De man
van
het jaar
1978
11*
I*
J
l
CcidócSoilAont
VORSTEF
Carter, Schmidt, Foekoeda en Sadat hebben hun stempel gedrukt op het
aanzien van het jaar 1977. Dat zullen zij ook blijven doen. Maar reeds
nu kan gezegd worden, dat niemand meer kans heeft de „man van het
jaar 1978" te worden dan de premier van Zuid-Afrika, Balthazar John
Vorster. Onze correspondent tekent zijn portret.
[AAPSTAD In Zuid-Afrika wordt
vel eens gezegd dat, hoe slechter het
jat met de apartheid, des te beter het
n het land gaat. Daarmee wordt bedoeld
lat, hoe minder de regering greep heeft
>p de oplossing voor het rassenprobleem,
des te onrustiger de blanken zullen wor
den en des te meer zij achter de regering
ede aan staan. En zo kon Vorster de verkie-
- ingen van 30 november niet verliezen:
ie huidige regering is sterker dan enige
iuidafrikaanse regering voordien.
iel zijn 62 jaar staat Vorster nu op het toppunt
zijn macht Ais hij onder de nieuwe grdndwet
enjiitvoerend president wordt, is hij ongeveer dictator
n Zuid-Afrika. Maar dat dictatorschaD zal een soort
wettelijke basis hebben door het Afrikaner natióna-
isme en ook beperkt blijven binnen datzelfde Iqatio-
ame lalisme. Daarom zal hij onmogelijk de apartheid
Wen liberaliseren, zoals van hem gevraagd wordt
ioor zijn zwarte en buitenlandse tegenstanders,
lij blijft Afrikaner nationalist in merg en been. Als
hij zou tornen aan de grondbeginselen, Sou hij niet
alleen verraad plegen jegens het Afrikaner nationa-
maar ook jegens zichzelf.
;r is in zijn jonge jaren vooral gevormd door
ajn jeugd in de ruige Kaapprovincie, vervolgens
door zijn opleiding aan de Universiteit van Stellen-
bosch en tenslotte door zijn internering. Naar hij
is 13 zijn geluksgetal: hij werd geboren op 13
ecember 1915 als dertiende van veertien kinderen;
was de dertiendHfin' rangin het kabinet; toen
J~¥) sis premier gekogT~
(na de moord op Hendfffti Verboerd) was hij dertien
Iftar minister, en zijn handicap bij golf is obk al
ien (dat wil zeggen dat hij zijn minder bekwame
genstander dertien slagen voor moet geven). 1
la zijn studie aan de universiteit van S tellenbosch,
srkte hij, met zijn graad in de rechten, korte tijd
s griffier van de rechtbank en was vervolgens
Ivokaat in Port Elizabeth. Daar gaf hij zich met
irt en ziel over aan de activiteiten van de Osse-
randwag, een semimilitaire organisatie, die de
artijloze staat propageerde en zich keerde tegen
uidafrikaanse inmening in „de oorlog van Enge-
and (tweede wereldoorlog)". In die tijd trok Vorster
loor de Kaapprovincie met toespraken tegen de
Bij een van die gelegenheden zei hij: -,',Wij
taan voor het christelijk nationalisme, dat een
wndgenoot is van het nationaal-sócialisme. Je kunt
iet anti-democratisch principe dictatuur noemen als
e dat wil. In Italië heet het fascisme, in Duitsland
lationaal-socialisme en in Zuid-Afrika christelijk
ïationalisme". v;
aren later zei Vorster dat hij vaii mening was
'eranderd: „Ik realiseer me nu, dat Zuid-Afrika
lar op één manier bestuurd kan worden en dat
op de democratische manier". Hij ontkent ten
telligste dat hij geïnterneerd is geweest wegens
iro-naziactiviteiten. Hij benadrukt, met trots, dat hij
einterneerd is geweest wegens anti-Britse activitei-
üorster zat in zijn kantoor in Port Elizabeth toen
hij een briefje kreeg van het hoofdbureau van
•olitie aan de overkant van de straat, waarin stond,
iat hij zich moest melden. Toen hij dat ook deed,
itërd hij gelijk gearresteerd. Hij mocht geen bezoek
ontvangen van zijn vrouw of van zijn collega's. Zo
•rd hij drie maanden lang zonder vorm van proces
vastgehouden. Deze ervaring heeft een diepe indruk
gemaakt op de jonge Vorster en wellicht verklaart
dit, waarom hij zelf tegenwoordig zoveel mensen
laat opsluiten zonder vorm van proces en vaak in
eenzame opsluiting.
Zelf heeft hij hierover gezegd: „Ik heb zes weken
in eenzame opsluiting gezeten en werd toen geen
seconde uit mijn cel gehaald. In die tijd heb ik geen
dokter gezien en ook geen mensen met wie ik was
opgesloten. Onder de regering van de Nasionale
Partij nu, heeft een communist veel meer rechten
dan een Afrikaner in die dagen had".
^V^rster begon een hongerstaking van drie dagen,
waarop de autoriteiten hem naar het interne
ringskamp Koffiefontein in Transvaal stuurden.
Daar werd hij veertien maanden vastgehouden; in
totaal dus zeventien maanden gevangenschap.
In dat kamp bevonden zich advokaten, professoren,
dominees van de Nederduits Gereformeerde Kerk,
boeren en slagers. Onder hen was ook Hendrik van
den Bergh, een goede vriend van Vorster. Jaren
"later zouden die twee weer samenwerken, toen
Vorster Van den Bergh aanstelde als hoofd van de
veiligheidspolitie. Vorster was toen nog minister van
justitie en toen hij premier was geworden, richtte
hij het bureau voor staatsveiligheid op met Van den
Bergh als hoofd. Dit bureau draagt de veelzeggende
afkorting BOSS (baas). Vorster en Van den Bergh
vormden, met de steun van een gereorganiseerde
veiligheidsdienst en nieuwe draconische wetten, een
ijzersterk team. Een andere Afrikaner die met
Vorster in het interneringskamp verleef was Kowie
Marais, die later rechter werd. Onlangs nog heeft
Marais Vorsters kwaliteiten als kampleider gepre
zen.
„Vorster is een onderhandelaar van ongewoon kali
ber. Hij wist precies hoe ver hij kon gaan zonder
het echt op een confrontatie te laten aankomen, aan
welke punten hij moest vasthouden en over welke
hij kon pratenZelf heeft Vorster eens ge
zegd: „Vroeger zei men altijd dat politiek de kunst
van het mogelijke is. Ik zeg u, dat politiek de kunst
'is van het verzoenen van tegengestelde eisen en
tegengestelde aspiraties".
Dergelijke opmerkingen en de daarbij behorende
pogingen deze filosofie in de praktijk toe te passen
hebben Vorster de reputatie doen geven van een
pragmaticus. Dit zijn dan de twee elementen van
Vorsters politiek karakter: zijn toewijding aan het
Afrikaanse nationalisme en zijn pragmatische aard.
Maar dat is nu juist de sleutel: Vorsters pragmatis
me blijft beperkt binnen de opvattingen van het
Afrikaner nationalisme. Het zijn dan wel tamelijk
buigzame opvattingen, maar zij blijven wel binnen
de grenzen van het Afrikaner nationalisme. En
daarom mag men van Vorster niet verwachten, dat
hij iets doet, dat de Afrikaners eenvoudigweg niet
kunnen aanvaarden. Hij gaat echt niet in 1STC8 de
apartheid ontmantelen en hij zal de grondbeginselen
van zijn politieke overtuiging ook niet overboord
gooien. Als men dót denkt, dan begrijpt men de
man volkomen verkeerd.
Vorsters ster begon tè stijgen toen hij minister van
justitie werd. Het was daarvoor allemaal niet zo
gemakkelijk gegaan. Zijn kandidatuur voor het
parlement werd door de Nationale Partij wegge
stemd vanwege zijn verleden in de Ossebrandwag.
Maar toen hij eenmaal minister van justitie én
politie werd, was er niet veel meer dat hem kon
doen tegenhouden. Twee jaar voor zijn aanstelling
had Zuid-Afrika een golf van onrust gekend als
reactie op de schietpartij van Sharpeville. In Shar-
peville had een vreedzame zwarte betoging plaats,
die door de politie uit elkaar werd geschoten, met
het gevolg: enige tientallen doden en hog meer
gewonden. De autoriteiten reageerden onmiddellijk:
de staat van beleg werd voor vijf maanden uitgeroe
pen, de voornaamste zwarte organisaties, namelijk
het Afrikaans Congres en het Pan-Afrikaans Con
gres werden zonder meer verboden en 2000 „po litte
ken" werden gearresteerd. Daarmee was wel de
situatie op korte termijn „onder controle", maar
Vorster moest als minister van justitie en politie
wel de veiligheidsdienst reorganiseren en een net
werk van verklikkers breien, waarmee hij sabotage
groepen en revolutionaire cellen kon infiltreren, die
na Sharepeville ontstaan waren.
Vier jaar later, september 1966, werd de 1
premier Hendrik Verwoerd vermoord dooij
zofrene parlementaire koerier. Vorster ha
de reputatie dat hij een sterke man was.
weerstanden in de top van zijn partij,
zonder veel moeite het premierschap in de wacht.
Als minister van justitie en politie was Vorster een
onverzoenlijk man. Op net gebied van orde en rust
geeft hij geen millimeter toe. Als zijn politiemensen
dan fouten maakten, had hij' liever dat
deden als gevolg van overdreven ijver
bescherming van de staat. Zelf heeft hij
gezegd: „Onder normale omstandigheden 1
spel spelen volgens de regels. Maar het waref^
gewone tijden. De „communisten" beraamden i
lutie, bloedvergieten en geweld, en zij speelden 1
spel bepaald niet volgens de regels. Ik realiseerde^
mij, dat, als de veiligheidsdiensten het spel volgens
de regels zouden moeten spelen, dat ongeveer zou
zijn, als wanneer je tegen een onverzoenlijke en
valse vijand moet vechten met een hand op je rug
gebonden. Ik heb van begin af aan geweten, wat
ik deed, dank zij mijn ervaringen in de oorlog. Die
gaven mij een duidelijk inzicht in het hele geval".
Maar het resultaat van Vorsters oorlog tegen de
zwarte oppositie was, dat deze ondergronds gedwon
gen werd. Zo ontstond een massale beweging, die
zich met name gemanifesteerd heeft in de onlusten
van Soweto en in het ontwaken van een duidelijk
zwart zelfbewustzijn.
Toen Vorster premier werd, zette zowel de zwarte
als de blanke oppositie zich schrap voor de grote
klap die zij eigenlijk verwachtten. Maar Vorster had
een grote verrassing achter de hand: in plaats van'
als een met handboeien zwaaiende politieman, deed
hij zich voor als een goedmoedige, tamelijk gezette
premier die met niets gevaarlijkers zwaaide dan met
een golfclub. Hij schitterde als spreker tijdens
officiële diners en zijn toehoorders waren verzot op
zijn geestige en gemakkelijke spreekstijl.
Vooral de Engelssprekende zakenlieden waren on
der de indruk. Zij begrepen maar al te goed wat
pragmatisme is en ze meenden in Vorster iemand
gevonden te hebben voor wie zij respect konden
opbrengen en die zij misschien zelfs wel konden
volgen. En niet alleen de zakenwereld, maar ook
de andere Engelssprekenden, die normaal voor de
oppositie stemden, waren blij toen Vorster in zijn
pragmatisme een grote stap verder nam en met zijn
Afrikaanse ontspanningspogingen begon.
•Vorster maakte de weg vrij voor dezè ontspan-
jningspolitiek door te verklaren, dat Zuid-Afrika zich
ineutraal opstelde tegenover de machtsovername
idoor het Frelimo in Mozambique. Daarmee negeer
de hij de oproep van Portugese vluchtelingen en
.die van enkele van zijn wildere volgelingen, om het
land binnen te vallen. Toen volgde de historische
toespraak in het parlement in oktober 1974.
„Zuid-Afrika", zei Vorster, „staat op een kruispunt
en moet beslissen tussen vrede of een steeds scher
per wordende conflictsituatie". Hij bood zwart Afri
ka de hand. Over Rhodesië merkte hij op: „Het is
in het belang van alle partijen om een oplossing
te vinden. „De Zuidafrikaanse vertegenwoordiger
bij de VN „Pik" Botha leverde ook zijn bijdrage:
hij gaf toe dat Zuid-Afrika discriminerende wetten
had, maar voegde daaraan toe, dat in de toekomst
discriminatie niet meer zou worden toegestaan.
Diezelfde maand bracht Vorster in het geheim een
bezoek aan Ivoorkust, waar hij de gast was van
president Houphouet-Boigny, de eerste Afrikaanse
leider .die _gch voor een dialoog met Zuid-Afrika
had meesproken. Bij de gesprekken tussen Vorster
"iphpuet-Boigny was ook president Leopold
^^•^Senegal aanwezig. Vorsters reputatie
ongekende hoogten. President
jponlijke adviseur, Mark Shona,
neer tussen Loesaka en Pretoria.
JÖen discussies gehouden met verte-
Zambia, Botswana en Tanzania,
[gemeen aangenomen dat Vorster
(fie op Smith om te onderhandelen
oplossing voor de toekomst van
[gen waarschuwden dat deze poli-
lèiden, maar andere geloofden dat
or zuidelijk Afrikajwaren aange-
leeuw zich naast net lam zou
I HhoJ|HHp
tiek tot nietsTzij
;uwe
i broken en
vlijen.
En toen zakte
tenhuis in elk^^-^
sluwe Ian Smith die nooit L
geweest om zo i maar Rhode
[jeen zwart bewind. Verderf
van Zuid-i
De rest; is^l
achdBHjpBBIMW
I de kans dat er voor Rhod<
I vreedzarrie" oplossing gevond<
dig. Het gewapende blanke f'
meer dan ooit vastbesloten
te verdedig
Balthazar John Vorster is]
kamp. In zijneigen landB
de 165 zetels.in het parlemenj
Aan het begin van hetf"
>ken de Westerse regri
maken mèt de hervoi
I[vragen hemol
[komen dat zij gedwongen; J
sancties tegen Zuid-Afrika te
Wfi^^giamheid is Vors|Üj|
[is niet aan te nemen, dat,hij|
I zal halen, dat zijn H
zorgvuldig hebben opP^H^
„Als Ztiid-Afrika de apartheid "op zou geven, dan|
zou het het meest geliefde lijk van de wereld I
worden", zo merkte hij eens droog op. En hij heeft
ook gezegd, dat, om rust en orde te bewaren, er
nog. meer verbanningen en arrestaties moeten ko
men.
Wanneer Vorster het over veranderingen heeft dan
bedoelt hij een versnelling en niet een ontmanteling
van het grote plan om de rassen te scheiden: meer
„onafhankelijke" thuislanden voor de zwarte Afri
kanen, aparte „volksvertegenwoordigingen" voor
kleurlingen en Indiërs en „gemeenschapsraden"
voor zwarten, die in de steden wonen. Aan het
buitenlaagje van dat grote plan kunnen dan wel
kaar-
loor de
lijk van plan was
jen aan
jelooflijke
binnen te
Zuid-Afrika
je laager" en
ibië een
:t gesta-
-Afrika is
rechten
jaar vragen of
een begin
jet apartheids
ver te laten
scherpere
iar bij
in het
■t bouwwerk neer
kleine veranderingen aangebracht worden, om de
apartheid wat minder scherp te maken, maar dat
tempert de zwarte woede niet. Maar zelfs al zou
hij grondig willen sleutelen aan de apartheid, dan
zou het Afrikanerdom het hem toch niet toestaan.
Hij zou het risico lopen uit de parlementsfractie van
de Nasionale Partij gestoten te worden. En als dat
ooit zou gebeuren, dan zou de Nasionale Partij een
duidelijke zwenking naar rechts maken. Vorster
begrijpt dat ook wel, maar groter dan de vrees voor
deze mogelijkheid is toch zijn trouw aan de Nasio
nale Partij als instelling en aan het Afrikaner
nationalisme als filosofie.
Omdat het Afrikaner nationalisme is toegespitst op
één enkele bevolkingsgroep, roept het constant eisen
op voor een nog strenger bestuur door Afrikaners.
Twee jaar nadat Vorster premier was geworden
kreeg hij te maken met een groep extreemrechtse
parlementariërs onder leiding van dr. Albert Her
zog, één van Vorsters ministers. Dat was voor
Vorster een moeilijke tijd en zijn binnenlands aan
zien was zozeer gedaald dat er al over zijn ontslag
gesproken werd. Uiteindelijk werd de groep-Herzog
uit de Nasionale Partij gestoten. Zij bestaat nu nog
onder de naam HNP en wacht gretig af tot Vorster
te ver zal gaan.
Die kans zit er nauwelijks in. Vorster noemt de
richting die de internationale samenleving het op
wil sturen progressiviteit,,langzame afbraak van een
principe". Hij heeft eens gezegd: „Ik ben er van
overtuigd dat progressiviteit, zoals het zich in Zuid-
Afrika manifesteert, niet meer is dan een voorloper
van het communisme. In Zuid-Afrika geloven de
communisten in alles waarin de progressieven gelo
ven. Het verschil tussen hen wordt steeds kleiner,
zodat je op het laatst een vergrootglas nodig hebt
om het te zien".
Het is niet moeilijk om te voorspellen welke rol
Vorster dit jaar in zuidelijk Afrika zal spelen. De
laatste positie waarop hij zich kan terugtrekken is
Zuid-Afrika zelf, maar op het ogenblik probeert hij
Ian Smith te helpen een „gematigd" zwart bewind
in Rhodesië te installeren en hij heeft plannen voor
een soortgelijk bewind in Namibië. In Zuid-Afrika
zal hij doorgaan met sommige aspecten van de
apartheidswetten en de praktijk daarvan te veran
deren, maar hij zal onverzoenlijk blijven als het
gaat om fundamentele zaken, zoals het delen van
de macht met zwarten en het toestaan van zwarte
vakbonden. En hij zal ook niet toestaan dat iemand
hem een tijdschema opdringt voor de hervormingen.
En dat betekent dat de veiligheidspolitie het druk
ker dan ooit zal krijgen.
Vorster heeft zijn besluit al genomen. De meeste
blanken staan achter hem en hij weet waarheen zijn
weg hem voert. „Laat de hele wereld weten voor
alle tijd die komt, dat, hoe klein wij ook zijn, en
waar wij ons bevinden, wij tot het einde zullen
vechten voor wat wij hebben. Ik heb geen oorlog
gewild; God verbiedt dat Ik heb alles gedaan, meer
dan iemand ooit gedaan heeft, om vrede te vinden;
vrede voor Afrika en voor de gehele wereld", zo
zei hij tijdens een verkiezingstoespraak. En met een
van emotie stokkende stem voegde hij er aan toe:
„Op het laatste moment, als ik faal, dan zal ik mijn
twee jongens in de ogen moeten zien; dan zal ik
jullie, jonge mannen, en jullie zonen in de ogen
moeten zien en zeggen: jongens, ik heb mijn best
gedaan, met Gods hulp".
STANLEY UYS
Copyright The GUARDIAN