verhaalt van een generaal wiens troepen in de pan dreigden te worden gehakt Een briesje, dat toevallig zijn hoofddeksel afblies, bracht de generaal op de idee vliegers te maken die een ver vaarlijk geluid voortbrachten. Waarschijnlijk spande men daar toe een heel dun reepje bamboe tussen de uiteinden van een boog. In het holst van de nacht werden de vliegers opgelaten boven het vijandelijke legerkamp. Bij het horen van het raadselachtige ge huil in de lucht vluchtten alle belegeraars in paniek. Niet alleen de westerse mensn heeft ervan gedroomd gelijk een vogel door het luchtruim te sui zen. Bemande vliegers werden in China reeds in de vroegste tijden ontworpen; hier in het westen paste men de idee weer toe in de eerste en tweede wereldoorlog, onder meer voor verkennings doeleinden. Maar ook in het Chi na van toen reeds uitwassen. Een bepaalde Chinese keizer schiep er een satanisch genoegen in, zijn gevangenen bij wijze van straf van een toren te laten „vliegen". De ongeluksvogel werd daartoe op een grote bamboemat gebon den. Wie de vlucht overleefde, herkreeg de vrijheid. Vluchtgege- vens uit die tijden ontbreken. Vanuit China sloeg de vlieger zijn vleugels uit over heel Japan en vervolgens in allerlei varianten over de ganse Stille Oceaan. Por tugese, Hollandse en Engelse kooplieden brachten in de 16e eeuw de vlieger mee naar Euro pa. Angst voor een invasie vanuit de lucht moet voor de antieke Oos terlingen heel reëel zijn geweest. (Wat dat betreft is er tegenwoor dig nog steeds een vuiltje aan de lucht). In Japan zou er een wet zijn geweest, die het bouwen van vliegers die een man konden ver voeren, verbood. De Japanners gebruikten de vlieger onder ande re bij de bouw van torens: aan enorme vliegers werden manden met dakpakken en stenen boven de bouwplaats opgelaten. De Japanners zijn trouwens toch altijd sterren geweest in het bou wen van reuzevliegers. De kroon spant nog altijd de beroemde Wan-wan-vlieger, ontworpen om streeks de eeuwwisseling. Er wa ren honderdvijftig mannen nodig om het gevaarte van bijna drie ton, een breedte van vierentwin tig meter en een staart van hon derd zesenveertig meter in be dwang te houden. De wetenschappelijke mogelijk heden van de vlieger werden in Europa eerst in de 18e eeuw ont dekt; daarvoor was hij in heel Europa alleen zeer populair als tijdverdrijf. De beroemdste toe passing van de vlieger staat op naam van Benjamin Franklin, die in 1752 met zijn „elektrische" vlie ger bewees, dat bliksem dezelfde elektriciteit is die ook op aarde wordt opgewekt. Een van de zwierigste toepassin gen van de trekkracht van de vlieger staat op naani van' de Engelse onderwijzer George Po cock, die in 1826 patent kreeg op zijn vliegende Jan Plezier. Dit lichtgewicht rijtuigje, getrokken door een tandem van twee aange paste boogkopvliegers, kon vier of vijf passagiers vervoeren met een snelheid van ruim dertig kilo meter per uur. Rond deze tijd cv WE gisi trijd atio die uit >11< deed ook de bestuurbare vlieger r,.m zijn intrede, ideaal voor onder meer het redden van schip- pens breukelingen. ^va De ontwikkeling van het vliegtuig erno deed de belangstelling voor de r te kleine inspiratiebron in het begin geo: van deze eeuw naar de achter- slijk grond verschuiven. Alleen de it er jeugd had er nog belangstelling Sar voor. Dat veranderde weer gedu- hel rende beide wereldoorlogen. In 1 da de Eerste Wereldoorlog werden >oi. i reusachtige vliegers door onder- >t n zeeërs voortgesleept; langs de fle 1( vliegerkabel werd dan een waar- ia n nemer in een gondel naar boven het gehesen: een verrekijker, hoog en t bu droog boven de Oceanen. De in e Amerikaanse admiraliteit liet in 5oi z de Tweede Wereldoorlog dodelijke t hei versperringsvliegers op. Raakte wijzi een vijandelijk toestel de vlieger- g en kabel, dan werd op ingenieuze lun wijze een op scherp gestelde bom lkaa razendsnel langs de kabel naar nder het vliegtuig getrokken. Het eind- s de resultaat laat zich raden. Ifica' De Duitsers ontwikkelden in de wor Tweede Wereldoorlog een nog uit- zeer gekiender methode om een waar- ndse nemer in de lucht te brengen: de f de wentelwiek of autogiro. is v Na de oorlog ging de vlieger-ont- wikkeling verder: de beroemde Deltavleugelvlieger verscheen aan de horizon, het hang-zweven. Dl J par as ailing deed zijn intrede, de ruimtevaart stimuleerde de ont- wikkeling van een serie bijzonder slLt uitgekiende parawings voor de besturing en landing van terugke- rj|£ rende ruimtevaartcapsules. De Amerikaanse luchtvaartingenieur L Rogallo introduceerde de slappe vleugel, een zeiloppervlak dat L^ei nergens wordt ondersteund en zijn vorm uitsluitend kan behou- den door de luchtdrukverdeling op het vliegeroppervlak enerzijds en de trek van de touwen van de |agl toom anderzijds. Milieuvriende- flen lijk en laat alle opdrogende ener- [eV0 giebronnen onaangetast. aeb( Het laatste snufje in de geschie- denis over de vorm van de vlieger g is de Parafoil, hat lichtste, doel- (jj matigste en zuinigste zweeftoestel L) zonder mechanische hulpmidde- Qq len dat ooit werd ontworpen. De mogelijkheden van de Para- foil, zegt Pelham, zijn aanzienlijk. Als hefwerktuig voor nuttige la- ding is zijn volle vermogen nog I r» maar nauwelijks uitgeprobeerd. Ld Als parachute stelt hij de piloot of parachutespringer in staat te -n vliegen over een afstand die vijf- To maal groter is dan de hoogte van de sprong, waarbij de manoeu vreerbaarheid die van de para chute verre overtreft. De „eenvoudige" vlieger is door deze triomf van het menselijk vernuft geenszins op de achter grond geraakt. De belangstelling voor het vliegeren is daarentegen groeiende. In navolging van hun oosterse collega's hebben ook westerse kunstenaars zich met al hun creatieve gaven op de vlieger geworpen: niet alleen de eeuwe noude traditie van het beschilde ren van vliegers voortzettend, ook de vlieger zelf als uitdrukkings middel van hun creativiteit kie zend. De vlieger gaat het weer helemaal maken. Het wordt zogezegd weer een hoogvlieger. Het boek van David Pelham zal daartoe onge twijfeld bijdragen. HAN HEEZIUS Vliegers. Auteur: David Pelham. Uitg. Landshoff, Bentveld. Prijs 18,50. Vliegers in Japan zijn soms ware kunstzinnige, kleurige creaties, waar kinderen en volwassenen de ogen aan uitkijken. Japan staat bekend om zijn reuzevliegers. Vaak bouwen hele dorpen een dergelijk exemplaar. Om deze vlieger van 14,5 bij meter de baas te blijven en de lucht in de manoeuvreren zijn vijftig man nodig. Ook dit is een vlieger, een reuzevlieger, die in gereedheid wordt gebracht om te worden opgelaten. Uiteraard is daar een heel team voor nodig. DEN HAAG Kinderspel. Hoe- velen sullen geneigd zijn, met een zekere minachting in hun stem het vliegeren als zodanig te betitelen? Zij hebben er geen no tie van, dat deze zogebeten vorm van kindervennaak een eerbied waardige geschiedenis van zeker vijfentwintig eeuwen achter de rug heeft en dat de trekkracht van de vlieger de voorloper van het vliegtuig in de loop der eeuwen op duizenden manie ren is benut Het was een handig stuk gereedschap voor communi catie over grote afstanden, voor militaire verkenningen, diende als vistuig, meetwerktuig en voorspelde de nukken van de at mosfeer. Daarnaast speelde de vlieger een rol bij religie en cere monie, om vruchtbaarheid, ge boorte en toekomst te voorspel len of te vieren. De sterke verha len over het gebruik van vliegers zijn legio. Allesbehalve kinder spel dus. Over de oorsprong van het feno meen vlieger tast men in het duis ter. Toch wordt algemeen aange nomen, dat de eerste vlieger in China werd opgelaten. Dat zou in 1000 vóór Christus gebeurd zijn. Meer houvast biedt een oud Chi nees handschrift uit de vierde eeuw vóór Christus, waarin de uitvinding wordt beschreven van een houten vogel die drie dagen vloog zonder naar beneden te ko men. Alles over de geschiedenis van de vlieger vindt men in het boek „Vliegers" van David Pelham, waarvan dezer dagen bij uitgeve rij Landshoff de Nederlandse vertaling is verschenen. De ui terst boeiende historie wordt ge completeerd door een honderdtal pagina's over de bouw van alle mogelijke soorten vliegers, grote en kleine, doosvliegers, Brazi liaanse vogels, weervliegers, oor logsvliegers, de klassieke dia mant, de Engelse hoogkop, de Koreaanse vechtvlieger, de Chi nese havik, de Kluivervlieger en vlieg zo nog maar even door. Naast de uiterst decoratieve oos terse modellen, komt men er ook de functionele, aërodynamisch uitgekiende westerse vliegers te gen, vanaf een vlieger die men in een oogwenk van papier vouwt tot en met de hoogst efficiënte vliegerreuzen die een mens kun nen dragen. Men kan er zich geen buil aan vallen, want alle model len zijn getest. Wel belangrijk na tuurlijk voor de laatstgenoemde vliegerreuzen. Voor handige vo gels liggen in Pelhams boek onbe grensde mogelijkheden opgesla gen om het luchtruim met de meest ingenieuze en fraaie model len op te fleuren. Hoe kwam de mens, in dit geval de Chinees, op het idee een vlie ger te construeren? Veronderstel lingen genoeg: van een scheeps- zeil dat het luchtruim koos tot aan het hoedje van een Chinese boer waar de wind mee schoot ging. De Chinese folklore zit uiteraard vol van verhalen over vliegers. De meest praktische toepassingen liggen op het militaire vlak. Zo zou een Chinese generaal in 169 vóór Christus een vlieger ge bruikt hebben om de afstand te meten tussen zijn troepen en het aan te vallen paleis, om aan de weet te komen hoe lang de te graven onderaardse gang moest zijn, die in het gebouw moest uitkomen. Een andere legende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 12