Cuba
exporteert
medische
zorg naar
Afrikaanse
landen
Pensioenleeftijd in Amerika van 65 naar 70 jaar
te leren. Want wie kan leren, kan ook onderwij
zen, meende hij.
Daarmee was de gratis „education permanente"
een keihard feit op Cuba geworden. Op de
twintig kweekscholen studeren momenteel 30.000
leerlingen, die straks hun roze wetenschap zullen
overdragen aan één miljoen leerplichtigen. In
ruil daarvoor krijgen ze een beloning van 100
pesos (300 gulden), die later kan oplopen tot 348
pesos (ruim 1000 gulden). „Dat lijkt weinig", geeft
Perez Perez toe, „maar de kosten van het levens
onderhoud zijn hier dan ook zeer laag. Vele
diensten zijn gratis en vakanties zijn spotgoed
koop."
Maar wat Perez Perez in feite belangrijker vindt:
de strijd tegen het analfabetisme is overwonnen.
Aan de Allende-kweekschool geven zelfs enige
ex-analfabeten nu les en de eerste vijf afgestu
deerden zijn inmiddels naar Mozambique afge
reisd om daar de strijd tegen de onwetendheid
aan te binden. Ook op het buur eiland Jamaica
wordt in het onderwijs gebruik gemaakt van de
Cubaanse „maestros" (dit overigens zeer tegen
de zin der democraten, die vrezen, dat het com
munisme op die manier met de schoolslag hun
eiland zal binnenzwemmen).
Pop
Perez Perez laat ook nog een slaapzaal zien, waar
48 meisjes geacht worden hun uilen te knappen.
Ook daar is gezelligheid kennelijk taboe en
ademt alles de efficiënte sfeer van een pelotons-
kamer in een kazerne: ijzeren bedden boven
elkaar met aan het voeteneinde de grijze paarde-
dekens model opgemaakt; daarnaast langwerpige
kasten zonder deur. Open en bloot op de planken
tubes tandpasta, borstels en kammen, school
schriften en schone kleren. Nergens foto's van
thuis, van vader en moeder of van een verre
vriend, naar wie verlangd wordt. De gids deelt
mee, dat sinds de triomf van de revolutie de
menselijke hebzucht volledig is verdwenen. „Wij
Cubanen hebben er geen behoefte meer aan om
ons aan eikaars eigendommen te vergrijpen.
Daarpm zijn deuren en sloten overbodig gewor
den. Wij respecteren de medemens, begrijpt u?"
Als we even later in de wasruimte de toiletten
zien met halve saloon-deuren, die aan de onder
kant de benen en aan de bovenkant het hoofd
van de gebruiker zichtbaar laten kan de gids een
verdere uitleg reeds achterwege laten. Het is ons
nu ook duidelijk, waarom vóór de douches door
zichtige gordijnen hangen: de revolutie laat zijn
pappenheimers nooit alleen en waakt er voor,
dat men zelfs bij het doen van zijn nederigste
behoeften altijd het corrigerend oog van het
collectief op zich gericht weet Het geheel lijkt
daardoor ontsproten te zijn uit het brein van een
fanatieke jeugdherbergvader, die het beste met
zijn trekkers vóórheeft, maar hen met het oog
op de gezamenlijke beleving der vreugde elke
vorm van privacy heeft afgenomen. De enige
kast, die een deur heeft met hangslot is die,
waarin de schoonmaakspullen worden bewaard.
Ook dat is begrijpelijk: sinds de triomf van de
revolutie weet ieder kind, dat nieuwe bezems
schoner vegen. En wat is derhalve begeerlijker
dan hetgeen achter die ene deur verborgen wordt
gehouden?
tentenfabrikant. En de plompe wijze, waarop ze
zich verplaatsen, doet vermoeden, dat ze zich
voortbewegen op een sokkel.
„Leer,,-fabriek
Papa Gérard, die na de onvoorziene wandeling
zijn schapen opgelucht terugdrijft naar de luxe
stal van hotel Rivièra is pas weer echt in zijn
element, als we een bezoek brengen aan de
pedagogische academie „Presidente Salvador Al-
lende" in een buitenwijk van Havana. In deze
gigantische „leer"-fabriek worden 5688 jongens
en meisjes (van wie 4000 internen) vertrouwd
gemaakt met Aap, Noot en Mies, door het Krem
lin vrij vertaald voor de kinderen van de revolu
tie. In tientallen vaalgele gebouwen, die verspreid
liggen op een terrein van 17 vierkante kilometers,
heerst de discipline van een kazerne voor com
mando-troepen. De verplaatsing van klaslokaal
naar eetzaal en slaapzaal geschiedt in strak
groepsverband en aangekomen op de plaats van
bestemming wordt de klas model afgemeld door
een leerplichtige turf in schooluniform. In de
keukens worden per dag 7000 maaltijden ge
maakt, die volgens een strikt schema geconsu
meerd worden. Elke leerlingen krijgt twintig
minuten de tijd om zijn warme hap naar binnen
te werken. Daarna moet hij weer afmarcheren
en wordt zijn plaats ingenomen door een com-
pagneros uit de volgende eet-lichting.
Onder-directeur Everardo Perez-Perez (41) slaat
met ons deze troepen-bewegingen vanaf een bal
kon gade en dampt van tevredenheid. Terecht
overigens, want van de 20 Cubaanse kweekscho
len, die na de triomf van de revolutie zijn
opgericht, is de „Presidente Salvador Allende"
de grootste en de beste. Zijn leerlingen slepen
al jaren moeiteloos de bekers, vlaggen en wim
pels weg, die het Polit-bureau van de Cubaanse
communistische partij uitlooft voor de beste
onderwijskundige en culturele prestaties. Die
oogst aan glimmend blik en zijden zegevanen
vult nu al een lokaal, waar aan de wand Allende
naast Castro glimlachend toekijkt.
Op een rij
Mag Everardo Perez Perez de vorderingen sinds
1 januari 1959 de dag, waarop de revolutie
een triomf werd, nog eens op een rij zetten: vóór
die tijd ging Cuba gebukt onder een massaal
analfabetisme en waren 10.000 onderwijzers
werkloos. Op die geweldige dag beval Castro, de
„commandante en jefe", dat de 100.000 studenten
van middelbare en hogere scholen de boer op
moesten om iedere Cubaan lezen en schrijven
des beheerst Informeerde zojuist niet iemand
naar de vrijheid van godsdienst op Cuba? Voilé,
daar staat het antwoord: een kerk als een vlagge-
schip. En voor iedereen toegankelijk. De regering
legt mensen, die per se een geloof willen belijden,
geen strobreed in de weg. In Havana zijn twee
synagoges en tientallen protestantse en katholie
ke kerken. En open, mijne heren. Geen loze
monumenten. Er is zelfs hier vlak in de buurt
een seminarie met 67 priesterstudenten. „Dat zijn
er, als ik het goed heb, heel wat meer dan in
uw land, is het niet?
„Kunnen we dan wellicht nu de kathedraal van
binnen bekijken, papa?".
Verpletterd staart hij naar de enorme, gebeeld
houwde kerkdeuren, die zeer gesloten zijn.
Ay, dat zal moeilijk gaan, heren! De kathedraal
is alleen op zondag open. En vandaag is het
dinsdag, begrijpt u! Op dinsdag wordt er ook
door de katholieken gewerkt. Dat is het punt"
„Maar papa, wat is dat nou. Overal in de wereld
zijn oude kathedralen altijd open. Dat is gewoon
een service voor de toeristen. Neem maar de
Notre Dame in Parijs. Of de Westminster Abbey
in Londen. Die blijven open."
„Onze kathedraal wordt momenteel gerestau
reerd", zegt papa Gérard na ruggespraak met
zichzelf, „dat is de reden waarom hij dicht is.
Heren, onze buschauffeur staat daarginds al
geruime tijd op ons te wachten."
Met kloeke tred verwijdert hij zich van de steen
des aanstoots en concentreert hij zich volledig
op het bijeenhouden van de groep. „Kauwgum
sir. Pesos sir" sist een jongen, die dansend met
me oploopt. Bij hem heeft de revolutie nog niet
veel uitgericht
Breedtegraad
Voorzichtige waarneming tussentijds: na twee
dagen Havana is het overduidelijk, dat Castro's
revolutie een volledig andere ritmiek heeft dan
die in Rusland en zijn Oostblok-satellieten. Waar
schijnlijk komt dat door het weertype. Als je
voortdurend in motregen loopt en tegen sneeuw
stormen optornt ga je gauwer gebukt onder je
idealen dan in een land, waar de zon elke dag
opnieuw provocerend het paradijs suggereert.
Alleen door het feit, dat Cuba toevallig op een
aanvaardbare breedte-graad werd neergelegd is
dit eiland nu gezegend met een sambaballen-so-
cialisme, dat wordt beleden vanuit wiegende
heupen en met een kamerbrede lach, waarbij de
tanden door de Witte Reus persoonlijk zijn gepo
lijst Daardoor aanvaard je de collectieve armoe
de en de blinde trouw aan de Staat, die je in
Rusland en Bulgarije spontaan naar de strot
vlogen, hier als folkloristische bijzaken, die best
te pruimen zijn.
Het verschil tussen beide ideologieën, die toch
uit dezelfde pot komen, merk je pas goed, wan
neer je op straat en in het Rivièra-hotel Sovjet
adviseurs tegenkomt die Castro's vijfjarenplan
nen in daden proberen om te zetten. Zij vallen
tussen de swingende Cubanen volledig uit de
toon en zweten een hoop ongemakken uit die
alsnog twijfels oproepen aan het gelijk van Lenin
en Marx. Ook Oostblok-toeristen, die in Havana
komen buurten, pik je er moeiteloos uit Ze zijn
zonder uitzondering gestoken in vormeloze kle
ren, die gemaakt zijn door een omgeschoolde
Op de kweekschool „Presidente Salvador Allende"
heerst de discipline van een kazerne voor comman
do-troepen. De verplaatsing van klaslokaal naar eet
zaal en slaapzaal geschiedt in strak groepsverband
en aangekomen op de plaats van bestemming wordt
de klas model afgemeld door een leerplichtige turf
in schooluniform
Een tweede verplicht bezoek confronteert ons
met dr. Nicolas Parisi Lopez, adjunct-genees-
heer-directeur van het stokoude Calixto Garcia-
ziekenhuis, dat in Havana al lang vóór de revolu
tie een broeinest van rebellie was. „Wij dokto
ren", zegt hij, „hebben de beweging van Castro
vanaf het begin gesteund. De wijze, waarop het
regime van Batista met de gezondheidszorg solde
was ons al lang een doorn in het oog. In feite,
kwamen alleen de rijken, de maffia-figuren en
de regeringsbonzen voor behandeling in aanmer
king. Dat was een onduldbare toestand."
Parisi Lopez bleef dan ook na de le januari 1959
op zijn post in het Calixto Garcia-ziekenhuis. Dit
in tegenstelling tot 3000 collega's meer dan
de helft van het toenmalige artsenbestand in
Cuba die halsoverkop en vaak met medene
ming van hun volledige doktersinventaris naar
het Amerikaanse Florida vluchtten. „Wij achter__
blijvers", zegt Parisi Lopez, „moesten op de
puinhopen weer volledig opnieuw beginnen met
het opbouwen van de medische verzorging. We
hadden alleen de beschikking over verouderde
instrumenten, voor de rest was er alleen gebrek.
Gebrek aan alles, aam geneesmiddelen, aan know
how, aan deskundig personeel. We wisten niet
eens hoeveel aspirines er nodig waren voor de
hoofdpijn van ons volk. We bestelden in paniek
insuline vöor diabetici in Polen en kregen een
briefje terug: „De door u gevraagde hoeveelheid
is genoeg voor de diabetici in heel Europa". Er
klopte niks, maar door dag en nacht zwoegen
en sjouwen hebben we het toch gered. Cuba
heeft nu meer artsen en specialisten dan vóór
1959. Er is nu een arts voor 1000 inwoners (ter
vergelijking: Nederland heeft één arts per 2000
inwoners) en voor Havana streven wij nu met
succes naar de ideale situatie: één arts per 850
mensen."
Parisi Lopez verstrekt zijn mededelingen met de
opgewonden galmtoon van Johan Maasbach. Hij
schreeuwt ons de resultaten toe: malaria, polio,
virus-infecties en geslachtsaandoeningen de klas
sieke ziektes in Zuid-Amerika, zijn uitgeroeid en
Cuba vecht nu tegen dezelfde doodsoorzaken als
elk kapitalistisch land: het verkeer, hart- en
vaatziekten en kanker. Iedere Cubaan heeft recht
op gratis medische verzorging en dankzij de
stroom van ontwikkelingshulp uit Rusland, Ja
pan, Zweden en de EEG-landen is Cuba nu al
zover, dat het „medische zorg" kan exporteren g
naar Afrikaanse landen. Cubaanse artsen zijn
momenteel actief in Angola en Mozambique en
die humanitaire hulp wordt in de toekomst nog
verder uitgebreid.
Als Parisi zover is staat het zweet glinsterend
op zijn voorhoofd. Naast hem zit papa Gérard,
die zijn rollende Spaanse volzinnen bliksemsnel
in het Engels vertaalt. In zijn tomeloos enthou
siasme vertaalt papa op een gegeven moment zo
rap, dat hij twee zinnen op de dokter vóór ligt.
Geen nood overigens, want hij kent het verhaal
van buiten.
Boven hun hoofd kijkt Che Guevara in volle
gevechtsbepakking toe. Ook hem was het jaren
geleden al bekend, dat ziek zijn op Cuba geen
punt is.
Beter worden is weer een heel andere zaak.
LEO THURING
De zegeningen van Castro's revolutie zijn tot
nog toe bet meest zichtbaar geworden in het
onderwijs en in de medische zorg. Daarom laten
Cubanen dan ook het liefst de geslaagde experi
menten in deze sectoren aan hun gast zien. Een
sightseeing door Havana beschouwen zij als
onduldbare tijdverspilling „in elke Spaanse
stad kun je dezelfde gebouwen zien", profeteert
onze toegewijde staatsgids Papa Gérard, „het
heeft dus weinig zin om ook nog eens uitgebreid
in onze hoofdstad rond te dwalen".
Als het aan hem ligt zou hij dan ook nu willen
volstaan met een bliksemtrip per air-conditioned
bus. In het havengebied wijst hij op tientallen
dichtgespijkerde ramen en stralend voegt hij er
aan toe: „dit was vroeger de wijk, waar rijke
Amerikanen zich vermaakten. U begrijpt het
zeker al: wijntje en Trijntje. Zuipen, gokken en
hoereren, anders werd hier niet gedaan. Dankzij
de triomf van de revolutie is aan deze verderfelij
ke praktijken een einde gemaakt. De prostitutie
en het legale gokken bestaan in ons land niet
meer. U kunt dat trouwens met eigen ogen zien.
Misschien een bittere teleurstelling voor mensen,
die Havana nog van vroeger kennen, is het niet?"
In het schilderachtige hart van Havana, waar de
Spaanse kolonisten inderdaad gave sporen heb
ben achtergelaten je zou zweren, dat je in
Se villa of Granada loopt vraagt papa Gérard
dwingende aandacht voor de kathedraal, een
donkergrijze eminentie van steen en gebrand
schilderd glas, die een plein met moorse colonna-
Adjunct-geneesheer-directeur Nicolas Parisi Lopez
staat ons te woord onder het portret van martelaar
Che Guevara
Broeinest
(Van onze correspondent Dick Toet)
WASHINGTON - Terwijl men zich over vrij
wel de gehele wereld bet hoofd breekt over
mogelijkheden de pensioengerechtigde leeftijd
omlaag te brengen, hebben de Verenigde Staten
besloten tot het tegenovergestelde. De leeftijd
voor verplichte pensionering gaat er per 1 ja
nuari 1979 van 65 naar 70 jaar. De drastische
beslissing ia betrekkelijk geruisloos tot stand
gekomen en pas nu het Amerikaanse parlement
zich er met overgrote meerderheid achter ge
schaard heeft (Huls van Afgevaardigden 359-4;
Senaat: 88-7) begint de oppositie zich te roeren.
Vooral bedrijfsleven, vakbonden, economen, on
derwijsorganisaties en jongerengroeperingen
waarschuwen geschrokken voor de enorme ge
volgen die deae beslissing zal hebben. Zij zijn
te laat, want hoewel Hols en Senaat gezamenlijk
nog wat plooien in de nieuwe wetgeving moeten
gladstrijken, staat de tegenstanders weinig an
ders te doen dan wat genoemd wordt „de revolu
tie van de senioren" te accepteren.
Het idee tot verhoging van de pensioenleeftijd
komt voort uit de sterke Amerikaanse „bejaarden-
norganisaües". Vanuit die richting werd het naar
voren gebracht als een zaak van puur mensen
recht, dat oudere mensen evenveel recht op werk
hebben als ieder ander. Het werd discriminatie
van de grofste soort genoemd, om mensen, nog
recht van lijf en leden, het werken „en dus het
leven" te verbieden. Wat op de achtergrond
echter misschien nog veel sterker meespeelde
zijn de doorgaans lage Amerikaanse pensioenen,
waardoor de meeste Amerikanen genoodzaakt
zijn zo lang mogelijk te blijven werken. Vorig
jaar bedroeg het gemiddelde Amerikaanse inko
men in de groep 55- tot 65-jarigen ruim 16.000
dollar. Voor 65-plussers lag dat gemiddelde op
nog geen 9.000 dollar.
In ieder geval bleek men meer dan voldoende
gehoor te vinden in het Amerikaanse parlement
Het weekblad Time schreef na de overweldigen
de stemming in het Huis van Afgevaardigden:
„Het kon net zo goed een stemming geweest zijn
over het nut van zonneschijn op appeltaart". Met
senator Claude Pepper, democraat uit Florida,
zelf 77, als aanvoerder liep ook de senaat bijna
achteloos over de nog onaanzienlijke buitenparle
mentaire oppositie heen. Volgens Pepper is de
grens van 65 jaar, die nog stamt uit de sociale
wetgeving van Bismarck, volstrekt willekeurig.
Hij erkent dat hetzelfde gezegd kan worden van
70 jaar, maar het is volgens hem al een hele
verbetering en uiteindelijk zal het er volgens hem
naar toe moeten, dat iedereeen zelf kan bepalen
op welke leeftijd hij of zij het bijltje erbij
neergooit
De tegenstanders leggen die opvatting niet zon
der meer naast zich neer, maar wijzen er wel
op, dat er dan ook meer gelijke pensioenuitkerin
gen moeten komen. Ook op dit moment kunnen
Amerikanen eerder met pensioen dan op hun
vijfenzestigste, maar er staat dan meestal wel een
uiterst karig pensioen tegenover. Bij de autogi
gant General Motors ligt de gemiddelde leeftijd,
waarop men met werken stopt, rond de 58 jaar,
bij de oliemaatschappij Exxon houdt slechts 20
procent het uit tot het 65e jaar, bij de General
Foods Corporation haalt 33 procent de 65. Het
maakt nogal wat uit, zo vinden de tegenstanders,
of je een leven lang hebt gewerkt aan de lopende
band of dat je een goedbetaalde kantoorbaan
hebt gehad. Hoe onaangenamer het werk, des te
minder behoefte zal er bestaan om zo lang
mogelijk door te werken.
De voorstanders wijzen erop, dat de meeste
ouderen het een levensvoorwaarde vinden om
actief te blijven in de samenleving. Worden niet
25 procent van alle zelfmoorden in de Verenigde
Staten gepleegd door mensen van boven de 65?.
Over het effect op de werkgelegenheid zijn de
meningen verdeeld, maar een negatief effect
staat vast De voorstanders spreken van maxi
maal 200.000 banen, die jaarlijks langer bezet
zullen blijven, meer pessimistische geluiden ko
men echter op 2,8 miljoen banen, die de komende
jaren niet voor jongeren in aanmerking komen.
En dat terwijl de jeugdwerkloosheid in de Ver
enigde Staten al erg hoog is, 17,5 procent tegen
een algemeen percentage van 7,1. Ook promotie
kansen voor jongeren komen door de nieuwe
wetgeving in de knel en van onderwijszijde
wordt geklaagd, dat steeds meer jongeren wor
den opgeleid voor banen, die ze nooit zullen
krijgen.
Over één positief effect is iedereen het wel eens.
Voor de sociale ouderdomsuitkeringen zal de
nieuwe wetgeving een verlichting betekenen en
die is hard nodig, want de sociale zekerheids
fondsen beginnen uitgeput te raken. De nog vage
plannen van de regering Carter om op dit gecom
pliceerde terrein wat te doen zullen zeker nog
geruime tijd op zich laten wachten. Het voordeel
is volgens deskundigen overigens vrij betrekke
lijk, want door het langer in dienst houden van
meestal beter betaalde ouderen, zullen de salaris-
uitkeringen weer omhoog gaan. Ook velen, die
op zichzelf wel positief ten opzichte van de
nieuwe wetgeving staan, menen dat allerlei gevol
gen onvoldoende zijn bestudeerd. Zij menen, dat
het beter zou zijn geweest een verhoging van de
verplichte pensioenleeftijd in te passen in een
algehele herziening van de Amerikaanse pen
sioenwetgeving. Want, zo zeggen zij, oud worden
in de Verenigde Staten is nog steeds voor de
meesten vooral een financieel probleem.