tioembollenpumk Musics catbedralis van Heiman Strategier Art Tatum en Buddy de franco: Slechts één perfect samen POP in ook KLASSIEK JAZZ CMCERT-AGEHDA 'LA TEM alia buitenland THE TATEM GROEP MASTERPIECES i de „Bollenstreek" tassen iriem en Lelden is een •aire ra riant ontstaan op boerenpnnk ran „Nor- 11", te weten de „bloembol- Voorvechters voor nieuwe punkstroming i „FrankJe and the Pessa- is". In een bollenschuur d bet dorp De Zllk stond een maanden geleden de van deze eerste echte ttembollen-punkbond. Een reling bleef de groep niet J ie lang. Enkele weken gele- werd een zaal in de jioordwljkse „Kuip". „Als op de geciviliseerde vrlijke muziek, die dag- ig-uit uit de radio komt", Ouderen de groepsleden Willem, Bart, Hielke pi Rob. Echte punkmuziek heeft vol- lens „Frankje" niets te maken net de manier waarop het de publiciteit haait „Punk is niet Bat gedoe met veiligheidsspel den, kale hoofden, beschilde ring en gescheurde kleren. Dat noemen wij nou „Viva-punk", zeggen de groepsleden. „Een stelletje malloten loopt met veiligheidsspelden in de neus rond en beweert dan dat ze van alles weten over Punk. Het schijnt zelfs dat je bij de juwelier verzilverde veilig heidsspelden en scheermesjes kuntkopen". Belachelijk" vindt Frank. „We hebben zelf ook wat attributen, die we bij de optredens gebruiken. De jasjes en de zonnebrillen zijn heel bewust gekozen. We gaan natuurlijk niet in deze kleren buiten lopen. Overal zou ons dan de toegang geweigerd worden. Nee, we blijven ge woon onszelf. Je kunt het wel aardig vergelijken met de le den van een symphonie-orkest, die zitten toch ook niet achter de televisie met een vlinder- dasje om"?. Wat is het verschil tussen „The Pessariums" en andere punk- groepen zoals „The Stran- glers" en de „Sex Pistols" uit Engeland?. „In feite is de mu i een nieuwe samenstelling Zondag 8 januari De Ierse Boomtown Rats die in Engeland veel succes hebben en in hun eigen land Ierland niet mogen optreden, brengen hun nieuwste show in het Amsterdamse Paradiso. Vrijdag 13 januari Major Road uit Engeland geeft in haar show het ontstaan van de Teenager weer vanaf de jaren, '50 tot nu. Aanvang 21.00 uur. Zaterdag 14 januari The Dutch Swing College Band treedt op in de kleine schouwburg in Rijswijk En voor diegene die het alvast in zijn of haar agenda wil noteren. Zaterdag 14 januari Folkmuziek met Paul Guest. Naast eigen werk speelt hij ook nummers van o.a. Gorden Lightfoot en Kris Kristopherson. Aanvang 21.00 uur. en punkt uit louter verveling. In het dagelijks leven bezoekt hij een atheneum in Aerden- hout „Ik was niet erg onder de indruk van radiomuziek en probeer zo aan een dosis echte muziek te komen. Als ik een klassiek stuk zou laten horen zou iedereen zeggen dat ik hier en daar nog wat moest bijschaven. Nu denkt iedereen, hé die jongen speelt punk". Willem (19) woont in Lisse en punkt voor de pure lol. Naast zijn werk voor een verzeke ringsmaatschappij vindt hij het heerlijk om uit de band te springen. Willem is de filosoof van het bonte gezelschap. „Punk is niet om naar te luis teren, je moet het gewoon spe len". Bart (22) is de zanger van de groep en zit op de Zeevaart school in Utrecht. Het is een rustige jongen, die zich op het toneel ontpopt als een wilde man. Naast punk heeft hij maar één liefhebberij: zijn an tieke BMW-motor. Bassist Rob (20) zag vier maanden geleden voor het eerst een muzieknoot op pa pier staan. Hij bezoekt samen met Bart de Zeevaartschool en knutselt wat aan zijn BSA-mo- tor. Wat hem in punk het meeste bevalt is de simplici teit. Drummer Hielke (20) woont in Hillegom en bezoekt dezelfde scholengemeenschap in Aer- denhout als gitarist Frank. „Ik erger me de hele dag kapot aan de be-regenjas-te en be- sjaal-de leerlingen. Dat is mijn motief om in een punkband te spelen. Het nummer „Raincoat Reggae" is door mij geschre ven". There are no troubles at all when you've got the money Saying shit to the world stinking in your money Take off your raincoat, don't tool yourself Muzikaal gezien gebeuren er in De Zilk weinig schokkende dingen. Fuzz en Boosterpeda len maken het gitaarspel van Willem en Frank tot een brij. Met de basgitaar van Rob op één versterker aangesloten le vert ook dit niet al te veel op. Drummer Hielke heeft de bij naam „houthakker". Hij doet z'n naam eer aan want elk nummer moet het drumstel uit alle hoeken van de bloem bol lenschuur worden gezocht. De muziek van „Frankie and the Pessarium" is niet mooi. Maar dat is ook niet zo erg, het is tenslotte punk ED OLIVIER ire De negen mans for- jjtie Slave is pas sinds april irig jaar „on the road" met gigantische show, gehjk rth, Wind and Fire. Datzelf- kan eigenlijk gezegd wor- n van de muziek van Slave, int een nummer als „The orld's on hard", van hun de- utelpee „The Hardness oi world" blijkt dezelfde* vo le overeenkomsten te heb- L Muzikaal blijken de ne- n de mindere van hun grote merikaanse broers al is rulcano Rupture" best het anhoren waard, met een sle- «de gitaarsolo. Slave schijnt ik een soort boodschap te i brengen: „We zijn met allen verantwoordelijk •r het universum, zodat we laai moeten zorgen voor aardse omgeving. Ga d'r aanstaan. In elk geval Slave wat in haar mars. Jon). T. Walls - Nog zo'n onbe- ende grootheid is G. T. Walls, ie door vriend en tevens pop- edacteur Jip Golsteyn werd vergehaald een elpee te ma- en. „Kan jij zingen, vroeg Jip ens uiig aan G. T." zo staat P" de biografie van deze 31-ja- K- ige baas te lezen. Ja warem- el, G.T. bleek over een stem 1 beschikken en beiden doken te Pe studio in om onder het snot van enige alcohol hou- id e"de dranken twaalf num- 'ers op te nemen voor de ïbuutelpee „Rhythm and al tooze". De muziek houdt het lidden tussen country-rock !n slijmerige ballades, waarin 'e door drank en „gras" aan- etaste stem van G.T. precies tof, Jammer alleen dat in dit enre zovele betere prestaties eleverd zijn. Voor G.T. dus [een eer te behalen (Poker). Jevin Coyne Deze wat ge- I tongen figuur schijnt een tok te hebben voor ons en tee zuiderburen, als we ten- I "inste de platenmaatschappij "ogen geloven. Want speciaal Kevin Coyne voor deze twee landen zo zegt zij heeft hij persoonlijk een elpee samengesteld met werk dat nog niet eerder is uitge bracht. Een soort verzamelel- pee dus, maar dan met „nieuw" werk. Op „Beautiful Extremes 1974-1977" gaat Coy ne weer lekker ouderwets rauw tegenaan in nummers geënt op de blues. Op hartver scheurende manier vertelt hij recht-voor-z'n-raap wat hij op z'n lever heeft, op de typische Coyne-manier: weinig gepo lijst. Beste nummers: „Mona, where's my trousers" en „All the Battered Babies". (Virgin). ier mt oodw a r punk en boerenpunk link is niet als een stelletje malloten met veiligheidsspelden in de neus rondlopen en beweren dat je alles van weet. Pagita Carta ziek van „Stranglers" al zó vercommercialiseerd dat het helemaal niets met punk te maken heeft. Een voetpedaal van zo'n groep is net zo duur als onze hele installatie. Onze muziek is eenvoudig en hard, en daarvoor heb je geen dure installatie nodig". Wat tegen woordig punk is, heette vroe ger jazz en daarna rock 'n roll, beat, pop en underground. Uit een gevoel van onvrede met de maatschappij ontstaat een nieuwe muziekstroming waar de gevestigde orde niets van begrijpt. Dat is ook de bedoe ling. Punk schopt tegen de hei lige huisjes aan totdat er bij iedereen een punk-elpee op de draaitafel ligt. Daarna ont staat er weer wat nieuws". Commercie is dodelijk voor punk-muziek", concluderen de groepsleden. „Dat is ook de reden dat niemand van ons ook maar een seconde er aan denkt om professional te wor den. We spelen gewoon af en toe voor publiek. Niemand van ons heeft zin om elke avond hetzelfde -zelf- geschreven- re pertoire af te draaien. Een avondje gratis drinken is voor ons meer dan genoeg". Onlangs traden „Frankie and the Pessariums" op in het Haarlemse clubhuis van de Hells Angels. Geheel zonder kleerscheuren kwam het vijf tal er niet vanaf. Willem werd tijdens het optreden in zijn been gebeten door een wat over-enthousiaste Angel. Een van de groepsleden die met een watervaste viltstift wat re clame wilde achterlaten op het toilet, kon ook een blauw oog mee naar huis nemen. „Als we het niet goed vinden, slaan we jullie in elkaar", hadden de Hells Angels te kennen gege ven. Met knikkende knieën be gonnen „The Pessariums" aan een optreden, wat zo goed in de smaak viel dat het repertoi re driemaal hebben moeten spelen. Frank (19) woont in Hillegom Een week of vijl vóór Hen drik Andriessen in september jongstleden 85 jaar werd, was Herman Strategier, zijn pro- duktietste leerling, al 65 ge worden. Dat de leerling de door de leermeester gewezen richting Is ingeslagen en zich daarna op zijn eigen manier en overeenkomstig zijn eigen innerlijk beeft verwezenlijkt, blijkt zonneklaar uit de gram mofoonplaat die zijn eigen Nederlands Madrigaalkoor hem beeft aangeboden en die door Sigmasoond onder het label Sonclair als nummer 7 G 282901 is uitgebracht Op deze ook technisch heel goed geslaagde plaat zijn drie van de vele kerkelijke werken die Strategier op zijn naam heeft staan, vastgelegd. Waarschijn lijk beeft de componist ze zelf gekozen als zijnde het meest karakteristiek voor wat hij nastreefde. In elk geval beeft hij de uitvoeringen zelf geleid zodat men kan spreken van een authentiek document een document dat ontroert wie er gevoelig voor is. Dat zullen er velen zijn, ook al heeft Strategier het zich niet gemakkelijk gemaakt Hij is namelijk op zoek gegaan naar de opperste eenvoud in de gaandeweg groeiende overtui ging dat de liturgie alleen met eenvoudige vanzelfsprekend heid is gediend. Strategier is er een typisch voorbeeld van dat men veel moet leren om daarna weer veel if te leren. De traditionele polyfone schrijfwijze met geleerde structurele verwikkelingen, met klankstapelingen, met on rustige ritmische complicaties die men vindt in zijn muziek uit de jaren dertig toen hij pas de R.K. Kerkmuziekschool in Utrecht met een diploma op zak had verlaten, zal men op deze plaat tevergeefs zoeken. Wat men hier vindt, is een pure, heldere stroom van vo- kaliteit, die nauw gebonden is aan de tekst maar geen (in de oren van de componist kenne lijk zinloze) poging onder neemt om die tekst te verhevi gen, laat staan te dramatise ren. Strategier wil niets anders dan de tekst simpel voor zich zelf laten spreken in een na tuurlijke cantabiliteit, die daardoor al een devote sfeer 'oproept. Wie deze bij uitstek dienende muziek hoort, kan begrijpen en navoelen waarom Strategier zo weinig behoefte had aan experimenten met nieuwe, andere, verrassende expressiemiddelen. Het ligt welhaast voor de hand dat dit hier en daar nogal eens is misverstaan. Monnikendam en zijn werk kennende, is het niet onbegrijpelijk dat deze zo ge heel anders geaarde kunste naar eens schreef over Strate gies „neiging tot puriteinse verschraling". Ir. mijn oren toegegeven soms overbelaste oren valt het met die „verschraling" no gal mee. De „Cantica pro tem pore natali", waarin de teksten van de offertoria voorafgaan de aan het Kerstfeest een even innige als diep treffende zet ting kregen, kunnen als een weldaad aandoen wanneer ze met zoveel beheerste overtui gingskracht, zo direct en zo doorzichtig worden gezongen als hier het geval is. Aanmerkelijk ouder dan deze „Cantica" zijn de „Vier Maria- Antifonen", die heel opmer kelijk.' niet zijn vastgelegd in de versie van 1939 voor vierstemmig gemengd koor met orgelbegeleiding of blazer strio, maar in twee jaar later ontstane zetting voor alleen vrouwenkoor met orgel. Dat de orgelpartij op deze plaat wordt gespeeld door Albert de Klerk spreekt vanzelf. Met Jan Mul en De Klerk vormde Stra tegier, allen leerlingen van Hendrik Andriessen, in de oor logsjaren een driemanschap. Toen hun leermeester in 1942 zijn vijftigste verjaardag in Duitse gijzeling moest door brengen, stuurden „de drie jongelingen" hem hun ,Missa Trium puerorum", een werk voor drie ongelijke stemmen met orgel, waarvan Mul het Kyrie en het Agnus Dei com poneerde, Strategier het Glo ria en De Klerk het Sanctus en het Benedictus. Een uniek document van dankbaarheid en verbondenheid! Behalve de „Cantica" en de „Maria Antiphonen" bevat de hier aangekondigde plaat Strategiers „Missa Cathedra- lis" die Strategier ook in de grote kathedraal van de Engel se stad York heeft mogen ho ren door de gelukkige omstan digheid dat het Nederlands Madrigaalkoor met het daar gevestigde „Chapter House Choir" vriendschapsbetrekkin gen onderhoudt. Wie deze mis op de plaat hoort, weet dat Strategier hier bereikte wat hij wilde bereiken toen hij al in de .Missa pro gratiorum actione" uit 1936 zijn muziek naar een andere stijl en op een andere artistieke intentie be gon te richten. Natuurlijk heeft Strategier ook veel wereldlijke muziek geschreven (o.a. een Musique pour faire plaisier") maar die was hier niet aan de orde. Er zal zeker nog wel eens een aanleiding komen ook daar aandacht aan te besteden. J. KAS ANDER Roy Eldridge één van de artiesten die samenspeelt met Art Tatum. Liefhebbers van pianist Art Tatum komen in Nederland voortreffelijk aan hun trek ken, want zo'n beetje alles wat er van hem op de plaat is verschenen is hier uitgebracht. Dat gebeurt nu eenmaal eer der als het onderwerp goed en wel begraven is en zijn naam daarna legendarische propor ties aanneemt. Levende profe ten hebben het altijd moeilij ker. Tatums faam behoeft nauwelijks nog enige krans. De in 1956 op 46-jarige leeftijd gestorven, bijna blinde pianist, geldt als één van de grootsten aller tijden op het klavier. Hij was nooit een vernieuwer, maar vond al op vroege leef tijd een technisch onberispelij ke, uitgebalanceerde stijl waarin hij alle piano-tradities en stijlen van vóór hem ver enigde. Razend knap, modula ties met de vreemdste krullen, even rap in de linker- als in de rechterhand uitgevoerd, veel tempowisselingen, stukjes „stride-piano", waardoor Ta tum bijna onmogelijk viel te begeleiden. Er bestaan dan ook ontzettend veel solo-opna men van hem, waarvan het Pablo-label een paar jaar gele den een set van niet minder dan dertien elpee's uitbracht. The Tatum Solo Masterpieces heette die serie, en daar is nu een vervolg op gekomen met The Tatum Group Masterpie ces. Door Polydor hier geïm porteerde platen waarop Ta tum samenspeelt met o.a. Ben ny Carter, Roy Eldridge en Buddy de Franco 'als medeso- listen en een wisselende ritme- groep. De plaat met Buddy de Franco (Pablo 2319736, f21,25) is een juweeltje. De Franco is een blanke klarinettist die een even grote techniek op zijn instrument bezat als Tatum op de piano. Terwijl Tatum wel de „uitstalling" van z'n vinger vlugheid verweten werd, gold voor De Franco vaak het pre dikaat „koel en zonder hart". Er zit een stuk waarheid in beide kwalificaties, maar Ta tum en De Franco door Nor- man Granz in '56 (het jaar van Tatums dood) samengebracht zijn juist daarom een unieke combinatie. De Franco heeft een prachtige, zij het estheti sche toon, is een ideale part ner voor de „moeilijke" Tatum en speelt op z'n klarinet soms zelfs exact dienst parelende stijl na. En dat is merkwaar dig genoeg, want De Franco liet in andere combinaties toch al modernere geluiden horen, terwijl Tatums stijl in jaren niet meer veranderd was en door sommige ais verouderd werd beschouwd. Hun plaat (met Red Callender op bas en Bill Douglass op drums) is een „must" voor de liefhebber: Ta tum. en De Franco hebben slechts die ene keer samenge speeld en die ene keer laat vermoeden dat ze een perfect duo hadden kunnen worden, goed voor nog heel wat bril jante opnamen. BERTJANSMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1978 | | pagina 21