bijlsma (barokcello), Lucy van Dael (allerlei strij- kerspartijen), Paul Dombrecht (V (barokhobo), Sigiswald Kui]- Ei ken (barokviool), Wieland be Kuijken (viola da gamba en wi barokce\lo), Claude Rippas er (baroktrompet). Voor tutti-par- sy tijen werden uiteraard nog tii meer specialisten gèenga- geerd. ui Leonhardt beseft dat de klank d( van de oude instrumenten en di de lage oude stemming voor in nogal wat luisteraars proble- bi men zal opleveren. Bij nader ti toehoren zal men ervaren hoe d( fraai en natuurlijk de balans di is tussen de instrumenten en V hoeveel meer nuancering er ei mogelijk is bij toonvorming en H intonatie. Het oor, gewend aan ir de gepolijste hedendaagse in- gi strumenten, went ook spoedig te aan de charme van de oude, tv althans in deze muziek. k Boven dubieuze originaliteit m en authenticiteit wil Leon- Z hardt een levendige, boeiende d vertolking geven in het na n lang onderzoek behoorlijk ge- o: fundeerde klankkarakter en n de daarbij behorende speel- li trant van de late barok. Daar- o in is hij zonder twijfel ge p slaagd. Zo zijn de concerten in g deze zoveelste opnamefwaarin 1 facsimile het complete Berlijn- v se manuscript wordt bijgele- d verd) toch weer een nieuwe n ervaring, niet alleen vergele- e ken met de gestroomlijnde I moderne opnamen (die het s meest verbreid zijn.) maar ook vergeleken met opnamen met v oude instrumenten, die s schaars werden en niet meer c gemakkelijk verkrijgbaar wa- ren. Dat met deze opnamen nu wel het laatste woord over de Brandenburgse of Cöthense concerten gezegd zou zijn, ge- looft wederom niemand. Leon- hardt wel in de laatste plaats- j De mensen zullen zich ook in de toekomst intensief met deze meesterwerken blijven bezig houden en onafgebroken naar I een „idealere" benadering blij ven zoeken. J. KAS ANDER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 18