Ook al denk je dat je het
niet bent, je bent het tóch...
Ruimtelijke ordening
is er voor de mensen"
Leidato biedt een erg voordelig trapgeveltjes-dorp
JOOP KAN ER
ALLE KANTEN MEE UIT
P&C kleedt u op
de 16e Leidato
Nederlaag
voor LDG
—STAD/REGIO
LEIDSE COURANT
DINSDAG 13 SEPTEMBER 1977 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
De geveltjes van Joop Visser.
Ook dit jaar weer kunnen gedurende de Lei da
to-middagen en -avonden de bezoeksters met
hun mannelijke aanhang (eventueel) zich even
terugtrekken uit de warme drukte om te genie
ten van de komende herfst- en wintermode,
waarvan Peek en Cloppenburg Leiden tijdens
de show flitsen vertoont Drie keer pier dag:
een keer 's middags en twee keer 's avonds.
Een presentatie door vier mannequins en een
dressman die steeds grote belangstelling trekt
Schitterende leren en suède mantels, al of niet
met bontkraag afgezet en waaronder speciale
Leidato-prijsjes. De materialen kunnen hang
zijn, zoals loden, sportief tweed of glanzende
zijden of fluwelen modellen. We doen maar
even een greep uit al dat aantrekkelijks: over
een col-pullover (voor „hem") een erg fijn
zuiver wollen Dick Holthaus-colbert, en voor
„haar" een sportief wollen pakje.
Voor feestelijke avondjes verder een gemakke
lijk zittende (of dragende) lange jurk van
kreukvrij zijden jersey en voor manlief een
donker diolen gelegenheidskostuum met zadel
steek en groot opgesneden revers. En dan komt
u echt niet van de regen in de drup als u
gekleed gaat in een zogenoemd „Westerterp"-re-
genpak, dat in Leiden o.a. bij de fa. J. van Zijp
verkrijgbaar is.
De Leidato Huishoudbeurs, de 16e
in een 25-jarige geschiedenis, biedt
de duizenden bezoekers (gister
avond waren er al weer meer dan
20.000 geregistreerd) tal van as
pecten die buiten de strikt com
merciële sfeer vallen, althans er
hooguit tegen aanleunen. In dit
geval doel ik op het „overkapte"
oud-Hollands aandoende huisjes
dorp in de bijhal, waar fietsen een
grote rol spelen. Niet alleen dat
alles beheersende centrum, waar
200 jaar rijwielgeschiedenis geex-
poseerd staat zonder dat je de
sterke indruk krijgt, direct op zo'n
antiek vervoermiddel te kunnen
wegrijden maar ook achter de
trapgeveltjes, zo kunstig gecon
strueerd in triplex en hardboard
met geschilderde voegen en scheu
ren, is een glimmend fietsenrijk
opgebouwd. De fiets moet als ge
zonde tegenhanger van de auto
nog steeds redding voor de met
corpulentie en andere lichamelijke
ongemakken bedreigde laat-twin-
tigste eeuwer brengen.
Stevige frames, terugtrapnaven, handrem
men en versnellingen, in het gezelschap
van de meest comfortabele accessoires, al
dan niet noodzakelijk, onder het loze dak
van de .huisjes". Maar ook De Hutspotten,
de Leidse carnavalsvereniging, vergaart er
via fancy fair-achtige attracties weer con
tanten voor tal van sociale doeleinden: je
kunt raak schieten of missen, de opbrengst
van het gerichte buksvuur of van de teleur
stellende inhoud van een envelop-met-lot
wordt gebruikt voor het houden van fijne
middagen voor bejaarden, gehandicapten
of kinderen.
king met Joop Visser, behalve lijvig Leida-
to-bestuurslid-met-corveedienst ook ont
werper van die 20 huisjes.Je mag het best
weten, maar ze zijn eigenlijk net terug uit
Frankfurt waar ze op een bloemententoon
stelling stonden". De bedriegelijke gevel
tjes zijn pas een half jaar oud, ofschoon
je na een avond doorzakken zou kunnen
denken, dat de eeuwen eroverheen zijn
gegaan. Joop Visser (die op het Leidato-se-
cretariaat onduidelijk zit te manipuleren
met nummerkaartjes): „Die geveltjes zijn
eigenlijk, zal ik meer zeggen, plaatsvervan
gers van de marktkraampjes. Ze staan snel
overeind en ze zijn met bouten in elkaar
gezet Dat is het goedkoopste", vindt Vis
ser, die eigenlijk het liefst over de NOS
zou praten, sinds hij een keer voor de
televisie is geweest.
„Op alle manieren kunnen we ze neerzet
ten", vertelt Joop somber verder; „ook dat
is het goedkoopste. Het is een voordeel
ook, dat die dingen voor bloemencorso's
gebruikt kunnen worden. Het doet leuk
aan en ik mag wel zeggen, dat die huisjes
zich aanpassen aan die ouwe fietsen toe
standen en de waterpomp". Joop heeft
inmiddels het oog gevestigd op de interna
tionale duivententoonstelling die eind ja
nuari van het volgend jaar in de Amster
damse RAI wordt gehouden. Zijn huisjes
hebben, naar zijn zeggen, de aandacht
getrokken. Natuurlijk van de NOS. Een
NOS-ontwerper is gisteren al komen kij
ken of die stulpjes aan zijn RAI-ideeén
kunnen worden aangepast Joop Visser
huisjesmelker: „Ze kunnen ook voor een
braderie op straat worden gebruikt Nog
maals: het is een dorp, dat in één ochtend
rechtop staat". Joop had gisteravond een
drukke Leidato-dag achter de rug en kijkt
wat triest weg, helemaal vol van de 3
oktoberoptocht die ook aan zijn brein
knaagt; die praalwagens staan ook alweer
als kale jonkers te schreeuwen om veren.
En dan is er een NCRV-kwis van Kick
Stokhuizen: „Dat is iets van de natuur en
zo; veel draaiwerk en erg bewerkelijk.
Daar doe ik aan mee. Man, hou op. Wel
erg dankbaar werk, hoor. Nee, ik drink nu
niets, want ik moet straks vergaderen".
pi*V
n I
Een onderwerp, waar iede
reen - zou ik zeggen - direct
op af moest stevenen: „De
rol van de vrouw in India".
We zouden het gisteravond
voorgeschoteld krijgen in
een zaaltje van de Mens
wordingskerk in Leider
dorp. Opgedist door een
even joyeuze als exotische
vrouw die het weten kan.
Dat was mevrouw Meher-
angiz Munsiff, geboortig in
India, maar in Londen wo
nend en van daaruit opere
rend. Gelet op het wellicht
indringend karakter van
haar lezing hield mrs. Mun
siff de middag tevoren in
klein verband een perscon
ferentie waarop enkele
apen uit de mouw kwa
men. Ik had het kunnen
weten, maar ik wist het
niet; ofschoon iedereen die
het niet weet, het tóch is.
„Mevrouw Munsiff, kunt u
al iets vertellen over het
onderwerp, dat u van
avond gaat aanpakken?"
Een redelijke vraag onzer
zijds, omdat dit onderwerp
in een uitnodiging gean
nonceerd was. Mrs. Mun
siff gaf het antwoord van
de eeuw: „Ik weet het echt
niet. Lieverds (tot enige
Leiderdorpse volgelingen),
weten jullie iets? Ik praat
niet zomaar over een on
derwerp".
Toch ben ik naar de Menswor
ding gegaan, met dat beeld
van die Indiase vrouw vóór
me. In het zaaltje zaten tien
mensen doodstil te luisteren,
af en toe in lachen uitbar
stend. Een vrolijk gezelschap,
vol vertrouwen, zoals eens
(hooguit minder vrolijk) het
publiek in de Romeinse cata
comben zijn toekomstver
wachting samen beleefde. Ja
wel, mrs. Munsiff, getekend
door de Hindoe-stip op het
voorhoofd, predikt een nieuwe
leer, anno 1844. Leiderdorpers
daaromheen. Liefde en recht
vaardigheid, veel koffie en
opofferingsgezindheid, bereid
tot het martelschaap, aarzelen
de vechters, die gisteren voor
lopig het heil uit het oosten
tegemoet zagen met de zeker
heid, dat ze een uurtje later
weer veilig onder de dekens
konden kruipen. Hoewel lieve
mrs. Munsiff hun de bloedig
ste voorbeelden vanaf de lou
teringsberg voorhield.
De inleiding, die dus niet over
de rol van de vrouw in India
ging, werd ter stichting van
het geboeide tiental dromerig
en vredig door een goedgelo
vig meisje met gitaarklanken
begeleid. Mogelijk in plaats
van wierook. Mrs. Munsiff, als
een andere apostel Paulus, die
expressief van haar omzwer
vingen vertelde en de liefde
voorhield als „de meeste" van
de deugden geloof, hoop en
liefde. Nog nooit heb ik die
liefde zo sterk gevoeld. Dat
begon al op de persconferen
tie, toen ik het laatste eindje
van mijn-sigaret kwijt wilde:
„Sweetheart, zal ik die rozen
even opzijzetten, dan kun je je
peuk beter uitmaken".
Honey vóór en darling na,
maar in de Menswording raak
te men kennelijk een beetje
perplex, ondanks alle vrolijk
heid, van de enorme conse
quenties die het nieuwe geloof
(„ziet, hoe ze elkander bemin
nen", kwam in me op) de - in
dit geval Leiderdorpse gelovi
gen oplegt.
Mrs. Munsiff had me in de
gaten, tijdens haar lieftallig
betoog, en ze was direct bereid
tot een vogelvlugge opmerking
tussendoor aan het adres van
de „pers": „want jouw pen is
sterker dan mijn tong". Ik
voelde me nog net niet opge
nomen in het koor van Leider
dorpse (maar je hebt ze overal,
in geringe hoeveelheden) enge
len; daarom kon ik ontsnap
pen aan het keurslijf van een
profetenzoon dat me bijna
werd opgedrongen. Want al
ben je nog zo lief, je moet ook
brutaal zijn als apostel. Het
goddelijk leven moet een ieder
deelachtig worden; Christus is
ook klein begonnen. „Zullen
we eens wat gebeden opzeg
gen? We hebben gebeden voor
elke gelegenheid. Of speel nog
eens een vrolijk lied". Zo werd
een handjevol mensen (maar
het gaat niet om het aantal,
alles heeft z'n tijd nodig) be
vestigd in het geloof. Nog een
vreemde mededeling (die ik
helaas uit de context moet ha
len, want ook de evangelist
had meer ruimte nodig dan
ati
.Ruimtelijke ordening is er
er,i voor de mensen. Voor mensen
>et| die leven en bepaalde ideeën
r aanhangen. Sommigen van hen
Vd zijn wat overdreven in de rich-
ting de natuurbescherming of
avtf de techniek gegaan. Aan de an
dere kant zijn er groepen men-
on sen die altijd tekort worden
gedaan. Dat zijn bijvoorbeeld
M kleine kinderen of bejaarden,
gn groepen mensen die bij voor-
1 beeld niet beschikken over ei
gen vervoer. Kijk, daar ligt nog
een hele toekomst voor de
rf ruimtelijke ordenaars: ook de
on kwaliteit van de woonomge-
ffif ving van die mensen moet ver
der worden verbeterd. Je moet
j er daarbij als provinciaal li
chaam voor zorgen dat je niet
teveel de abstracties van het
ministerie gaat volgen. De pro-
ei vincie staat dichter bij de men
sen dan het Rijk. Maar aan de
andere kant moet je de hoofd-
el| Hjnen die je voor de indeling
van nog beschikbare ruimte
d aangeeft niet te ver uitwerken,
jfy Dat is een taak voor de gemeen
ten, die op hun beurt weer dich-
ïni ter bij de mensen staan. De
mj dienst waarvan ik de directeur
word is er dan ook enkel en
rjj alleen maar om de gemeentebe
sturen duidelijk te maken wat
de gevolgen zijn van hun ruim
telijk beleid. We moeten oppas
sen voor een kaartbeeld-plano
logie. We moeten denken aan de
mensen".
Ir. E. B. van Hogezand (54)
praat nog zeer voorzichtig. En
dat is begrijpelijk, want sinds
r* zijn benoeming per 1 oktober
tot directeur van de Provinciale
Planologische Dienst (PPD) van
Zuid-Holland heeft hij nog nau
welijks de tijd gevonden zich
met de ruimte-problemen van
deze provincie vertrouwd te ma
ken. Veel tijd om die problemen
goed te leren kennen zal hij
vóór die datum niet hebben,
want met zijn dubbele baan (hij
I is nop altiid sector-directeur van
NIEUWE DIRECTEUR PPD: „WESTEN IS NOG LANG NIET VOL"
zet.
Met „kwaliteit van de woonom
geving" bedoelt de nieuwe voor
man van de provinciale planolo
gen dat het accent bij de inde
ling van de nog beschikbare
ruimte in Zuid-Holland nog veel
meer en zorgvuldiger dan voor
heen moet worden gelegd op de
kwaliteit van die woningen, de
groenvoorzieningen in de oude
stadswijken. „We moeten voor
komen dat we hier in het westen
situaties krijgen als in de Am
sterdamse Pijp. De woningen
die je bouwt mogen best wat
duurder uitvallen als je daar
mee een hoop aan woonkwali
teit wint".
„Deskundigen"
Ir. Van Hogezand bestrijdt de
opvatting van veel „deskundi- Onbebouwd
gen" dat het westen van de
randstad zo overstelpend vol is
dat onder andere daarom men
sen en werkgelegenheid (indus
trie) zich maar beter in andere
delen van het land kunnen vesti
gen, waar nog volop ruimte is.
„Wat is vol? Als je de ruimte
visueel gaat benutten? Dat we
in de randstad hutje bij mutje
zitten is flauwekul. Laatst had
ik hier wat vrienden uit Brazilië.
Die dachten dat we in Neder
land allemaal op eikaars lip za
ten. Ze stonden verbaasd van de
ruimte die we nog hadden. Ik
ben ervan overtuigd dat we met
een goede landschappelijke in
kleding nog lang niet vol zitten".
Een voorwaarde voor het voor
komen dat we binnen afzienba
re tijd wel vol zitten, is volgens
ir. Van Hogezand dat een halt
wordt toegeroepen aan de groei
van de voorsteden (de suburba
nisatie) en dat de grote stad de
hoogste aandacht moet krijgen.
„Alleen in een stad kun je een
hoog niveau bereiken op het
gebied van de sport, de weten
schap, de cultuur. Al die func
ties dienen één geheel te vor
men, in onderlinge samenhang".
De heer Van Hogezand onder
schrijft daarentegen de juist
heid van het streven om de
ruimten tussen de stedelijke ge
bieden (de groene bufferzones)
en in het Hollandse Midden-ge
bied zoveel mogelijk „open"
d.w.z. onbebouwd te houden.
„Maar wat bedoelt men met
„open"? Daar heb ik nog nooit
een goede uitleg van gehoord.
Het groene buitengebied is be
langrijk als een gebied waar je
naar kunt kijken, kunt fietsen,
de natuur beleven Het is allang
niet meer zo open, maar je moet
het niet verder aantasten". Hij
stelt dat bij een herindeling van
dergelijke gebieden de belangen
van de landbouw en de kleine
stedelijke kernen (dorpen) voor
op moeten staan. „Als de een
achteruit gaat, verpaupert ook
de andere", zegt de heer Van
Hogezand.
Moeilijkheden
Ir. Van Hogezand erkent wel
dat het (auto)verkeer op vele
plaatsen in de provincie voor
grote moeilijkheden zorgt en het
behoud van die buitengebieden
in gevaar kan brengen („We zul
len er veel aandacht aan moeten
geven"), maar toch moet vol
gens hem de particuliere auto
niet al teveel meer in de weg
worden gelegd". Het is onjuist
de particuliere auto lam te leg
gen, zoals een toenemend aantal
mensen zou willen. Het is on
denkbaar dat de auto nu nog uit
ons leven verdwijnt, hij is er een
onderdeel van geworden".
Voor het probleem van de nieu
we bouwlocaties in de provincie
bestaan volgens de nieuwe
PPD-directeur wel oplossingen.
Een voorkeur voor Leidschen-
dam-oost of Pijnacker - Noot
dorp wil hij nog niet kenbaar
maken. Een nieuwe bouwlocatie
in zee, zoals die van het ontwik
kelingsbureau Polyzathe of die
van de Haagse gemeenteraad
sleden ir. C. J. Cadèl en J. J.
ten Velden, wijst ir. Van Hoge
zand in ieder geval van de hand.
Hij vindt het zelfs „bedenkelijk"
dat in die richting wordt ge
dacht „Als we serieus over het
milieu denken dan gaan we toch
zeker niet bouwen in zee? Er
wordt toch al zo'n enorme aan
slag op de zee gepleegd. Boven
dien: is de kust niet veel belan-
gerijker voor de tallozen die er
jaarlijks recreëren dan voor het
aantal mensen dat daar graag
wil wonen? Nee, laten we de
kust toch met rust laten". Hij
bekent ooit over het Polyzathe-
plan aan een betrokken instan
tie een negatief advies te heb
ben uitgebracht.
De fout die volgens ir. Van Ho
gezand in elke nota over de
Mevrouw Meherangiz Munsiff met een aandachtig luisterend gehoor
dagelijkse rubriek van een
halve pagina): „En Beethoven
stierf aan een luis in zijn
hoofd..." Daar mochten de dis
cipelen van mrs. Munsiff, nog
steeds onder de indruk, sma
kelijk om lachen. „Als jullie
maar sterk blijven", waar
schuwde de Indiase apostel
nog.
Over enige tijd reist zij naar
Hawaï, charmant en lieftallig.
Ook Australië komt aan de
beurt. Haar sterk geloof is we
reldwijd; het Pinksterwonder
heeft haar tong niet onberoerd
gelaten: ze spreekt vele talen
bewonderenswaardig, zelfs
Perzisch. Schipbreuk en ge
vangenschap zijn haar nog be
spaard gebleven. Mogelijk
mag ze ernaar haken, maar ik
hoop van harte, dat ze ook
ontsnapt aan de veertig-min-
één, in het eilandenrijk van de
Stille Zuidzee. Voor het overi
ge moet ik even van de klap
bekomen: ook al denk je dat
je het niet bent, je bent het
tóch...
V
LEIDEN Het Leids Damge-
I nootschap, zeer optimistisch gt-
I worden na haar overwinning
vorige week op het sterke Pa-
pendrecht, is door de damver
eniging Bennek om duidelijk
I met de neus op de feiten ge-
j drukt Met een duidelijke 16-4
nederlaag werden de Leidena-
I ren naar huis gestuurd. Een uit-
j slag, die wellicht wat geflat-
I teerd was, maar bet aanwezige
klasseverschil wel aangeeft
Ir. E. B. van Hogezand: gemeente dichter bij de
mensen dan provincie en Rijk.
indeling van de ruimte wordt
gemaakt is dat zoveel zaken niet
„integraal" worden geregeld.
„Dat geldt voor zowel het be
stuurlijke als het financiële
vlak. Ook aan de concurrentie
positie van de groeikernen
wordt niet genoeg aandacht be-
steed.Nee, op organisatorisch
gebied kan in Nederland nog
heel wat worden verbeterd".
Overigens is de heer Hogezand
niet onbekend met het werk van
een provinciale planologische
dienst Van 1963 tot 1969 werkte
hij voor de PPD van de provin
cie Noord-Holland. De vraag
wat hem ertoe bracht te sollici
teren naar deze even belangrij
ke als moeilijke functie waaruit
zijn voorganger - prof. ir. N. A.
de Boer - begin vorig jaar na
grote interne moeilijkheden ont
slag nam, krijgt het simpele ant
woord: „Gewoon, regionale
plannen helpen uitstippelen".
JOS TEUNISSEN
LDG werd al na vijf minuten
spelen op een achterstand van
2-0 gezet door een grove ope
ningsblunder van invaller Klin
kenberg. Deze vroege tegenval
ler prikkelde de Leidenaren wel
tot een grote mate van vecht
lust, waardoor de tweede uitslag
pas na vier uur spelen kon wor
den genoteerd: W. Kleijn verloor
in hevige tijdnood (4-0). Deze
achterstand was niet meer weg
te werken. In de resterende par
tijen behaalden nog vier LDG-
spelers de remise, rü. Fred Ong,
Gerrit de Bruijn, Hein van Win
kel en Peter Bronstring.
De stand in de eerste klasse van
de Nationale dam com petitie na
twee rondes luidt: 1. Bennekom
4 punten, 2. Assen 4, 3. Heemste
de 2 (uit 1), 4. DAVO 2 (uit 1).
5. Papendrecht 2, 6. Leiden 2,
7. Het Oosten 1, 8. VAD 3 1. 9.
Bussum 0, 10. Houdt Stand 0.