VVD wü politieke opening naar PvdA struikelde ook over .,o Formateur Den Uyl tussen twee vuren vastgelopen Vele liberalen hebben genoeg van oppositie SOCIAAL-PSYCHOLOOG VAN DER VIJST 19U— INNENLAND LEIDSE COURANT PAGINA 9 v 1 jk b HAAG Hoewel het voorzitterschap van een bij de kabinetsformatie betrokken Tweede-Ka de laatste tijd niet zo tijdrovend lijkt komt immers nauwelijks bijeen heeft Hans Wiegel het toch erg Hij is met twee belangrijke stukken tegelijk een beschouwing over de barre kabinetsforma- 1977 (die hij gaat verwerken in zijn bijdrage komende Kamerdebat over de regeringsver en een discussienota over de strategie van voor Vrijheid en Democratie is zich voorbereiden op een tweede oppositieperiode, ;even dat in liberale kring niet als plezierig wordt. Oppositievoeren kan erg frustreren, Is dat vele jaren gedaan moet worden. Het ook geen wonder dat binnen de WD-kring meer stemmen opgaan die pleiten voor een die moet leiden naar een rentree van de WD regering. Algemeen is men van mening dat een strategie ontwikkeld moet worden en moet zijn met de korte-termijn-politiek die het van de WD de laatste jaren wel eens ken- voorstanders van een nieuwe strategie zijn van de Jongeren Organisatie Vrijheid en (JOVD), die organisatorisch weliswaar los de WD staat en graag een onafhankelijk beleid maar politiek toch sterk met de WD verbon- is. Voorzitter Gijs de Vries uit Den Haag vindt het nu maar eens afgelopen moet zijn met de ingen van de WD om in de gunst te komen bij CDA in plaats daarvan zal toenadering tot de IA gezocht moeten worden. Hij wijst erop dat nu lauwelijks een coalitie met het CDA tot stand had v men komen (CDA en WD bezetten samen 77 :ls in de Tweede Kamer, één meer dan de helft \s één), laat staan over enkele jaren; het CDA zal gens de Vries de komende tijd eerder verder I alven dan sterker worden, een verwachting die hij ie baseert op de leeftijdsopbouw van het CDA-le- ibestand. JOVD houdt dit weekeinde een landelijk congres Staphorst. Het ligt in de bedoeling dat daar de irs van de WD aan de orde komt. Met belangstel- kijkt het bestuur van de JOVD uit naar het woord van fractievoorzitter Wiegel op zijn brief i 19 oktober waarin opheldering gevraagd werd tr de conclusies van het op 23 en 24 augustus in lfheze door de WD-Kamerfractie gehouden be id. Volgens berichten zou in Wolfheze tot een buiging van de tot dusver gevolgde koers besloten t De ombuiging zou inhouden dat de fractie wil chten de huidige verstarde politieke verhoudingen doorbreken door een depolariSatie met de PvdA .gang te brengen. De JOVD zou zo'n koerswijziging /■X gejuich begroeten omdat ze al lang voor een (nadering tussen PvdA en WD pleit. „Die toenade- ig zal nodig zijn wil de WD bij kabinetsformaties de toekomst niet buitenspel blijven staan',, aldus t JOVD-bestuur. de WD-fractie inderdaad die ombuiging wenst >et afgewacht worden. Het is de bedoeling dat egel in de al genoemde strategienota aangeeft !lke richting zijn fractie wil inslaan, it er in de WD wat moet gebeuren is duidelijk. partij is in de afgelopen jaren niet alleen sterk igroeid, maar ook de samenstelling van het leden- rïdezersbestand is fors gewijzigd. Beliep het aantal ID-Tweede-Kamerleden vijf jaar geleden nog 16, nu _in er 28. Met name in de afgelopen tijd is ook het «nta! partijleden fors gestegen; het is ongeveer nrdrievoudigd. De WD is, gegeven deze feiten een tArk groeiende partij die haar aanhang bepaald niet :Ver alleen in de z.g. „betere kringen" heeft, maar **k elders. Enquêtes hebben uitgewezen dat duizen- •n leden van de WD ook lid van een werknemers- -ikbond zijn. Veel mensen in de WD betreuren het dat de interne rustig, wellicht met uitzondering van de algemene partij-discussie in de afgelopen jaren betrekkelijk ledenvergadering van dit voorjaar waar het verkie- tam was. De vergaderingen van de partijraad en de zingsprogram werd vastgesteld. Toch wordt door algemene ledenvergaderingen verliepen steeds uiterst velen met name buiten de WD, van interne tegenstel lingen gerept. Volgens hen zou over de koers van de partij verschil van mening bestaan tussen ener zijds mensen als Wiegel en Van Riel en anderzijds vooraanstaande partijleden als Geertsema, Vonhoff, Langman, Pais en Jacobse. De laatste groepering zou een eind willen maken aan de polarisatie tussen WD en PvdA, waardoor een „Duitse" situatie tot stand zou komen waar immers de socialistische SPD en de liberale FDP een min of meer hechte coalitie vormen. In de kring van het bestuur van de WD is in de afgelopen maanden herhaaldelijk gezegd dat niet alleen de „oude" kiezers van de WD, maar ook de nieuwe op 25 mei niet op de partijkandidaten gestemd hebben om hen weer voor vier jaar de oppositie in te laten gaan, maar om de WD weer in de coalitie terug te brengen. Die wens is dus niet vervuld; het CDA heeft de WD na de verkiezingen geen blik waardig gekeurd en is direct met de PvdA en D'66 gaan onderhandelen; de WD kwam hierdoor opnieuw in het isolement te recht Wat de strategienota van Wiegel zal inhouden is nog niet bekend. Het is de bedoeling dat het stuk na afloop van de kabinetsformatie als discussienota de partij in gaat Volgens partijvoorzitter mr. Frits Kort hals Altes vermeldt de nota dat voorop zal staan dat de WD moet blijven trachten om, ook als oppositie partij, zoveel mogelijk van haar eigen programma punten verwezenlijkt te krijgen. „Dat is de opdracht die onze kiezers de WD gegeven hebbea De grote kiezerswinst van de laatste jaren betekent steun voor de WD-lijn en die was op tal van punten een totaal andere dan de lijn van het kabinet-Den Uyl en van de daarin samenwerkende partijen." Een belangrijke wending die in de afgelopen maan den optrad is dat de leiding van de WD de mogelijk heid van samenwerking met de PvdA weer reëel heeft opengesteld. Dat bleek uit het herhaalde pleidooi van Hans Wiegel voor de vorming van een „nationaal kabinet", een gedachte die volgens velen in Den Haag nauwelijks op werkelijkheidszin berustte, maar die toch interessant was vanwege de opening naar de PvdA. In de WD hopen velen nu dat in de komende tijd het gesprek met de PvdA (officieus) maar ook met de vakbonden op gang kan komen. Een van de nieuwe Kamerfractieleden, de Amsterdammer Huub Jacobse behoort tot de groep die deze „opening naar links" wel wil maken. Als voorzitter van de WD-frac tie in de Amsterdamse raad heeft hij enige tijd geleden krachtig gewerkt aan de herziening van de samenstelling van het hoofdstedelijke programcolle ge; mede dankzij het werk van Jacobse kon de WD ook een wethouder (mr. C. H. Goedkoop) aan dit nog overwegend linkse college leveren. Mensen als Jacobse staan er borg voor dat de fractie in nieuwe samenstelling met frisse ideeén zal komen. Dat geldt ook voor iemand als de oud-voorzitter van de JOVD Nijpels, die eveneens op 25 mei voor het eerst in de Kamer gekozen werd. Het in en buiten de WD nogal eens gehoorde verwijt dat de WD zo vaak achteraankomt zal, naar verwacht wordt, aanzienlijk minder vernomen worden.De WD-fractie zal veel minder dan voorheen het bondgenootschap van het CDA zoeken en een zakelijker koers gaan varen. Ook wil men de partij-organisatie (nog lang niet ingesteld op een partij van bijna 100.000 leden) versterken en het beginsel-programma herzien. En tenslotte leeft alom de wens Wiegel wat werk uit handen te nemen en de verantwoordelijkheden meer te spreidea Dat laatste is geen desavouering van Wiegel (aan wie de WD veel te danken heeft, niet in de laatste plaats de kiezerswinst), maar een gevolg van het feit dat men in het verleden teveel op de schouders van Wiegel heeft gelegd. Al met al: de VVD, hoewel teleurgesteld omdat ze weer de oppositie in moet, gaat toch een boeiende periode tegemoet die ook voor de Nederlandse poli tiek als geheel van grote betekenis kan zijn. In elk geval wil de WD van haar „rechtse imago" af. E. Mathies (Van onze parlementaire redactie) lEN HAAG Het doek is gevallen: de ogingen om een tweede kabinet-Den Uy| t formeren zijn vastgelopen. Gistermiddag and half vier moest CDA-fractieleider Van igt de formateur meedelen dat hij bem iets nieuws meer te vertellen had. De ituatie van gistermorgen vroeg was ge- andhaafd: de CDA-fractie verwierp met rote meerderheid het voorstel (over de ersonele samenstelling van het kabinet) an de formateur en de formateur wees de i de nacht van donderdag op vrijdag in e CDA-fractie geboren alternatieve „op- j ies" van de hand. Er was geen beweging 3 aeer in te krijgen; de formatie zat muur- i- ast en voor formateur Den Uyl leek gister- liddag nauwelijks een andere mogelijk- eid meer voorhanden dan het opgeven van ijn formatiepoging. Het PvdA-congres dat an daag in het Haagse Congresgebouw bij en is, beslist niet over het al of niet loorgaan van het tweede kabinet-Den Uyl; let kan slechts een beoordeling geven van lat er allemaal gebeurd is. En het moet angeven wat volgens de PvdA nu moet eschieden. H feite stond drs. Joop den Uyl, toen hij orige week woensdag voor de derde maal tot kabinetsformateur werd benoemd, voor eenvvrijwel onmogelijke opgave. De atmo sfeer in politiek Den Haag was tijdens de informatieperiode Vrolijk-Verdam grondig bedorven waardoor met name PvdA en CDA nog wantrouwender tegenover elkaar waren komen te staan. Maar ook was binnen de PvdA een ernstig conflict gerezen rond het resultaat van het wekenlange beraad over de zetelverdeling in het nieuwe kabinet. De eerste dagen van deze formatiefase ver liepen vrij rustig; vorige week zaterdag werd in vlot tempo overeenstemming bereikt over de zetel- en portefeuilleverdeling voor wat betreft de staatssecretarissen. Maar maan dag begon de formatienarigheid opnieuw toen de formateur voorstellen formuleerde voor het takenpakket van ieder van de staatssecretarissen. Die voorstellen hielden onder meer in dat PvdA-staatssecretarissen op een aantal door CDA-ministers te behe ren departementen aanzienlijk meer zeggen schap zouden krijgen dan bij vorige kabinet ten het geval was. CDA-leider Van Agt merkte direct op dat Den Uyls handelwijze staatsrechtelijk niet klopte omdat hij zonder enig overleg met de (nog niet bekende) ministers de taakom schrijvingen van de staatssecretarissen aan het regelen was. Het gevecht rond het takenpakket van de staatssecretarissen (in het Binnenhofse jar gon „politieke inkleuring" genoemd) was echter nog maar een voorproefje vergeleken met wat er later volgde: de aanwijzing van de kandidaat-ministers. Bij de PvdA ging dat vrij vlot, evenals bij D'66, hoewel voor wat betreft kandidaat-minister van weten schapsbeleid dr. ir. W. J. Beek een voorbe houd werd gemaakt omdat D'66 wilde pogen de magere portefeuille van deze bewinds man alsnog met technologie uit te breiden. De grote problemen zaten deze week in de lijst van CDA-kandidaten voor het minister schap. De formateur moest om vandaag op het PvdA-congres niet op het veto van het hoogste orgaan van zijn partij te stuiten ten volle rekening houden met de voor waarden van het partijbestuur die aldus luidden: a. Alle ministers en staatssecretarissen moe ten bereid zijn het regeerakkoord te onder schrijven en ten volle uit te voeren; b. De personele samenstelling van het kabi net moet op geloofwaardige wijze een pro gressief beleid waarborgen; c. Van de PvdA-leden van het kabinet moet tenminste 25 procent vrouw zijn. Verder werden enkele eisen geformuleerd rond de bezetting van de staatssecretariaten. In dit „plaatje" zou niet passen dat én Van Agt én Andriessen én Kruisinga minister zouden worden, aldus PvdA-kringen. Zij werden echter door de CDA-fractie wel voorgesteld waarmee het conflict manifest werd. Van Agt was door de PvdA in feite al geaccepteerd (op Binnenlandse Zaken), Kruisinga werd na de nodige verschuivingen voor Landbouw en Visserij gekandideerd, maar Andriessen kon daar voor de forma teur niet meer bij en zeker niet op de centrale post Economische Zaken. Den Uyl zat deze formatieperiode tussen twee vuren: de CDA-fractie met haar wensen en eisen, én het PvdA-congres dat zeker een veto zou uitspreken als deze drie CDA-ers allemaal in het kabinet zouden komen. Zo'n veto van het congres zou voor Den Uyl en Van Thijn fataal zijn. Woensdag en donderdag werd constant met personen en portefeuilles geschoven, alle mogelijkheden werden onderzocht maar een akkoord werd niet bereikt. Centraal in de discussie stond Frans An driessen, die door de CDA-fractie steeds weer naar voren werd geschoven maar voor Den Uyl voor Economische Zaken niet aan vaardbaar was. De formateur verrichtte woensdagavond laat nog een „move" door een z.g. definitief voorstel bij de drie fracties in te dienen: een lijst waarop Lubbers voor E.Z. vermeld stond, maar de hoop dat hij daarmee een bres in de CDA-gelederen zou kunnen slaan werd donderdagmorgen de bodem ingeslagen toen Lubbers te kennen gaf solidair met zijn fractie te zijn. De CDA-fractie was razend over de „ballota ge,, die op een aantal CDA-kandidaten werd toegepast (Andriessen mag niet naar EZ, Andriessen en Kruisinga met samen in het kabmet en Van Agt niet terug naar Justitie). Wel trachtte ze donderdagnacht nog in aller ijl enkele alternatieven op tafel te leggen, maar die waren voor Den Uyl onaanvaard baar. Van Agt schreef Den Uyl gistermor gen: „Het is een bittere ervaring dat geen van onze tegemoetkomingen heeft geleid tot overeenstemming over de samenstelling van het te vormen kabinet". De PvdA verkeert nu in moeilijkheden. In die kring is tijdens de formatie een aantal, ook in eigen kring erkende, forse fouten gemaakt; met name tijdens de informatiepe riodes Den Uyl-Veringa en Vrolijk-Verdam. De verkiezingsoverwinning van 25 mei had de PvdA zo overmoedig gemaakt dat zij „vergat" dat ze de „mooie dingen" moest delen met het CDA, dat op zijn beurt nog met het trauma van de formatie 1972-1973 worstelde en in geen geval opnieuw de onderliggende partij wilde zijn. Op het mo ment waarop Ed van Thijn dit „delen" is praktijk bracht (door akkoord te gaan met 7-7-2) liet de partijraad hem vallen en nu zit de PvdA met et de brokken. De meerder heidsstrategie was mislukt De grote vraag die nu beantwoord moet worden is: wat nu? Bekend is dat in de afgelopen weken in PvdA-kring gespeeld is met de idee dat in geval van mislukking van de formatie-Den Uyl, het ontslag van het eerste kabinet-Den Uyl geweigerd wordt en nieuwe verkiezingen worden uitgeschre ven. De vraag is of dat een redelijk alterna tief is. Steeds meer mensen, ook in PvdA- kring, twijfelen daaraan omdat de kans groot is dat deze verkiezingen niets oplossen. Het andere alternatief is een combinatie CDA-WD. De WD is er in de formatie-1977 nog niet aan te pas gekomen en heeft er volgens velen recht op nu bij de formatie betrokken te worden. Gezien de geringe meerderheid die CDA en WD vormen (77 zetels en het feit dat er al een regeerakkoord ligt van PvdA, CDA en D'66, is dit alternatief zeer moeilijk uit voerbaar. Ook een minderheidskabinet be hoort tot de mogelijkheden, maar dat kèn niet stabiel zijn. DEN HAAG/LEIDEN Een van de belangrijkste factoren die geleid heeft tot het niet tot stand komen van het tweede kabinet Den Uyl is misschien wel de grote mate van openbaarheid in het formatie- overleg geweest. Er kon geen brief geschreven wor den of een afschrift daarvan ging onmiddellijk naar de pers. Alle betrokkenen waren altijd en onmiddel lijk bereid hun visie op de stand van zaken te geven. Iedere zucht van de onderhandelaars kwam in de krant en op de televisie en iedereen was genegen die zucht te becommentariëren. Consequentie van die openbaarheid was immers dat de onderhandelaars ook van elke verschuiving in hun standpunt verantwoording moesten afleggen. Waar die verschuivingen tot doel hadden een compromis te bereiken en derhalve concessies waren, was de noodzaak daarvan aan de achterban vaak moeilijk uit te leggen. Dat bracht de onderhandelaars ertoe onwrikbaar aan hun aanvankelijke, overal uitgeba zuinde mening vast te houden en zodoende werd het vinden van een tussenweg onmogelijk. Een man die, redenerend vanuit een sociaal-weten schappelijke optiek, deze analyse in grote lijnen onderschrijft is de Leidse hoogleraar in de sociale psychologie dr. R. van der Vlist. „Zeker heeft de openbaarheid en in samenhang daar mee de grote publieke belangstelling remmend ge werkt op de formatie", aldus Van der Vlist. „Er zijn daarvan vele voorbeelden te geven, maar heel tref fend in dit verband vind ik dat dit voorjaar al het CDA heel uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven onder geen beding met minder ministers dan de PvdA genoegen te willen nemen en dat de PvdA net zo hard heeft geroepen dat het nieuwe kabinet uit 8 Pvd A-ministers tegen zeven bewindslieden van het CDA zou bestaan. De kopstukken van de twee partij en hebben dat zo vaak herhaald dat hun achterban nen er ten langen leste vast op gingen rekenen. Wijken was op den duur niet meer mogelijk zonder in de ogen van de achterban ongeloofwaardig te worden. Toen Van Thijn en Den Uyl uiteindelijk toch door de knieën gingen kregen ze dan ook de partij op hun nek." De nadrukkelijke aanwezigheid van de achterban is in het geval van de PvdA wel heel duidelijk. Voor het feit dat de CDA-D'66-aanhang hun partijgenoten op het Binnenhof veel meer de vrije hand laten, heeft prof. Van der Vlist geen verklaring. Maar hij wijst erop dat het CDA in het doen van concessies toch evenzeer gehandicapt werd. En wel doordat KVP, AR en CHU nog niet zijn samengesmolten tot één homo gene partij. Terugkomend op de nadelen die het betrachten van een volledige openbaarheid met zich meebrengt, on derschrijft Van der Vlist dat een terugdraaien van deze verworvenheid ook niet wenselijk is. Daarvoor is de grotere mate van democratie die van de toegeno men openbaarheid het gevolg is, een te groot goed. Maar hoe kan een vrije informatie-stroom gehand haafd worden zonder daaraan al te veel efficiency op te offeren? Van der Vlist ziet maar één weg. De achterbannen van de verschillende partijen zouden zich beperkingen moeten opleggen in de mate waarin zij zich met de gang van zaken rond de onderhande lingstafel bemoeien. Zij zouden moeten inzien dat compromisvorming een subtiel proces is en hun voormannen op het Binnenhof een ruimer mandaat dienen te geven. Met name de partijraad en het partijcongres van de PvdA zouden zich minder moe ten bemoeien met de direct politiek verantwoordelij ken in Den Haag." Een andere factor die het formatie-overleg heeft bemoeilijkt is volgens Van der Vlist de dubbelrol van Den Uyl geweest „Enerzijds moest hij fungeren als wijze bemiddelaar die de grote tegenstellingen diende te overbruggen en anderzijds was hij als PvdA-man belanghebbende in het resultaat van zijn bemiddeling. Tegenover het CDA is hij daardoor herhaaldelijk in een erg moeilijke positie komen te verkeren. Heel tekenend in dit verband is dat de uiteindelijke con frontatie aan de onderhandelingstafel er niet een was tussen Van Thijn en Van Agt, maar tussen Den Uyl en Van Agt Het probleem van de dubbelrol zou je kunnen oplossen door een formateur aan te wijzen die zelf geen zitting neemt in het kabinet." Van minder gewicht, maar toch ook niet helemaal van elk belang ontbloot acht prof. Van der Vlist de lange vergaderduur tijdens het formatie-overleg.„Het risico van langdurig vergaderen is dat vergaderaars op een gegeven moment ergens mee akkoord gaan waar ze later spijt van krijgen. Bovendien neemt na een aantal uren de creativiteit onherroepelijk af." Vergaderingen van tien, twaalf en zelfs zeventien uur, zoals één keer is voorgekomen, zijn volgens de Leidse hoogleraar uit den boze. Ook de ongedisciplineerd- heid op dit vlak heeft zich naar zijn oordeel in de formatie gewroken. Willem Scheer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 9