De van kruisjes is niet topfit Cruijff Guy Thijs Johnny Dusbaba gelooft nog niet in vaste plaats ,,Het is toch niet logisch wat er rond Oranje gebeurt" DILEMMA ZWARTKRUIS: WELKE DOELMAN, WELKE VOORSTOPPER PORT LEIDSE COURAN1 DINSDAG 25 OKTOBER 1977 PAGINA 11 ZEIST De coach die ditmaal alleen verantwoordelijk is voor het gebeuren dat morgenavond in het Olympisch stadion van Am sterdam plaatsvindt, Jan Zwart kruis, is niet al te bezorgd over het resultaat van Nederland—Bel gië, maar heeft wel zorgen. Hij heeft twee doelmannen geselec teerd, Jan Jongbloed en Jan van Beveren maar verkeert nog in het onzekere wie hij onder de lat zal plaatsen. Voorts moet hij zijn ge dachten nog eens diep laten gaan over de bezetting van de voor- stopperplaats en, het belangrijk ste, tijdens het oefenpartijtje dat de Oranjemannen gisteren in het KNVB-Sportcentru m in Zeist speelden tegen het C-elftal van Go Ahead Eagles (10-0 maar dat is niet belangrijk) bleek Johan Cruijff zich zichtbaar te sparen en niet geheel fit te zijn. Hij trekkebeende een beetje. Jan Zwartkruis, die nadrukkelijk verklaar de alleen de verantwoordelijkheid te dra gen „dat heb ik vorige week donderdag uitvoerig met Ernst Happel besproken en hij is het er volledig mee eens" moest dan ook zeggen dat Johan Cruijff niet topfit is. „De vraag is: hoelang kan Cruijff eespelen. Dat geldt in mindere mate ook oor Van Hanegem en Rensenbrink die onlangs een spierblessure heeft gehad. Ei genlijk is het zo dat Cruijff en Van Hane gem altijd min of meer geblesseerd spelen maar ditmaal moet ik me toch afvragen of Cruijff het een hele wedstrijd haalt". Hij moet er met de samenstelling van zijn team, waarover hij geen woord kwijt wil de, dan ook rekening mee houden dat de vedette van Barcelona, die deze rol mor genavond voor Oranje moet vervullen in het beslissende duel met België dat Neder land naar Argentinië kan brengen, voortij dig de kleedkamer zal moeten opzoeken. De zorgen strekken zich verder uit over de doelman en de voorstopper. Jan Jong bloed heeft in diverse publikaties ronduit gezegd dat Jan van Beveren de betere doelman is en dat hij erop rekent niet tegen België in de basis te zullen staan. Routine Zwartkruis: „Ik neem die uitspraken met een korreltje zout". De voorkeur van de coach voor Jongbloed is geen geheim en voorts legt Cruijff er constant de nadruk op dat de routine niet uit het elftal mag worden gelaten. Maar Zwartkruis moet er nog eens over nadenken. Evenzo over het probleem voorstopper. In het oefenpartijtje stond Wim Jansen, die zich onlangs op die plaats bij Feyenoord nog eens nadrukkelijk presenteerde, als voorstopper geposteerd. Na de rust had Zwartkruis een ieder die niet aan de beurt was geweest in het veld gebracht: Dusbaba - Jansen laatste man - Geels, Peters, Van der Kuijlen, Jongbloed. Een fantasieopstel ling die minder houvast bood dan die van voor de rust. Maar Zwartkruis kan ook Dusbaba voorstopper zetten en Wim Jan sen rechts in de middenlinie, waardoor Willy van de Kerkhof op de bank zou moeten plaats nemen. De rest van de ploeg biedt geen problemen. Suurbier, Krol, Ho- venkamp, Neeskens, Van Hanegem, René van de Kerkhof, Cruijff en Rensenbrink zijn zeker van hun plaats. Zwartkruis wilde er overigens niets van horen dat het merendeel al zeker is van spelen. „Ik bereid geen elftal voor, maar „zestien spelers die ieder voor zich de in druk moeten hebben dat zij spelen". Een ietwat overtrokken stelling want een man als v.d. Kuijlen bijvoorbeeld kan op zijn vingers natellen dat hij niet in de basis staat. Johan Cruijff en Wim van Hanegem in de clinch tijdens de training van gistermiddag. Willy van de Kerkhof heeft er, evenals de beide „kemphanen" plezier in. Keuze Maar Zwartkruis verklaarde nader: „Ik kon uit twee mogelijkheden kiezen. De spelersgroep reikt me bepaalde mogelijk heden aan als je je daaraan conformeert, is het simpel om de ploeg samen te stellen. Maar het kan ook zijn dat je denkt een bepaalde speler juist tegen België nodig te hebben en daarmee zit ik nu. Want ik denk dat Het is voor België de laatste kans en dan telt een gewaarschuwd man - en dat ben ik - voor twee. In dit geval zeker telt alleen de prestatie, het resultaat. Het hoeft dan ook geen mooie wedstrijd te worden. Toen we op Wembley tegen Engeland speelden, heb ik Suurbier en Hovenkamp op de flanken vrij gehouden. Daarop ben ik aangevallen. Maar in Deurne hebben we tegen de Belgen hetzelfde gedaan. Ik wil er maar mee zeggen dat mijn eerste moge lijkheid de gemakkelijkste is, maar mis schien niet de beste. Ik ben ervan overtuigd dat het een zeer aparte wedstrijd zal worden". Jan Zwartkruis, die er geen twijfel over liet bestaan dat zijn elftal nog niet vast stond - „echt niet, het kindje moet nog geboren worden hoewel ik natuurijk al wel iets in mijn hoofd heb" - bekende moeite te hebben met de voorbereiding. „Als ik mijn zin had gehad, zouden we voor dit belangrijke pouletoernooi, waarvan Argen tinië 1978 afhangt, een tiendaagse trip naar Zuid-Amerika hebben gemaakt, waarbij ook een begeleidingsgroep getest had kun nen worden. Ik had me de voorbereiding anders gedacht en ook willen hebben. Ik voel voor een doorgaande lijn, voor conti- niüteit Maar er is een andere opvatting: iedere wedstrijd staat op zich. Welnu, dat is dus een verschil van opvatting waarmee ik vrede heb, maar dat vlakt niet uit dat ik het anders zou hebben gedaan". Zwartkruis, mede door de bepaald niet optimale voorbereiding, beseft dat hij door deels terug te komen op zijn besluit het coachschap geheel eraan te geven - „de omstandigheden zijn sindsdien in mijn voordeel veranderd" - en deze interland onder zijn hoede te nemen „de kop in de strop heeft gestoken. Als we het redden, ben ik de man maar andersOver Argen tinië pieker ik nog helemaal niet. Als de Belgen ons overwinnen, hoeft er trouwens helemaal niet meer gepiekerd te worden". (Van onze sportre dactie) BRUSSEL - De Bel- gische bondscoach Guy Thijs ontving gistermiddag in het Heizelstadion te Brussel de belang stellenden in de inter land Nederland—Bel gië om niets mede te delen. „Hoe meer mensen er komen, hoe 'minder ik zeg", aldus Thijs. En er waren er tientallen die van de bonds coach wilden verne men hoe hij zich het elftal dacht dat Oran je partij moet geven. „Ik weet niets, hele maal niets." Thijs had zijn selec tie een partijtje laten spelen het ver plichte nummer met aan de ene kant doelman Jean-Marie Pfaff en de zes ter beschikking staande verdedigers en aan de andere kant reser vedoelman Theo Cus- ters met de midden- en voorspelers. „Daar moet u geen enkele conclusie aan verbinden", zei Thijs. Een partijtje-om-niet derhalve. Vanmiddag is de Bel gische selectie per vliegtuig van Brussel naar Amsterdam ge gaan waar, aldus Thijs, op een geheim adres wordt over nacht. „In het hotel zal ik een schoolbord laten aanrukken en daarop zet ik elf kruisjes in de vorm van de opstelling waarin we spelen." Dat zal dan met twee spitsen zijn, omdat België over niet meer beschikt En toen verraadde Thijs zijn grote truc. „Woensdagmiddag, voor we naar het sta dion gaan, vul ik onder die kruisjes de namen in van hen die spelen. Ik zou eigenlijk een team van twaalf spelers moe- Guy Thijs houdt zich voorlopig nog helemaal op de vlakte. Do Belgische bondscoach voelt er niets voor iets van zijn tactisch plan aan de buitenwereld prijs te geven. ten kunnen opstellen want ik heb zulke goede dat ik een hele beste noodgedwon gen moet laten afvallen. Dat getuigt van optimisme, nietwaar", riep Thijs uit die ook voor zijn spelers nog eens de film zal draaien van de nederlaag die België in Deurne (0—2) leed tegen Oranje. VAN BEVEREN: GEEN ENKEL HOUVAST ZEIST Jan van Beveren wordt heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. „Ik kan er geen touw meer aan vast knopen", klinkt het schouderophalend in het KNVB-sportcentrum te Zeist. „Er wordt zoveel afgerommeld met de keepers van Oranje dat ik werkelijk allang niet meer weet waar ik aan toe ben. Ik heb geen enkel houvast. Daarom durf ik geen ant woord te geven op de vraag wie morgen avond tegen de Belgen keept. Zwartkruis zelf heeft ook helemaal geen stille wenken gegeven. Jongbloed, of ik, ook voor ons zelf is het nog een raadsel". Het is vreemd gegaan met de voetbalcar rière van Jan van Beveren. Tien jaar geleden al, toen hij amper negentien jaar oud was, voorspelde elke zichzelf respecte rende voetbalkenner dat Van Beveren een gouden loopbaan tegemoet zou gaan. Een prognose die de jaren daarna door de feiten gestaafd leek te worden, want inder daad had het er veel van weg dat „lange Jan", onder de lat van het ene naar het andere hoogtepunt zou snellen. Vooral na dat hij op de heilige grond van Wembley het toen nog veel sterkere Engeland met een handvol schitterende safes op 00 had gehouden,sprak de internationale voetbal wereld van een tweede Yashins, Yashin, legendarische Russische doelman. Toch is het er daarna bij Van Beveren nooit helemaal uitgekomen. Na zijn over gang van Sparta naar PSV kwam welis waar tot tweemaal toe zijn wensdroom (kampioen te worden van Nederland) uit, maar internationaal heeft Van Beveren na dat hoogtepunt op Wembley toch maar zelden geschitterd. Hijzelf berustend: „De WK in West-Duitsland moest mijn toernooi worden. Al een jaar was ik geestelijk met dat evenement bezig. Ik wilde bij de WK de wereld laten zien dat Van Beveren een echte topkeeper was. Alles heb ik voor dat toernooi opzij geschoven. Al ver voordat wij ons tenkoste van de Belgen plaatsten, was ik al met mijn gedachten in West- Duitsland. In mijn dromen heb ik de finale al wel zeker tien keer gespeeld". Nederland bereikte de WK-finale in 'Mun- chen inderdaad. Maar zonder Jan van Beveren. Luttele maanden voor het eind- toernooi raakte hij in de lappenmand. Ne gen maanden lang kon hij dagelijks mi stroostig naar het gips kijken dat rond zijn been gegoten zat. Niet hij, maar Jan Jong bloed werd de grote ster van West-Duits land. Veranderd Van Beveren nu: „Ik heb daarvan geleerd. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Mis schien een cliché, maar wel de waarheid. Ik heb het tenslotte zelf ondervonden. Ik ben er wel door veranderd. Vanaf dat moment heb ik bewust afstand genomen van Oranje. PSV staat bij mij op de eerste plaats. Pas daarna, op eerbiedige afstand, het Nederlands elftal". Opmerkingen waarmee Van Beveren niet wil zeggen dat zijn interesse voor Oranje minder groot is geworden. „Ik weet dat er mensen zijn die dat denken", zegt Van Beveren fel. „Die halen steeds de proble men van een paar jaar geleden op toen Van der Kuijlen en ik onze koffers gepakt hebben na wat interne strubbelingen. Maar dat heeft niets met mijn ambitie voor Oranje te maken. Kijk, vrijwel elke dag ben ik met PSV bezig. Dat is tenslotte mijn werkgever. Oranje is slechts een incidente le zaak. Natuurlijk vind ik het hardstikke leuk om bij de laatste zestien te zitten. maar zo'n Nederlands elftal blijft toch een zaak die maar enkele malen per jaar speelt Op het moment dat ik geselecteerd word, zet ik PSV even opzij, maar dat neemt niet weg dat ik toch primair een echte clubman ben. Morgenavond in het Olympisch stadion de Belgen. Van Beveren wil er graag bij zijn, maar hij taxeert de kans dat hij daadwer kelijk het veld in mag niet zo groot. „Ei genlijk heb ik er helemaal geen behoefte aan om er nu iets over te zeggen", meldt hij voorzichtig, „want ik ben toch altijd al de gebeten hond bij Oranje. Maar dit wil ik wel kwijt: het is toch niet logisch wat er gebeurt. Na het wegvallen van Piet Schrijvers werden twee keepers opgeroe pen, Treytel en ik. Jongbloed fungeerde als reserve. Pas toen ik geblesseerd afhaakte, kwam Jan weer in beeld. Maar mooi dat Jongbloed de laatste twee interlands heeft gekeept. Begrijp me goed: Jan heeft het fantastisch gedaan, maar logisch was het natuurlijk allemaal niet. Daarom weet ik echt niet wat ik er nu van moet denken. De buitenwereld verwacht dat ik morgen avond in het doel sta, maar ikzelf zou niet eens zo verbaasd zijn indien toch weer voor Jongbloed wordt gekozen". De WK in Argentinië. Van Beveren heeft er nog nauwelijks bij stilgestaan. „Het is nog te ver weg", meent hij. „Ik maak niet dezelfde fout als vier jaar geleden. Ga ik naar Argentinië, dan zal ik me pas met dat evenement bezig gaan houden zodra het werk bij PSV geklaard is. Na het matige, vorige seizoen loopt het weer lek ker in Eindhoven. Mijn liefste wens op dit moment is om voor de derde maal lands kampioen te worden. Pas daarna stel ik me in op Argentinië. Niet eerder, want dat is toch zinloos". Dat eindtoernooi in Argentinië vormt voor Jan van Beveren wel de laatste kans om de internationale erkenning af te dwingen waar hij nog geen vier jaar geleden recht op leek af te stevenen. „Dat weet ikzelf ook wel", reageert hij somber. „Ik ben nu bijna dertig. Niet bepaald meer een leeftijd om de wereld aan je voeten te krijgen. Temeer niet omdat ik er over twee seizoe nen mee stop. Nu nog kan ik het opbren gen om een monnikenbestaan te leiden, maar over twee jaar is dat afgelopen. Dan ga ik eens andere dingen doen. Maar tot dat moment wil ik alles uit de kast halen. Voor PSV, maar ook voor Oranje. De ellende is alleen dat ik weet, dat PSV binnen mijn bereik ligt. Van Oranje heb ik die zekerheid niet. Triest, maar het is nu eenmaal niet anders. Nog een paar uurtjes en het is Holland—België, maar nog altijd weet ik niet waar ik aan toe ben ROB HARTOG (Van onze sportredactie) ZEIST Johnny Dusbaba houdt er nau welijks rekening mee dat hij in het Olym pisch Stadion de man zal worden die de gevaarlijke Belgische spits Raoul Lam bert aan banden zal moeten leggen. En dat is eigenlijk een beetje merkwaardig, want na het uitvallen van de geblesseerde Wim Rijsbergen is Dusbaba eigenlijk de enige in de selectie van Jan Zwartkruis die een reputatie heeft opgebouwd als een niets en niemand ontziende klever. Dusbaba echter: „Dat is waar, maar de kans dat óf Neeskens óf Jansen op Lam bert komt te staan, acht ik toch groter. Of dat verstandig is, daar heb ik mijn eigen oordeel over, want met name Jansen speelt niet zo sterk tegen linksbenige voetballers zoals Lambert. En juist dat is mijn kracht, maar toch geloof ik niet dat ik aan de bak moet". Kiest Zwartkruis echter wél voor Dusbaba dan is de Hagenaar, die via Am sterdam naar het Brusselse Anderlecht is uitgezwermd, klaar voor die taak. „Gebrek aan ervaring kan niemand me verwijten. Al vijf jaar speel ik in de top mee. Eerst bij Ajax en nu bij Anderlecht Alle moge lijke soorten spitsen heb ik al moeten bespelen, en niemand kan ontkennen dat het altijd goed is gegaan. Druk om Lam bert maak ik me dus niet Kiest Zwartkruis me, dan weet ik echt wel wat ik moet doen". De taxatie van Dusbaba dat hij weinig kans maakt, blijkt reëel. Temeer omdat hij bij Anderlecht niet als voorstopper, maar als laatste man speelt Een positie die Dusbaba uitermate goed bevalt. „Ook bij Ajax heb ik altijd gezegd dat ik meer kan dan mijn mannetje uitschakelen. Bij An derlecht krijg je de kans om te voetballen. En dat loopt lekker. Hetgeen niet betekent dat ik nu ineens geen man meer uit zou kunnen schakelen. Op de training bij An derlecht speel ik veel in de mandekking. Juist om voeling met die plaats te blijven houden. Daarom zou ik het karwei morgen wel aandurven. Of Zwartkruis me die kans geeft, betwijfel ik". Jan van Beveren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 11