Leo Polhuys spaart overlijdensadvertenties
GEEN POSTZEGELS, GEEN SIGAREBANDJES, GEEN SUIKERZAKJES
AUGUST
Pd8; pion: f,
n houdt rerrAM Op 31 maart 1918 werd zonder
welfde materfdelijke stemming door het parlement een
dus. Wit n aangenomen, waardoor in latere jaren Ne-
Kf3walandse dijkenbouwers en polderjongens voor
nsen houdt zoveelste maal hun wereldreputatie konden
te antwoorqrageü. Het was de wet tot Afsluiting en
Pe7 4. h6, deeltelijke) droogmaking van de Zuiderzee.
'I, Oolti gigantische miljoenenoperatie de aanvan-
ie. 6. lijke kosten werden overigens slechts op 220
Pc5f 9. Kfijoen gulden geraamd waarvan het einde
Ke4, Kf8 liengs in zicht begint te komen. Volgend jaar
c6 14. Pf7jtaan de Zuiderzeewerken derhalve 60 jaar.
ralt nog v\ar zij zijn de laatste jaren begeleid-door veel
voor de geïtcussies en door tal van schriftelijke betogen,
n de min* het IJsselmeer nu maar met rust te laten.
it wit te vine
ide rubriekewe' aan het einde van de Eerste Wereldoor-
dstrijd. Om tegen de inpoldering van de Zuiderzee inci-
>ers ook erteel wel protesten werden gehoord, deed de
i zijn twee tfinnering aan de stormvloed van 1916 met de
boeken b^bij gepaard gaande overstroming en de wens
e tweezette meer landbouwgrond de gedachte aan een
3 laatste gesloten en gedeeltelijk droge Zuiderzee vrij
andere viéemeen higang vinden. Thans, nu de Zuiderzee-
ls prijs voofhen bijna aan het eind van de rit zijn, is de
ze voor deDom van protesten veel breder en heftiger
everen danvorden- Zij richten zich nu tegen de inpolde-
rullen verscS van een 40.000 ha. grote Markerwaard, in
i de lopend karwei velen een voorloper menen te zien
ge tijd over Pannen om toch ooit nog eens de Waddenzee
dtermijn n<508 te leggen. „Het oude land is nu beschermd
jen overstromingen door de Afsluitdijk",
irijft Jaap van der Zwaag in een onder auspi-
van de Vereniging tot Behoud van het
iselmeer te Edam verschenen boek. „Uit de
mdbestemming van de Flevopolders kan al
•rden afgeleid dat er geen behoefte meer is
n extra landbouwgrond en de betere water-
ishouding is geregeld door het ontstaan van
t IJsselmeer. De Zuiderzeewerken hebben dus
n hun doel beantwoord voordat de Marker-
tard is ingepolderd. Het logische gevolg zou
in ook zijn dat de Zuiderzeewerken worden
[ëindigd en dat de Zuiderzeewet wordt inge-
bkken".
beds in de zeventiende eeuw liepen er mannen
kid met plannen de Zuiderzee af te dammen
in te polderen. In 1667 publiceerde Hendric
evin in zijn boek „Wisconstich Filosofisch Be-
|yf" een plan dat beoogde antwoord te geven
b de vraag „hoe het geweld en vergif der
r fijn
Een opvallend idee, waar zijn tijdgenoten
wel niet warm voor konden lopen. Pas aan het
einde van de negentiende eeuw begon er enige
tekening te komen in de reeksen plannen om van
de Zuiderzee een zoetwaterbekken te maken, en
het was dr. ir. Cornelis Lely die acht nota's
produceerde, waaruit de uiteindelijke droogleg
gings- en inpolderingsplannen werden gedestil
leerd. Op dat moment werd de grondslag gelegd
voor wat de Harderwijker industrieel Eibert den
Herder zou noemen „een ramp voor Nederland".
In een reeks publicaties, die hij vervolgens liet
verschijnen bij de Gelderse uitgeverij Mooij he
kelde Den Herder „het Zuiderdrama", waarvan
hij voorspelde dat het ten onder zou gaan in
enerzijds een geweldige watervloed, anderzijds in
een triest financieel debScle.
Den Herder evenwel kreeg ongelijk. Aan het eind
van de twintiger jaren viel de proefpolder bij
het Noordhollandse Andijk droog en in 1932
werd de Afsluitdijk voltooid. Zowel dit karwei
als de daarna drooggelegde en ingerichte IJssel-
meerpolders groeiden uit tot overal ter wereld
aandacht trekkende objecten. Misschien dat de
concretisering van de ideeën van ene J. Ulehake
uit Durgerdam de naam en faam van de Neder
landse dijkenbouwers nog verder had uitgedra
gen, maar dat is een vraag waarop we wel nooit
een redelijk antwoord zullen krijgen. In ieder
geval was deze schoolmeester in Noordholland
van mening dat zijn visie stukken beter was dan
die van Lely, getuige alleen al de veelzeggende
titel van zijn op eigen kosten uitgegeven boekje
(prijs destijds 90 cent) „De drooglegging der
Zuiderzee: het plan J. Ulehake, in ieder opzicht
voortreffelijker".
Deze Durgerdammer wilde niet alleen de Zuider
zee inpolderen, maar betrok in zijn plannen ook
het gehele Waddengebied Stevin deed dat
trouwens ook al dat hij tenslotte doorsneden
wilde zien met een breed defensiekanaal, terwijl
hij diepe zeegaten tussen de Waddeneilanden met
zeven meter hoge en zes meter brede betonnen
bakken wilde temmen. Het plan-Ulehake ging
zoals zovele andere richting prullemand, maar
het is opvallend dat de gedachte dat inpoldering
van de Zuiderzee gevolgd zou kunnen worden
door drooglegging van de Waddenzee nooit is
verdwenen. Anno 1977 getuigt Jaap van der
Zwaag daar ook van in zijn boek „Nederland
is bijna klaar" wanneer hij schrijft:
„De Markerwaard blijkt niet meer dan de laatste
stopplaats te zijn voordat de baggermolens opsto-
men naar de Waddenzee". En: „Als het aan Lely
en zijn landaanwinnende vrienden had gelegen
was de gehele Zuiderzee drooggelegd en de
Wadden- en de Lauwerszee".
Inderdaad heeft Lely, van wie Van der Zwaag
zegt dat geen enkele grondgedachte van het
uiteindelijke uitvoeringsplan van hem afkomstig
is, driftig gehamerd op het aspect van de land
aanwinning dat annex was met de afdamming
en drooglegging van de Zuiderzee. Een argument
dat volgens de huidige tegenstanders van de
Zuiderzeewerken niet langer opgeld doet en der
halve achterhaald is. Zij en dan met name
de Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer
pleiten er voor de nog resterende 200 vierkante
kilometer IJsselmeer aan te wijzen tot nationaal
(natuur) park, omdat het daartoe alle voorwaar
den en mogelijkheden in zich zou hebben. Nu
reeds voldoet„het natte hart van Nederland" aan
de internationale normen wat de aantallen van
sommige watervogels betreft om als natuurge
bied van zeer grote nationale en internationale
betekenis te worden beschouwd. Maar zover is
het nog lang niet.
Vorig jaar nog verklaarde de directeur van de
Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, prof dr.
R. H. A. van Duin dat het noodzakelijk was de
Markerwaard in te polderen. Eerder, in 1974, te
Amsterdam had prof. Van Duin laten blijken
het noodzakelijk te achten dat het Zuiderzeege
bied met behulp van nieuw aan te leggen dijken
wordt opgedeeld in compartimenten zodat de
vereiste condities geschapen kunnen worden
voor de drinkwatervoorziening, de verkeers- en
infrastructuur, de natuur- en landbouw en de
woon-werkgelegenheid. „Langzamerhand krijgt
het IJsselmeer dan iets weg van een rijstveld,
vierkante stukjes omgeven door dijken", aldus
Jaap van der Zwaag over deze gedachte van
prof. Van Duin, die er van blijk geeft dat de
Zuiderzeewerken bij lange na nog niet zijn afge
sloten.
Van Duin ziet voor de nieuwe IJsselmeerpolders
duidelijk een functie weggelegd in het kader van
het overloopbeleid van de Randstad Holland. Tot
1980 zullen er zijns inziens als gevolg van het
aantal huishoudens nog zo'n half miljoen mensen
uit de noordvleugel van de Randstad door de
mazen van het net kruipen en het landelijk
gebied intrekken. In een poging deze suburbani
satie tegen te gaan ziet Van Duin concrete
mogelijkheden weggelegd voor met name Lely
stad en Almere, door minister Gruyters als saldo-
groeisteden aangemerkt
Weliswaar liet de directeur van de rijksdienst
voor de IJsselmeerpolders bij die gelegenheid de
potentiële mogelijkheden van de Markewaard
onbesproken, omdat hij deze „niet van wezenlijk
belang" achtte voor de ontwikkeling van de
noordvleugel van de Randstad, maar dat wil niet
zeggen dat hij die mogelijkheden niet zou zien..
Daarbij gaat het ook nog om de vraag of er een
tweede nationale luchthaven in de Markerwaard
zal worden aangelegd.
Geen inpoldering van de Markerwaard en geen
verdere aantasting van het IJsselmeer is het
standpunt dat Van der Zwaag en de Vereniging
tot Behoud van het IJsselmeer uitdragen. De
inzichten van 1918 zijn intussen zo drastisch
gewijzigd dat verdere indijking niet opportuun
is, zeggen zij. Naar hun mening is de aantasting
van het „Natte hart van Nederland" al veel te
ver voortgeschreden, afgezien nog van de Zuider
zeewerken. Het IJsselmeerwater is door de aan
voer van Rijnwater dermate vervuild dat de
gevolgen onder meer merkbaar zijn onder de
zeehondenstand in de Waddenzee.
„Het gaat er om het beste voor Nederland te
kiezen", schrijft Jaap Kramer in zijn in 1974
verschenen Groot-IJsselmeerboek. In dat boek
pleit Kramer met betrekking tot de drooglegging
van de Markerwaard voor „opschorting tot we
beter weten wat we doen". In de drie jaren, die
inmiddels verstreken zijn sinds het verschijnen
van zijn boek, zijn de Zuiderzeewerken echter
normaal doorgegaan. De dijk Enkhuizen-Lely
stad is als prelude voor de inpoldering van de
Markerwaard op 4 september 1975 gesloten.
Weliswaar is de formele beslissing over de feite
lijke drooglegging nog niet genomen, aan de
andere kant zijn er vrij weinig gegevens, waaruit
zou kunnen blijken dat die beslissing negatief
zou zijn.
Een ding is in het verloop van zestig jaar Zuider
zeewerken wel opvallend. Dat is het feit dat Lely
in zijn plannen de Markerwaard had aangewezen
als zijnde de eerste polder, die moest worden
droog gemalen, terwijl het eventueel de laatste
gaat worden. Het kan dus verkeren. Ook bij
grote Waterstaatswerken.
KLAAS GO INGA
js in con
ran een onzer verslaggevers)
[OLMSCHATE - Negentien
kar jong is hij en hij is een
Faterman. Volgens Leo Pol-
|uys, de zoon van de hervorm-
s predikant van Colmschate,
ij Deventer, is dat sterre-
eeld er de oorzaak van dat
ijn voorliefde uitgaat naar
epaald niet alledaagse bezig-
eden. „Een Waterman houdt
an aparte dingen die afwij-
:en van het normale", verdui-
lelijkt hij deze stelling. Wie
"Leo's hobby kent zal inder-
laad moeten toegeven dat het
nbier een vrij ongewoon tijd
verdrijf betreft De student
an de Sociale Academie ver-
ifan
tam<
s in contJensadvertenties- Niet dat hij
jfdster vP het wUde we* 1114
krant alle over lijd ensberich-
septemb^ Deen> Leo K**4 heel
delpunt doelgericht te werk. Hij let
van de eP1®*" °P mensen die negentig
de astro!?** en ouder zijn geworden.
Zijn beweegreden is zuiver
methodisch gericht, al vindt
hij dat zelf wel een wat erg
p ondegroot woord. „Ik verzamel die
).19 10.0! advertenties niet, omdat ik het
144 14.4'zo fijn vindt, dat die mensen
10117.2'dood zijn. Alleen uit statistisch
1.13 19.51
oogpunt heb ik er belangstel
ling voor. Ik vind het gewoon
interessant te weten, hoeveel
mensen zo'n hoge leeftijd be
reiken, waar de meeste men
sen van negentig jaar en ouder
wonen en meer van dat soort
gegevens".
In v/at beduimelde schriftjes
zijn in een slordig handschrift,
afgewisseld met schots en
scheef opgeplakte kranteknip
seltjes, al zijn statistische ge
gevens opgenomen. Voor een
leek een onoverzichtelijk ge
heel. Leo vindt er echter moei
teloos de juiste weg in en somt
feilloos alle wetenswaardighe
den op die hij bij het verzame
len van deze advertenties heeft
„Kijk", zegt hij, wijzend in de
schriften met de in totaal ruim
negentienhonderd aantekenin
gen, „duidelijk blijkt bijvoor
beeld, dat vrouwen ouder wor
den dan mannen. Van elke
honderd mensen van negentig
jaar en ouder zijn er zestig
vrouwen en veertig mannen.
De meeste ouderen wonen nog
op het platteland. Het leven is
daar duidelijk gezonder dan in
de stad. En dan springen de
provincies Zeeland, Groningen
en Friesland daar nog het gun
stigst uit. Daar wonen relatief
gezien de meeste mensen van
negentig jaar en ouder. Het
aantal mensen van honderd
jaar, dat sterft is groter dan
het aantal stervenden van 99
jaar. Mensen van 99 jaar heb
ben blijkbaar zo'n vaste wil
om die honderd te halen, dat
ze door die levenskracht ook
inderdaad die mijlpaal berei
ken. Vaak komt het voor, dat
ze op of kort na die honderd
ste verjaardag doodgaan".
Leo heeft nog meer ontdekt
dank zij zijn verzamelwoede.
„Ik verzamel ook de namen
van honderdjarigen die nog in
leven zijn. Het radioprogram
ma van Barend Barendse is
bij mij erg geliefd, want die
noemt altijd honderdjarigen.
Daarbij is het me opgevallen,
dat mei en november de
maanden zijn, waarin de
meeste honderdjarigen gebo
ren zijn. Een verklaring kan ik
daar niet voor geven. Het weer
blijkt wel invloed te hebben.
Tijdens hittegolven en bij kou
de doen zich meer sterfgeval
len bij ouderen voor dan tij
dens normaal weer. En de
maand december mag dan een
feestmaand zijn, relatief ster
ven er die maand ook meer
mensen dan in andere maan
den. Het is natuurlijk door die
feestdagen een maand vol her
inneringen. Ik denk dat daarin
de oorzaak van die vele sterf
gevallen te vinden is".
In de schriften van de jonge
verzamelaar heeft elke leeftijd
een eigen kleurtje gekregen.
Een negentigjarige staat
blauw geschreven op papier,
iemand van 91 krijgt een rood
kleurtje, paars is voor 92, drie
rode stippen voor een 93-jarige
en zo worden alle kleuren af
gewerkt. Een honderdjarige is
groen bij Leo. Het oudste
sterfgeval was iemand van 108
jaar en die heeft Leo in zijn
statistieken opgenomen met
blauwe stippen. Die kleurtjes
moeten het hem gemakkelijk
maken, wanneer hij de leeftij
den wil rangschikken.
In zijn statistieken springt een
gemeente er als bijzonder ge
zond uit „Dat is de gemeente
Rheden. Daar hebben zeven
honderdjarigen gewoond en
nu leeft daar nog iemand van
107 jaar".
Na elke honderd sterfgevallen
van negentig jaar en ouder
gaat Leo een vergelijking ma
ken met de vorige honderd.
Leo Polhuys schat dat tussen
de een en twee procent van de
Nederlandse bevolking ouder
wordt dan negentig jaar. „Dat
is erg veel. Nederland is dan
ook samen met Noorwegen en
Zweden het land, waar de
mensen de hoogste leeftijd be
reiken. Frankrijk telt relatief
minder mensen van negentig
jaar en ouder. Dat ligt aan de
wijn die iedereen daar drinkt.
Alcohol en roken hebben een
directe invloed op de leeftijd
van de mensen", meent hij.
Hoe hij zo tot zijn hobby geko
men is? „Dat is eigenlijk toe
vallig geweest Ik las eens wat
over mensen in de Kaukasus
in Rusland. Die bereiken de
voor ons ongelooflijk hoge
leeftijd van 165 en zelfs 167
jaar. Dat komt omdat ze daar
erg gezond leven. Ze roken
niet, drinken niet, kennen de
gejaagdheid van onze maat
schappij niet en leven rustig
op het platteland. Toen ik dat
zag, was ik nieuwsgierig naar
de leeftijden, die in ons land
bereikt worden. Zodoende ben
ik begonnen met het verzame
len van die advertenties. Maar
ik ben er echt niet dagelijks
mee bezig en lig er geen nacht
wakker van. Be heb ook nog
meer hobby's, de natuur is
eigenlijk mijn grootste hobby.
Daarnaast verzamel ik artikel
tjes uit kranten over het we
reldgebeuren. Bovendien denk
ik dat ik het wereldrecord
kruiswoordpuzzels gemaakt
heb. Ik heb in 72 uur een
kruiswoordpuzzel gemaakt,
waarin 9307 woorden worden
gevraagd".
Hoelang Leo nog door denkt
te gaan met het vergaren van
overlijdensadvertenties weet
hij niet. .Het kan best zijn, dat
ik er nu snel ophoud". Ge
vraagd naar zijn grootste wens
antwoordt de verzamelaar
prompt: „Zelf ooit ook nog een
keer in mijn eigen verzameling
te worden opeen omen".