Op CRM bezuinigen?
Dan maak je
ensen werkloos...
MINISTER M. GARDENIERS-BERENDSEN:
[IJSWIJK Is mevrouw Til Gardeniers op het juiste
linisterie terecht gekomen? Wat weet zij van cultuur,
•creatie en maatschappelijk werk? Heeft zij inderdaad een
ibonnement nodig op Openbaar Kunstbezit? „Zeggen ze
lat?" Mevrouw Gardeniers kijkt verbouwereerd. „Tja, dan
ouden ze eigenlijk bij mij thuis moeten komen kijken.
I !en hele boekenplank vol. Vanaf het begin was ik op
Ipenbaar Kunstbezit geabonneerd. Pas enkele jaren gele-
,en ben ik ermee gestopt. Ik ben trouwens dol op kunst,
-'roeger gaf ik er mijn laatste centen aan uit. Ik ben
ovendien jarenlang lid geweest van de Stichting Beheer
Kunstwerken".
zij niet zegt is dat zij ook lid geweest
van de Raad voor de Kunst. Dat zij
l.2Q| lamaast op tal van terreinen actief is
iweest, voor en na haar lidmaatschap van
Tweede Kamer voor de KVP. Zo be-
v"a eedde zij (onbezoldigde) functies in de
nderbescherming, de Consumentenbond,
it onderwijs, het R.K.-welzijnswerk in
lid-Holland en in de Staatscommissie
evolkingsvraagstukken. Zij werd eigen-
- k pas enigszins bekend als een van de
dieners van een CDA-wetsontwerp inza-
abortus. Maar als kamerlid heeft zij
M. :h met veel meer zaken bezig gehouden:
etenschapsbeleid, onderwijs, CRM, volks-
zondheid, justitie, consumentenzaken,
ciale zaken om een aantal commissies te
temen waarvan zij (plaatsvervangend) lid
|S.
'at" SI vrouw Gardeniers—Berend-
geboren in Rotterdam in februari
e rivii woont 'n Leiden, is getrouwd en is
nte e[ tnoeder van drie zoons. Tot voor kort
is zij voor velen een van de nauwelijks
ge avo rende kamerleden. Nu „is zij er opeens",
eren t de nieuwe minister van CRM.
as per e en wanneer is zij met de politiek in
iraking gekomen? „Dat gebeurde in
wordt i5. Tijdens een bliksemactie was ik pa-
lederlaren lid van de KVP geworden. Ik be
lde mijn contributie en verder had ik
5 jr te druk met andere zaken. Op een
5 k [even moment kreeg ik het KVP-krantje
5 ir t meer. Weliswaar ging het meestal met
k bandje er nog om in de prullenmand,
}n 19 ar ik betaalde, dus had ik recht op dat
ven nt^e' ^aarom belde ik op naar het
retariaat en het eerste wat de man aan
bl andere kant van de lijn vroeg was of
het wel las. Wat bleek namelijk: in het
f per itste krantje had gestaan dat het het
en tste krantje was, dat er geen meer
Benii
349 b.
et keupt ik me opwond over het niet-ontvan-
it, was voor die man echter aanleiding
kagen of ik me niet interesseerde voor
«ere zaken binnen de partij. Er was een
®te behoefte aan actieve vrouwen binnen
|KVP. Na enig aarzelen ben ik eens naar
I werkgroepsbijeenkomst gegaan en la-
naar een afdelingsvergadering. Daar
i Tii'de ik een vraag, want er werd 4iets
trgesteld waarmee ik het niet eens was.
t klamme handen en knikkende knieën
■pten in het openbaar dat moet je aanle-
vooif en dat k°n 'k toen zeker nog niet)
jfelde ik mijn vraag af. „Deze dame wil
loof ik een motie indienen", zei de voor-
Ier. Een motie? Ik wist niet eens wat het
p. Ik was op mijn zestiende van school
pan (hbs-b) en staatsinrichting was niet
n meest geliefde vak. Daarna begon het
ter te rollen. Spoedig was ik lid van
afdelingsbestuur en in mei 1971 werd
T»'"* amerlid".
n' nu is zij dan minister van CRM in een
linet dat heeft aangekondigd dat er
stig bezuinigd moet worden. „Dat is
nodig en het zal alle departe-
j$Sj?®iten raken. Maar als je op CRM bezui-
ffggjgt' ^an maak je gauw mensen werkeloos.
BHpsen in de maatschappelijke dienstver-
™'ng bijvoorbeeld. Neem nu de eerste-
atie viswerkers. Ze zijn hard nodig, er wordt
't f oepen om mensen die directe hulp ver-
aan de mensen die daarom vragen.
ar op CRM geldt op enkele terreinen
vacature- of personeelsstop om de
ging van de overheidsuitgaven te ver
derenEr zijn nu werkloze hulpverle-
en die worden betaald via de ww, een
iere poot van de collectieve uitgaven.
i vreemde situatie."
§3 wordt weieens gevraagd of ze nou
>g zijn, al die maatschappelijke wer-
s van wie men zegt dat ze hun tijd
doen met praten. Ja, ze zijn nodig want
romen steeds meer mensen die om hulp
gen. Mensen die geen raad weten met
vrije tijd die voor hen lege tijd is
'orden. Om deze mensen te helpen zijn
veer andere mensen nodig. En wanneer
e hulpverleners menen met praten en
rleg plegen tot een betere hulpverlening
unnen komen, dan is dat goed. Om aan
^raag om hulp te voldoen zijn er meer
isen nodig. Dat is prima, maar 'dat
at wel passen binnen de begroting. Dat
;en opgave. Moet ik dat bijvoorbeeld ten
8te laten gaan van de natuurbescher-
T^g? Als je dat even laat schieten, is
fr, als je de draad weer oppakt, al
Idwenen wat beschermd had moeten
Prden".
[e zullen het waarschijnlijk moeten vin
pro een betere organisatie, in effectiever
r^en, zorgen dat er geen overlappingen
april
zijn. Want, zoals gezegd, de vraag om hulp
wordt steeds groter, daarin moet worden
voorzien en daarvoor is geld nodig. Bij
onderwijs is dat geen probleem: meer kin
deren, meer geld. Dat is in de wet vastge
legd. Voor CRM is dat niet het geval. Wij
moeten de noodzaak van meer geld hard
maken en dat is niet gemakkelijk".
Eigenlijk rekende mevrouw Gardeniers
erop Kamerlid te blijven. Dat was afge
sproken. Als Kamerlid, zo vindt zij, ben
je.vrijer om te gaan en te staan waar je
wilt, wat erg belangrijk is in verband met
de komende verkiezingen voor de gemeen
teraad en de Provinciale Staten. Maar als
ik dan toch als minister moest gaan optre
den dan als die van CRM. Voor mijzelf
kwam het niet als zo'n grote verrassing
toen voor het eerst mijn naam voor een
dergelijke functie viel. Thuis wel. Ze von
den het een beetje gek. Maar ze staan er
wel achter en mijn zoons willen ook altijd
alles over de politiek weten. Dat komt
onder meer doordat zij zich op school
moeten verdedigen. Ten eerste pmdat hun
moeder in de politiek zit en ten tweede
omdat het om het CDA gaat. CDA'ers
schijnen zich gltijd te moeten verdedigen.
Maar gelukkig is is er een groeiend aantal
zelfbewuste christen-democraten die er
voor uitkomen dat ze tot die partij horen".
De nieuwe minister vindt dat alle opmer
kingen „dat dit kabinet slechts een kort
leven beschoren zal zijn" erbij horen. „Met
de PvdA lukte het niet meer. Nu gaan we
het dan proberen met de WD. Te zeggen
dat met de WD geen sociaal beleid te
voeren zou zijn, is onrechtvaardig. Ik wil
eraan herinneren dat veel van onze sociale
wetgevingen tot stand gekomen zijn tijdens
regeerperioden van christen-democraten
en liberalen. In de WD zitten wel degelijk
sociaalvoelende mensen. Ondermeer aan
hen hebben we het te danken dat we een
sociale wetgeving kregen die elders onge
kend is. Ik noem maar de studiefinancie
ring. Die kent men zó nergens. Die voorzie
ning is bijna te goed. Het is financiële hulp
voor mensen die eigenlijk al zoveel heb
ben: hun intelligentie, ouders die het hen
De komende
vrouw en de
gaande man.
Oud-minister
Van Doorn drukt
de nieuwe
minister van
CRM de hand
op de drempel
van de
ministerskamer
op de vijftiende
etage van het
departement in
Rijswijk.
hebben meegegeven en het "mogelijk ma
ken te gaan studeren. Mensen bovendien
die na hun studie over het algemeen een
meer dan modaal inkomen gaan verdienen.
Aan hen wordt een renteloze lening ver
schaft. Zij echter die willen pogen kleine
middenstander te worden, een winkeltje
willen beginnen, kunnen weliswaar een
lening krijgen, maar moeten daarover wel
rente betalen. Met het kleine inkomen dat
zij hebben zitten zij vaak hun leven lang
in de kosten om dat af te betalen".
Mevrouw Gardeniers begrijpt als CDA-lid
de twijfel aan de combinatie met de WD
niet zo best. Volgens haar getuigt het van
weinig vertrouwen in het eigen program.
„Daar stap je achter of niet. Je probeert
er bovendien zoveel mogelijk van te verwe
zenlijken. In een coalitie zal je dat echter
nooit voor honderd procent lukken, noch
met de PvdA, noch met de WD. Je zult
in gezamenlijk overleg tot besluiten moe
ten komen. Weliswaar zullen de accenten
misschien iets anders komen te liggen als
je met de een of met de ander regeert.
Maar wij blijven christen-democraten met
eigen uitgangspunten.
Een CDArer die met de PvdA samenwerkt,
wordt geen socialist. Noch word je een
liberaal als je met de WD samenwerkt".
Mevrouw Gardeniers heeft een expressief
gezicht en lachrimpeltjes om de ogen. Ze
praat veel, soms snel, met veel handgeba
ren en voorovergeleund opdat geen woord
verloren gaat. Het is een vriendelijke
vrouw die bereid is op alle vragen een
uitgebreid antwoord te geven. Van de vele
talken die onder CRM vallen zal zij vzich
bezig gaan houden met de kaderwetgeving,
de culturele minderheidsgroepen (zoals
gastarbeiders), met radio, televisie en pers,
met het kunstbeleid en met de hoofdlijnen
van de bijstandswet in verband met een
reeds ingediende wetswijziging. Zij heeft
twee staatssecretarissen. Een man en een
vrouw. Zij wilde er per se een man bij
omdat zij drie vrouwen op een departe
ment te veel vindt. Bovendien zijn de taken
op CRM zo veelzijdig dat er een verkeerd
beeld van zou ontstaan, als alleen vrouwen
het beleid zouden maken. Het zou volgens
mevrouw Gardeniers het emancipatiestre
ven ook geen goed doen als je één groep
bevoordeelt.
Een man en een vrouw dus. G. Wallis de
Vries en mevrouw J. Kraaijeveld-Wouters.
De eerste zal zich gaan belasten met na-
tuurzaken, openlucht-recreatie, sport,
maatschappelijke dienstverlening en mo
numentenzorg. Mevrouw Kraaijeveld zal
de emancipatiezaken, het sociaal-cultureel
werk en de bijstandswet voor haar reke
ning nemen.
Als kamerlid was mevrouw Gardeniers
van 's morgens vroeg tot diep in de nacht
in de weer. Ook het weekeinde was dik
wijls gewijd aan politieke zaken. „Druk
ker kan het niet worden, want vrije tijd
had ik al niet meer. Maar als minister zal
het wel anders worden. Want behalve de
puur politieke werkzaamheden heb ik ook
de verantwoordelijkheid voor dit bedrijf,
voor de mensen die hier werken. Die ver
antwoordelijkheid voel ik erg".
Mevrouw Gardeniers acht cultuur en re
creatie bijzonder belangrijk. „Cultuur be
paalt de inhoudelijke waarde van een volk,
Kunst kun je niet kopen en niet leren. Je
hebt het en het is er. Ik geloof trouwens
dat er veel meer mensen kunstgevoelig zijn
dan er doorgaans wordt aangenomen.
Kunst verbindt het heden met het verle
den. Het geeft de achtergronden van de
mensen door en het bepaalt de kracht en
de samenhang van een volk. Kunst moet
daarom breder worden gespreid, meer
mensen moeten eraan deel kunnen hebben.
De educatieve kant van di? musea moet
worden verbreed, er moet meer nadruk
worden gelegd op amateuristische kunst
beoefening. Dat betekent echter niet dat
dat ten koste zou moeten gaan van wat
er al is, van het oude. Kunst en cultuur
moeten worden doorgegeven en mogen
niet verloren gaan."
Wat betreft de recreatie: dat is meer dan
de mensen leuk bezighouden als ze een
vrije dag hebben. Recreatie moet de men
sen eigen worden. Ze moeten er niet over
hoeven piekeren hoe ze hun vrije tijd
nuttig en prettig kunnen besteden. Om dat
te bereiken zal men het vroeg moeten
leren. Dient recreatie al een onderdeel te
zijn van het kleuterleerpakket en moet het
in de hele vorming worden meegenomen.
Ambitieus?
Tenslotte vroegen we mevrouw Gardeniers
of ze zichzelf ambitieus vindt.
„Ik dacht zelf altijd van niet. Mijn naam
hoeft er niet bij als iets gepubliceerd wordt
waaraan tk heb meegewerkt. Als de in
houd maar naar buiten komt. Maar een
wijze collega heeft eens tegen me gezegd
dat ik verschrikkelijk ambitieus ben, om
dat ik alles zo goed wil doen. Misschien
is dat wel zo. In het begin bereidde ik me
goed voor om goed beslagen ten ijs te>
komen als vrouw tussen al die mannen (die
tussen haakjes soms lange betogen houden
met prachtige volzinnen, terwiil achteraf
blijkt dat ze soms niet weten van de zaak
waarover ze praten). Dat goed voorberei
den alles goed willen doen wordt een
gewoonte. Maar dat kan op anderen ambi
tieus overkomen. Ik doe het echter meer
voor mezelf. Dat ik rustig kan gaan slapen
in het besef dat ik het zo goed mogelijk
heb gedaan.
LONNEKE VAN KOOT