iedere millimeter heeft Nieuwe mode voor Holland vrij vertaald MAX BAKT HET BRUIN FIJNER DAN FIJN BINNENLAND LEIDSE COURANT Aan de steel van de pijp kun je zien dat Dubois hem in ieder geval eens geprobeerd heeft. Ook allerlei ma teriaal uit het prive-le- ven van Dubois, voor zover dat in deze ten toonstelling zin heeft: in ieder geval is aan dacht geschonken aan Simone Dubois, die ons immers de Verza melde Werken van Bel le van Zuylen heeft be zorgd. De Pierre H. Dubois- tentoonstelling is tot 4 november in het Let terkundig Museum. Het Letterkundig Mu seum heeft verder een L. P. Boon-tentoonstel ling samengesteld, die van 5-27 oktober te zien is in de Centrale Bibliotheek van Rijs wijk (Dr. H. Colijn- laan). Essay I Meulelhoff heeft een belangrijk essay van Samuel Beckett door Henny Scheepmaker laten vertalen: „Proust". Het werd door Beckett geschre ven in 1931 en hij liet het voorafgaan door een waarschuwend Voorwoord, waarin hij maar vast bij voorbaat zegt dat hij niet in zal gaan op de zaken die doorgaans aan de orde zijn in alle publikaties over Marcel Proust (de auteur van de reeks „A la Recherche du Temps Perdu", waar van een aantal delen nu ook in het Neder lands vertaald is). Voor de Proust-lezer is dit boek natuurlijk van belang, maar voor de gene die Beckett kent uit zijn romans en zijn theater, is dit boek evenzeer van beteke nis, omdat het juist al die elementen uit het werk van Proust haalt, die in het oeuvre van Samuel Beckett zelf een grote rol spelen. Werk overigens 'dat pas later dan 1931 zou worden geschreven (zoals de toneelstuk ken). Het thema van de Tijd, in relatie met de Dood, komt bijvoor beeld op heel boeiende manier aan de orde. „PROUST" van Sa muel Beckett is uitge geven in de serie „Ideeën',' van Meulen- hoff. Prijs 15,-. Essay II Het gezelschap „De langste dag" is niet erg bekend, ook al bestaat het nu honderd jaar. Men kent die naam slechts als titel van een film? Het gaat hier echter om een heel de gelijk gezelschap van boekverkopers boven de vijftig levensjaren die zich op een of an dere manier verdienst elijk hebben gemaakt voor hun vak of colle ga's. Dit (uiteraard) illustere gezelschap komt'één maal per jaar, op de langste dag van de zo mer, 21 juni, bijeen om in goed gezelschap en in uitstekende ver standhouding allerlei zaken te bespreken, die anders niet op tafel komen, omdat er geen gelegenheid, tijd of ambitie voor is. Dit jaar, 1977, zijn ze dan voor de honderd ste keer bijeen ge weest, deze heren uit uitgevers- en boekhan delwereld. Ze hebben dat gepast gevierd, met een boek: „Het Lam voor de Glazen", opstellen over een eeuw boekbedrijf. Am bo heeft het uitgege ven. Het is een boeiend do- kument: G. W. Huy- gens schrijft erin over honderd jaar letter kundig leven (een hele opgave in 46 pagi na's!); Kees Fens schrijft een essay in vier delen, over de ver houding boek-uit-ge- ver-boekhandelaar, waarvan het me niet zal verbazen als er bin nenkort een deel van als examentekst wordt voorgelegd aan VWO- lèerlingen; er zijn es says gewijd aan de verschijningsvorm van het boek in de laatste honderd jaar, en een lange namenlijst van de leden van het ge nootschap, als dat zo mag heten, „De Lang ste Dag". „Het Lam voor De Glazen" is uitgegeven door Ambo. Prijs 25,-. Essay UI Hoe schrijf je een es say of hoe zet je ge dachten op papier. Ru- dolf Geel heeft daar een boekje over sa mengesteld: „het schrijven van essays, wetenschappelijke tek sten en groepsversla gen". Een bondig over zicht van wat er alle maal moet gebeuren voor je een essay hebt samengesteld. Het boekje is bestemd voor iedereen die wel eens wat schrijft of schrij ven moet: „Het schrij ven van een tekst is voor de meeste men sen een moeilijk kar wei" stelt Geel bij voorbaat vast Hij ordent en be schrijft in zijn boekje hierover allerlei tech nieken die kunnen bij dragen tot het beter schrijven over allerlei onderwerpen. Een nuttig boekje, dat in het onderwijs van betekenis kan zijn, maar dat ook daarbui ten, voor de geïnteres seerde leek, wel nut kan hebben. „Hoe zet ik mijn gedachten op papier" door Rudolf Geel is uitgegeven door Dick Couthinho in Muiderberg. Prijs 14,50. MAANDAG 10 OKTOBER 1977 PAGlNApj Resultaat van zelfwerkzaamheid. Aanwinst voor garderobe Het Internationaal Wolsecretariaat heeft voor doe het zelfsters met de breinaald een collectie zelf op de pennen te creëren sportieve kleding samengesteld, die een geweldige aanwinst vormt voor de garderobe. In het blad Kreatief breien winter 1977 staan 120 modellen ontworpen in samenwerking met binnen- en buitenlandse stilisten. Alle modellen zijn erin afge beeld in velerlei breitechnieken (kabels, fantasiesteken, ajour, opengewerkte patronen, weefoptiek etc.). Sinds half september is het blad verkrijgbaar voor 2.95 in ca. 750 Nederlandse handwerkwinkels. De specerijen die ontdek kingsreizigers als Marco Polo, Magelhaens, Vasco de Gama opdiepten aan de Malabar- kust, Celebes, Java, Sumatra, China, Birma en nog meer van deze exotische gebieden, brachten Max Factors visa gist op het idee de nieuwe winterlook voor de vrouw he lemaal af te stemmen op de rustige kleur bruin! Nootmus kaat, kaneel, gember en de ondefinieerbare naar bruin zwemende kleur van peper (Amerika's eerste miljonair Elias Haskett Derby maakte zijn fortuin met peper) zijn geestelijke vader(s) van de nieuwe „Sindbad Look", in volgorde van gebruik: Basis- make-up „Cool Bronze", waar bij blos Ultra Lucent Water proof Blush, roodbruin als sommige uitheemse kruiden. De ogen worden omfloerst door bruin! „Soulful Brown" op het bovenste ooglid tot aan de bananenlijn is kastanje kleurig. Vanaf de bananen (arcade)lijn „Golden Brown" tot precies onder de wenk brauw. Laten uitlopen tot aan de binnenkant van het oog. Wenkbrauwen bruin bijschet- sen. De mascara is bruin! En zelfs de mond moet bruin worden een combinatie van licht safraan en kaneel. De naam van de lipstick is „Ca- nelle". Binnen het kader van de Factor-activiteiten mag niet onvermeld blijven dat het Huis een voordelige lijn heeft uitgebracht („Maxilijn"), bestaande uit zes produkten (mascara, oogschaduw, lip stick, blos, 8-uur make-up) elk 4.95. Nagellak: 3.95. (Door Jan Verstappen) De muziek uit de jaren 50/60 viert hoogtij en daarmee is de belangstelling voor de Shadows weer tot een hoog tepunt gestegen. Door deze interes sen was het eerste concert dat vrijdag 14 oktober in het Congresgebouw te Den Haag gegeven wordt als onderdeel van hun Europese tournee, binnen de kortste keren uitver kocht. Om de vele fans die voor dit eerste concert geen kaartje meer kon den krijgen niet te leur te stellen is er besloten op die vrij dag een extra volle dig concert geven, dat om 24.00 u. be gint. De Parijse- en andere buiten landse modecentra hebben hun zegje gezegd. Zo langza merhand is bekend geworden wat komende winter brengen zal. Het gaat er nu om wèt er van al die pracht in Nederland vrij vertaald of geïmpor teerd te koop zal zijn. Een tikkeltje informatie hierom trent kan de lezer(es) mis schien van dienst zijn. Voor de groep functionele, comfortabele en lekker warme kleren kan men terecht bij de grote warenhuizen, wier inko pers heus niet slapend door het leven gaan. De lange truien die als mini-jurk of ma xi sweater goede kans maken bij „vrouwen die durven" aan te slaan zijn te koop bij o.a. C A, V D, Bijenkorf, P C, zonder andere zaken voorbij te gaan die ze ook hebben. Waarschijnlijk wor den ze voor de jeugd bestsel lers. Dan is er de uitgebreide collectie winterwitten, heerlijk warm en wollig, sportieve recht toe rechtaan jurkjes voor de superslanken (ze kle den af, maar de meer corpu lente vrouw toont er vetrolle- tjes in, en dat kan beter maar gemaskeerd worden in ruimer vallende kleren). Rimpelrok ken zijn er te over in klassieke Ierse- en Engelse stoffen. Plooirokken zijn de grote mo de compleet met een fluwelen blazer. Het „blaast" al in de stad van de „blazers". Het is zaak een goede te kopen als men er voor door de knieën gaat. Corduroy broeken met een brede ribbel worden ge combineerd met pastels of ecrutinten, die onderling maar een fractie verschillen. Die broeken zijn er in mosgroen, vergrijsd beige, khaki (nog steeds), RAF blauw, roest, ker rie en cognac. Blouses en truien blijven in bijpassende tinten van rokken in camel, beige, flanel, grijs en bruin grijze melé's. Een nieuwe naam in dit rayon is Reldon (exclusief Bijenkorf). Reldon heeft fantastisch mooie coördi naties: blazers, vesten, broe ken en rokken, die onderling verwisselbaar zijn. Combine ren blijft sleutelwoord, vooral Allemaal te koop bij onze eigen Bijenkorven. als het om accessoires gaat. Bij Russische plattelandsrok ken en wijde blouses dus liefst vrouwelijke bijkomstigheden, laarzen met bontranden. Boers aandoende mutsen staan er ook leuk bij, dassen, wanten en de nieuwe beenbe kleedsels in de folklore-look bij loden, naturel leren riemen en grote tassen. Ook Scandi navische invloeden zijn in ons Mohair jassen, rokken met volants, waarbij grote coltruien, geruite shawls, double face wikkelrokken in wit/grijze ruit en witte wijde bouclé mantels. Hiervoor even neuzen bij C A. kikkerlandje doorgedrongen en kleren van dien aard bij ons te koop. Werkmansblou ses, grofgebreide truien (Het Wolsecretariaat kwam met een prachtig breiblad „Kreatief" Winter 1977, waarvan harts tochtelijke breisters zullen ge nieten, er zijn prachtige patro nen met beschrijving van ruim 100 breimodellen), harige mo hairmantels en dekbed-jacks, gevuld met dons als een slaap zak. C A heeft een serie grappi ge geruite jurken, waarbij de wijdte valt in diepe rimpels en plooitjes vanaf de schouders, bijeen gehouden met een riem zodat een minijurk op het lijf wordt geboren. Dit soort kleding doet het erg goed met dikke wollen mail lots en korte laarsjes, maar ook als blouson of tuniek als u wilt op een nauw gepijpte ribcord broek. Voor de man een serie blazerpakken (ook hij!) in tweed met visgraad en in fijne ruitjes. Voor vrouwen met een dikke re portemonnee zijn er beeldi ge creaties in worteldoek, ge heel geplisseerd, Brons geplas tificeerde regenjassen met klokkende strook, het echte couturierwerk (o.a Arnould Diepeveen, Soest), die momen teel niet al te beste gezondheid heeft, maar wel aan het op knappen is. Hij woonde zijn show tenminste even alert en enthousiast als altijd bij. Voor die vrouw met de dikke beurs zijn er dan nog tal van moge lijkheden, maar we houden het nu bij mevrouw Modaal, die het straks misschien moei lijk krijgt met haar inko men Academisch? Een naam ligt in een klein hoekje. De nieu we stroming in het Nederlandse litera tuurbedrijfje heet „Het Academisme", een term die verzon nen is door Jan Brok ken of Aad Nuis, die twee hebben daar in ieder geval ruzie over, omdat ze geen van bei den verantwoordelijk gesteld willen worden. Een paarweken gele den begon het, op de cover van het week blad H.P., waar vier jonge Nederlandse schrijvers somber en vooral nors naar de fo tograaf keken. Frans Kellendonk, Doeschka Meijsing, Nicolaas Matsier en Dirk Ayelt Kooiman. Het viertal maakt het best in de Nederlandse litera tuur, hun werk wordt uitstekend verkocht, meldt Jan Donkers in een groot artikel in die weekbladaflevering. Hij typeert hen, op grond van een uit spraak van Aad Nuis, als „Het Academisme in de Literatuur". Zo immers had Aad Nuis het verschijnsel ge noemd, toen hij elders een boek besprak van Kellendonk. Waarom Academisch? Het komt hierop neer dat deze schrijvers hun verhalen zo in el kaar zetten als ze ge leerd hebben dat an dermans werk in el kaar zit. Zoals men in die tak van literatuur wetenschap, die ver haalanalyse heet, doet. Met grote kennis van allerlei zaken als spie geling of kontrast van tijd en ruimte in het verhaal, met inzicht in de manieren waarop grote auteurs uit de wereldliteratuur hun personages inleiden en opbouwen, met al dat soort „academische" kennis zou het norse viertal verhalen schrij ven, waarin dat alle maal uitstekend gere geld is, en die dan ook prachtig gebruikt kun nen worden voor nieu we academische litera tuurnavorsers. Aad Nuis liet direct weten niet verantwoor delijk gesteld te willen worden voor zijn naamgeving. Een pole- miekje met Jan Brok ken volgde. De laatste sloeg zich daarbij op de borst met de mede deling dat het door hem toch maar gepres teerd was om een nieu we literaire beweging vanaf het begin af te signaleren en journa listiek te begeleiden. Het Academisme? Of het een juiste bena ming is of niet, het zal wel zo zijn dat de da me en de drie heren op de omslagfoto van H.P. zo blijven heten. De Academische lite ratuur. Achteraf maakt men zich in de Nederlandse schrijvers- en boeken wereld wel vrolijk over deze naamgeving. Sommigen menen dat HP's Jan Brokken zich door het viertal schrij*- vers voor het Revisor karretje liet spannen. Deze vier zijn namelijk redacteur of trouw me dewerker aan het blad „De Revisor", dat best via HP een publici- teitsstoot kon gebrui ken. Zo meesmuilt men althans in „literai re kringen". De verpakte dood: tijdschriften. In het nieuwe Revisor- nummer (jaargang IV, nr 4) een bijdrage van Nicolaas Matsier en fo tograaf Theo van der Vaart over kerkhoven alom in den wereld én de merkwaardigheden die je daar aan kunt wel de bijdrage over middeleeuwse teksten over lichaam en han del en wandel van de vrouw, door Mieke van Doorn en Willem Kui per: „Der Vrouwen Heimlic-heid". Allerlei bijdragen over literair- historische zaken (Dul- laert, maar dan niet de bekende; Jan van der Noot) en literaire theo rie (J. J. van Overstee gen). Uitgegeven door Wolters-Noordhoff. De pijp van Maigret In het Letterkundig Museum en Dokumen- tatiecentrum (in het Juffrouw Ida-straatje, tussen Prinsenstraat en Noordeinde) is een tentoonstelling gewijd aan Pierre H. Dubois die onlangs zestig werd. In een paar zaaltjes zijn daar allerlei zaken neergelegd, afkomstig uit boekenkast of ar chief van Pierre Du bois, die te maken heb ben met zijn werk, als dichter, essayist, re- dakteur van literaire bladen, kritikus. Biografische gegevens tref je er aan, in schrift en beeld (zijn Amsterdams geboorte huis en de huizen waar hij in Amsterdam als kind woonde zijn op de foto aanwezig op de tentoonstelling). Er zijn brieven van en naar collega's uit de literaire wereld: Ber- tus Aafjes (een jeugd vriend), Ed. Hoornik, Jan Greshoff, Cola De- brot. Ef is nogal wat aan materiaal rond Sime- non, met wie Dubois veel kontakt heeft of had. In een vitrine ligt dan ook de pijp van L ..Jtk. Marcel Proust Maigret, die Simenon ooit liet maken voor een aantal vrienden. u Deze Asparagus of sierasperge heeft nog fijnere naaldjes dan f de gulle plant, die we allemaal kennen. In sierlijke slierten valt il die vanaf een hoge plaats als een groene waterval naar beneden Li en blijft beeldig groen als ze maar genoeg licht krijgt. De 1; sierasperge is verwant aan de oudste soort: „Asparag Sprengeri" a (die toen natuurlijk nog niet zo heette) in Oost-Afrika. Springer Le stierf in 1917 op Korfoe. De Asparagus die u hier ziet afgebeeld 3 is mogelijk een nieuw soort, gekweekt om nog fijnere blaadjes e< te krijgen dan de normale plant van die nae. Ze staat nog in E geen enkel boek vermeld. De Asparagus beleeft in z'n algemeen- g< heid een come back, na een tijdje uit de gunst te zijn geweest; i ze is puur nostalgisch, maar niet moeilijk te behandelen. Nor- r* maal water geven, zo nu en dan mest en als ze te grcu>t -^-ordt, ej kunt u de plan scheuren. Nummer twee gaat in een andere e pot en u heeft er een plant bij. Dit kunstje met dit Pietje Precies a uithalen is riskant, het gaat waarschijnlijk wel, maar het is a misschien beter althans in het afgebeelde stadium flink a de ruimte geven om tot volle wasdom te komen, 7,50. En denk om het licht. Duistere hoeken hoeft ze niet.. Tweemaal The Shadows treffen. „Verpakkin gen van de Dood". Wam de Moor schrijft een essay over het werk van J. van Ouds hoorn („en het hoertje van de filosofie") en er is een danig interes sant stuk van Stefan Themerson over de „Anatomie van het La chen". Het aardigste van de nieuwe Maatstaf-afle vering (augustus-sep- tember 1977) vond ik het reeksje voor dracht-gedichten van Karei E. van Reym (wie dat ook moge zijn) onder de titel „Proble men", waarin een aan tal taboes rond de funkties van het men selijk lichaam en de uit- en afscheidingen daarvan besproken worden in poezie la Piet Paaltjens. Interes sant is in dit nummer de reeks portretten van de dichter Paul Léautaud; Bart Tromp schrijft over de Partij Pierre H. Dubois in schrift en beeld van de Arbeid in de jaren zeventig en Rob Schouten pleegt via een sonnet een kleine aanval op scherts, ge legenheids- en onzin- dichter Tom van Deel. Ook inMaatstaf publi ceert Wam de Moor een artikel over J. van Oudshoorn. Het meest interessante deel in het nieuwe nummer van „Spekta- tor" (april-mei, jaar gang 6) is misschien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 6