Sonneveld, de
meesterspeurder
4» km a
M W
a
ROTTERDAM
In Enge
land is een
chief scout
een prof, die
een kantoor
heeft en per
soneel. Man
chester United
heeft vijftig
scoots in
dienst, die ge
heel Groot
Brittannië
afloeren naar
talent Al die
vijftig scoots
rijn oud-prof-
voetballers,
die betaald
worden voor
hun speurac
ties. J. (Hans)
Sonneveld
mag rich chief
scout van
Sparta noe
men. Ook hij
wordt bijge
staan door een
aantal goed-
willenden die
speurwerk
verrichten.
Hans Sonne
veld heeft
geen kantoor,
hij en rijn
groep speur
ders ontvan
gen geen cent
Dat hoeft ook
niet want die
groep wordt
gevormd door
oer-Spartanen
die het nooit
of te nimmer
zouden kun
nen verkrop
pen dat hun
club op een
laag pitje zou
komen te
staan. Ook zij
stropen stad
en land af en
Hans Sonne
veld begeeft
rich dikwijls
naar het bui
tenland om te
trachten voor
een redelijke prijs een speler van
formaat aan te trekken. En dat
lukt hem regelmatig, eerst in Scan
dinavië, later in Oostenrijk, nu En
geland. Zijn ontdekkingen hebben
opzien gebaard in Nederland maar
hij maakt er zelf weinig woorden
aan vuil. Naast zijn drukke werk
kring „in papier" plukt de
meesterspeurder van Sparta her en
Hans Sonneveld op zijn geliefde „Kasteel"
der topspelers.
Door zijn jarenlange sportloop-
baan - als twaalfjarige lid van
Sparta, op zijn achttiende zijn de
buut in het eerste en zijn laatste
duel voor de roodwitten leverde
hij in 1956; voorts sinds 1938 in het
eerste cricket-elftal, waarvoor hij
twee jaar geleden nog aantrad toen
de ploeg in degradatiegevaar ver-
keerde heeft deze ruime vijftiger
zoveel kennis van voetbal ver
gaard dat hij gezegend ook met een
subtiel werkende speurneus, soms
wat geluk en onmiddellijk de kwa
liteiten onderkennend, zijn club
(en andere) onschatbare diensten
heeft bewezen. De „Maigret van
Sparta" ook een fervent pijpro
ker, rustig, weloverwogen, nuchter
maar ook Rotterdams zakelijk
vertelt over zijn ervaringen, zegt
wat hij denkt van het Nederlands
voetbal en hoe hij met zijn scou-
tingapparaat spelers als Kristen-
sen, Kreuz, Lees, Clarke ontdekte.
Sparta heeft geen makelaars nodig
die met spelers leuren. Sparta
heeft zijn eigen makelaar-die-geen
cent-kost: Hans Sonneveld.
ROTTERDAM - In de
Zwitserse sportkrant
„Sport Zurich" Jas Hans
Sonneveld eens dat de
Engelse club Burnley ui
termate gunstig bekend
staat voor de opleiding
en de scouting. Hij
speelde al met de ge
dachte om bij Sparta
een jeugdopleiding op
poten te zetten. Niet
zoals in Engeland waar
het om kleine profjes
gaat maar geschoeid op
de leest die een van rijk
dom gespeende club als
Sparta beter past Hij
zocht contact met Bum-
ley's manager Jimmy
Adams. Typisch Eiigels
daar staat eenieder
altijd onmiddellijk klaar
omdat de profmentali
teit er tot grote hoogte
is gestegen en men altijd
denkt in termen van
„het is mijn vak"
kreeg hij direct een uit
nodiging. Zijn hotel was
besproken, er stond een
auto gereed bij het vlieg
veld, de plaatselijke pers
was opgetrommeld want
Burnley ging aan een
Nederlander het pro-
dukt Voetbal verkopen
en dat was een gerede
aanleiding om de sa
menwerking tussen
club, manager, scouts en
pers weer eens stevig te
demonstreren. Hans
Sonneveld kwam terug
en sindsdien heeft Spar
ta een voetbalschool
waar zestig geselecteer
de junioren in vier leef
tijdsgroepen (10—12,
12-14, 14-16 en 16-18
jaar) in nauwe samen-
werking met ouders, me
dische staf, teamcoaches
en begeleiders speciale
aandacht genieten. Im
mers, niets is goedkoper
dan eigen kweek en
Sparta gaat zuinig met
de pecunia om, noodge
dwongen. Maar ook,
zoals Sonneveld zegt:
„We moeten voor alles
aandacht aan de jeug
dopleiding besteden".
Hij bracht nog iets mee
van Bumley. Daar had
hij een krachthonk ge
zien. Sinds vorig jaar
heeft Sparta er ook een.
Want als het om zijn
Sparta gaat, is niets hem
te veel.
Sparta's voetbalschool. Zestig jongens van 12 tot 18 jaar, bij wie allemaal de hoop leeft het eerste team te bereiken.
ROTTERDAM „In 1963 vroeg Jos Coler
me of ik kans zag een goed scoutingappa-
raat op te zetten. Met een aantal oud-spelers
ben ik eraan begonnen. Ik mag zeggen dat
we in de loop van die veertien jaar in
binnen- en buitenland met succes naar ta
lent hebben gezocht, dat we echter niet altijd
vast hebben kunnen houden. Maar ik ben
nogal optimistisch van aard en dan zeg ik:
„We halen er wel weer een". Natuurlijk is
het niet de vooropgezette bedoeling dat we
een goede speler overdoen aan een andere
club maar ik besef ook dat Sparta in leven
is gebleven door aankoop en verkoop. Als
er een exploitatietekort is, houdt alles op.
Voor de trainer is het beroerder dan voor
mij als een goede speler weggaat".
„Het is dikwijls ook een kwestie van geld
om een speler aan je club te binden. Neem
destijds Coen Moulijn. Naar mijn mening is
dat de oorzaak, het begin althans geweest,
dat Sparta een beetje is weggezogen door
Feyenoord. Moulijn speelde in Xerxes. Hij
twijfelde: Sparta of Feyenoord. Het was een
financiële kwestie hoewel het destijds ging
om belachelijk lage bedragen, vergeleken
met nu. Feyenoord was bereid - en in staat
- meer te betalen en Moulijn ging naar de
andere Maasoever".
„Onlangs hebben we weer zoiets meege
maakt Snoeck ging van Xerxes naar Feye
noord hoewel lüj bij ons op de stoep heeft
gestaan. Terry Lees raakten we kwijt aan
Roda JC, dat hem het dubbele salaris bood
dan Sparta hem kon betalen. Dat, en dat
alleen, is de reden dat Lees naar Roda is
gegaan. Alle andere verhalen zijn nonsens.
Lees wilde geld en Roda JC kon dat bie
den".
„Daarmee moet je nu eenmaal leven. Na
tuurlijk vind ik het jammer als een goede
speler verdwijnt want als Spartaan-in-hart-
en-nieren wil ik mijn club graag aan de top
zien en zou ik dolgraag willen dat we twee
maal zoveel toeschouwers trokken. Sparta
is echter ook iets meer dan een voetbalzaak.
Bij ons geldt de mens nog, maar we zijn
wel zakelijk. Als we een speler voor vijfhon
derd pond minder kunnen losweken, hebben
we een paar duizend gulden verdiend. Maar
het menselijke in de voetballer verliezen we
niet uit het oog. Voetballers moeten ook na
hun carière leven. Als het even kan, houden
we daarmee rekening. Ik noem Bert Jansen
als voorbeeld. Hij is typograaf. Hij wilde
graag van Roodenburg naar Sparta
komen maar zat ermee in wat met zijn baan
moest gebeuren. Toen heb ik gezegd: „Hou
jij nou maar rustig die baan aan, we trainen
's middags en dat moet voor jou met je
werktijden te regelen zijn". Dat kon ook.
Zo'n jongen speelt vrijer, hoeft zich geen
zorgen te maken, kan voor zijn diploma's
werken. Daarvan hebben wij ook profijt.
Sparta is bewust teruggegaan van prof- naar
semiprofsysteem. Dan kunnen de spelers
een baan hebben of studeren. Anders wordt
het zo gauw lanterfanten, biertje drinken,
verveling. We hebben van die stap terug,
zoals sommigen het wel noemden, geen spijt
gehad".
„Bert Jansen is zo'n speler die we in eigen
land hebben ontdekt Er zijn er meer die
hier uit de buurt komen: Michielsen van
Xerxes, Weerdenburg uit Gouda, Van Stave
ren uit Warmond en nu weer een linksachter
die uit Papendrecht komt. Met ons scouting-
apparaat beslaan we het gehele land. Er
worden rapporten gemaakt die rouleren
onder de leden van ons team. We bekijken
ook alle eerste divisieclubs. We krijgen ook
tips en van
de honderd zijn er
vijf goed. Dat is
een kwestie van
ziften, waarbij on-
ze rapporten na-
tuurlijk goede
diensten bewij-
„We zijn een keer MT f
met meer dan tien iWufc/
scouts naar Enge-
land geweest Va
Vrijdags weg met
de boot en op za- yh
terdagmiddag be- Jf\
keken we in Lon- w
den elf wedstrij
den. We hadden dus tweëentwintig teams
tegelijk te pakken, 's Avonds gingen we
weer terug. We hadden drie spelers gevon
den, die ik heb gevoed. Om verschillende
redenen - een wilde niet, een ander trad bij
een Engelse profclub in dienst - konden we
ze niet krijgen. Dat is dan jammer maar er
is geen man overboord. Met scouten stuit
je op zoiets. Je hebt daarentegen ook wel
eens puur geluk".
„Er was een Oostenrijkse makelaar in Rot
terdam die zei dat ik maar eens naar Oos
tenrijk—'Tsjecho Slowakije moest gaan kij
ken. Hij tipte twee spelers. Toen ik er was,
stelde hij me direct voor aan Petit van
Standard Luik. Even laten blijken dat er
concurrentie was. Nou, ik hoefde geen
van die twee spelers. Maar na de rust
kwamen Willy Kreuz en Hackers berger erin
en die had die makelaar niet getipt Ik ging
terug en zei in Rotterdam: „Die Kreuz moe
ten we hebben". En hij kwam. Ik heb zoiets
ook meegemaakt bij een wedstrijd van Bo
russia Mönchengladbach. Ik kwam voor een
bepaalde speler maar na de rust viel Si-
monsson in. Die wilde ik hebben maar
trainer Weisweiler wilde 'm niet kwijt Gelijk
had hij".
„De ga altijd op mijn eigen oordeel af. Wat
een ander meent, zegt me niks. Dan gaat
de trainer kijken en het is nog nooit voorge
komen dat die hem niet goed vond. Jawel,
toch een keer. Ik zag Jan Mulder bij WW.
Dat was in de tijd dat we Jan van Be veren
uit Emmen haalden. Ik vond Mulder de
beste amateur die ons land op dat moment
bezat maar de trainer dacht er
Die vond hem niet goed. Achteraf
had Sparta Mulder toch niet kunnen
want hij kreeg van Anderlecht een
„Die trainer was een Engelsman,
altijd Engels
schien omdat we als
drijven met Engeland en er zo et
ontstaan. Of omdat Sparta van
een cricketclub is en dat is een
sport Ik ben driëenveertig jaar
Sparta, dat in 1888 is opgericht De
zowat de helft van Sparta's
meegemaakt Ongeveer
de trainers in die tijd waren
„Toen Steegman wegging,
Engelse spelers en een Engelse
het aanvallend voetbal erin te
1966 heb ik al gezegd dat er te
werd gespeeld. Dat getik
middenveldZe zeiden toen: „En
dan?" Ajax en het Nederlands
vorm dan, mag je niet als
riaal gebruiken. Dat is iets
derde twee Engelse managers,
naar Saoedi Arabië voor een enorm
maar hij tipte wel Terry Lees. De
ook niet door".
„Ik ga veel naar Engeland en ik
wat wedstrijden in de
Daar heb ik ook Clark
een middenvoor die sterk moest
koppen. Dat was Ray Clarke,
bewonder in die spelers, zowel
Kennismaking met de eerste Deen die ii
land kwam voetballen, 01e Madsen
Hans Sonneveld maakt hem wegwijs.
Clarke, is dit Ze hadden
ze bleven wèl werken,
zo opgevoed. Van hun zestiende af lereT1""
het profvak. Ze weten dat ze moeten we
voor- hun geld. Ik vind het bij ons h
kwalijke ontwikkeling dat voetballers s «n
over geld dan over hun werk praten de
wordt betaald om te voetballen en ze vef uw
nen meer dan het merendeel van
bliek".
„Mijn mening: voetbal is
van elf tegen elf met d
de tegenpartij meer in te schopper
moet je ze maken en niet allereerst
ze te voorkomen. Ik heb over
voetbal gezien. Ik heb tussen het
gezeten, en dat publiek wil dat
tweemaal drie kwartier knokken,
verliezen is het niet zo erg. Maar
werken, krijgt het publiek de pest
simpel ligt dat Laten ze maar
spelen, de sterkste wordt toch
dan mag het best fel en hard gaan
nooit grof. Binnen de regels, zo fel je
Maar niet een vent van achteren
schoppen. Dat voetbal oorlog is, is
flauwekul. De scheidsrechter
wel het verschil tussen hard en erof
onderscheiden. En bij grof: eruit".
„Niet voor niets smult het
bliek van Engelse wedstrijden. Hc
het publiek anders reageert Een
ter gaat daar voren, ontwijkt ee
en nog een, en plaatst dan de bal
Hij krijgt applaus want men
aanvalspoging. Hier zegt men „Loopt
nou dat eind voor".
„Sparta heeft
haald. Larsen,
beeld. Maar ik ben
land. Zweden zijn
Denen weten tegenwoordig ook
kengelden af. Toen heb ik gezegd:
lagere Engelse divisies moeten goede
bailers rondlopen met een mentaliteit
Sparta past".
De laatste vangst van Hans
Phillip Henson die van zijn
eenentwintigste in Manchester Cil
en nu van Sheffield Wednesday is
men. „Terry Lees ging weg dus
een ander fcomen. Nou, die halen
toch
HERMAN VAN