Luchtvaart heeft aan
gevederde vrienden"
een broertje dood
In bisschoppensynode mens weer
centraal en niet de theologie
KORTE METTEN
Vraag naar zin van het bestaan verbindt welzijnswerk met pastoraal
lllllllllllll
662e
Staatsloterij.
3etrekking
19okt.1977
Trommelgeest uit Japan j
VOGEL CONTRA VLIEGTUIG
PAGINA 12LEIDSE COURANT VRIJDAG 21 OKTOBER
In de publicatie in onze editie van donderdag 20 oktober
J j.l. dienden de eerste zes regels als volgt te luiden:
De 276.000 prijzen van deze trekking samen groot
116 min. zijn als volgt gevallen:
De hoofdprijs van f 500.000.- is gevallen
in de serie H op het nummer: 031884
Troostprijzen van f5.000.- op nummer 031884
van elk van de andere series.
De mens is weer terug in de
synode. De meer dan tweehon
derd bisschoppen uit de hele
wereld, in Rome bijeen op de
synode over de ka tec hese,
richten zich weer op de mens,
op de leraar en de leerling en
minder op de theologische as
pecten van de geloofsverkon
diging.
„Gelukkig maar", constateert
pater C. J. Neven, directeur
van het Hoger Katechetisch
Instituut, die als adviseur van
mgr. Bluijssen, de synode
volgt, tegenover onze Romein
se correspondent „Ik moet
toegeven dat ik vooral vorige
week nogal verontrust ben ge
weest. Na dat overweldigende
begin van de synode, toen uit
de meerderheid van de bis
schoppelijke interventies toch
wel bleek dat men de mens op
deze bijeenkomst centraal wil
de stellen, zijn veel discussies
nadien verzand in theologische
vragen en kwesties".
Dat gebeurde in de zgn. „cir-
coli minores", de kleine dis
cussiegroepen, waar volgens
pater Neven vrijwel ineens een
aantal belangrijke zaken ver
dween.
„Niet alleen dat er te weinig
over de kinderen in deze tijd
werd gepraat, maar men ging
naar mijn mening ook wel erg
gemakkelijk om met de be
grippen als gemeenschap of
parochie, gezin en school. Dat
zijn inderdaad de geëigende
plaatsen om de katechese te
onderwijzen en door te geven,
maar het is lang nog niet over
al zo ideaal als gemakshalve
te vaak werd aangenomen.
Waar vind je bijvoorbeeld die
bijna geïdealiseerde basisge
meenschappen? Ik ken wel
wat parochies waar veel on
dernomen wordt, waar je 's-
zondags echt wel een onderlin
ge geloofsband voelt, maar dat
is nog lang niet de sfeer en de
saamhorigheid die veel syno-
de-vaders zo graag willen zien
in die gemeenschappen. De
katechese heeft immers teke
nen nodig en die vind je lang
niet altijd terug in zo'n ge
meenschap".
„En het gezin? Dat stoelt nog
te vaak op een beeld uit het
verleden, maar zeker in het
westen groeien andere relaties
tussen ouders en kinderen. Er
zijn positieve en negatieve in
vloeden van buitenaf en dat
schept vooral voor de ouders
de opgave om te zoeken naar
een nieuwe uitgewogen situa
tie. En wat is een katholieke
school precies?"
Pater Neven kan uit gesprek
ken met collega's uit andere
landen constateren, dat de za
ken in Nederland zich serieus
en hoopgevend ontwikkelen.
Op de pedagogische acade
mies wordt een nieuwe trend
in het godsdienstonderwijs in
gevoerd; op de scholen zelf
vindt een voortdurende eva
luatie plaats van de katechese,
bevoordeeld als we zijn in ons
land vanwege de absolute vrij
heid van onderwijs en het be
schikbare, moderne materiaal.
De hele katechese is een voort
durend veranderend proces,
omdat het niet alleen gaat om
het doorgeven van een aantal
geloofswaarheden, „maar die
moeten relevant zijn of ge
maakt worden voor de mensen
in hun eigen situatie op dat
moment", aldus pater Neve.
De geloofswaarheden verande
ren niet, maar de mensen, hun
situaties veranderen wel, en
afhankelijk van tijd en land
kunnen of moeten de evangeli
sche waarden andere accenten
krijgen, zo constateert nu ook
het merendeel van de synode
vaders.
Komt er nu straks wel of geen
einddocument uit deze synode,
en is dat misschien ook niet
nodig?
„Misschien is het wel een com
pliment voor de kwaliteit van
de uitvoerige discussies als het
inderdaad niet hals-over-kop
tot 'n „afgerond" slotstuk
komt. Wellicht is het beter als
het beste deel van het bijeen
gegaarde materiaal op de
werktafel van de paus terecht
komt en van daar bij een
groep deskundigen, die alles
wat de bisschoppen hebben
aangedragen verwoorden in
een goed, vooral pastoraal
bruikbaar stuk".
„Een stuk waarin beide uit
gangspunten geïntegreerd ge
presenteerd worden, namelijk
de theologische aspecten en de
hoofdrol van de mens, van het
kind in het hele godsdienston
derwijs", aldus pater Neven,
die zich niet waagt aan een
voorspellend eindoordeel over
deze synode, maar die weer
volop vertrouwen heeft in de
ontwikkeling van de discus
sies.
Tijdens een druk bezochte receptie in de pedagogische acadf
mie Thomas Moras te Rotterdam is afscheid genomen van dj
heer L. C. Kok, die sinds de oprichting van het bisdov
Rotterdam in 1956 financieel adviseur daarvan is geweest. Dj
heer Kok is dezer dagen vijfenzeventig jaar geworden. D
bisschop, mgr. dr. A. J. Simonis en de algemeen econoom vail
het bisdom drs. H. M. G. J. van de Ven, alsmede zuster Flor#
Eijken namens het bisdom-bureau, voerden het woord. 1
Het „studium generale" van de Vrije Universiteit te Amsterdanj
dit najaar zal zijn gewijd aan het thema „dood en stervensbega
leiding". Het gaat om een zevental middagcolleges in hel
hoofdgebouw aan de De Boelelaan 1105 op 17 en 25 oktober,
2, 10 en 29 november en 7 december. De colleges wordeij
gegeven door dr. C. W. M. Verhoeven, prof. dr. A. de Groe^
prof. dr. G. Th. Rothuizen, prof. dr. C. van der Meer, mevr?
dr. C. van der Meer, mevr. dr. J. C. Schreuder, mevr. drs. J,
Fortuin en drs. J. A. Montsma. De volledige tekst van hel
studium generale zal worden bijeengebracht in een paperback
Mgr. Uijsen van Roermond zal morgen twee diakens priester
wijden; Frans Klein uit Maastricht en Bert Kroon uit Haren
(Gr.). Frans Klein heeft twee jaar gestudeerd aan het grootse
minarie van Roermond en daarna aan de Hogeschool vo<
Theologie en Pastoraat te Heerlen. Hij werkt sinds 1971 a
pastoraal werker in Heer en Kerkrade. Bert Kroon heeft^
gestudeerd aan de Katholieke Theologische school in Utrechti
en daarna in Regensburg. Hij is werkzaam in een parochie^
in Venlo.
Er gToeit een cultureel en geestelijk kli
maat, waarin de verhouding van gods
dienst en geestelijke gezondheid echt be
spreekbaar wordt. Dit stelt dr. G. He it ink
in zijn proefschrift „Pastoraat als hulp
verlening", waarop hij vandaag aan de
Vrije Universiteit in Amsterdam promo
veert tot doctor in de theologie.
In zijn lijvige studie (uitgegeven bij Kok
te Kampen) schrijft Hei tink, die pastorale
theologie en psychologie doceert aan de
theologische hogeschool te Kampen, dat de
verschillende takken van hulpverlening
langzamerhand een eigen identiteit hebben
opgebouwd en een proces van professiona
lisering hebben afgesloten.
„In deze fase hebben zij van de zijde der
Kerk weinig steun ondervonden. Deze voel
de zich bedreigd in haar monopoliepositie,
wat in de praktijk de aanleiding vormde
tot een soms imperialistische en door ande
ren als autoritair ervaren opstelling. Ge
sprekken tussen theologen en agogen, tus
sen pastores en maatschappelijke werkers
bleven steken in misverstanden over en
weer. Ook de Kerk moest haar plaats in
de moderne samenleving nog vinden".
Toch blijkt uit de pastorale praktijk hoe
zeer geloofs- en levensvragen met elkaar
verweven zijn. Omdat pastores en profes
sionele helpers zich veelal in eenzelfde veld
van menselijke problematiek bewegen, is
het belangrijk wat meer zicht te krijgen
op de eigen plaats van het pastoraat op
dit terrein.
Dat de Kerk haar dikwijls overheersende
positie op veel gebieden van de samenle
ving heeft verloren, hoeft volgens Hei tink
niet te betekenen dat de Kerk haar dienen
de functie in de samenleving geheel zou
verliezen. Het welzijnswerk stuit immers
vaak op de vraag naar de zin van het
bestaan. Hier ligt een belangrijk raakvlak
met het pastoraat
Elke vorm van hulp is volgens Heitink
gericht op een eigen terrein. Voor de maat
schappelijk werker is dat de leefbaarheid
van het bestaan, voor de medicus genezing
van de hele mens, voor de therapeut be
vrijding van psychische druk en neurosen,
voor de pastor de zingeving van het leven.
„Maar tegelijk beseffen we opnieuw hoe
zeer het één met het ander samenhangt,
waarmee we pleiten voor samenwerking,
teamwork en integratie op het terrein van
de hulpverlening, met erkenning van de
religieuze dimensie van het menszijn".
Tegen de achtergrond van veel literatuur
en met behulp van een onderzoek van
zeshonderd pastorale gesprekken toont
Heitink de samenhang aan tussen religieu
ze en andere aspecten van de menselijke
problematiek, die wel te onderscheiden
zijn, maar niet te scheiden.
Dr. Heitink pleit ervoor dat de pastores
zich meer en intensiever kunnen wijden
aan de zorg voor mensen die hun hulp
nodig hebben. Ook aan het beeld van de
pastor moet volgens hem worden gewerkt,
zodat duidelijk wordt dat hij beschikbaar
is voor en „verstand" heeft van mensen.
Hij is er behalve voor zijn eigen gemeente
leden ook voor anderen die een beroep op i
hem willen doen.
„Het is een goede ontwikkeling, dat pasto
res in vele plaatsen meedraaien in een
zogeheten hometeam van huisartsen, maat
schappelijk werkers en wijkverpleegsters, i
Al vele jaren plaatst de Kerk pastores in
vormen van categoriale zielzorg. We den-
ken aan het pastoraat binnen het leger, in
ziekenhuizen, psychiatrische centra, het
justitiepastoraat en het recreatiepastoraat
Terecht wordt dit werk op het terrein van
de geestelijke volksgezondheid van over-
heidwege in een aantal gevallen gesubsi
dieerd".
Over vogels zal de conferentie gaan, die
op 24 oktober deskundigen uit een kleine
honderd landen in Parijs bijeenbrengt
Het marsepeinen cliché „onze gevederde
vrienden" neemt niemand er echter in
de mond, noch staat de bescherming van
ons milieu in het algemeen ter discussie.
Waar over gepraat wordt is de bescher
ming van de snerpende milieuverpester
die luchtvaart heet David tegen Goliath
ofwel vogel contra vliegtuig ziedaar
de probleemstelling.
Romantici en bikkelharde public rela-
tionsmensen houden het geloof in stand
dat de luchtvaart geboren is uit het onuit
roeibare verlangen van de mens om vrij
en onaards als een vogel te kunnen zijn
„om der dagen ijl de grond te kunnen
ontstijgen", gelijk de dichter Boutens het
zou zeggen. Als bewijs voor dit dogma
voeren ze de mythologische figuur Icarus
op die zich zwanevleugels aanmat te
neinde op te kunnen wieken naar de zon.
Sinds de aviatiek echter het werktuig is
geworden van machten die de krijgsgod
Mars of de handelsgod Mercurius dienen,
is de lieflijke vergelijking mank geraakt.
Vogels zijn momenteel vo'or de luchtvaart
ongewenste lastposten, want ze vertonen
de kostbare onhebbelijkheid in botsing te
komen met cockpitramen die daardoor
uitzichtloos versplinteren, of zich te laten
opzuigen door straalmotoren die roche
lend onklaar raken. Deze euvels doen
zich vooral voor tijdens starts en landin
gen. Vandaar dat in Parijs de vraag
centraal zal staan: hoe krijgen we onze
luchthavens vogelvrij?
Een probleem dat niet al te luchtig moet
worden opgevat. Sinds 1973 hebben voge
laanvaringen acht machines doen veron
gelukken. Vorig jaar haalden vogels nog
twee privé straalvliegtuigen neer. Naar
schatting vinden er jaarlijks over de hele
wereld 2400 meer of minder ernstige
botsingen tussen vogels en vliegtuigen
plaats. De schade beloopt miljoenen
misschien wel 35 miljoen per jaar. De
zwartste ramp vond in 1960 plaats toen
een zwerm spreeuwen in aanraking
kwam met een Lockheed Electra. 72
slachtoffers. De zwaan die twee jaar later
opbotste tegen een Viscount, kreeg 17
doden op zijn geweten.
Ook vertegenwoordigers van de Neder
landse Rijksluchtvaartdienst en van de
luchthaven Schiphol zullen de conferen
tie in Parijs bijwonen, want het vraag
stuk speelt hier evenzeer als elders. Cij
fers ontbreken echter. Luchtvaartmaat
schappijen praten naar buiten toe niet
graag over vogelaanvaringen uit vrees
potentiële passagiers af te schrikken. De
reizigers dienen in de waan te blijven dat
er geen vuiltje aan de lucht is. Schiphol
beschikt wel over gegevens, maar houdt
ze liever voor zich. Reden: concurrerende
luchthavens registreren het aantal voge
laanvaringen niet altijd zo nauwkeurig
als wij en dan komen wij bij vergelijking
gauw in een verkeerd daglicht te staan.
Toch is er wel een indicatie.
Schiphol heeft zes vogelwachters in
dienst die de klok rond over het uitge
strekte luchthaventerrein patrouilleren.
Ze beschikken over eerl Landrover die
is uitgerust met verfijnde apparatuur om
vogels te verjagen (nagebootste angst
schreeuwen van de diverse soorten; licht-
kogels, knallende explosieven, carbidka-
nonnen). Men laat zich door een bioloog
adviseren over de soorten gewassen die
men het best kan planten. Men heeft aan
het begin van de banen afschrikwekken
de kunstvogels staan. Er is een werk
groep die zich met het probleem bezig
houdt. Schiphol geeft, kortom, jaarlijks
honderdduizenden guldens uit om zoveel
mogelijk vogels te weren en let daarnaast
ook op de kleintjes. Zo heeft het perso
neel dat nog wel eens buiten in het
zonnetje zijn middagboterham wil nutti
gen, het strikte verbod gekregen etensres
ten te laten slingeren. Het spreekwoord
dat een vliegende kraai altijd wat vangt,
mag op de luchthaven niet gelden.
Een van de belangrijkste deskundigen in
Parijs zal K. Wilde zijn, hoofd van het
Bureau Luchthavens, Luchtroutes en
Gronddiensten van de ICAO (de interna
tionale vereniging van Rijksluchtvaart
diensten). „Het gevaar dat vogels voor
vliegtuigen opleveren", zegt hij, „ontpop
te zich pas als een probleem van belang
toen de straalmachines hun intrede de
den. De vogels moesten het in de lucht
opeens afleggen tegen deze snellere toe
stellen en het aantal aanvaringen nam
toe. Sindsdien is men overal ter wereld
het vraagstuk gaan bestuderen en hoewel
een eindoplossing nog niet in zicht is,
heeft men tastbare resultaten bereikt.
Men weet nu voldoende om zowel op de
grond als in de lucht een aantal tegen
maatregelen te kunnen nemen".
Straalvliegtuigen vertoeven merentijds
op hoogten waar geen vogels zijn. Bijge
volg richt de aandacht zich voornamelijk
op luchthavens en hun onmiddellijke om
geving, want het is tijdens de kritieke
fase van start en landing dat vogels en
vliegtuigen dezelfde luchtruimte inne-
Vraag: hoe maak je een luchthaventer
rein zo onaantrekkelijk mogelijk als per
manente verblijfplaats voor vogels en als
rustpunt voor vogels die op doortocht
zijn? Soms ligt het antwoord voor de
hand. Je kunt drassige terreinen draine
ren en bomen vellen. Soms is de zaak
ook ingewikkelder. Je moet voor de be
groeiing de juiste gewassen vinden en je
moet de wormen in de grond uit zien te
roeien. Iedere luchthaven vereist zijn ei
gen onderzoek en aanpak. Dë hulp van
ornithologen is daarbij onontbeerlijk.
Wat men ook probeert niet alle vogels
laten zich verjagen. De verschillende
soorten zijn uit op verschillende dingen;
wat de één afstoot, kan de ander juist
aantrekken.
Luchthavens beslaan uitgestrekte terrei
nen die, met uitzondering van de vliegtui
gen, door de mens betrekkelijk onbe
roerd worden gelaten. Sommige luchtha
vens worstelen bovendien slechts gedu
rende bepaalde seizoenen met het pro
bleem (zaai- en oogsttijd), terwijl andere
er juist op bepaalde uren van de dag mee
te kampen hebben. Wetenschappelijk in
zicht in al deze factoren en tendensen is
een vereiste.
Met het verjagen van vogels is de mens
waarschijnlijk al begonnen toen hij de
landbouw ging beoefenen. De moderne
technieken zijn oneindig veel doeltreffen
der dan de vogelverschrikker van weleer,
maar vogels op hun beurt blijken uitge
kookt en laten zich moeilijk uitbannen,
zoals iedere boer weet. Het meest in
zwang zijn op het ogenblik apparaten die
luide knallen, lichtflitsen of angst
schreeuwen van vogels produceren. Deze
laatste methode heeft het meeste effect,
maar op den duur treedt bij de vogels
gewenning op. Daarom combineert men
de drie manieren vaak. Veel luchthavens
hebben, evenals Schiphol, mobiele pa
trouilles in dienst die zich behalve met
het verjagen ook bezig houden met rap
porteren en inventariseren. Radar wordt
gebruikt om zwermen op te sporen, voor
al tijdens de vogeltrek wanneer de geva
ren bijzonder groot zijn. Piloten krijgen
dan kaarten mee waarop de trekroutes
staan aangegeven. Voorts bestaan er vo
sommige luchthavens speciale kaart*
van plaatselijke vogelbewegingen tuss<
nestel- en voedselplaats.
De vliegtuigontwerpers hebben evenm:
stil gezeten. Internationaal is men ove
eengekomen de vliegtuigen zo sterk
construeren dat ze veilig hun vlucht kui
nen vervolgen, ook al zijn ze in botsin
gekomen met een twee kilo zware voge
De motoren moeten een vogel van tw€
kilo kunnen opzuigen zonder dat er ee
gevaarlijke situatie ontstaat. De onderdi
len tenslotte die van vitaal belang zij
voor een veilig vluchtverloop, dienen zie
te bevinden op afstand van de plaatse
waar vogels de vliegtuigen plegen te r<
ken. Dit soort en nog vele andere zake
zullen tijdens de internationale Parijs
conferentie ter sprake komen.
De tijd dat men in de luchtvaartlyriel
zwijmelde van zilveren vogels, is voorbij
Tegenwoordig heeft men aan onze geve
derde vrienden een broertje dood.
1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1III1
Op dinsdag 25 oktober vindt in het Congresge
bouw te Den Haag een bijzondere voorstelling
plaats: Ondeko-Za. Het woord is afgeleid van
Oni-Daiko: trommelgeest. Ondeko-Za bestaat uit
vijftien mannen en vrouwen van plm. 22 jaar. Zij
leven op het eiland Sado, in het noordwesten van
Japan, in een soort commune, in zeer primitieve
omstandigheden heel dicht bij de natuur. Lichame
lijk zijn zij allen in zeer goede conditie door de
keiharde training die zij zich dagelijks onderwer
pen. 's Morgens beginnen zij bijvoorbeeld met 20
kilometer hardlopen. Zij streven naar een totale
harmonie tussen lichaam en geest, die men terug
vindt en meebeleeft bij het beluisteren van hun
muziek. Als levende marionetten beelden zil
hun krachtig gespierde lichamen de seizoenei
Hun instrumentarium bestaat uit: 3 enorme i
mels, 8 kleine trommels, 1 bamboefluit (shul
chie), 1 percussie-instrument waarvan het gl
doet denken aan een triangel (Kane), 1 instnil
met 12 snaren (koto).
De trommelslagerstraditie van Japan is al J
oud. Vroeger nodigde men de trommelslagen
.om de kasteelbouwers tot harder werken aa
zetten.
Ondeko-Za is dit jaar voor het eerst buiten Ja,
voor voorstellingen in Amerika en Europa. t