De taal is mijn Heimat"
Geen toeneming buitenkerkelijkheid
awel „kerkelijkheid op afstand"
m ben het meest
bevreesd voor
apathie
en onderdanigheid
I BOEKEN
kerk
wereld
EINRICH BOLL VANDAAG 60 JAAR
kunst en kunstenaars
Sissies in nieuwe
samenstelling
in theater In de Steeg
KORTE METTEN
IKERK ANGOLA
„VOLKSKERK"
GEWORDEN
\cit
NST
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 21 DECEMBER 1977 PAGINA 9
pnzc correspondent in Bonn, Ami 1
ehoor tot de Duitsers. Ook tot degenen
k n'et mag- die 'k afwijs, de oude
Ik had vroeger in mijn situatie het
recht gehad een „bloeiende nazi" te
Deze band maakt mij vaak zo melan-
ich. Wat mij aan Strauss interesseert
liet diens dwaze uitspraken, maar dat
ngeveer even oud is, met dezelfde
lieke achtergrond, dezelfde opleiding,
Ifde milieu". Zelfbekentenis van een
wiens loyaliteit aan de Bondsrepu-
de laatste maanden door bepaalde
eringen in de bevolking op een erger
manier in twijfel is getrokken: Hein-
Jöll. Met een aantal andere schrijvers
tellektuelen is hij het belangrijkste
jit geworden van een campagne tegen
iritiek op staat en maatschappij. Aan-
g voor deze kruistocht vormen de
'istische gewelddaden die het afgelo-
jaar de Duitse burgerij hebben ge-
t en die door reactionaire groeperin-
vn media zijn aangegrepen om een
te doen op de zgn. „sympathisan-
mensen die door hun kritische instel-
le basis zouden hebben gelegd waarop
IF kon ontstaan. Zo heeft de christelij-
moeratische oppositie die zich in kri-
situaties vaak gemakkelijk door ui-
rechts laat beïnvloeden, een document
>liceerd waarin een overzicht wordt
'en van het Westduitse terrorisme af-
iseld met uit hun verband gerukte
/an schrijvers (o.a. van Böll) en
raren waarmee de valse suggestie
gewekt dat er rechtstreeks verband
beide bestaat.
Heinrich Böll, Nobelprijswin-
|van 1972 en Duitslands bekendste au-
(wereldoplage meer dan 17 miljoen
zestig jaar geworden. Naast de ver-
lEFmakingen van de afgelopen maanden
(je/ l hem nu ook weer van alle kanten lof
zwaaid. Zo sclireef de Frankfurter All-
|ne afgelopen zaterdag „Wie Heinrich
zwart wil maken, maakt de Duitse
Muur van onze tijd zwart en daarmee
jnd waarin zij ontstaat". Want „zonder
iij dat heeft gewild, belichaamt hij op
<ioment de Duitse litteratuur en meer
dan dat.Böll verheft zijn stem tegen
tirannie van deze wereld, de eerste
ter na Thomas Mann die dat mag
:hrijver zelf noemde onlangs het voort-
samengaan van lof en blaam in
land „de schizofrenie van het collectie-
ustzijn in een land dat nooit een
heeft gevonden met wat men intellek-
ii noemt". Een lastercampagne zoals
de laatste maanden ten deel is gevallen.
noemde hij in geen enkel ander demokra-
tisch land mogelijk. Hij sprak ook van een
..verval van politieke cultuur" in de Bonds
republiek, vooral veroorzaakt door het feit
dat „alles, alles, alles wordt beheerst door
een totaal gebrek aan humor".
Ironie en het vermogen om te relativeren
treft men hier inderdaad weinig aan. Daar
om is het een genoegen om een ongedwon
gen gesprek met iemand als Böll te kunnen
voeren, zoals onlangs een aantal buitenland
se correspondenten in Bonn hebben gedaan.
Ook de schrijver Siegfried Lenz, eveneens
als sympathisant van het terrorisme ver
dacht gemaakt was bij dit gesprek aanwezig.
De hetze tegen Boll heeft de nu 60-jarige
schrijver kennelijk niet al te zeer aangegre
pen. Hoewel hij er wat vermoeid uitziet in
zijn eeuwige corduroy-jasje heeft zijn ge
plooide gezicht met de schuin opstaande
wenkbrauwen de verbaasd-geamuseerde uit
drukking gehouden die voortdurend ook in
zijn woorden doorklinkt. De verdachtmakin
gen tegen zijn persoon glijden langs hem af;
wat hem verdriet is dat ook zijn familie en
verwanten onder de laster te lijden hebben.
Zo is zonder enige aanleiding de kamer van
zijn studerende zoon van onder tot boven
doorzocht door de politie. Een televisie-inter
view waarin hij zich hierover beklaagt en
waarin hij zijn mening geeft over de huidige
mentaliteit in de Bondsrepubliek heeft bin
nen de WDR tot heftige discussies over het
al dan niet uitzenden ervan teweeg gebracht.
Ook de massamedia zijn zeer snel geïntimi
deerd geraakt door de recente gebeurtenis
sen". meent Böll. „Op alle niveaus heerst
apathie. Doel van de aanvallen is een contra
reformatie. alleen nu niet religieus van aard
zoals de Heilige Liga m het Frankrijk van
Hendrik de vierde, maar maatschappelijk.
Die contra-reformatie rukt snel op, met na
me aan de universiteiten". Hij hekelt in dit
verband de „mode" die onder druk van het
terrorisme van de afgelopen tijd is ontstaan
om iedereen naar een openlijke loyaliteits
verklaring tegenover de Duitse staat te vra
gen. „Ik hoef me nu niet ineens van moord
en terreur te distantiëren, want ik heb me
er ook nooit mee vereenzelvigd. Overigens
heb ik geen enkel begrip voor deze generatie
van terroristen: Hun motieven mogen dan
wel politiek zijn, wat zij doen is gewoon
misdadig".
Böll is het niet eens met de mensen die de
RAF-leden „Hitiers kinderen" noemen en
evenmin is hij bang voor een oplevend
fascisme zoals met name buiten Duitsland
vaak wordt verondersteld. „De Bondsrepu
bliek is nu 28 jaar oud en hoewel het een
problematische staat is, heeft het als zodanig
niets met Auschwitz te maken. De gebeurte
nissen in Stuttgart-Stammheim zullen ons
nog lang bezig houden, maar om in dit
verband een vergelijking met Auschwitz te
trekken is onzin. Als men in het buitenland
zo ongenuanceerd over ons oordeelt, vinden
we daar geen baat bij", merkt Böll enigszins
kribbig op. Hij uit het vermoeden dat veel
buitenlandse journalisten in Bonn wat dit
betreft ook onder druk uit eigen land staan
om een clichébeeld te schilderen: Het beeld
namelijk van de „hösslichte Deutsche", de
boze Duitser die al lange tijd in de littera
tuur rondwaart (ook in de allergrootste zoals
bij Dostojevski) welk vooroordeel natuurlijk
onuitroeibaar is geworden sinds het ook nog
bevestigd is in de tweede wereldoorlog. Bölls
collega Lenz merkt in dit verband op dat
in Duitsland het gevoel bestaat wegens het
gebrek aan continuïteit een „stiefkind der
geschiedenis" te zijn.
Geen neo-fascisme, al lopen er nog wel een
paar nazi's rond die nog altijd denken dat
het 1935 is. Daarentegen betreft zijn grootste
vrees de apathie, de onderdanigheid en het
geloof in wetten die hij in de Bondsrepu
bliek bespeurt. Heinrich BöU, vijftien jaar
oud toen Hitier aan de macht kwam en 32
toen de tweede republiek gegrondvest werd,
is zich pas in het midden van de vijftiger
jaren van de situatie in zijn land bewust
geworden. „Toen kwamen de signalen: De
herbewapening, Korea, later Vietnam, de
Notstandgesetze, de kritiek op de intellek-
tuelen. Berufsverbote. Ik dacht: Pas op kin
deren. nu gaat het gebeuren"
De Duitse onderdanigheid wordt volgens
hem aangegrepen door mensen die niet vies
zijn van demagogie om in verbinding met
terrorisme, werkloosheid etc intimidatie te
bedrijven. Intimidatie van jongeren vooral
om zich aan te passen, om niet op te vallen,
om geen kritiek te uiten. Het gevaar ontstaat
dat deze jeugd apathisch wordt en het tegen
overgestelde doet, namelijk vluchten in al
lerlei ondergrondse activiteiten, niet alleen
van het terrorisme.
Als voorbeeld noemt Böll het Radikalende-
creet en de Berufsverbote. „Er moet een
commissie komen die de gevolgen daarvan
bestudeert. Men heeft er aan de top geen
idee van wat men heeft aangericht. Het is
niet genoeg dat Willy Brandt toegeeft dat
het een foute beslissing is geweest. Politici
móeten (Böll, zegt het bijna smekend) zich
hiermee bezig houden. Zij moeten inzien dat
zij de jeugd van onder de twintig jaar totaal
niet meer aanspreken". De apathie en de
uitzichtloosheid zijn onderwerpen die Böll
voortdurend bezighouden en waarbij hij niet
nalaat erop te wijzen dat de oudere genera
tie deze jeugd niets anders dan een bot
materialisme heeft meegegeven.
„Ik leef hier graag maar dan wel in een
maatschappij die ik kan overzien. Dat is nu
vaak niet meer mogelijk", merkt de zestigja
rige schrijver op. Hij is van mening dat de
aanvallen op hem en op een aantal andere
vooraanstaande intellektuelen niet meer zijn
dan schietoefeningen. „Het gaat niet om ons
maar om hele andere maatschappelijke
groeperingen, om mensen die niet zo vrij
zijn ais wij, die zich niet kunnen permitteren
wat wij wel kunnen. Wat mij zeer ongerust
maakt is de vraag, wat er gebeurt met de
jonge leraar, de beambte of de verkoopster
die een keer het woord socialisme hebben
laten vallen en die in de uitoefening van hun
beroep worden gehinderd. De intimidatie in
de Bondsrepubliek is gelukt, mensen wor
den in hun bestaansvrijheid aangetast en
dat proces is nog lang niet ten einde...'
Op de vraag of Böll nooit heeft overwogen
zijn land te verlaten, reageert hij negatief.
De schrijver voelt zich volledig verbonden
met aard, cultuur, geschiedenis en humanis
me van Duitsland en in dit opzicht is hij
optimistisch. Zijn pessimisme is meer me
lancholisch van aard. „Begin 1945 zat ik
gevangen met ongeveer 200.000 andere Duit
sers. Die spraken toen nog allemaal van de
„Endsieg". alsof het niet duidelijk was dat
de oorlog was verloren. Die wisten niets van
demokratie. daar werd ik melancholisch
van...".
Onvermijdelijk valt dan ook het woord Hei
mat. een begrip dat met de vertaling „ge
boortegrond" of „vaderland" nog niet een
fractie aan betekenis weer geeft die het in
Duitsland bezit. „Wat is mijn Heimat", filo
sofeert Böll. „Ik ben in Keulen geboren als
keizerlijk onderdaan, ik heb de republiek
van Weimar meegemaakt en de rest, bewust
en overtuigd. Ik eet het brood dat hier
gebakken wordt en betaal hier mijn belas
ting. maar Keulen is mij vreemd geworden
mede omdat ik ouder geworden ben en de
wereld is veranderd. Het is het vijfde Keulen
waarin ik leef. het zou nu ook Stuttgart of
Frankfurt kunnen zijn. Het Keulen van vóór
1933 bestaat niet meer. Als ik niet meer in
de Bondsrepubliek zou kunnen leven, was
Nederland mij het dichtst nabij. Maar een
mens heeft een Heimat nodig! Ik schrijf in
het Duits: De taal is mijn Heimat"
ït complete
önkenboek
indelijk is het dan zover.Na
allen boeken en boekjes
wijnen, likeuren en gedis-
ird is er dan „Het complete
yf ^ikenboek". Uiteraard teken
de nationale keuken- en
t jkenprinses Wina Born me-
oor het verschijnen. Zij be-
ite daartoe het origineel van
vermaarde alcohol-expert
f I Ray en voegde aan deze
e versie zoveel eigen werk
dat haar naam naast de
ur de omslag siert. Me-
Born heeft met het fraai
ogende boekwerk een uitste
kend karwei afgeleverd; rijk en
aantrekkelijk geDlustreerd, leer
zaam en amusant geschreven.
Het complete drankenboek is
zeker geen encyclopedie, maar
alle min of meer bekende pro-
dukten komen er in voor en zijn
gemakkelijk te vinden aan de
hand van een overzichtelijk re
gister. Zo bevat het boek alle
informatie over binnen- en bui
tenlandse likeuren, vooral de
bekende. Maar ook de al bijna
vergeten Nederlandse likeuren
als „Roosje zonder Doornen" en
„Hempje licht op" komen voor.
Tekenend voor de humor van
Wina Born is de epiloog, een
bundeling van middeltjes tegen
een kater met als slotzin de
allerbeste raad: wachten tot het
overgaat. Een prima geschenk
voor de naderende feestdagen.
Cyril Ray en Wina Born: Het
complete drankenboek. Uitg.
Ideeboek, Amsterdam. Prijs:
29,50
Kookboekjes te
kust en te
keur
December is vooral een'maand
die uitgevers kiezen voor het op
de markt brengen van kook
boekjes. Ook december '77
vormt hierop geen uitzondering.
De toch al naar verzadiging nei
gende markt is opnieuw een
aantal werkstukjes rijker. Van
Jennie Reekie verscheen in een
Nederlandse bewerking „Rauw
kan ook", een verzameling van
internationale rauwkostrecep-
ten. Veelal gemakkelijk te berei
den, gezond en in elk geval snel
klaar. Opvallend is het boekje
„Uw voeding met de jaren",
Niet opmerkelijk vanwege de
inhoud, maar door de doel
groep. Het is een boekje be
stemd voor de ouderen met aan
de lichamelijke veranderingen
aangepaste zaken die verband
houden met een veranderend
leefpatroon. Uitgeverij Gottmer
heeft deel 7 in hun kookboeken
reeks gepresenteerd: „Wild en
gevogelte". Het is een aantrek
kelijke paperback over schoon
maken, bereiden, koken, stoven,
grillen en diepvriezen van wild
en gevogelte, uiteraard met bij
passende sauzen. Speciaal voor
de smulpapen, met achterin een
te summiere wijn-handleiding.
Relatief goedkoop en handig is
het boek „Koken in een wip",
een stevige versie die het in de
keuken langer zal volhouden
dan de doorgaans in paperback
uitgebrachte schrijfsels. „Koken
in een wip", is er voor de begin
nende kok en de gebruikers van
„snelle" recepten, bijvoorbeeld
de werkende vrouw.
Rauw kan ook, Jennie Reekie.
Uitg. J. H. Gottmer, Haarlem.
Prijs: 15,90 gulden. Uw voeding
met de jaren, Annelies Janssen-
Neurdenburg. Uitg. J. H. Gott
mer, Haarlem. Prijs 18,90 gul
den. Wild en gevogelte, Toussie
Salomonson. Uit. J. H. Gottmer,
Haarlem. Prijs 14,90 gulden.
Koken in een wip, Annete Wol
ter e.a. Uitg. Luitingh, Laren.
Prijs 19,90 gulden.
Drie Haagse kunstenaars Ad
Kroese, Ed Valk en Poen de
Wijs hebben tijdens repetities
van de Appel-produktie Ores-
teia hun impressies van deze
voorstelling vastgelegd in aqua
rellen, tekeningen en etsen. De
ze zijn te zien in het Appelthea
ter, Duinstraat 6, Den Haag t/m
23 december en later nog van
1 februari t/m 4 maart.
Pianist Stephen Bishop, die
vanavond en morgenavond als
solist zou optreden met het Resi
dentie-Orkest, kan wegens een
zware griep niet komen. Hij
wordt vervangen door de jonge
Duitse pianist Justus Frantz
(33). Het programma blijft onge
wijzigd.
De gemeenteraad van Amster
dam heeft besloten een schen
king van de kunstenaar Willem
de Kooning, bestaande uit het
beeld „Large torso" en 27 litho
grafieën te aanvaarden.
Toen Gerrie v.d. Klei afhaakte van de „Sissies" besloot haar zusje
Dorine vanwege het succes met dit programma door te gaan. Zij
vond Elly Rietveld bereid om dit samen te gaan maken. Vrijdag
23 december komen zij met een nieuw programma in het Theater
In de Steeg. Het behelst een try out.
Tussen de huishoudelijke beslommeringen door en terwijl de
kinderen op school verbleven hebben de nieuwe Sissies gewerkt
aan een geheel nieuw programma, waarin vooral veel eigentalig
werk. Bovendien bevat het programma ook meer eigentijdse liede
ren, waaronder in de sfeer van het niet-agressieve feminisme. Het
programma belooft bovendien een exotische verrassing.
OR. PETERS IN PROEFSCHRIFT:
De tegenwoordig nogal eens gehoorde mening,
'dat godsdienst een maatschappelijk randver
schijnsel zou zijn geworden of beschouwd zou
moeten worden als een cultureel overblijfsel
uit vroeger tijden, is onjuist. Aldus drs. J.
Peters, die deze week aan de katholieke uni
versiteit van Nijmegen is gepromoveerd in de
sociologie op het proefschrift „Kerkelijke be
trokkenheid en de sociale relevatie.
I Dr. Peters vindt een genuanceerder oordeel op
zijn plaats. Hij meent te mogen veronderstellen,
dat in een veelvormige samenleving kerkelijk
godsdienstigheid is ingebed in een totale levens
beschouwelijke richting, waarvan zowel kerke
lijk als niet-kerkelijke vormen van levensbe
schouwing deel uitmaken.
Dr. Peters heeft onderzoek gedaan onder 380
mensen, gerecruteerd uit het katholieke bevol
kingsdeel van de Nijmeegse nieuwbouwwijk
Dukenburg. Hij heeft ook zijn twijfels over de
conclusie, die prof. dr. Van de Pol in 1967 in
zijn boek „Het einde van hét conventionele
christendom" trok. De theoloog Van de Pol
meende te mogen zeggen, dat de gemiddelde
Nederlandse katholiek door de stormvloed van
veranderingen sinds 1960 was veranderd in
iemand, die zijn oude volgzame en gezag-
strouwheid heeft afgelegd, die is gaan naden
ken over zijn niet meer vanzelfsprekend geloof
en die - als hij nog geregeld naar de kerk gaat
- dit bewuster en meer authentiek doet.
Peters wil Van der Pols conclusie niet helemaal
loochenen, want - zo zegt hij - mijn onderzoek
is tenslotte beperkt Maar hij constateert in de
door hem onderzochte nieuwbouwwijk in het
begin van de jaren zeventig wel een zowel qua
kwantiteit als kwaliteit cultureel vanzelfspre
kende betrokkenheid bij kerk en godsdienst.
Hij verklaart in de wijk Dukenburg bij alle
sociale geledingen van de katholieke bevolking
een wijd verbreide kerkelijk godsdienstigheid
te hebben gevonden.
Dit gaat zelfs zo ver, schrijft hij, dat van de
kleine minderheid, die zich niet meer als offi
cieel kerklid beschouwt, niettemin de helft toch
nog duidelijk, zij het marginaal, betrokken is
bij kerk en godsdienst, zodat uiteindelijk
slechts een zeer klein aantal personen als expli
ciete buitenstaander kan worden bestempeld
Peters meent dan ook een andere ontwikkeling
te kunnen constateren. De geestelijke storm der
jaren zestig heeft van de Dukenburgse katholie
ken geen bewistere gelovigen gemaakt, maar
wel een verschuiving veroorzaakt van actieve
betrokkenheid naar passieve distantie. Er is
geen toeneming van buitenkerkelijkheid, wel
van kerkelijkheid op afstand.
Men blijft de kerk een voor mens en maat
schappij noodzakelijke en waardevolle instel
ling vinden, waarmee men op de hoogtepunten
van het leven in contact wil blijven, de momen
ten van geboorte, huvVelijk en dood. Dit bete
kent niet, dat de gedistantieerde katholieken nu
kritisch tegenover de kerk staan. Evenals bij
de doorsnee kerkelijkheid zijn ook bij hen
conventionaliteit en conformisme kenmerkend
voor de overgrote meerderheid.
De Goethe-medaille van de
stad Frankfurt is verleend
aan de nestor van de katholie
ke maatschappijleer, dr. Os
wald von Nell-Breuning (87).
Prof. Von Nell-Breuning is
een geleerde van internationa
le betekenis en heeft als advi
seur van paus Pius XI grote
invloed gehad bij het samen
stellen van de encycliek „Qua-
dragesimo Anno".
Pater Werenfried van Straaten
onderzoekt momenteel de mo
gelijkheid om zijn Instituut
voor Oostpriesterhulp te vesti
gen in Aufhausen, Regens
burg, Oostpriesterhulp heeft
enkele jaren geleden zijn semi
narie in Königstein/Taunus
moeten sluiten wegens gebrek
aan roepingen. Het wil nu de
restauratie van een vroeger
klooster in Aufhausen finan
cieren en medewerken aan de
zielzorg in het district Regens
burg.
De Indiase bisschoppenconfe
rentie en de conferentie van
oversten van orden en congre
gaties hebben het nationale
centrum voor geestelijke roe
pingen in Poona opgedragen
bij wijze van proef te begin
nen met de vorming van novi
cemeesters voor de vrouwelij
ke en mannelijke orden en
congregaties in India. Tot nu
toe werden dezen in het bui
tenland opgeleid, maar deze
vorming was te zeer op Euro
pese of Noordamerikaanse
leest geschoeid. Als de proef
lukt wil men een eigen insti
tuut beginnen.
Het blad „Internationale Kath
olieke Informatie", dat voor
Nederland wordt uitgegeven
bij Gottmer's Uitgeversbedrijf
in Nijmegen, zal met ingang
van de nieuwe jaargang wor
den vernieuwd. Het zal twaalf
keer per jaar verschijnen in
plaats van drieëntwintig keer.
Het formaat wordt groter, de
lav-out wordt veranderd, de
omslag vernieuwd en elk num
mer zal achtenzestig pagina's
gaan bevatten (nu 34), waar
van de helft in twee kleuren
wordt gedrukt.
De katholieke kerk van Span
je heeft geen belangstelling
voor een zelfstandige chris
tendemocratische partij. Na
een onderhoud met kardinaal
Tarancon heeft daarom de lei
der van de christen-democra
ten, Fernando Alvarez-Miran
da de opheffing van zijn par
tij doorgezet en laten opgaan
in de nieuwe Unie van het
Democratische Centrum.
Daarmee ondergaat de chris
ten-democratie in Spanje het
zelfde lot als die in Frankrijk:
slechts als een van de vele
groepen binnen een groepe
ring van partijen slaagt zij
erin zich politiek te handha
ven.
Particuliere scholen in Nami
bië hoeven zich niet meer te
houden aan de wetten betref
fende de rassenscheiding. De
ze beslissing heeft de Zuidafri-
kaanse regering genomen na
een conflict van een jaar met
de r k kerk. Deze stelde aan
het begin van het vong school
jaar haar scholen, die tot nu
toe alleen voor blanken toe
gankelijk waren, open voor
met-blanke scholieren. De
overheid zette onder meer de
subsidies stop, maar de r.k.
kerk hield vol. In de medede
ling over de legalisatie van het
r.k. initiatief staat echter wel
duidelijk dat de overheid sub
sidie blijft betalen alleen voor
de blanke leerlingen.
„De kerk in Angola is vandaag levendiger dan vóór de
onafhankelijkheid. Uit de Portugese koloniale kerk is een
Angolese volkskerk ontstaan."
Met deze woorden omschrijft de Nederlandse missionaris Gott
fried de Kinderen de kerkelijke situatie in Angola. Pater De
Kinderen, die Afrika-adviseur is bij de internationale r.k. missie
werken „Missio", is op uitnodiging van de Angolese regering
drie weken in Angola geweest.
De Kinderen noemt de situatie van de kerk in Angola, waar
nog steeds de burgeroorlog woedt, kritiek. In de strijdgebieden,
waar de kerk nog pastoraal werk kan doen, moet soms één
missionaris voor veertigduizend gelovigen zorgen. Voor twee
grote parochies in de hoofdstad Loeanda is maar één priester
beschikbaar. Het kerkelijk werk moet in grote delen van het
land uitsluitend door katechisten worden gedaan.
Opvallend is het openlijke engagement van de christenen voor
hun geloof, aldus pater De Kinderen. Bij grote groepen van
de bevolking is de kerk de enige hoop in de zware fase, die
het land momenteel doormaakt.
De regering is volgens de Nederlandse missionaris uiterst
voorzichtig in haar benadering van de kerk. Zo is op het laatste
partijcongres van de MPLA nog eens uitdrukkelijk gesteld, dat
er in Angola godsdienstvrijheid is en dat men verwacht, dat
de religie uiteindelijk op natuurlijke wijze zal uitsterven. Als
vijandig ervaart de bevolking volgens pater De Kinderen de
anti-godsdienstige propaganda van de in Angola aanwezige
Cubanen. Van de tienduizend Cubaanse experts in Angola, zijn
er duizend leraar die op de Angolese scholen onder meer het
marxisme als verplicht vak onderwijzen.
De Afrikaanse geestelijkheid geniet bij de bevolking een grote
mate van achting, omdat zij zich al in een vroeg stadium onder
Portugese heerschappij heeft ingezet voor de onafhankelijkheid,
aldus pater De Kinderen.
Stille Omgang op 12 maart
De algemene vergadering van het „Gezelschap van de Stille
Omgang te Amsterdam" zal worden gehouden op zondag 22
januari. De bijeenkomst begint om half twaalf in het Congres
centrum van het RAI-gebouw, aan het Europaplein te Amster-
Pater M. Chappin sj van de Gregoriana Universiteit te Rome,
heeft zich bereid verklaard de vergadering toe te spreken.
De Stille Omgang zelf zal worden gehouden op zondag 12 maart
met als algemene intentie, „dat de viering en de verering van
de Eucharistie ons brengen moge tot een vernieuwing van
onszelf en onze samenleving".