A
JL JBllghero
loorj
LNW ALGHERO Op die zondagmiddag,
teer toen het tegen vijf uur liep, was het
etn, gloeiend heet in de Sardijnse bad-
doei plaats Alghero. Sloffend begaven de
EnS supporters van de plaatselijke voet-
pgnj balclub zich over een stoffig, voorwe
gen reldlijk weggetje naar het even boi-
Lncjgi ten de stad gelegen veld, dat de
as j. schoon klinkende naam JViariotti"
jat draagt Daar moest hun club de laat-
a<j( ste twee ponten behalen om weer in
de Serie D„ de laagste afdeling van
het betaald voetbal in Italië, terecht
te komen. Om tien over half seven
was dat royaal gelukt Tegenstander
Oristanese was met 4—1 verslagen en
in bet stadje brak een mini-Carnaval
Gehuld in de felle geelrode kleuren
van de club trokken de aanhangers,
met vlaggen zwaaiend, door de stra
ten waar een stoet toeterende auto's
het verkeer in de war schopte. Eens
klaps werd een kleine, spichtige man
op de schouders van enige po telingen
geheven. Dat was Andrea Spana, pre
sident van de clnb die het even een
voudige als doeltreffende middel
heeft ingevoerd om de chronische
geldnood van Alghero op te heffen.
Als er een tekort is, trekken we onse
beurs open en passen bij. Zo simpel
ligt dat in Alghero.
d he^ Het was de dertigste mei 1976 een
zwarte dag voor het vriendelijke stad-
aarej je geweest Tien jaar had de betaalde
oogii voetbalploeg in Serie D. vertoeft Op
die dertigste mei kwamen de spelers
met trieste gezichten uit het vliegtuig
dat hen van Rome terugbracht Daar
was van Romulea verloren waardoor
degradatie een feit was. Alghero terug
naar de amateurs. Maar dat betekende
geenszins dat meteen de betalingen
aan de spelers werden stopgezet. Sig-
fgaai nore Spanu, niet gespeend van zake
lijk inzicht, had halverwege die zo
falikant afgelopen competitie
1976—1976 het voorzitterschap aan
vaard en nadat de ploeg de degradatie
niet had kunnen ontlopen, riep hij met
zijn felle stem uit: Jk ga schoon schip
maken en jullie blijven verdienen wat
je tot nu toe had. Althans, zij die er
niet uit vliegen". En dat waren er
nogal wat. Allereerst de trainer, die
te lang was doorgegaan met te oude
spelers. De goede man had vooral in
de enige landelijke krant die Sardinië
rijk is, La Nuova Sardegna, vaten vol
kritiek over zich uitgestort gekregen
en accepteerde ijlings een baan als
trainer in Algerije. Voorts stuurde
Spanu zeven spelers de laan uit en
verving hen door jongeren. „Volgend
jaar zitten we weer in Serie D". voeg
de hij de nieuw aangetrokken trainer
Sergio Sabatüni toe die furore had
gemaakt door kampioen te worden
met een clubje dat door Jan-en-alle-
man als kansloos voor de titel was
afgeschilderd. En daar had Sabatüni
zich maar aan te houden want Spanu
en de „societa", het gezelschap zaken
lieden - zeker niet allemaal grote - dat
de club financieel drijvend houdt, wil
den wel de beurs trekken maar dan
moest er geen degradaüe tegenover
staan, zoals bij die vorige trainer.
Er moest aangepakt worden. En Spa
nu weet wat dat is. Eens had hij zelf
zijn nog geen zesüg kilo wegend li
chaam moeten vullen met het goed
koopste dat te koop was. Toen had hij,
met bijeengeschraapt geld, een stukje
land gekocht dat hij met een kleine
winst weer van de hand deed. Hij
kocht een groter stuk en ging net zo
lang door met kopen en verkopen tot
hij genoeg had verdiend om een aan-
VOLENDAM Pé Mühren,
sinds mensenheugenis micro-
fonist bij de voetbalclub Vo- A;1
iendam en toeverlaat voor een 'i al I f j I H fjjBjl
ieder die meer van de clnb uit
het palingdorp wil weten. Hij
vervulde ook een functie in j 1 "f ÏTj5jl|§
het bestuur maar achter die
activiteiten beeft bij onlangs
een punt gezet. Nee, er was
geen ruzie, er was geen on- L. - V'
enigheid, er was zelfs niet het '"-jJ'
minste rimpeltje in de ver-
houding Pé Muhren-Volen
dam. Door het zakelijker ka-
rakter dat de club wel moest aannemen, voelde Pé zich niet volendam „ik heb bij eikaar
meer thuis in het bestuur. Openhartig vertelt hij erover. Ook jo n zeven jaar in het bestuur gezeten,
waarom de man die vrijwel altijd «n opgeruimd1 humewr taft S
rijn grote hobby, het babbeltje maken voor de microfoon, m Jan m der unden joop
continueert Want Pé Mühren is zeker niet verloren voor Brand heeft het zakelijke karakter
Volendam, dat het weer gaat proberen in de eredivisie. zijn intrede gedaan. Volkomen terecht
overigens want een betaald voetbal
club moet zakelijk geleid worden. Ik
heb daar echter totaal geen verstand
van. Op financieel gebied ben ik een
groentje. Ik heb nooit geld gehad en
weet er dus ook niet mee om te sprin
gen. Vanaf het moment dat alles zake
lijker werd, moest ik mezelf te veel
inspannen tijdens de bestuursvergade
ringen. En omdat in mijn familie di
kwijls hartinfarcten zijn voorgeko
men, ben ik niet van plan op maan
dagavond tijdens de wekelijke bijeen
komst zoiets op te lopen. Zoals de
zaken zich nu op bestuurlijk niveau
bij Volendam ontwikkelen, heb ik
daar niets meer te zoeken. Ik ben geen
zakenman, verre van dat zelfs. Mij
moet je meer zien als een kunstenma
ker. Ik probeer de mensen tijdens de
wedstrijd te vermaken en tracht dan
zo origineel mogelijk te blijven."
„Het bestuur heeft mij verzocht de
reclame en de propaganda voor de
club te blijven verzorgen. In de veertig
jaar dat ik me inspan voor Volendam
heb ik een grote kring relaties opge
bouwd. Toen ik zeven jaar geleden
gevraagd werd zitting te nemen in het
bestuur, zou iemand anders de public
relations overnemen. Al snel stond hij
bij me op de stoep. Hij kon geen vaste
voet krijgen in het wereldje van de
publiciteitsmedia Dat was voor mij
geen probleem want ik liep er al wat
jaartjes in mee. Enfin, er werd me
gevraagd of ik die public relations dan
maar weer wilde gaan doen".
„Het bestuur heeft me ook gevraagd
enig administratief werk te verrichten.
Niet veel, een halve dag per week. Dat
doe ik want ik heb er de tijd voor en
het zal me niet schaden. Sinds februa
ri van het vorige jaar werk ik niet
meer wegens gezondheidsredenen en
het is vrijwel zeker dat ik binnenkort
als leraar wordt afgekeurd. Een halve
dag en het werk voor de microfoon
plus het spelen voor vraagbaak zijn
bij elkaar geen overdreven werkzaam
heden. Dat kan ik dan best nog wel
aan."
Ja, ik ben nogal bekend maar ik heb
de publiciteit nooit gezocht Ik heb
mezelf nooit aangeboden. Mies Bouw
man heeft me gevraagd voor haar
„Een van de acht" en Elles Berger
vroeg of ik mijn verhaaltje wilde ver
tellen in haar programma „Drie draait
op verzoek van mensen uit de sport
wereld". Ook bij andere gelegenheden,
waardoor ik in de publiciteit trad, was
dat niet op mijn verzoek. Ik doe dat
immers niet voor mezelf. De club is
erbij gebaat
„Op school heb ik met de leerlingen
wel eens gepraat over eigen kwalitei
ten. Het komt zo vaak voor dat men
sen niet zoeken naar hun eigen gaven,
dat ze niet eens weten dat ze iets
kennen, of niet En dat is toch zeer
belangrijk. Je moet weten waaraan je
begint. Ik hou ervan om onder het
publiek te zijn, om mensen te amuse
ren. Niet altijd van die koude en
zakelijke mededelingen tijdens een
wedstrijd. De mensen houden van een
grapje maar de moeilijkheid is wel dat
je moet proberen niet afgezaagd te
worden."
Eerste keer
„Volendam, ik kan er uren over ver
tellen. Wat ik nooit zal vergeten is
het moment dat Volendam voor de
eerste keer promoveerde naar de ere
divisie. Dat was in het seizoen
1958-1959"
„De beslissende wedstrijd moesten we
spelen tegen Limburgia, in Limburg.
Voor de supporters had ik een trein
gecharterd. Wie in Volendam was ge
bleven, zat in een zaal van een theater
waarmee we een rechtstreekse teleto-
nische verbinding hadden. Mij was
gevraagd commentaar te leveren tij
dens de wedstrijd. We werden kam
pioen en tijdens de terugreis vloog een
vliegtuigje boven onze trein dat de
sleeptekst meedroeg: „Volendam
eredivisie." Tevoren had ik de zaken
in Volendam ook geregeld. Er zou een
boot zijn waarop „Heen en weer F
zou zijn geschilderd. Er stonden drum
bands. We arriveerden in Volendam
toen de regen met bakken naar bene
den kwam. Iedereen had er graag een
nat pak voor over om de jongens te
huldigen. Die dag heeft grote indruk
op me gemaakt.
Ook de rondrit toen we het afgelopen
seizoen promoveerden heeft me veel
gedaan maar toch niet zoveel als de
eerste keer, hoewel er nu meer men
sen op de been waren. Ach, we had
den het al vier keer meegemaakt"
Apart
„Dat wil niet zeggen dat het niet
indrukwekkend en gezellig was. Van
nature zijn Volendammers gezellige
en olijke mensen, die verknocht zijn
aan hun dorp. Ze denken veelal voor
uit en dat is ook een van de redenen
dat ze „apart" zijn. Wanneer ze inzien
dat ze iets niet kunnen bereiken, ha
ken ze af. Dat is dit seizoen ook
gebleken".
„Successen bleven uit men zag het
voor de toekomst niet meer en het
publiek bleef weg. Tot tegen het einde
van het seizoen in de nacompetitie
toch nog resultaten werden geboekt
Toen was er weer zicht op toekomst
en stonden de mensen als een man
achter hun club."
„Toch is gebleken dat de Volendam
mers hun club momenteel anders be
naderen. Voor het eerst in veertig jaar
heb ik supporters gezien die gehuld
waren in ons oranje shirt Tijdens de
laatste wedstrijd tegen Excelsior wa
ren verscheidene vakken op de tribu
ne zelfs helemaal oranje. Ook het
gebruik van spandoeken duidt erop,
dat de aanhang zich nauwer voelt
betrokken bij het wel en wee van de
club. Dat wil weer niet zeggen dat de
supporters ondanks alles achter de
ploeg blijven staan. Als in het nieuwe
seizoen vier wedstrijden op rij worden
verloren, zit het er dik in dat de
belangstelling terug gaat lopen. Dat is
natuurlijk een slechte eigenschap.
Maar die komt niet alleen in Volen
dam voor. Dat kan in iedere gemeen
schap gebeuren
ERIK VISSER.
land met bekwame spoed een beter
onderdak zou laten optrekken. Er is
één tribune, bestaande uit een buizen
stelsel waarvan nood tribunes worden
opgetrokken.
Maar bet veld ligt er prachtig bij. Op
de keiharde grond ligt een deken van
helgroen gras, een wonderbaarlijk ge
zicht.
Spanu: „Dat is het enige dat de ge
meente doet, het veld onderhouden.
Elke dag komt iemand van de ge
meente om het te spuiten". Niet veel
maar toch niet te versmaden in een
stad waar in de zomermaanden het
water zo schaars is dat voor hen die
geen eigen „bron" hebben de kraan
slechts op bepaalde uren functioneert.
Rondom dat veld zaten en stonden bij
de kampioenswedstrijd zo'n tweedui
zend toeschouwers, van wie de helft
niet had betaald omdat de muur ron
dom het stadion gemakkelijk beklom
men kan worden en er altijd een
smoes is te verzinnen om zonder beta
ling het toegangshek te passeren waar
bovendien wel een bekende staat die
mompelt: nou, vooruit dan maar,
gauw naar binnen.
En wie betaalt, heeft voor vijftienhon
derd lire - een goede vier gulden - een
plaats op de buizentribune. Spanu:
„Er moet elke week geld bij. Geen
probleem. Alleen aan salarissen voor
de selectie van achttien man hebben
we zes miljoen lire per maand nodig
achttienduizend gulden, red.) en dat
halen we nooit met dit aantal toe
schouwers. We leggen elke maand er
bij maar dat geeft niet Wij, met zijn
veertienen, willen hier betaald voetbal
en hebben daarvoor geld over".
„Wij hebben geen erebaantje maar
steunen de club daadwerkelijk. Wat
heeft Alghero aan luxe-bestuurders
die alleen vergaderen en klagen dat
er geen geld is. De gemeente heeft zelf
geen geld en daar kloppen we dus ook
niet aan. We doen het zelf wel. En
misschien komt er nog wel weer eens
een Cuccureddu uit Alghero voort".
Hij is het idool van de stad. Cuccured
du, speler van Juventus en viermaal
international - plus een aantal keren
reserve - is afkomstig uit Alghero
waar hij in zijn jongensjaren in de
jeugdploeg van de plaatselijke club
speelde. Enige malen per jaar komt
hij van het vasteland over om zijn
ouders te bezoeken. Twee oude, krom
getrokken mensjes die jaren in een
zeer oud huisje hebben gewoond en
pas een nieuwe gemeentewoning heb
ben betrokken. Hun beroemde zoon
had een villa voor hen kunnen kopen
maar ze wilden niet Cuccureddu be
zoekt hen, met zijn welgeschapen, hel
blonde vrouw bij voorkeur in de zo
mermaanden als hij op een verscholen
plekje aan het strand kan vertoeven.
Maar er is altijd wel een knulletje dat
hem ontdekt en in een minimum van
tijd wordt hij omringd door de jeugd,
die hoopt eens een plaats te kunnen
veroveren in het eerste team van Alg
hero. Ze dromen van die vijfhonderd
duizend lire per maand, een salaris
waarvoor waarschijnlijk menige eer
ste divisiespeler in ons land ook zou
willen tekenen. En Alghero is per slot
van rekening maar een vierde divisie
club. Maar schuldenvrij, dankzij An
drea Spanu en zijn societa, die geen
luxe-bestuurders willen zijn, maar met
grote regelmaat de beurs trekken. Zo
simpel ligt dat bij een kleine Italiaanse
semi-profclub.
HERMAN VAN BERGEM.
Cuccureddu (rechts) die eens in het
bescheiden clubje Alghero speelde en
nu de kleuren van het grote Juventus
verdedigt. Het idool van de jeugd van
de Sardijnse badplaats waar de ou
ders van Cuccureddu nog steeds wo
nen.
nemingsbedrijf te stichten, dat nu de
neus optrekt voor het bouwen van
eenvoudige stulpjes maar slechts kapi
tale villa's en grote gebouwen of series
flats doet verrijzen. De bankrekening
van Andrea Spanu werd steeds groter
en hij kon de voorzitterszetel van de
plaatselijke voetbalclub kopen.
Toen dat werd geopperd, verslikte
Andrea Spanu zich in de wijn die hij
net op het kampioensfeest naar bin
nen wilde gieten en riep gëergerd uit:
„Die zetel heb ik niet gekocht Dat
doen se bij Juventus, AC Milan, Ro
ma en noem maar op, maar ik niet
Daar wordt een ere-baantje gekocht
in ruil voor geld. Ze vinden bet mooi
om in de loge te zitten, belangrijke
personen een hand te mogen geven en
in een duur pak over het veld te
flaneren. Zie ik er zo uit?"
Met zijn gekreukte pantalon en een
voudig shirt met open hals zag Andrea
Spanu er inderdaad uit zoals zijn on
dergeschikte bouwvakkers. Hij priem
de een dunne maar pezige arm in de
lucht en riep nog eens: „Als we tekort
komen, trek ik mijn beurs en leg erbij
wat mankeert Ik koop en verkoop
spelers maar als ik iemand niet kwijt
wil, bind ik hem aan de club. Ja,
natuurlijk door zijn salaris te verho
gen. Clubs op het contiilent willen
onze linkerspits hebben. Hij maakte
achttien van de tweeen veertig doel
punten in de afgelopen competitie. Als
hij te koop was, zou hij tachtig mil
joen lire moeten opbrengen maar hij
blijft Hij heeft het veel te goed bij
ons".
Die linkerspits, ene Canessa, is een
van de uitblinkers in de ploeg die niet
hoger reikt dan het spelpeil in onze
hoofdklasse amateurvoetbal. „De man
van tachtig miljoen", wordt hij schert
send genoemd. Toch altijd nog een
kleine tweëeneenhalve ton. Hij is een
van de vier fullprofs die ip Alghero
spelen. Fullprofs over wier salaris de
meningen nogal uiteen liepen. Andrea
Spanu had het over achthonderddui
zend lire per maand voor de vier profs
en de helft voor de overige spelers.
Dat zouden forse salarissen zijn in een
stadje waar een werknemer gemid
deld om en nabij de vierhonderddui
zend lire verdient, de meeste minder.
Een supporter, nauw gelieerd aan de
club omdat zijn broer tweede trainer
is, zei echter: „Onzin, die salarissen.
De profs verdienen gemiddeld vijfhon
derdduizend, de semi-profs de helft
Ja, ook tijdens het afgelopen seizoen
waarin in de amateurcompetitie moest
worden uitgekomen. Pin me niet op
die bedragen vast want het kan best
zijn dat onze doelman Zaccheddu, die
ook in het Italiaanse politie-elftal
staat, meer heeft, evenals Canessa.
Maar het gemiddelde is het wel".
Hoe dan ook, Andrea Spanu en zijn
societa, bestaande uit dertien zakenlie
den van wie er twee de functie van
vice-president bekleden en de rest me
de het dus niet geringe bestuur vor
men, moeten elke maand weer diep in
de beurs tasten. Toeschouwers zijn
schaars in het stadion Mariotti, dat die
wijdse naam niet mag dragen. De
kleedgelegenheid is zo sober dat een
beetje amateurvereniging in Neder-
is gepro
moveerd. Daarvan
zal Nederland niet
wakker liggen want
het is de plaatselijke
ploeg van het gelijk
namige stadje op het
Italiaanse eiland
Sardinië. Alghero be
reikte de Serie D,
wat, getransponeerd
in Nederlandse be
grippen, de vierde
divisie van ons be
taald voetbal zou
1 zijn. Het jaar tevo
ren was Alghero ge
degradeerd uit die
Serie D. Vrijwel om
de veertien dagen
moest de ploeg van
de vierde stad van
het eiland - na Cag-
liari, Sassari en Nuo-
ro - dat driekwart
der oppervlakte van
Nederland beslaat en
slechts anderhalf
miljoen inwoners
heeft, naar het vaste
land om te voetbal
len. Dat kostte nogal
wat: vliegtuigen,
overnachten, eten.
En omdat de Series
C en D bestaan uit
1 elftallen van semi-
profs (Alghero heeft
zelfs enige fullprofs)
vermeldt de begro
ting een respectabel
aantal lire die nooit
van de contributie
van de leden en de
recettes bijeenge
schraapt kunnen
worden. Alghero
klaagt evenwel niet.
Het vraagt niet om
steun van de ge
meente. Het neemt
wèl genoegen met
een zeer eenvoudige
accommodatie en er
is een even simpele
als doeltreffende ma-
nier om de tekorten
aan te zuiveren. Dat
doet een groepje za
kenlieden die er ple
zier in hebben dat
hun stadje van vij
fendertigduizend in
woners een betaald
voetbalclub heeft.