Met schoontijden kun je oud worden Kinderen zijn kindeien.Waaischuwen is niet genoeg. Leidschendam bestaat op oudjaarsdag veertig jaar als geme tïOU MH g|pp Publicatie aanqeboden door dil blad in samenwerkinq met de Slichlinq Ideële Reclame TEKST EN UITLEG: Nol Wesseling Zaterdag 31 december is het veertig jaar geleden dat in de Nederlandse Staatscourant de wet werd afgekondigd waarbij de gemeenten Stompwijk en Veur per 1 januari 1938 wer den samen gevoegd onder de naam Leidschendam, een naam die in de volksmond overigens al jaren werd ge bruikt voor de bebouwing rond de sluizen in de Vliet. Tot de gemeente Stompwijk be hoorden ook de buurtschap pen Oostvliet, Westvliet, Wils- veen, Meerweg en Veenweg. Het aantal inwoners lag rond de tienduizend waarvan wat wij nu de „wijk" Leidschen dam zouden noemen 1300 in woners had, Stompwijk 5000 en Veur ruim 3500. De naam „Leytschendam" werd in verband met de aan wezigheid van een dam in de Vliet genaamd ,Jiouven-zijd- winde" al in de eerste helft van de vijftiende eeuw ge bruikt. De dam was eeuwen lang een handicap voor het scheepvaartverkeer maar voor de groei van Leidschendam ui termate belangrijk. Aan de dam, de landscheiding die liep van de duinen tot in het veen onder Nootdorp, later de ver laten, duikers en schutsluizen en sinds 1885 het sluiscomplex heeft de gemeente in hoofd zaak haar opkomst te danken. De landscheiding, die het zuid elijk deel van Holland tegen het overtollige water moest be schermen en ook wel „Zijde", Sijtwindeof „Groene Land scheiding" werd genoemd be gon bij de Haagse Oostduin- laan en hep via Bezuidenhout en het huidige Maria hoeve naar de dam in de Vhet die uiteraard zeer hinderhjk was voor het uitgebreide verkeer te water tussen Leiden en Delft. De Steden Gouda en Dord recht die grote geldehjke in komsten hadden door tol- en andere rechten hadden even wel een groot belang bij het handhaven van de dam. Lei den en Delft hebben eeuwen lang letterlijk en figuurüjk ge- Burgemeester W. Keyzer, de grondlegger van de bouw van het nieuwe raadhuis, tijdens de koninginnefeesten in historische kledij, samen met zijn echtgenote. vochten voor een doorvaart- mogehjkheid op deze plaats. Ondanks de dam verkozen veel schippers toch de reis via Leidschendam. De goederen werden dan vóór de dam ge lost en overgeladen op sche pen aan de andere zijde van de dam. Door die bedrijvig heid vestigden zich hier toen verschillende groepen mensen. Meer malen werd een door vaart gemaakt die dan 's nachts of overdag met uitge breide vechtpartijen werd ver nield of platgebrand. Tiental len geschillen, processen, ver zoeken en ruzies waren het gevolg. Delft had nadat in het midden van de zestiende eeuw de doorvaart weer was ge slecht en er een heel kleine doorvaart was gemaakt de ruimte steeds royaler gemaakt en van kleine scheepjes was de situatie al weer gegroeid naar wat grotere. In 1682 was er weer een geschil omdat de doorvaart weer was verruimd. In het midden van de achttien de eeuw moest een duiker worden vernieuwd en Delft kreeg toestemming. De maten werden in overleg met de con currerende steden opgesteld maar later bleek dat de maten waren overschreden, Delf had weer eens een klein stapje vooruit gedaan! Bij de bouw van het huidige huizencom plex, ruim negentig jaar gele den, is in het sluiskantoor een steen gemetseld met in het op schrift onder meer: „Hier, waar de naijver van de steden tot 1648 slechts een overtoom en daarna een verlaat met een doorvaartwijdte van 3.80 me ter en doorvaarthoogte van 2.20 meter gedoogde hebben wij deze sluis wijd 7 meter met beweegbare bruggen bevolen." Geen haast Hoe druk het toen was mag blijken uit de cijfers. Er pas seerden per jaar circa 50 dui zend schepen, gemiddeld dus 140 per dag met een gezamen lijke inhoud van 1.8 miljoen ton. Zestien keer per dag kwam er een schuit met passa giers die gezelligheid, vertier en handeldrijven meebracht, handeldrijven door personen die goederen kwamen afhalen maar ook via etenswaar en drank voor de passagiers. Bo vendien legden alle markt schuiten met hun koopwaar voor veiling en handelaar hier aan en dat alles in een tijd waarin niemand haast had. Het scheepvaartverkeer bracht ook vestiging van be drijven mee, onder meer hout zaagmolens maar ook een le gio aantal herbergen. „De Zwaan" en ,,'t Eilandt" waren de voornaamste, in beide wer den ook recht dagen gehou den, ze speelden dus ook een rol in het bestuur van de ge meente. De herberg ,,'t Ei- landt" is in 1870 gedeeltelijk afgebrand en op die plaats werd de nieuwe en nu nog bestaande Petrus en Paulus- kerk gebouwd. In 1653 was een protestantse kerk ge bouwd die veertig jaar later tot de grond toe afbrandde maar al gauw herbouwd werd en nu als Dorpskerk het voor naamste historische monu ment van Leidschendam ,is, staande op de hoek van Dam houderstraat en Delftsekade. Stompwijk Wilsveen dat bijna achthon derd jaar geleden al als neder zetting werd genoemd dankt haar bestaan zoals de naam trouwens aangeeft aan het baggeren van veen, dat als turf in de omgeving werd ver kocht. Door het uitvenen ont stonden de plassen die door ruim 20 molens weer moesten worden drooggemalen. Hier zijn alleen nog de bekende „drie molens van Stompwijk" van overgebleven. Wilsveen daalde door het vertrek van de veenarbeiders steeds meer in aanzien. Van Stompwijk kon dit echter niet worden gezegd. Na de reformatie bevond zich hier een rooms-katholiek gees telijke die in het geheim zijn ambt uitoefende. Om vrij on gestoord het geloof te kunnen beleven vestigden zich hier ve len die hun geloof trouw wa ren gebleven. Tot op vandaag is Stompwijk dan ook voor bijna 100r.k. De ligging van Veur Was zon danig dat in het laatst der zeventiende en het begin van de achttiende eeuw zich er door middel van fraaie buiten verblijven vele aanzienlijke Hagenaars vestigden. In die tijd kwam tevens de tuinbouw tot ontwikkeling waarvoor in Veur veel grond voorhanden was. Verschillende buiten plaatsen werden daarom, na het rooien van de houtopstan den, in tuinbouwgrond veran derd. Slechts de buitenplaats „Rozenrust" is hiervan overge bleven. Het park is openbaar en in het gebouw wordt een restaurant gedreven dat tot de nationale top-tien behoort en in een culinaire gids onlangs zelfs als beste restaurant van Nederland is aangewezen. Aan de rust van de gemeente kwam een eind toen tachtig jaar geleden de stoomtram Leiden-Den Haag, later de be roemde „blauwe tram" van de NZHVM, met een twee-uur- dienst een verbinding begon. Door de goede verbindingen vestigden zich veel Haagse fo rensen in Veur en na de twee de wereldoorlog bouwde Leid schendam voor duizenden Het raadhuis van Leidschendam op het kruispunt Damlaan-Veurschestraatweg (links). y<uisdiis/rnah>vi It&ad/iuis Het oude raadhuis van Veur omstreeks 1925. Haagse gezinnen woningen in de wijken „de Heuvel" en Prinsenhof Gemeentehuis De eerste burgemeester van Leidschendam was de heer W. Keyzer die met zijn gemeente raad onmiddellijk na de sa menvoeging plannen maakte voor een nieuw raadhuis dat voor de somma van ruim 75 duizend gulden door de bra- bantse aannemer Baaten werd gebouwd en door architect A. J. Kropholler was ontworpen. De bouw van een nieuwe vleu gel werd in 1961 voor ruim 3 ton verricht door" de Leid- schendamse bouwfirma Tette- roo Zn terwijl de kosten van de tweede vleugel plus een achter bouw waaraan volgend jaar wordt begonnen ca. 7 mil joen gulden bedragen. In no vember 1938 werd door de Ho ge Raad van Adel voor Leid schendam een wapen vastge steld dat werd samengesteld uit de wapens van de voorma lige gemeenten Stompwijk en Veur. Een golvende dwars balk, de Vliet voorstellende, deelt het wapen in tweeën maar wordt weer gedeeld door een paal in goudkleur (goud omdat bij de dam tol moest worden betaald!) die de dam voorstelt. In dit middenvakje nog twee sleutels die aan Lei den herinneren, in een oud gedicht wordt Leidschendam namelijk „een hoofdjuweel in Leidens kroon" genoemd. In 1962 kreeg Leidschendam ook een eigen vlag in de kleuren geel, blauw en wit, de witte baan stelt Stompwijk voor en is breder omdat het grondge bied van Stompwijk vele ma len groter is dan van het voor malige Veur. In de Stompwijk- se „baan" een rode hertekop die herinnert aan de legende dat in Stompwijk in vroeger tijden een opgejaagd hert di kwijls zijn dorst kwam lessen aan de dorpspomp. Geen feest Het gemeentebestuur over weegt geen feestelijkheden ter gelegenheid van het veertigja rig bestaan, de gemeentenaren zullen hun dorst op een andere manier moeten lessen, maar wel wordt overwogen op wat ruimer schaal dan gewoonlijk feestelijkheden te organiseren ter gelegenheid van de ope ning in 1979 van de nieuw bouw van het raadhuis. BINNENLAND LEIDSE COURANT DONDERDAG 29 DECEMBER 1977 PAGINA 6 Lies de Koker doet al veertig jaar aan schoonrijden. Volgens haar man is ze een natuurtalent. Jan de Koker „rijdt nog niet zo lang schoon". Hij is vroeger hardrijder geweest en trainer bij dat onderdeel. Lies de Koker weet haar propagandapraatje over het schoonrijden wel te doen. „Schoonrijden is een moeilijke sport Het is op het ogenblik zelfs niet zo eenvoudig om er schaatsen voor te krijgen. Echte schoon- rij schaatsen worden niet meer gemaakt. Bij het schoonrijden moet je afzetten met de binnenkant van de schaats. De schaats moet daarop speciaal worden geslepen." Vlak na de oorlog is Lies de Koker een keer kam pioene van Nederland geweest bij het schoonrijden. Haar grootvader was haar voorbeeld. Die reed toen in de Haarlemmer meer, omdat de familie in Hoofddorp woon de, waar Lies de Koker ook is geboren. Lies de Koker weet te vertellen. „Vroeger hadden we nog echt buitenijs, 's Winters kon je dan moeilijk op het land werken en organiseerde je als het ijs goed was grote feesten op het ijs. Er waren ook wedstrijden in schoonrijden, meestal nog in kleder dracht. Er waren ook schoonrijwedstrijden vanuit de Haarlemmermeer naar Marken. Bij ons waren toen wedstrijden om „spek en bonen", waarbij er voor de winnaars leuke premies waren. Men gaf toen geen bekers, maar aardappels en spek en bonen. Het was de bedoeling dat je voor de wed strijd voor dat spek en die bonen al een bestemming had. Meestal ging dat naar een gezin dat het niet zo breed had. Immers, in die tijd waren er nog niet zulke sociale voorzieningen als nu. Ik geloof dat daar ook de uitdrukking 'voor spek en bonen mee doen' vandaan komt." Klasse Bij bet schoonrijden zijn twee klassen. Er is geen jeugd- en seniorenafdeling, want leeftijd speelt geen enkele rol bij deze sport. Er zijn echter wel beginners en ge vorderden. Jan Klok en Jan de Koker ko men niet in de hoogste klasse uit. Lies de Koker echter wel. Vorig jaar werd ze bij het Nederlandse kampioenschap derde en bij het paarrijden, met de heer Olivier Goud uit Goes, tweede. Goud is bij de heren kampioen van Nederland. Lies de Koker komt al jaren uit met Olivier Goud,. DEN HAAG De dagen rond de jaarwisse ling zijn altijd erg druk voor Lies en Jan de Koker, want in de Voorburgse Heren straat heeft het echtpaar een slijterij. Maar ondanks het sjouwen met flessen en kisten tijdens deze feestdagen hebben Lies (55) en Jan (64) de Koker er geen moeite mee om op donderdag direct na de avondverkoop naar de kunstijsbaan van Hou trust te gaan. Lies en Jan de Koker doen namelijk aan schoonrijden, een tak van de schaatssport die weliswaar de oudste is in ons land, maar nog geen honderd beoefenaars heeft. Met de directeur van het Haagse schaatscen- trum De Uithof, Jan Klok en zijn vrouw, zijn Lies en Jan de Koker de enige beoefe naars in de Haagse regio. Hetgeen echter niet wil zeggen dat ze met z'n vieren alleen staan op de donderdagavond tijdens de trai ning van negen tot elf uur. Zelfs uit Zeeland en de kop van Noord-Holland komen de schoonrijdsters en -rijders naar Den Haag om daar te trainen. Neem nu Bas Kolbach, de burgemeester van Nieuw-Beijerland, Goudswaard en Piershil; reken maar niet dat hij een gemeenteraads vergadering zal vaststellen op de donderdag avond. Die avond is voor het schoonrijden. Schoonrijden op Houtrust. Van links naar rechts: Echtpaar Klok en het echtpaar De Koker. i Echtpaar De Koker in actie. al vóór de tijd dat haar man aan schoonrij den deed. .Misschien dat we als hij zijn best doet nog eens samen aan wedstrijden meedoen", aldus Lies de Koker. Bij het schoonrijden kent men uiteraard ook een jury. In de B-klasse bereikte bij de Zuidhollandse titelstrijd de top een 91/2. Jan de Koker was tevreden met zijn 9, maar het leverde hem geen prijs op. Het clubje zonder naam op Houtrust huurt zelf het ijs. Allemaal zijn ze aangesloten bij de Landelijke Vereniging van Schoonrijden, die weer is aangesloten bij de KNSB. In februari is de finale van het Nederlands kampioenschap, die op vele banen worden gehouden, in Amsterdam. Na twee wedstrij den staat Lies de Koker bij de dames op de tweede plaats, een positie die ze bij de paren met haar partner Olivier Goud ook inneemt Jan Klok, de direkteur van De Uithof die moet trainen op ander ijs, doet het voor zijn plezier. „Pas een jaar geleden ben ik er voor mijn vrouw aan begonnen. Zij rijdt op de schaatsen van haar vader die nu tachtig is. Haar vader zou het nog graag willen doen, maar mijn vrouw heeft het verboden. Samen willen we hier bij het schoonrijden op het ijs oud worden. Zo iets is mogelijk met deze sport! ARTHUR VAN RIJSWIJK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 6