ZESTIG JAAR VOETBAL IN DEI nig of ze hadden in deze competitie Ajax de enige nederlaag toegebracht In de laatste competitiewedstrijd, op een mudvol Hou- trust was de stand nog steeds 04) toen Joop Boutmy een strafschop mocht nemen, kort voor tijd. Hij schoot naast en Ajax had de titel ongeslagen behaald. Het tijdperk van zestig jaar voetbal-in-de-top werd gemar keerd door enige glorieuze perioden. Zo een was het tijdvak dat begon in 1926. Schutter Op eigen terrein waren de rood witten schier onverslaanbaar, vooral als het had geregend. Terwijl iedere tegenstander werd vastgezogen in de modder, dartelde Ajax naar het vijandelijke doel. Ajax mocht toen ook een nieuw lid begroeten, Piet van Reenen, afkomstig van UW. Hij was een enorm schutter en hielp Ajax aan ontelbare doelpunten. Met spelers als Jan de Boer, Bonneveld, Van Diepenbeek, Van Kol, Henk en Wim Ande- riesen, Martens, Schetters, Van Deyck, Schubert, Ten Have, Volkers, Van Reenen, Strijbos, Mulders, Ingenbleek, Iseger, Ha mel, Twelker, Hordijk, Fischer, Jurriaans, Gerrit Keizer, de doelman die met onder brekingen van 1929 tot 1947 onder de lat stond en zelfs door het roemruchte Arsenal werd uitverkoren het doel te verdedigen, met al die spelers bezat Ajax een overvloed aan kwaliteit om een ijzersterk elftal te formeren. Hoewel, op Sinterklaasdag 1926 hing het kampioenschap toch aan een zijden draadje. Door een prachtig doelpunt van ds. Charles de Beus verloor Ajax in Den Haag van het onderaanstaande HW met 1-0. De titel kwam toch in de Amsterdamse handen. Maar weer was het Den Haag geweest dat voor een sensatie in de competitie had zorg gedragen. Ook op ander gebied trouwens. Toen Ajax in 1931 voor de derde maal landskampioen was geworden, was in die competitie het arme VUC tweemaal versla gen, met 9-0 en met 17-0, jawel zeventien-nul. En dat terwijl de befaamde Karei van de Meer, de latere topscheidsrechter, in het Haagse doel stond. Afbestellen HBS nam het volgende seizoen wraak voor stadgenoot VUC. Ajax kwam naar Houtrust en had nog twee punten nodig om Afdelings kampioen te worden. Ajax trof het niet Ootje van Kesteren verkeerde in magistrale vorm en stuurde de Amsterdamse verdedi gers, die ook in het Nederlands elftal ston den, Van Diepenbeek en Van Kol, tweemaal drie kwartier van het kastje naar de muur. De knappe Haagse technicus scoorde twee maal en stelde ook twee keer zijn midden voor Rudi Ophorst in staat te doelpunten. Ajax kwam aan slechts een treffer toe en voorzitter Koolhaas haastte zich het feestdi ner af te bestellen. Een week maar, want dan moest tegen HW worden aangetreden en dan zouden die twee punten er ongetwij feld komen. Zo'n situatie was, in die tijd, koren op de molen van HW dat de naam Wassenaars® Leeuw volledig eer aandeed en Ajax op 2-2 hield. Wim van den Bosch en Max Jansen scoorden voor HW en weer moest Kool haas diner en bloemen afbestellen. Tenslot te behaalde Ajax toch, voor de vierde maal, de landstitel. De strijd tussen Ajax en Feyenoord was inmiddels al lang ontbrand. Toen de topper naderde, werd Amsterdam opgeschrikt door het bericht dat Piet van Reenen niet kon spelen. Hoe groot het spelersarsenaal van klasse van Ajax was, bewees invaller Piet Oudendijk die viermaal scoorde in de thril ler Ajax-Feyenoord (eindstand 7-1). Aan de Rotterdamse Kromme Zandweg won Ajax ook, 4-1. Intussen was de hegemonie toch aanget^| In de kampioenscompetitie van 1934 ein^H den Ajax, KFC en Willem II gelijk. In halve na competitie moest de kampioen kend worden. KFC was zo ver gekon^H door een nieuwtje op voetbalgebied. H| Rogers speelden in de W-formatie vooi^B per van het stopperspilsysteem wat erH neerkwam dat er stug werd verdedigd H een driemansaanval moest trachten nB plotselinge uitvallen aan een treffer te^| men. Ook toen al, kan men dus zeggen. B KFC beschikte in Nieuwenhuizen over eH formidabele spil en international Jaap lA was bedreven in het maken van doelpuntiB Willem II viel af. De Til burgers verloren 4-1 van Ajax en met 2-1 van KFC. Ajax-KïM was de beslissende wedstrijd. Bij een geüjH spel al zou Ajax door een beter doelgemiH delde kampioen zijn. Het zag er niet nafl uit Met de rust stond KFC met 2-0 vofl en in Koog aan de Zaan werden al voorfaH reidingen getroffen voor een feest Maar Ajax* linksbuiten Mulders scoorde fl snel n de rast en Piet van Reenen, oitgH weken naar de rechtsbuitenplaats om Niëfl wenhniaen te ontlopen, kopte twee iiiiiiiilB voor tijd Ajax naar 2-2 en de vijfde tel. Er volgden er meer: in 1937 de zesde en fl 1939 de zevende na kampioenswedstrijd J met stadgenoot DWS. De Duitse bezettiiH bracht Ajax moeilijke jaren met wisselvalir ge resultaten. Er werden geen titels behaal) noch hoefde voor degradatie te worden ge vreesd. Het duurde tot 1947 eer Ajax, mq Cor van der Hart als spil, de achtste titij binnensleepte en het record van HW even aarde. In 1950 was heel Nederland erva» overtuigd dat Ajax de prestatie van HV\ zou verbeteren. Maar Limburgia kwam naa' Amsterdam, versloeg Ajax met liefst 64) et was daardoor zelf kampioen. Onderaan Zelfs het glorieuze Ajax kon en wie meert dat zulks wel kan? niet immer het ent succes op het andere stapelen. Maar de club leverde zulk een overwegend aandeel aan d< vaderlandse competitie dat het onderaan eindigen in de kampioenscompetitie 1952 al als een dieptepunt werd beschouwd, wani i zoiets was nog nooit gebeurd. Het record van HW hield stand tot 1957J Toen behaalde Ajax de negende landstitel® Ajax klom weer naar de vroegere glorie eifi hoewel in 1960 de laatste competitiewedB strijd, in De Kuip tegen Feyenoord, met 34B werd verloren en een beslissingswedstrijd nodig was, liet Ajax daarin geen twijfels bestaan. Feyenoord werd met 5-1 verslagen® De voor Cees Groot ingevallen Wim BleyenB berg scoorde driemaal want Ajax bleef re-1 serves van formaat leveren. Vers in het geheugen ligt nog die formida bele periode die in 1966 met de komst van Rinus Michels aanving. Van 1966 tot 1977: zevenmaal de landstitel, drie keer de Euro pa Cup, in 1971, 1972,1973. In die drie jareu speelde Ajax voetbal zoals nergens ter we reld kon worden aanschouwd, zoals zelfs nog nooit was vertoond. Ajax bezat een „complete" ploeg die oogstrelend voetbal speelde en vriend en vijand in verrukking bracht Namen als Bals, Stuy, Suurbier, Vasovic, Cruyff, Neeskens, Keizer, Blankenburg, Hulshoff, Krol, Mühren, Muller, Haan, Rep,t Swart, ze zullen nooit vervagen in de herin nering van de voetballiefhebber. En al moest ook Ajax een stap terugdoen, het bleef en blijft een hoofdrol spelen in de vaderlandse competitie. Het werd wederom kampioen ook al zei voorzitter Jaap van Praag eens op driekwart van de competitie: „Als het zo doorgaat zullen we noodgedwongen ook nog kampioen moeten worden". Maar Ajax werd het dan toch weer, na zestig jaar in het Nederlandse topvoetbal. (Van een medewerker) AMSTERDAM Op 15 juli was het zestig jur geleden dat Ajax naar de eerste klas promoveerde. Sindsdien hebben de roodwit- ten niet meer ontbroken in de top van de vaderlandse voethal constellatie. In 1917 eindigde Ajax na een schitterend seizoen in de tweede klasse als eerste. Het doelsaldo was liefst 67-4. De mobilisatie verhinderde evenwel het spelen van promo tiewedstrijden. Er had dus niets anders op gezeten voor Ajax om de overmacht in de tweede klasse het seizoen daarop te conti nueren als in de Bondsvergadering van 15 juli 1917 in Utrecht mr. Arts niet een vurig pleidooi had gehouden om Ajax bij keuze in de eerste klas te plaatsen. Mr. Arts stond niet alleen. Uit heel Nederland stroomden verzoeken binnen op het bondsbureau om Ajax te laten promoveren. De ploeg zelf onderstreepte nog eens de billijkheid daar van door landskampioen Go Ahead te ver slaan. De voetbalbondsbestuurders zwicht ten voor mr. Arts en de vox populi en Ajax had de top bereikt om er niet meer uit te verdwijnen. Weliswaar had Ajax ook al in de jaren 1911 tot 1914 zo hoog gespeeld maar dat was minder succesvol verlopen. De komst van trainer Jack Reynolds, afkomstig van Blauw Wit, bracht Ajax de wind in de zeilen. In het eerste jaar na de promotie bij keuze werd Ajax meteen kampioen van Neder land. Het jaar daarop werd de titel zelfs ongeslagen veroverd. Na twaalf wedstrijden gingen de Amsterdammers al met een doel saldo van 43-2 aan kop. Daartoe had niet weinig HBS bijgedragen dat met niet min der dan 10-0 was verslagen. Dat zat de Hagenaars niet lekker en het scheelde wei- Diepenbeek. begin nu aan mijn vijfde seizoen als grensrechter en kan er nog drie mee. Dan ben ik zevenenveertig". Willem Busschers is in die vier seizoenen niet oostin- disch doof geweest voor kritiek vanaf de tribune. „Wie zegt dat hij niets hoort van de tribune af, liegt. Natuurlijk hoor je langs de lijn wat het pu bliek róept. De vraag is al leen of je je dat wel of niet aantrekt. Ik niet. Behalve die ene keer, een week na dat een collega van mij was overleden bij een wedstrijd van Volendam. Toen riep er een van de tribune: „Was jij maar kapot gegaan". Ik heb een bijzonder slechte wedstrijd gevlagd. Het heeft me verschrikkelijk pijn gedaan. Hoe kan ie mand zoiets zeggen. Dan moet je toch wel diep ge zonken zijn. Voor mezelf vond ik het niet eens zo vervelend maar om die overleden collega erin te betrekken, dat is heel erg". ENSCHEDE Twee on willige achillespezen had den Willem Busschers (44) geruime tijd uitgeschakeld als grensrechter. Op de zes de maart van dit jaar maakte hij zijn come-back bij de wedstrijd Heracle- s—SC Amersfoort. Na afloop te té heetgebakerde Almelose supporters het hoofd van de scheidsrech ter en de politie moest kimt gaan zitten bij de open haard, wat naar de tv. kijken en een pilsje drinken". „Maar ik ga door. Ook voor de poen. Ik beweer niet dat ik het puur en alleen om het geld doe. Als dat zo was, hoop ik dat Van Leeu wen meteen tegen me zegt: „Busschers, wegwezen". Dan blijkt dat ik geen inte resse meer heb en dat heb ik wel. Dacht je dat ik geen zenuwen heb als ik PS- V—Ajax moet vlaggen? Ik pas er alleen voor op dat ik niet overgeconcentreerd Voorlichting ,Jk zou wel graag zien dat er meer zou worden gedaan aan de voorlichting van het publiek over de afspraken tussen scheidsrechter en grensrechters. Ik geef een voorbeeld. De afspraak is dat wat op mijn helft ge beurt voor mijn rekening is. Gaat de bal uit, dan wijs ik in een bepaalde richting. Gebeurt dat echter op de andere helft, dan vlag ik gemoederen te sussen. Waarom heeft Willem Bus schers daarna niet meteen zijn spullen ingepakt en is hij nooit meer op de vel den verschenen? Zo aange naam is het niet om tijdens de wedstrijd te worden uit gescholden of, in een erger geval, erna te worden ge molesteerd. Enschedeër Willem Bus schers overvalt de vraag enigszins. „Ja, waarom wordt iemand scheidsrech ter of grensrechter. Ik ben destijds scheidsrechter ge worden omdat ik een prul van een voetballer was. Ik kreeg ook nog eens een trap tegen mijn knie en daarvan bleef ik zoveel last houden dat ik soms meen de dat ik een lam been zou krijgen. Toen zei mijn va der, die zo'n kwarteeuw had gefloten: waarom word je geen scheidsrechter. Mijn antwoord: en dan elke zondag trammelant hebben zeker. Hij kreeg me toch zo ver. Ik volgde een cursus die toen maar vier weken duurde. En ik was scheids rechter. Ik floot mijn eerste wedstrijd en maakte een doelpunt. De bal kwam op kniehoogte voor het doel en ik nam hem op de pantof fel: erin. Alle spelers kijken en ik wist niet wat ik moest doen". Een ongelukkig debuut der halve maar Willem Bus schers was na verloop van jaren wel in de top van het amateurvoetbal beland. Toen hij 39 jaar was, koos hij bewust voor de functie van grensrechter in het be taald voetbal. ,Jk had geen zin in de weg terug, van hoofdklasse via eerste en dan tenslotte de vierde klas KNVB. Daar had ik geen zin in. Toen kwam Dries van Leeuwen bij me. Hij had voor het district oost nog een grens rechter nodig in het betaald voetbal. 'Zou jij daar zin in .hebben, vroeg hij. Direct schoot het door mijn hoofd: dat wordt betaald, ik heb al zo veel onkosten ik heb een zoon die enorm veel geld kost omdat hij maar één nier heeft en dat komt dus mooi uit. Ik dat de bal uit is maar de scheidsrechter bepaalt wel ke partij ingooit Dat is een duidelijke afspraak, niet waar?" „Er wordt een speler ge pakt op de rand van het strafschopgebied. .De af spraak is: gebeurt het er binnen, dan loop ik meteen naar de doellijn. Weet ik het niet zeker en staat de scheidsrechter er met zijn neus bovenop, dan beslist hij. Dan de reactie van het publiek: „Hé, eikel, zou je niet eens vlaggen, hij was er toch binnen?" Ik geef toe, dat er dan meer naar buiten moet worden ge bracht als je hiervoor be grip vraagt. Als men nu voorlopig maar wil aanne men dat er uniforme af spraken bestaan tussen scheids- en grensrechters over wel of niet vlaggen". Afreageren „Ik roep ook wel eens iets terug. Mag niet. Als er een rapporteur is, hang je. Maar ik flap er wel eens wat uit en dan honden ze ook direct hun mond. Evengoed kan je iets naar je hoofd krijgen want de agressie van het publiek neemt nog steeds toe". „Hoe dat komt? Ik geloof dat men te veel vrije tijd heeft en te weinig om die te compenseren. Op vrij dagmiddag begint het weekend al. Ze stappen in de auto, crossen naar de caravan op de camping en gaan languit in een luie stoel liggen. Liefst met een krat bier naast zich, Dat bier laten ze tot zaterdag avond in hun strot lopen, ze gaan naar bed en de vol gende middag naar de voet balwedstrijd: even afreage ren. Ze hebben immers twee dagen op hun luie rug gelegen. Ik heb er geen moeite mee als iemand af reageert maar een vent die gaat gooien of, erger nog, het veld ORjcomt om de scheidsrechter te pakken te nemen, moeten ze gelijk op bergen. Uitschelden vind ik niet erg. Ze mogen gerust „kale" naar me roepen. Maar niet gooien. En vooral nooit zeggen dat ik niet eer lijk ben". „Dat is me een keer over komen, na een wedstrijd. Nota bene door een be stuurslid van een vereni ging. De hele weg naar huis heb ik me rot gevoeld. Mis schien had ik één fout ge maakt, maar zeker niet be wust. Ik heb die man een brief geschreven. Ik kreeg een antwoord met duizend excuses en of ik hem kon bellen om het uit te praten. Toen ik daar weer moest vlaggen, ben ik met hem naar zijn huis gegaan en hebben we de zaak uitge praat. Kijk, dat kan ook,- maar hij heeft nooit precies geweten hoeveel pijn hij me had gedaan". „Als zoiets gebeurt, denk ik ook wel eens: waarom doe je het. Je offert je hele zondag op, gaat met mist of ijzel of wat voor weer ook op weg. Je kunt niet met de auto en gaat met de trein naar, pak weg, Maa stricht 's Avonds ben je niet eerder thuis dan tien uur. Als ze dan ook nog aan je integriteit twijfelen, denk je op zo'n moment dat je inderdaad beter thuis „Wat kopen we ervoor als er trammelant op of rond het veld is? Voetbal is toch een show? Het publiek vindt het toch prachtig als Willem van Hanegem op zijn knieën voor Jan Kei zer gaat liggen en een sme kend gebaar maakt?" „Wat deed Keizer? Hij voelt het niet aan en doet een stap achteruit. Het publiek zou zich toch wezenloos hebben gelachen als Keizer hem de zegen had gegeven en daarna had laten op staan. Dan was Keizer de grote man geweest. Hij deed het niet en kreeg pu bliek èn spelers tegen zich". „De spelers moeten zich er wel van bewust zijn dat ze eten van de mensen op de tribunes. Ik kan ook niet tegen mijn baas zeggen dat ik maar eens een weekje ga lummelen". „Nou, goed. Dat was eigen lijk terzijde. Geloof me, de scheidsrechterscommissie zal er voor blijven waken dat we in ons land goede en integere spelleiders heb ben en houden. Er zullen altijd wel een paar natte kranten tussen blijven zit ten maar die vallen op den duur vanzelf af KYO TEUSINK .Ze mogen gerust „kale" naar me roepen maar niet gooien en helemaal niet zeggen dat ik niet eerlijk ben".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 24