Marijke Lagerlöf durft het tegen mannen op te nemen Tennisbond dommelt rustig verde: SPORT U VLAG UIT Noteer bij de radio LEIDSE COURANT T VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1977 PAGINA I2fip( SCHEVENINGEN - Het is al weer geruime tijd geleden dat aan het Nederlandse tennisfirmament een nieuwe ster werd ontdekt. Nou pleegt dat ook elders ter wereld niet met de regelmaat van de klok te gebeuren. Maar zo om de zoveel jaren duikt er toch vrijwel overal wel weer een figuur op die er in slaagt aansluiting te vinden bij de gevestigde orde. Supertalenten als een Björn Borg zullen wel schaars blijven, maar ook verrichtingen van een John McEnroe, die meni geen verbaasde met zijn spectacu laire opmars naar de laatste vier op Wimbledon, spreken tot de ver beelding. In ons land kan de hoop ooit eens een opvolger te kunnen begroeten van Tom Okker, die na zijn sensa tionele start tijdens zijn eerste prof- jaren toch altijd tot de betere spe lers ter wereld is blijven behoren, nu zo langzamerhand wel worden opgegeven. En niet ten onrechte. Want nadat Okker in 1968 definitief voor proftennis koos is het in die bijna tien jaar louter armoe ge weest met het Nederlandse heren tennis, toch nog altijd het meest aansprekende onderdeel van het spel. En het is niet waarschijnlijk dat daar snel verandering in komt. Touwtjes Vooral niet zo lang de touwtjes in de Nederlandse tennisregionen in handen zijn van de figuren die er nu te pas en te onpas aan trekken of laten vieren. Want zo lang begeleiden in koor roepen dat „de school een belemmering vormt voor de ontwikke ling" van de in ons land eveneens aanwezi ge talenten komen we geen spat verder. Het is een onloochenbaar feit dat er in deze natie, waar naar schatting een kleine drie honderdduizend mensen het racket hante ren, wel degelijk over meer dan gemiddelde Betty Stöve aanleg beschikkende jongeren rond lopen. Maar het is evenzeer onweerlegbaar dat van die jongelui in tien jaar tijd niemand, maar dan ook helemaal niemand, is doorgebro ken. Allen zijn na verloop van tijd onderge gaan in het moeras van grauwe middelma tigheid. Hoe kan dat? Is het inderdaad die verdoem de school, die hang naar maatschappelijke zekerheid? Het speelt natuurlijk een rol, maar het is niet de alles verklarende reden. Die is beter te zoeken en te vinden in de mentaliteit en begeleiding. Daar schort het in het Nederlandse tennis aan. Het is niet toevallig dat juist Tom Okker en Betty Stöve succesvol zijn geworden. Deze twee expo nenten beschikken over een voortreffelijke mentaliteit. En ze kwamen zélf tot de ontdekking dat er onder de huidige omstandigheden, met een apathische bond, een zeer eenzijdige en beperkte bondscoach, een verkeerd geplan de competitie, en nog wat andere factoren, hier weinig eer te behalen was. Zij kozen voor een zelfstandige opbouw van hun car rière, waarbij zij, durf aan aanleg parend, tot ongekend niveau doordrongen. Voorbeeld Betty Stöve en Tom Okker zouden een lichtend voorbeeld moeten zijn voor de jongere lichting. De eerste zwoegde jaren lang voor een magere honorering en plukt van haar noeste arbeid nu de vruchten. Op latere leeftijd, profijt trekkend van een in tenniskringen nauwelijks waarneembare economische teruggang, is zij op eigen hout je gekomen waar ze anders nooit of te nimmer zou zijn geraakt Voor Tom Okker geldt een iet of wat omge keerde ontwikkeling. De ex-Haarlemmer stootte meteen bij zijn debuut in de prof ran gen door naar ongekende hoogte, maar heeft dat absolute topniveau niet helemaal kun nen handhaven. Zonder overigens terug te zakken naar de tweede garnituur. Maar aan beider ervaringen heeft de vader landse tennisjeugd zich kennelijk niet kun nen en willen spiegelen. Verstoken van een energiek beleid bij de bond, dat zich mani festeerde in de halstarrige houding ten aan zien van verzoeken om eens een sterke (liefst buitenlandse) coach aan te stellen. De wars van drastische veranderingen zijnde bond bleef de huidige man, die naar verluidt voortreffelijk de slagentraining kan doceren, maar totaal geen kaas heeft gegeten van mentale begeleiding. Een vreemde, liefst met een zekere reputatie, zou dat aspect aanzien lijk meer aandacht kunnen geven met alle plezierige gevolgen vandien. Prullenmand Maar er gebeurt niets. De heren die het voor het zeggen hebben in de bond domme len rustig verder. Waardevolle adviezen worden in de prullemand gedeponeerd en, sterker nog, uitgebrachte rapporten door instanties die de gang van zaken met leed wezen volgen, worden ongelezen in de on derste bureaula opgeborgen. Geruime tijd geleden kwam de tennisbond met een struc tuurrapport dat er redelijk ambitieus uit zag. Maar van alle voornemens is nog geen draad terecht gekomen. Men suddert zo doende op een zeer laag pitje verder, zonder zich zorgen te maken over de vraag hoe het nu toch in hemelsnaam kan dat vaderland se jeugd bij Europese kampioenschappen zeer verdienstelijk voor de di^ komt, maar op een wat latere leeftijd compleet aansluiting mist. „De school" wordt er maar weer eens geroepen. Maar zijn andere landen dan helemaal geen schol Dan blijven toch de factoren mentalitei begeleiding weer over als oorzaken vai malaise. Maar het is toch nauwelijks bestaanbaar alle jongeren die behoorlijk kunnen ter sen een slechte mentale instelling heW Dan blijft de factor begeleiding over. En wordt toevallig bepaald door de heren de bond, van wie de voorzitter wellicht de minst representabele bondsbestuurde Nederland kan worden beschouwd en vice-voorzitter er louter genoegen in sd opzichtig rond te lopen bij belangrijke ei m ementen, waarbij de stand van event aanwezige televisiecamera's nogal eens palend is voor de route die hij volgt. Belemmerd Volgens betrokkenen zou de secretaris wel het goede voor hebben met de ai tieuze leden van zijn organisatie, maar zou in zijn ontplooiingsmogelijkheden den belemmerd door zijn collega-best ders. Hij presenteerde het overigens wel om al te lang geleden tijdens een ledenverg ring trots te verklaren dat de bond overschot in kas had van ruim vier ton. prachtig dat uit financieel oogpunt ook i zijn, het is sportief bezien een hoogst tre ge zaak. Want er had zo veel mee ged kunnen worden. Er had bijvoorbeeld begin kunnen worden gemaakt met internaat la de turnbond, er hadden Iers die wel willen kunnen worden uitge den om de broodnodige routine op te di en had een buitenlandse coach kunnen den aangetrokken, er had een deskun begeleider bij de vertegenwoordigende gen (zoals Davis Cup) kunnen worden gesteld, er had zo veel. Maar het zal niemand verbazen als de ton wordt besteed aan het bouwen van nieuw bondsbureau annex tennisbanenc plex. Dat laatste dan waarschijnlijk om personeel van het bondsbureau tussen middag te laten spelen. Want visie en kundigheid ontbreekt in ons land ten ene le. Jammer. Om niet te zeggen hoogst) treur ens waardig. FRANK WERKM ROTTERDAM De ze ventienjarige Marijke Lagerlöf gaat voor de derde maal naar de we reldkampioenschappen sprint. Ze maakt deel uit van een damesploeg, waarin de stemming niet optimaal is. De dames gunnen elkaar eigenlijk het licht in de ogen niet. Marijke trekt zich niets van dit alles aan en wil straks in Venezuela beter rijden op de baan dan ooit tevoren. „De uitnodiging voor de wereld kampioenschappen heb ik zeker verdiend en ik begrijp niet dat er bezwaren tegen zijn. Maar ik weet waar ze vandaan komen", aldus Marijke Lagerlöf, een fris sportmeisje, dat alles voor haar hobby over heeft. De naam Kee- tie van Oosten-Hage kan ze niet meer horen. „Ik weet echt niet wat Keetie tegen mij heeft. Ik ben op goede wijze kampioene geworden en daarvoor word ik ook afgevaardigd. En omdat ik daar dan toch ben start ik ook op de weg. Maar ze moet nu maar eens komen vertellen wat ze tegen me heeft. In het sprint- kampioenschap heb ik niet te gen Keetie gereden, maar tegen een rijdster die haar had uitge schakeld en die versloeg ik met dertig veertig meter. Wat wil ze dan nog meer. Het is toch gewoon een verdiende plaats". Praten De sfeer bij het dameswieiren- nen laat te wensen over. Marij ke Lagerlöf: „Met de meeste meisjes, die in de selectie zitten kan ik goed opschieten. Alleen met Keetie niet, ze is de enige. We praten nooit met elkaar, als ik wel eens wat tegen haar zeg, dan krijg ik nog geen twee woorden terug. Het is alleen Keetie die rot doet. Ik wil dui delijk stellen dat de andere meisjes van haar ploeg, geen problemen maken. Met de •«neesten kan ik goed opschie ten". Marijke Lagerlöf denkt dat ze reden voor de houding van Kee tie van Oosten wel weet. „Ze had natuurlijk graag gezien dat Nita van Vliet mee was gegaan naar de W.K. in mijn plaats. Maar nogmaals, ik ga voor de baan mee. Nita van Vliet is op een vreemde manier kampioene van Nederland geworden. Daar na heeft ze echter niets meer gepresteerd. Ze kon amper bij de eerste tien komen. Ik zoek het gewoon zelf uit". Naast de vertroebelde relatie tussen Keetie en Marijke be staan er ook problemen tussen de meisjes en begeleidster me vrouw Brinkman. „Zij heeft het beste met de ploeg voor. Ze probeert een goede sfeer te scheppen. Het werk op de weg en op de baan laat ze natuurlijk aan de coaches over. Volgens Keetie heeft ze geen verstand van wielrennen. Daar wil ik bui ten blijven. Dit is dacht ik, ook niet zo erg belangrijk. Haar werk is de ploeg te begeleiden en het voor de meisjes gezellig te maken. Een beetje moeder spelen over de dames". De kleine ruzies bij het dames- wielrennen raken Marijke La gerlöf niet erg. „Ik denk altijd maar, ik ga toch naar Venezue la, daar kan niemand meer iets aan doen. Wat ze over mij zeg gen kan me echt niet schelen. De prestaties zullen er niet min der om zij a Ik maak mij straks giftig en zal me bewijzen. Rini Wagtmans was hier laatst en zei: je moet je zo giftig maken dat je bij de eerste drie van de wereld komt en dat zie ik eerlijk gezegd nog wel zitten ook". De geboren Rotterdamse heeft de liefde voor het fietsen van haar vader, al wil vader Lager löf het er zelf niet meer over ROTTERDAM Op augustus werd Marijke Lagerlöf voor de derde keer sprintkampioene van Nederland op de baan. Deze week hing de vlag aan haar woning nog uit. Vader Lagerlöf „Ze mogen het hier in de buurt best weten dat we trots op onze dochter zijn. Als ze bij de wereldkampioenschap pen bij de eerste drie komt hangen we de vlag weer een week uit. Het zijn toch zeker prestaties van een pas zeventienjarige." hebben. De eigenaar van een horecabedrijf in Rotterdam is meestal in de buurt van zijn enige kind en het is de bedoe ling dat vader en moeder straks ook in Venezuela van de partij zijn. Marijke: „Pa is ook driemaal kampioen op de sprint gewor den. Hij is weliswaar in Neder land geboren, maar had een Zweedse vader en daardoor een Zweeds paspoort". Lagerlöf deed mee aan de wereldkam pioenschappen in 1952 (Parijs), 1953 (Zurich) en 1955 (Milaan). In de eerste ronde werd hij overigens meestal uitgescha keld. Marijke Lagerlöf ging het bij haar eerste twee wereldkam pioenschappen beter af. In 1975 in België behaalde ze een vijfde plaats en vorig jaar in Italië werd ze zevende.„In Italië is het echter oneerlijk gegaan. Ik moest volgens loting rijden te gen Bissoü, maar vlak voor de start werd bekend gemaakt dat ik tegen Sheila Young moest uitkomen, de latere wereldkam pioene. Zoiets kon in Italië ge beuren en er was niets aan te doen". Sprintster (17) hoopt op succes in wereldtitel strijd Sprintkampioene 1977, Marijke Lagerlöf. Naast haar Truus van der Plaat en Anne Riemersma. Oranjefeest Pas vijf jaar weet Marijke La gerlöf wat een racefiets is. Op een oranjefeest is het allemaal begonnen met een onderling rondje. Daarna ging ze met haar vader kijken, in het Rotterdam se sportpaleis Ahoy en mocht als twaalfjarige rondjes rijden, 's middags tussen de zesdaagse door. Marijke had talent Op de weg en op de baan komt ze met de besten mee. De (heren)ama- teurs en profs zijn vol lof over haar. Tijdens de Nederlandse kampioenschappen op de baan in Utrecht kreeg ze erg veel bijval. Dat er geen profsprinter naar de W.K gaat vindt Marijke terecht. „Dat was een aanfluiting. Op de kampioenschappen had een ren ner als Piet van der Touw nooit geklopt mogen worden. Dat een man met zo'n grote ervaring bovenin in de baan gaat rijden is toch te gek. Tegen die jongens durf ik best te rijden en ik zal dan echt geen gek figuur slaan als je naar de gemaakte tijden gaat kijken". Marijke Lagerlöf praat erg makkelijk over haar sport. Om in de top te kunnen meedraaien zijn 'de Nederlandse dames ver plicht om met de heren ama teurs mee te trainen. „Er zijn genoeg meisjes die aan de top in Nederland rijden die een middelmatige amateur de baas kunnen blijven". Daar moeten de dames natuurlijk hard voor trainen. Marijke Lagerlöf gaat driemaal in de week naar Ut recht en krijgt daar sprinttrai ning van Frans Mahn. Voor de rest doet ze er nu niet veel bij. De wedstrijden, zo'n zestig in het jaar, houden de Rotterdam se in vorm. Het premierijden en de sponso ring is natuurlijk een hoofdstuk apart. „Ik ben natuurlijk amateur!, maar ik werk niet. Zonder steun van pa zou het moeilijk zijn, maar in de ronden verdien ik aan premies een leuk centje en bovendien heb ik een goede sponsor. De fiets kreeg ik van de firma en ook de kleding. Het is ondanks alles een fijn leven. Ik zit niet meer op school maar als ik de kans krijg wil ik naar het CIOS. Ik hoop dat ik vol zal houden". In het bedrijf van vader ziet Marijke niets. Als ik de lucht al in een horeca bedrijf ruik loop ik er al snel uit. Dan fiets ik lie ver een stukje om. Marijke Lagerlöf vertrekt op 17 augustus naar Ve nezuela. „Afgaan zal ik zeker niet. Dat laat ik aan anderen over". ARTHUR VAN RIJSWIJK Marijke Lagerlöf, lof voor haar prestaties. Haarlem-Ajax FC Twente-FC Utrecht PSV-Vitesse Sparta-NAC FC Den Haag-Feyenoord NEC-Roda JC FC VW-Go Ahead Eagles FC Amsterdam-Telstar AZ'67-Volendam Vlaardingen-Fortuna SC PEC Zwolle-FC Groningen Excelsior-Willem II De Graafschap-SW FC Dordrecht-Heerenveen SC Amersfoort-FC Den Bosch Wageningen-Helmond Sport SC Cambuur-Eindhoven Veendam-Heracles De wedstrijden aangeduid met een komen vooi op het toto-formulier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 12