Als u ze leest, waren Mozart en Strawinski doodgewone mensen als u ze hoort, weet u dat dit niet zo was Elk van de drie verhalen die Harry Mulisch recentelijk publiceerde in zijn nieuwste boek, „Oude Lucht", doet op één of andere manier denken aan eer der werk van de auteur, elk verhaal aan andersoortig werk. Van de drie verhalen is het titelverhaal kwalitatief en kwantitatief het belangrijkste. Eén van de andere, „De Grens", verscheen reeds eerder. Het tweede en kortste (14 pagina's) heet „Symmetrie" en doet denken aan de Mulisch van „De Verteller" en „Voer voor Psychologen". Niet dat het daar veel aan toevoegt, deze kleine schets over het bezoek dat Mulisch' grootvader bijna honderd jaar geleden bracht aan een lezing van een jong, geniaal hoogleraar, die in Praag plaats vond. Onderwerp van die lezing: de symmetrie. Einde van het verhaal: Mu lisch zelf staat op de Karelsbrug in Praag in afwachting van zijn vertrek naar Cuba en realiseert zich dat op dat ogenblik de Apollo-8 raket terugkeert op aarde. Een aardige, intrigerende toe valligheid, die typerend is voor dit verhaal (en dit Mulisch-genre), waarin toevalligheden niet slechts wonderlijk zijn, maar tijd en ruimte ondergeschikt maken aan een andere dimensie, waar van het bestaan te bevroeden valt, maar waarvan de werkelijkheid niet na te vorsen is. Minder, veel minder interessant is het eerste verhaal van deze bundel, „De Grens", een banaal gebeuren, dat door zijn uitwerking en het technische pro cédé dat aan het verhaal ten grondslag ligt, wellicht acceptabel was geweest in de bundel „De Versierde Mens" (nu ook alweer twintig jaar oud). Omdat het als vertegenwoordiger van dit gen re (het werkelijke, waarachter zich het meest fantastische, mytische ver schuilt), in deze bundel zo geïsoleerd blijft, krijgt het echter een veel te zwaar accent en het verhaal valt daar door door de mand. Het gaat om een gezagsgetrouw, fanta sieloos, slaafs, grijs mannetje, rond wie zich een rampzalige gebeurtenis vol trekt, waar hij niet tegen opgewassen is. Bij een auto-ongeluk komt zijn vrouw naast de weg in een weiland terecht, naar al ras blijkt precies op de grens van twee gemeenten. De auto riteiten weigeren (op grond van compe tentiekwesties) elke medische voorzie ning, de mnn probeert zoveel mogelijk van alles te regelen, schrijft tenslotte in uiterste wanhoop de Koningin aan (zijn brief is het verhaal zelf) zonder te beseffen dat het allemaal geen zin heeft, omdat zijn vrouw inmiddels al lang is overleden. Wat is dit voor verhaal? Een bittere grap? Een kosmisch gevaar? Een ironi sche fataliteit? In feite is het een banaliteit, een slech te grap, die tezeer wordt uitgesponnen en te ernstig wordt gebracht, om zeg gingskracht te hebben. Verder laat Mu lisch zich in zijn thematiek in dit verhaal verleiden tot allerlei nevenele menten. Gezagsgetrouwheid, ambtelijk denken, fantasieloosheid, de onzicht baarheid van de dood, de rol van het noodlot, de verhouding werkgever- werknemer, ouders-kind, allerlei ele menten die niet in een synthese bijeen gebracht zijn en het verhaal verwaterd en daardoor vervelend maken. OUDE LUCHT Het verhaal „Oude Lucht" (bijna hon derd pagina's) is van struktuur, thema tiek, inhoud en verteltechniek het sterkst van de drie. Het sluit het meest aan bij Mulisch' laatste roman („Twee Vrouwen", 1975). Ook daar was een rechtstreekse verteltrant en een her kenbaar gegeven, in samenhang met allerlei modische elementen. „Oude Lucht" vertelt hoe een man van rond de zestig zijn vakantie op een eiland in de Middellandse zee besluit en hoe zijn leven kort daarop beëin digd wordt. Geen raadsels in dit ver haal, dat zich in een aantal korte zin nen laat vastleggen: De hoofdpersoon zit in zijn bungalow met zijn vrouw, met wie hij al lang geen sexuele relatie meer heeft, hoewel hij niet duidelijk begrijpt waarom niet Op het eiland hebben zij een vakantiekennis ontmoet, die komt hen ophalen om hen naar de boot te brengen. Na de overtocht ont moeten zij een andere vakantiekennis, die hen een nacht te logeren heeft gevraagd, omdat zij op een vliegaan- sluiting moeten wachten. Zijn moeder blijkt nu opeens overleden te zijn, re den waarom de vrouw achterblijft om de kennis terzijde te staan. De echtge noot komt om als het vliegtuig waar mee hij terugkeert, verongelukt. Het verhaal berust echter op veel meer dan deze gebeurtenissen. De knap ge construeerde hoofdstukken leveren een beeld op van mensen die slechts in raakvlakken met elkaar te maken heb ben. Steeds falen zij in het kennen van elkaar, omdat zij elkaar slechts in geï soleerde momenten kunnen kennen. De verteller, de lezer met hem, verschaft zich veel meer inzicht in het leven van elke persoon uit het verhaal, zodat er een merkwaardige kortsluiting ont staat tussen het handelen van de hoofdpersoon (rijn tekortschieten, zijn goede bedoelingen) en de inrichten die Mulisch de lezer door zijn vertellersrol kan aanreiken. De hoofdpersoon van het verhaal ver zamelt dan ook (met één of ander wetenschappelijk doel) oude lucht: lucht die in het verleden is opgesloten in een ruimte en die nu opnieuw geme ten kan worden, geanalyseerd op sa menstelling en dergelijke. Het leven van de hoofdpersoon is als de oude lucht die hij verzamelt: kleine bellen van het bestaan, die geïsoleerd rijn van de omgeving en in feite daarmee zijn buitengesloten, hun recht op bestaan hebben verloren. Het verhaal „Oude Lucht" lijdt onder semi-filosofische en betweterige toe voegingen („Vergeetachtigheid is na tuurlijk de voorwaarde van de Stenen hebben nooit iets te had, rijn daarom eeuwig: voor geldt dat al minder", enz. een wat joelerig soort toevoi betreffende Mulisch zelf, zeker de uitgebreide beschrijving vi zich al niet afspeelt wanneer met het vliegtuig meegaat. M verhaal blijft daaronder toch s AXEL Vermakelijk is dat Jan Hein schaakgrootmeester en wa, vriend, verdediger en uitlegg Mulisch, zich nu reeds intensief apologie van „Oude Lucht" a bemoeien is. In Hollands Diep zijn hand een „Recensieadvie Critici" verschenen, terwijl kort den in Vrij Nederland een ini aan lezers en critici verscheen Donner uitlegde wat men dia lezen en te begrijpen in het boek van Mulisch dat net „Axel", het script van de opera het laatste Holland Festival in re ging. „Axel" is een bewerk, een toneelstuk van Vil Iers di Adam, waarvoor Relnbert de Ia Jan van Vlijmen de muziek sc Over die voorstelling heeft u a! ander kunnen lezen; wij will staan met het signaleren van de uitgave, waarin links de b Frans, Duits of Spaans en re Nederlandse versie of vertaling. Blijft natuurlijk het verbazing! de en vermakelijke inmengen Hein Donner, waar Mulisch pa deel aan hoeft te hebben, m langzamerhand toch wel hi wordt JAN VERST Harry Mulisch: „OUDE LUCIT verhalen. Uitgeverij De Bezi 1977 19,50 Harry Mulisch: „AXEL", librei Villiers de l'Isle Adam. Uitgex Bezige Bij, 1977. Prijs 19,50 Elke week koopt de ploeterende huis vrouw in de supermarkt haar „Story" en laat haar huiswerk in de steek om gulzig de sensationele onthullingen te verslin den over bekende en bevoorrechte perso nen die een meer of minder scheve schaats hebben gereden en wie het onge luk ook niet bespaard bleef. Duurdere mevrouwen en meneren grijpen naar „Privé" van Henk van der Meyden, die voortdurend, hetzij met, hetzij zonder instemming van de betrokkenen, veler „privacy" met voeten treedt. Natuurlijk heeft niemand een goed woord over voor „Story" of „Privé" maar telkens blijkt dat bijna iedereen goed op de hoogte is van de onthullingen, ook als ze in „Panorama" of „Nieuwe Re vu" hebben gestaan. En dan zijn er de hooghartige intellectue- yjf*,- Mozarts nichtje in Salzburg, hier getekend als 19-jarig meisje. De componist schreef haar brieven die een ondubbelzinnig getui genis afleggen van zijn korte, maar zinnelijke liefde voor haar. Het heeft heel lang geduurd voor men deze brieven durfde publiceren en er over durfde schrijven. len die met minachting hun schouders over dat platvloerse geschrijf ophalen maar wel een boek van veertig, vijftig gulden kopen. Daarin lezen ze dan de brieven van Mozart, die van zichzelf een aardig hoge hoed op had terwijl zijn vrouw hem als een maatschappelijk mis lukt muziekmaker beschouwde. Soms boog ook dit genie beleefd het hoofd voor wie machtiger was dan hij, maar daarna gebruikte hij particuliere epistels om die zelfde medemensen onbarmhartig aan de kaak te stellen, nogal hypocriet dus. Aan zijn manzieke nichtje in Augsburg schreef de componist van muziek, die we in alle oprechtheid onsterfelijk moeten noemen, sexuele schuttingwoorden, te kinderachtig om over te praten. En deze Mozart, die ondanks zijn twijfels toch wel besefte dat hij tot de groten van zijn tijd behoorde en dat nota bene graag bij „wedstrijden" zou willen bewijzen, kon geïmponeerd zijn door mooie kleren. In elk geval verstond hij niet zo best de kunst zichzelf te verkopen, wat dan weer voor hem pleitte. Zichzelf verkopen kon zijn latere collega Strawinski veel beter. Over diens hebbe lijkheden en onhebbelijkheden worden wij steeds beter ingelicht dank zij zijn factotum Robert Craft die dat moderne genie want dat was Strawinski even zeer als Mozart van 1948 tot zijn dood in 1971 begeleidde. Strawinski, nooit erg gemakkelijk, werd tussen zijn 66ste en zijn 88ste jaar steeds meer querulant, begrijpelijk omdat hij tobde met ziekte en zwakte, en zijn geestelijke energie, die nog lang honderd percent bleef, niet kwijt kon. Enerzijds heeft Craft zich voor hem opgeofferd door optredens en plaa topnamen onder directie van de meester, grondig voor te bereiden en hem alles uit handen te nemen wat hij niet per se zelf behoefde te doen. Aan de andere kant heeft Craft met zijn conversatie- en dag boeken geprobeerd zich op een soms bepaald onsympathieke manier door de roem van de meester meer op de voor grond te dringen dan kies genoemd kan worden. Dank zij Craft weten we hoe Strawinski verkeerde met andere groten als Auden, Huxley, Waugh, Bergmann, maar we we ten ook van de conversatie met Kroetsjev en met de Sowjet-componisten die bereid waren partij-muziek te maken. Was het nu echt een behoefte om zijn vaderland terug te zien in een heel andere staat dan waarin hij het had verlaten, of wilde hij een ODlossinp vinden voor het orohleem De familie Mozart. Vader Leopold met viool klavier. Het portret aan de muur toont de f van het gezin. dat hem al zo lang ergerde, namelijk dat hij geen auteursrechten van zijn werk uit Rusland kon incasseren? En schreef hij de elegie voor Kennedy uit bewondering voor die politicus of alleen om de good will in het land waar hij woonde? De twee boeken die tot deze bespielingen aanleiding gaven, zijn informatieve en daarom goede publikaties. Over de mu ziek van Mozart wordt de lezer niet zo veel wijzer maar hij leert wel dat de componist een levendig en spontaan ver teller en een heel scherp opmerker was. Ook Strawinsky laat, als het om zijn eigen scheppingen gaat, zelfs aan Craft niet het achterste van zijn tong zien en eerlijk gezegd zijn de boeken waarin Craft zijn gesprekken met de meester vastlegde, interessanter en boeiender dan het dagboek van Craft zelf, ook al speelt daarin de meester weer de hoofdrol. Beide boeken heb ik enkele maanden geleden dadelijk na verschijnen gelezen en ik zou er dus eerder over hebben moeten schrijven. Maar ik heb het met deze geschriften nogal moeilijk gehad omdat ik mij soms voelde als een lezer van „Story" of „Privé". Zowel Mozart als Strawinski behoren tot mijn favoriete componisten. Beiden hebben ontzaglijk veel geschreven en dat is niet allemaal van gelijke waarde, maar beiden maak ten heel wat meesterwerken waaraan eenvoudig niet te tornen valt. Meer dan eens heeft hun muziek mij uit een geeste lijke put gehaald. Waarom moest ik dan lezen wat ik natuurlijk al lang wist dat ook zij in het dagelijks leven maar gewone mensen waren, behept met alles wat gewone mensen eigen is. Natuurlijk konden ze prootmoedie. innemend, mee levend, „menselijk" zijn en natuurlijk waren ze soms ook bekrompen, egoisti- sch, hypocriet, opportunistisch, zelfs een beetje of een beetje veel gemeen. Aan die Mozart en die Strawinski heb ik echter, strikt genomen, geen boodschap: zij ver schillen nauwelijks van de winkelier met die stuurse bejegening van zijn klanten of die schijnheilige buurvrouw met haar gevaarlijke roddel. Hoezeer de lectuur van Mozarts brieven en Strawinski gepraat mij ook boeide, soms stootte ze me ook af zodat ik blij was een nieuwe plaat te kunnen opzetten Het laatste portret dat van Mozart werd gemaakt, een tekening met zilverstift van Dora Stock, vervaardigd in Dresden toen de componist 33 jaar oud was, dus ruim twee jaar vóór zijn vroege dood. waarop de mezzo Fred erica von Stade verrukkelijk Zerlina's aria „Vedrai, cari- no" uit „Don Giovanni" zingt. „Je zult zien mijn liefste, wat voor goede medicijn ik je geef. De apotheker kan die niet bereiden Om die muziek houd ik van Mozart en om de „symfonie in drie delen" .van Strawinski. Wat kan het me dan schelen dat Mozart zijn niet overma, tig intelligente vrouw zonder veel resul taat in de hand probeerde te houden en dat Strawinski zich met een kapitale som wilde laten honereren aleen om met zijn tegenwoordigheid een Holland Festival te komen opluisteren waaraan hij overigens niet actief zou deelnemen? Peter Di amand had gelijk hem de gevraagde som niet te geven maar hem netjes voor te rekenen hoeveel auteursrechten hij zou incasseren door de uitvoeringen van de talrijke werken van zijn hand. Nu de geïnteresseerde lezer weet dat ik bij de lectuur van de boeken tussen nieuwsgierigheid en afkeer neen en weer werd geslingerd, ben ik hem nog wel wat zakelijke informatie verschuldigd. „Mo zart in zijn brieven" is een verstandig en zorgvuldig samengestelde bloemlezing uit de zeven delen omvattende Duitse uitga ve waarin Bauer, Deutsch en Eibl alle brieven van en aan de componist, en bovendien al zijn bewaard gebleven aan tekeningen publiceerden, een geweldig jj frL JL*r i ->AU ff' rfrd I I LU Handschrift van een brief die Mozart aan zijn nichtje in Auqsbura schreef. werk dat in 1975 werd voltooid Bunge koos uit dit materiaal rui derd brieven, in hoofdzaak van zelf, die hij volledig vertaalde korte toelichtingen en verklaring goed beeld te geven van Mozart door hem zelf onderhoudend vert de originelen met de vertalingen lijkt, vindt wel enkele schoonheid maar die zijn evenmin de moeifc als een paar oneffenheden in de ringen. Bunge deed zijn werk uit en de uitgevers Bohn, Scheltema kema in Utrecht zorgden voor eei en toch sobere presentatie in eei band. Het boek is zijn drie tier drie rijksdaalders ten volle waard Wat minder enthousiast ben ik prod uk tie van „Robert Craft Ij winsky: De kroniek van een schap" die de Amsterdamse spers in haar serie „Privé-domt nam. M. van Amerongen heeft oorspronkelijke Amerikaanse een paperback van nog geen gulden, van allerlei geschrapt waren voornamelijk passages Craft en niet over Strawinski gj vertaling van mevrouw Van Ami' is niet vlekkeloos maar Craft zelf) ook niet gemakkelijk. De Nedi paperback, die goed verzorgd ij vier en een half tientje koste" voorzien van een nawoord van Boehmer dat leesbaar maar overbodig is. Als u Mozart bewondert en boeiende Duitse delen zijn u te te duur, moet u de Nederlanf van zijn brieven beslist lezen. Alsj winski bewondert, kunt u beter guin-pocket kopen: „Strawinski versation with Robert Craft". Is moeilijk en komt dus ook de Vinl ket van de „Chronicle of a fri< niet in aanmerking, dan is er Nederlandse deel van „Privé voor u geen alternatief. In alle hoop ik dat uw bewondering betrokken componisten zo groot die er door een ontmoeting mi kamerjas en op pantoffels geel stelbare deuk door krijgt Met di ik best begrijpen dat Charlotte tegen Ferd. Sterneberg, die haa fie wilde schrijven, niet lang heeft gezegd: „Goed, maar allt mijn kunst Geen anecdote en r privé-leven heeft niemand wat ken" jW™

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 18