URN HUIS m Wol: onvervangbare gift van de natuur EEN VAN DE DRIEHONDERD Verhalen Namiddagjapon in Russische stijl. Modieuze rok metplissé. Bijpassende hoofddoek. BINNENLAND LEIDSE COURANT maAinuaij i v cjuix>c.tx ivn f\ heeft Jöob den Uyl de toen ingeslagen weg niet verlaten. Zijn nieuwe verzameling „Een Zwervend Bestaan" toont ons de auteur (althans de ik-figuur in deze verha len) opnieuw op weg, en route, zich ver plaatsend. De absurditeiten waar het zwer ven toe leidt: ontmoetingen met deze en gene, de vraag naar de zin of de redelijk heid van je bedoelingen om op reis te gaan, herinneringen aan het verleden, die even opmerkelijk als zinledig zijn, kortom, het bestaan in al zijn raadselachtigheid en absurditeit. Bob den Uyl is ook in deze bundel zeer 'op dreef, al mist hij hier de adem van de wat langere verhalen uit zijn vorige collec tie. Teveel blijft op het niveau van een inval, een schets, waar meer mee te doen was geweest Wellicht Bob den Uyl komt overigens wel met een paar fraaie construkties, zoals het verhaal dat als beginzin heeft: „Over mijn innige omgang met Christine valt weinig te vertel len." Daarop volgt een uitgebreide verhan deling over de zinloosheid van deze mede deling als begin van een verhaal. Het verhaal vertelt de beëindiging van de lief desrelatie tussen de ik en deze Christine, tengevolge van een gebeurtenis op het Sint Pietersplein in Rome, tijdens een massale audiëntie (het hele plein vol gelovigen) waarbij de ik niet aan ziet komen dat iedereen op een bepaald ogenblik (voor de pauselijke zegen) op zijn knieën zakt, zodat hij blijft staan. Dit tot ongenoegen en ergernis van Christine, die dus ook niet voor niets die naam draagt, terwijl de schrijver zich in zijn ontregelende inleiding juist afvroeg of Dolores misschien niet beter zou zijn. Daarin is Bob den Uyl het sterktst: de ontregeling die hij aanbrengt in de werke lijkheid en de verwachtingen van zijn lezer op dit punt. Daarin ligt de humor van deze verhalen dan ook duidelijk. Truman Capote „De Groeten aan Truman Capote" roept Jaap Harten, die onder deze titel de meest recente van de verhalenbundels publiceert, die in deze rubriek besproken worden. Een aantal satires, waarvan de eerste een paro die is op Truman Capote's „Other Voices, Other Rooms", het boek dat de Amerikaan zijn eerste grote succes bracht. Een beetje verwaaid en niet helemaal thuis in dit boekje, waarvan de verhalen verder heel wat dichter bij huis gesitueerd zijn dan dit Capote-pastiche-verhaal. Toch, de groeten aan Truman Capote. Met allerlei ironie schrijft Jaap Harten over een wereld van onwerkelijk leven, waar zijn rake observaties de indruk wekken dat die schijnwerelden angstig en onmenselijk zijn. Indrukwekkend is in zekere zin het verhaal rond Zarah Leander, die de auteur ontmoet in een tent in Hamburg, waar hij Jaap Harten haar wil interviewen. Het beeld van ont reddering dat deze vrouw te zien geeft, de algehele afrekening die deze oude vrouw is van de mythe die zij eens was (de beroemde zangeres uit de oorlogsjaren), dat is allemaal heel kundig gedaan. Boeiend is ook het drietal verhalen in dagboekvorm, waarin drie figuren hun versie geven van een paar gebeurtenissen waar zij bij betrokken zijn. Een jongen, op reis met zijn moeder en haar vriendin, ontwikkelt een homofiele relatie met een acteur. Het verhaal wordt drie keer ver teld: door de jongeman zelf, door de moe der en door de vriendin, een actrice. Dit alles in de sfeer van de incrowd van de zestiger jaren in Amsterdam: Ko, Ank, Mary, Ellen. Het gegeven is inderdaad niet briljant, maar de uitwerking en de toon waarin het geschreven is (als een soort geëxalteerd en v dom-dekadent gebabbel) maken deze drie verhalen tot een aardig geheeltje. Verder in deze verhalenbundel nog een modisch slotverhaal dat eindigt in een citaat van Lodeizen. De prietpraat die hier weer aan de orde is, die eigenlijk in alle verhalen uit deze „Groeten aan Truman Capote" zo hinderlijk aanwezig is, maakt dat slotver haal totaal onmogelijk. JAN VERSTAPPEN Wim Heerlngs: „Kou en Eenzaamheid", verhalen, Uitgeverij Agathon, Bussum. Prijs 14,90 Bob den Uyl: „Een zwervend Bestaan", Uitgeverij Queride, Amsterdam. Prijs 19,90 Jaap Harten: „De Groeten aan Truman Capote", verhalen. Uitgeverij Querido, Amsterdam. Prijs 19,90 VAN ALLERLEI SOORT Verhalen, verhalen, bijeengebracht in di verse bundels, al dan niet rond een thema, naar vorm wisselend en uiteenlopend. U treft ze in de boekhandel bij stapels aan, deze bundels. „Kou en Eenzaamheid" van Wim Heerings is daar een voorbeeld van. 15 verhalen, waarvan er een paar echt wel lezenswaard zijn, krijgen door het feit dat zij gebengeld zijn in een boekje met zo'n pretent^jze titel, teveel aandacht en ge wicht. De kwaliteit van de meeste verha len is daar dan niet toereikend voor. Bob den Uyl Het zijn minieme verhalen. Het titelverhaal (dat als slot is opgenomen) bijvoorbeeld: een man die in de nacht een eenzame rit maakt, pikt een lifster op. Hij wil indruk op het meisje maken en doet zich voor als iemand uit de onderwereld, op weg naar een overval. Wil hij zijn fantasie kracht bijzetten door de overval inderdaad uit te voeren, op een benzinestation, dan pakt dat helemaal verkeerd uit. Niets meer dan dat, en dat is dan nog wel aardig. Maar een cliché-verhaal over een Napolitaans misdadig jongetje, dat voor galg en rad opgroeit („Napolitaans Jongensportret"), een ciichê-verhaal als „Easy Going" over een paar Belgische vechtersbazen die een geheime opdracht in Afrika gaan uitvoe ren, het is allemaal gering en zeer weinig uitgewerkt. tfEcn nvofvond bdstssn" Na zijn fraaie verhalenbundel „Gods we gen zijn duister en zelden aangenaam" Tekst: Tiny Francis Wol is een gift van de natuur die onvervang- medicinale vachten tegen doorliggen (verre te baar is. De wereld zou er heel anders uitzien verkiezen boven synthetische „bedmatten"), zonder deze soepele, voegzame, nederige mate- geen ratelende breipennen bij de televisie voor rie die ons lichaam en ons milieu koestert, vaders dikke vistrui, geen puur wollen hemd jes met mouwtjes voor bronchitis-kinderen, Zonder wol geen lichte, uitwasemende dekens, die bijna niet te krijgen zijn, maar een schep geen lekkere knuffeldieren voor de baby, geen antibiotica en doktersbezoeken uitsparen. Vestlange truien met boorden (C&A) Ze zijn maar bij enkele spe ciaalzaken te koop (zoals de Bonneterie) en dragen een Zwitsers handelsmerk. Noch baby noch kleuter protesteert tegen dit ondergoed, want het is vliesdun, kriebelt niet, maar neemt vocht op zodat een kind warm en droog gehouden wordt. Door de bedekking van het hele rugje tot over de schouder, de borst met de flin terdunne absorberende wol krijgen bronchiale aandoenin gen minder kans toe te slaan dan bij hemdjes die juist de delen van het kleine lijf die vatbaar zijn voor kou (tocht) bloot laten. Wol heeft het voordeel bij brandgevaar (sigarettenpeu ken op tapijt, gordijnen) eer der te schroeien dan vlam te vatten. (Brandweerlieden zijn dan ook verplicht onder hun outfit een geheel wollen onder pak te dragen). Vliegtuigstoe- len moeten met wollen stof bekleed zijn (voorschrift) en als in Amerika een zware ho telbrand uitbreekt zal de pers niet verzuimen misprijzend te vermelden dat gordijnen en/of interieurbekleding niet van wollen stof was gemaaktIn Amerika is men heel ver met schroeitests. The Wool Bureau Inc. New York, onderdeel van het Internationaal Wolsecreta riaat, dat in 19 landen ope reert, heeft met tapijten voor vliegtuigen, grote gebouwen, huishoudelijk gebruik interes sante proeven gedaan. Bij de „Verticaal Flame Test" wer den repen tapijt van wol, Po lyester, Nylon, Rayon en Acryl in een raming verticaal naast elkaar opgesteld. Daaronder werd een brander aangestoken Het is niet de eerste maal dat we een Euphorbia in deze kolommen lieten opdraven... (enige tijd geleden verscheen de „Euphorbia Bupleurifolia" of „Kuifwolfsmelk" in de rubriek). De familie is echter zo talrijk dat over hen alleen al een boek kan worden geschreven. De wolfsmelkachtigen tellen wel 300 geslachten; de vertegenwoordigers ervan heten met elkaar de „Euphorbiaceae", waarnaast eenjarige onkruiden, en cactusach- tigen ook succulenten (vetplanten) voor komen. Een planten soort dus die deskundigen aan het puzzelen zet wie is wie nu eigenlijk? Diverse Euphorbia soorten (waarbij ook de Christus- doorn, een wolfsmelk uit de granietbergen van het hoogland van Madagascar zijn een mooi voorbeeld van vormconvergatie (overeenstemming van planten en dieren die onder dezelfde omstandigheden leven) in het plantenrijk. De cactusachtige Euphobia's kan men vinden in steppen en woestijnen. Hier halen de planten een geintje uit Al lijken ze verbluffend veel op echte cactussen, ze hebben er geen relatie systeem mee. In het beginstadium vertonen ze veel gelijkenis met de succu lenten (vetplanten dus), maar later verdikken zich de stengels en worden stekels. Ze krijgen zelfs harige kussentjes. Men zou zweren met een cactus te doen te hebben, maar alleen een ingewijde ontmaskert de plant door een kleine operatie toe te passen: een sneed je in de opperhuid van de plant laat zien dat er wit wolfsmelksap uit komt. Goed voorbeeld hiervan is de Euphorbia Pseudocactus, wier naam veelzeggend is... Op de Afrikaanse Kaap komen ook enkele leuke succulenten voor, die zich als op een carnaval als cactus vermommen, maar „door de mand vallen" omdat ze wolfsmelk bevatten. Een van de aller-zeldzaamste familieleden ziet u hier op de foto. Het is de Euphorbia Crispa uit Z-Afrika, een soort dahliaknol met uitschietende takjes. Behandeling? Hoe meer blad hoe meer meer water geven, 's Winters koel zetten (10-15gr.) want in de wintermaanden zet ze bloem, die in het voorjaar uitkomt. Tijdens de bloei langzaam meer gieten. Dit zeldzaam gewas kost 49,50. zodat ze vlam vatten. Na 15 seconden bekeek men het re sultaat. Slechts 100% wollen garen en een mix van 80% wol en 20% nylon doorstond de vlam-test, die wordt toegepast voor alle vliegtuigstoelbekle- dingen. (De afbeelding is gemaakt 53 seconden na verwijdering van de branders, die 13 seconden nodig hadden om de repen van gelijke lengte en dikte in brand te krijgen.) Wol schroei de voor minder dan 1/3 van de proeflap; bij Polyester, 100% Nylon en Acryl waren de re pen goeddeels door brandplek- ken verprutst. Er bestaan ook proeven met methenamine blokjes, maar die met bran ders geven betrouwbaarder re sultaat. De „sigaretten-test" toont dat een brandende peuk in een wollen tegel een kleine (soms nog weg te borstelen) schroeiplek toont: bij Nylon, Polyester en Acryl beperkt de schade zich tot een brandgaat- je van een millimeter of vijf, zes middellijn. Uit Amerika stammen ook de proeven dat wit tapijt door verschillende belichting van spotjes of» kleurlampen kan veranderen in gloeiend rode, mosgroene, goudgele of neu traal 'blauwe vloerbedekking voor mensen die van een on derkoeld interieur houden met bijvoorbeeld chroom-buis meubelen. Een tikje steriel maar wel stijlvol. „Tapijt is hoe men het belicht", roept het „Wool Bureau new Technical Services Center" in Woodbury Long Island, waar de interna tionale experimenten gehou den worden. Chemische- en andere tests zijn daar aan de orde van de dag, uitgevoerd door woldeskundigen en we tenschappers. De hele wolpro ductie is onderhevig aan een nieuwe techniek om het pro- dukt zo vederlicht, vuilafsto- tend, brandveilig en kleurecht te maken. Dit laatste noemt men „colourtolerance" (kleur- tolerantie). Ook de reflectie van het licht speelt bij inte rieur-wol een rol van beteke nis. Hiervoor doet men tal van belichtingsproeven met licht bronnen vanuit verschillende hoeken. Hierbij interessante uitkomsten. Ca 10% van de mannen is vrijwel kleuren blind: ze zien nuance-verschil len niet. Oudere mensen rea geren visueel minder goed op de „blauwen" dan jongeren. Een mixture van de primaire kleuren rood, groen en blauw, in juist evenwicht toegepast, maakt vloerbedekking wit! Een sensationeel kleurenspel, dat de mathematische basis vormt van moderne systemen van kleurcombinaties. Huisvlijt acteurs en actrices onder me(,.,. uit de Hammond-serie en f a Wrekers verleenden medewerPJ" ing aan de tot standkoming v£r het boek; hun gezichten komt' uan ook tegen bij het doorblad;nde Een andere groep wolfans zit bf^a de televisie 's avonds graag t£ pijten te knopen; wand- c vloerkleden, bedomrandingeu spreien, lopers, gekke beestei^ wandkleden te maken. Met er Dan zijn er in de wolsector na tuurlijk handbreigarens, waar honderden vrouwen graag in grasduinen. De nieuwste brei- wol is van een garen, vermengd met Lurex, waarvan prachtige dikke truien zijn te breien naar de volumineuze mode van dit seizoen. Geïnteresseerden kun nen zich in hun leunstoel laten voorlichten door kleurige brei- boeken als „Kreatief", breimode wol winter 1976/77 van het Ned. Wolsecretariaat, de organisatie die achter het Wolmerk staat. Kwaliteitswijzer „Wolmerk" is een nieuw etiket op de achter kant van ieder Wolmerktapijt, dat informatie geeft over zwaar gebruik, gebruik van huiskamer etc. „Kreatief" is opgezet door de redactie van Ariadne, maandblad voor handwerken, Dan is er Lana, een prachtig blad voor breisters van het Wol secretariaat en het nieuwe Dub beldikke Hema Breiboek, waar in meer dan 200 modellen met duidelijke beschrijving. Diverse levenslang plezier. Scheel! jeswol publiceerde „Smyrnary: 1976/77" met beschrijving van patronen, te maken op voorgej^ schilderde Scheepjes stramie nen. Deze knooptechniek i gauw aan te leren en het gaailli wat in onze dynamische tij< aardig is, snel. Ook Lethen (fai Clos Leembruggen BV te Lei* den) weet de hobbyisme) (er zijl ook „knopende" mannen) goe^ n; voor te lichten met het hand»^, werkboek Lethen „Smyrn»jph€ Hobby" met allerlei soorte^de haardkleedjes en „Lethen Soeifre, dan hobby" vouwbladen me^m verschillende knooptechnieker^e voor gevorderden; zelfs een begt t werkt stramien kan de voorkan^g van een koffer versieren...Dit allaa] les in adembenemende kleurTOd; combinaties: zonnegeel, oranjee g, paarsnuancen en fuchsia me^iaj, zwart (wandkleed). Verder breiBor lectuur: Breiboek „Trois Suisgt00 se". Het najaar nadert, wol ruktder Gebreide kussenovertrekken van royale afmetingen voor het zitje bij de haard of zo maar neergesmakt als sierkussen op de bank... (Fisherman zuivere scheerwol). Uit Hema-Breiboek. BREESTRAAT151 -153 TELEFOON 12.45.86

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 4