zSterke twijfels R3H wterne verdeeldheid te groot
verzoening op congres Zuidmolukkers
a
•Qaader Meinhof-advoeaat van dromen overgegaan tot daden?
6
Justitia et Pax: Rijkdom zee
allereerst voor arme landen
KORTE METTEN
Godsdienst in
Sovjet-Unie
heeft toekomst
^NNENLAND/BUITENLAND
LEIDSE COURANT/'
WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1977 PAGINA 11
PJE
(Van onze parlementaire redactie)
yp. DEN HAAG Alle tekenen wijzen erop
"dat op bet congres dat de Badan Persa-
tuan. de Zuidmolukse Eenheidsbeweging,
Ei dit weekeinde in Assen houdt, een harde
confrontatie zal plaatsvinden tussen de
president van de Zuidmolukse regering-in-
f 9 ballingschap ir. Johannes A. Mannsama
(67) en zijn opponenten. Hoewel velen,
vooral jongeren, zijn aftreden eisen, lijkt
het uitgesloten dat de bejaarde RMS-presi-
dent zijn ambt ter beschikking zal stellen.
„Zolang de meerderheid van bet Molukse
volk zowel op de Molukken als in Neder
land, zich niet voor mijn heengaan als
president uitspreekt blijf ik aan", aldus
ir. Manusama die zich zeer nadrukkelijk
beroept op de opdracht van zijn voorgan
ger mr. dr. Chr. Soumokil om de strijd
voor een vrije republiek van de Zuid-Mo-
1 ukken voort te zetten.
Binnen de Zuidmolukse gemeenschap in
Nederland ongeveer 32.000 personen
sterk beseft iedereen dat er structureel
wat moet veranderen. De interne verdeeld
heid is groot en het wemelt van de commu
nicatiestoornissen. De tragische gebeurte
nissen van mei en juni hebben opnieuw
aangetoond hoe belangrijk het is dat er een
hechte eenheid tot stand komt. Het congres
in Assen zou de zo vurig gewenste verzoe
ning tot stand moeten brengen, maar de
kans daarop lijkt minimaal te zijn, men
is de laatste jaren te ver uit elkaar ge
groeid.
Ook ir. Manusama beseft dat structurele
veranderingen noodzakelijk zijn. Hij is te
ver van .zijn' mensen komen te staan en
wordt door zeer velen niet meer be
schouwd als symbool van de eenheid van
het Molukse volk. Pijnlijk voor hem is dat
hij ook extern niet meer gezien wordt als
,de' woordvoerder van de Molukkers in
Nederland. Vervulde hij bij de gijzelingen
van december 1975 nog een bemiddelende
rol, tijdens de periode van de gijzelingen
van dit voorjaar bleef hij geheel op de
achtergrond.
Manusama heeft aangekondigd dat zijn
kabinet zal aftreden. De ministers die met
Manusama deel uitmaken van het kabinet
de heren Lokollo (vice-president), Riria-
sa, Latumahina, Tutuhatunewa en Nikilij-
uw zullen hun portefeuilles ter beschik
king stellen. De president vindt dat zijn'
kabinet verjongd moet worden, maar hij
kan nog niet zeggen wie de openvallende
plaatsen zullen innemen.
Het is dan ook vrijwel uitgesloten dat hij
op het Asser congres de nieuwe samenstel
ling van zijn kabinet zal bekendmaken.
„Daarvoor heb ik nog te weinig tijd ge
had", aldus de president
Manusama wil ook enkele structurele wij
zigingen gaan aanbrengen, die moeten be
vorderen dat de communicatie binnen de
Molukse gemeenschap verbetert. Het be
langrijkste plan betreft de oprichting van
een forum voor politiek overleg, een Badan
Perembuk Politik. Dit forum wordt opge
bouwd vanuit een beperkt aantal regionale
forums waar iedere Molukker zijn zegje
kwijt kan. Deze regionale raden kunnen
alles wat zij de moeite waard vinden door
geven aan de nationale Badan Perembuk
Politik die een adviserende taak krijgt ten
opzichte van het kabinet Ir. Manusama
hoopt hierdoor een structuur te realiseren
waardoor communicatiestoornissen, die
thans zo welig tieren, aanzienlijk minder
zullen optreden.
Het is zeer de vraag hoe het congres van
de Badan Persatuan op dit plan zal reage
ren. Men zou immers kunnen stellen dat
de rol van de Badan Persatuan door de
oprichting van de Badan Perembuk Politik
aanzienlijk gereduceerd zal worden. Tot
dusver hield de Badan Persatuan zich
mede met politieke zaken bezig, maar deze
zullen nu aan de nieuwe raad toevallen.
De Badan Persatuan werd in 1962 opge
richt door ds. Samuel Metiary die nog
steeds als voorzitter optreedt. Ds. Metiary
wilde toen de vele sinds 1951 ontstane
Molukse clubs, verenigingen etc. in een
grote eenheidsbeweging opnemen. De le
den werden en worden gekozen via de
circa 55 Zuidmolukse woonwijken in ons
land, waardoor een enigszins representa
tief geheel ontstond. Onduidelijk is echter
wat de echte invloed van de BP is. Ten
aanzien van de samenstelling van het kabi
net is die invloed van geen enkele beteke
nis, omdat Manusama van mening is dat
een kabinet-in-ballingschap niet gekozen
pleegt te worden. De betekenis van uitspra
ken van de BP voor het kabinetsbeleid is
betrekkelijk, de president van de RMS ziet
de BP bepaald niet als echt parlement
Door dat gebrek aan invloed is de belang
stelling van de Molukkers in de woonwij
ken ook aanzienlijk afgenomen. Als Manu-
sama's plan om een nieuwe raad op te
richten uitgevoerd wordt zal de betekenis
van de BP nog verder afnemen omdat deze
zich dan niet meer met echt politieke zaken
zal kunnen bezighouden.
De plannen van Manusama overziende ko
men velen tot de conclusie dat de president
wel een aantal veranderingen wil doorvoe
ren maar de kern van de problematiek
nauwelijks beroert Formeel dat wil
zeggen overeenkomstig de grondwet van
de RMS handelt hij juist maar mate
rieel lost hij nauwelijks iets op. De kern
van de problematiek is en blijft de zeer
grote verdeeldheid, maar ook de noodzaak
van herformulering van de RMS-ideologie.
De jongeren vragen zich in toenemende
heftigheid af waarvoor nog gestreden moet
worden. Ze merken heel duidelijk dat het
politieke ideaal van de RMS door de Ne
derlandse politici wel gerespecteerd maar
niet gedeeld wordt (minister Van der Stoel
bevestigde dit in juni nog eens nadrukke
lijk). Ook op de Molukken zelf zijn de
perspectieven voor een omwenteling te ver
waarlozen, zoals uit recente reportages
weer duidelijk bleek. Het is begrijpelijk
dat jongeren nauwelijks aangesproken
worden door voor hen vage idealen waar
over Manusama en de zijnen telkens weer
spreken. Jongeren hebben nu eenmaal,
zeker in deze tijd, de neiging om de puntjes
op de i te zetten en door woorden heen
te prikken.
Ds. Metiary zag al enkele jaren geleden in
dat er iets zou moeten gebeuren om het
ideaal nieuw leven in te blazen. Hij zocht
contact met de vertegenwoordiging van de
republiek Vietnam in Parijs in de hoop dat
dit land de RMS zou erkennen. Voor veel
Zuidmolukkers betekende dit een grote
schok. Zou de RMS-gedachte, die in Neder
land in het verleden juist van rechtse zijde
werd gesteund, nu de nodige steun van
linkse (Vietnamese) kant moeten krijgen?
Manusama was hier fel tegen. Een breuk
tussen Manusama en Metiary dreigde,
maar werd voorkomen, zoals bleek op de
betoging van 25 april jL in de Haagse
Houtrusthallen. Het Vietnamese avontuur
is kennelijk op niets uitgelopen.
Een probleem apart is de positie van de
.andere' president, generaal L Tamaela.
Hoewel al enkele malen verzoeningspogin
gen hebben plaatsgehad is daarvan nog
steeds niets terechtgekomen. De generaal
gaat zijn eigen gang en presideert zijn
eigen kabinet. Hij is er als enige in ge
slaagd om erkenning voor de RMS te
vinden, nl in de Afrikaanse staat Benin,
het vroegere Dahomey. Ook heeft hij heel
wat contacten in de Verenigde Naties ge
legd. Er zijn Molukkers die graag zouden
zien dat Manusama deze Tamaela in zijn
nieuwe kabinet opneemt, maar de kans
daarop is minimaal. Evenmin is zeker of
Tamaela op het gebied van de internatio
nale contacten nog veel meer zal bereiken.
Op het congres in Assen zal ongetwijfeld
ook de mening van dokter Hassan Tan aan
de orde komen. Deze oud-minister in het
kabinet-Manusama, die bij de treinkaping
van enkele maanden geleden als contact
man (tussen de Nederlandse overheid en
de kapers) fungeerde, vindt dat ir. Manusa
ma als president vervangen moet worden
door mevrouw Josina Soumokil, weduwe
van de al genoemde en in Molukse kring
zeer geëerde dr. Chr. Soumokil. Maar afge
zien van het feit dat Manusama zich niet
laat wegzenden maakt zij niet veel kans
omdat betwijfeld wordt of zij geschikt is
voor het presidentschap en zij wat voor
velen een minpunt is links-socialistische
ideeën heeft
(Van onze correspondent Ami van Vree)
BONN In de schaduw van de moor
daanslag op de Westduitse bankmagnaat
Jürgen Pon to, wiens dood een grote ver
slagenheid in de Bondsrepubliek teweeg
heeft gebracht, tekent zich een ontwik
keling af die een geheel nieuw licht
werpt op het terrorisme en zijn vertak
kingen. Er zijn namelijk steeds meer
aanwijzingen dat de enige weken gele
den naar Frankrijk gevluchte en inmid
dels ondergedoken Baader- Meinhof-ad-
vocaat Klaus Croissant een centrale rol
speelt en heeft gespeeld in de communi
catie tussen extremisten onderling.
Volgens het Bundeskriminalamt (B.K.A.),
de Westduitse kriminele recherche,is het
Croissant, die vanuit zijn advocatenkan
toor in Stuttgart nationaal en internatio
naal een informatiesysteem heeft opge
bouwd dat het gevangenen mogelijk
maakt mededelingen en opdrachten naar
buiten te brengen en omgekeerd informa
tie van handlangers in de cel te ontvan
gen. BiCA.-chefHerold noemt hem zelfs
de man „die terroristische kadergroepen
bij elkaar hield, zowel in de gevangenis
sen als daarbuiten, die sympathisanten
mobiliseert en plannen voor nieuwe ge
welddaden opstelt".
Voor de rechtse sensatiepers, die voort
durend terroristen, anarchisten, extre
misten, communisten, intellectuelen en
linkse studenten op een hoop gooit, is de
nieuwe rol, die Croissant wordt toege
schreven, slechts een bevestiging van
haar vooroordelen. Mensen die wat ge
nuanceerder tegen de maatschappij ple
gen aan te kijken en die de verandering
in de persoon van Croissant, van onop
vallend advocaat in economische en echt
scheidingszaken tot geëngageerde verde
diger van extremistische opvattingen
hebben gevolgd, zouden zich echter ver
bazen als waar zou blijken dat Croissant
zich actief^netterdaad in de wereld van
het terrorisme zou hebben gestort
De 43-jarige vrijgezel, afkomstig uit een
klein-burgerlijk milieu in een stadje in
Schwaben, bleef lange tijd politiek kleur
loos, ook als advocaat Dit veranderde
toen in Bonn een wetsontwerp inzake
preventieve hechtenis werd voorbereid,
waartegen hij zich heftig verzette, en toen
hij in een drug-zaak geconfronteerd werd
met een poging van het openbaar minis
terie om te weten te komen wat tussen
aangeklaagde en verdediger was bespro
ken.
Zulke dingen stootten Croissant, begif
tigd met een sterk gevoel voor waarheid
en gerechtigheid, tegen de borst. In de
periode van de studentenonlusten van de
zestiger jaren ontwikkelde hij zich steeds
meer als een advocaat voor links, zeker
toen hij kennis had gemaakt en bewon
dering had opgevat voor Horst Mahler,
de briljante Berlijnse verdediger van de
APO, de Westduitse buitenparlementaire
actiegroepen van die tijd.
Met de Baader-Meinhof groep kwam
Croissant voor het eerst in aanraking
toen hij als verdediger optrad van een
van diens helpers, Helmut Pohl. Met huid
en haar werd hij erbij betrokken, toen
Stuttgart werd aangewezen als de plaats
waar het grote Baader-Meinhof proces
zou plaatsvinden.
In de rechtszaal van Stammheim raakte
Croissant tussen de mangel van rechten
en plichten, tussen eisen en verlangens
van enerzijds de justitie als vertegen
woordiger van de rechtsorde en ander
zijds de gevangene, wiens belangen hij
diende te verdedigen. Met name onder
invloed van de sterke persoonlijkheid
van Andreas Baader en als gevolg van
de keiharde manier waarop de Duitse
justitie deze gevangene tegemoet trad
(om nog maar niet te spreken van de
juridische blunders die tijdens het proces
werden begaan), maakte Croissant zich
steeds meer tot woordvoerder van de
politieke opvattingen van de groep. Hij
beschuldigde de justitie van „foltering
door isolering van de gevangenen" en
van „terechtstelling". Met name de dood
van de anarchist Holger Me ins in de
gevangenis van Wittlich schijnt van be
slissende betekenis voor zijn politieke
engagement te zijn geweest. Duitsland
noemde hij een „fascistische politiestaat"
en hij verdedigde de strijd tegen het
kapitalisme die zijn gevangenen in hun
vaandel voerden.
De justitie van haar kant beschuldigde
hem ervan de hongerstaking van de Baa-
der-Meinhofleden te hebben georgani
seerd en te sympathiseren met het terro
risme. Een nieuwe wet maakte het moge
lijk hem in begin '75 als „verdachte
advocaat" van het proces uit te sluiten.
Tweemaal, in 1975 en in 1976, werd hij
gevangen genomen op beschuldiging van
„ondersteuning van een kriminele vereni
ging", beide keren ook werd hij na enige
tijd voorwaardelijk vrijgelaten. Een pro
ces is nooit gevoerd.
Want niemand zag eigenlijk meer in hem
dan een verbale verdediger van de poli
tieke activiteiten van de Rode Armeefrac
tie (R.A.F.), zoals deBaader-Meinhof-
groep zich noemt. Dat bewijst zijn vrijla
ting uit de gevangenis, daarvan getuigen
ook de vele vrouwen die hem kenden.
Een aardige, wat onhandige vrijgezel; een
wat warrige idealist Maar een man van
de daad?
Inmiddels bleek telkens weer dat bij
allerlei terroristische activiteiten, of het
nu ging om aanslagen op mensen of
gebouwen, om bankovervallen of om gij
zelingen, er directe lijnen naar en vanuit
de gevangenissen liepen waar R.A. F.-le
den opgesloten zaten. Ook onderling
bleek er een wijdvertakt systeem te zijn,
waarmee gevangenen van verschillende
extremistische groeperingen met elkaar
communiceerden. De belangrijkste van
deze groepen zijn de R.A.F.,de Beweging
van de Tweede Juni (die onder andere
betrokken was bij de ontvoering van de
Berlijnse politicus Lorenz), de groep van
de voormalige, thans gevangen zittende
advocaat Haag (die onder andere ver
dacht wordt van de aanslag op procu
reur-generaal Buback), en individueel
opererende groepen, „revolutionaire cel
len". Het beste voorbeeld van dergelijke
verbindingen is de manier waarop Gu-
drun Ensslin vanuit Stuttgart Stamm
heim telefonisch met een enkel code
woord („Wie niet bang is te worden gevie
rendeeld, stoot de keizer van zijn paard")
de hongerstaking van ettelijke gevange
nen, verspreid over de hele Bondsrepu
bliek, deed ophouden.
Bij hun onderzoekingen stootten de poli-
tie-instanties steeds vaker op de naam
Croissant. Het bleek dat medewerkers
van zijn bureau talloze reizen door heel
Duitsland maakten en honderden keren
extremistische gevangenen bezochten.
Andere medewerkers van Croissant do
ken onder en bleken later bij terroristi
sche activiteiten te zijn betrekken: Sieg
fried Hauser, die deelnam aan de overval
op de Duitse ambassade in Stockholm en
daarbij om het leven kwam; Hans-Jo-
chem Klein, de chauffeur van Croissant,
later als helper van de internationaal
gezochte terrorist „Carlos" aanwezig bij
de gijzeling van de O.P.E.C.-ministers in
Wenen, alsmede twee andere voormalige
medewerkers van Croissant tegen wie de
politie al geruime tijd een bevel tot in
hechtenisneming heeft lopen in verband
met de ondersteuning van een criminele
vereniging.
Is Croissant dan toch meer dan „de beste
public relationsman van de R.A.F.", zoals
Der Spiegel hem noemde? Is hij van
dromen tot daden overgegaan? Het ziet
er steeds meer naar uit. In verband met
de moord op Ponto zoekt de politie vier
vrouwen. Drie van hen, onder wie de
hoofdverdachte Susanne Albrecht, die bij
haar peetoom aanbelde en naar binnen
ging, zijn als assistenten van Croissant
werkzaam geweest. Bij onderzoekingen
in zijn kantoor is volgens nog niet beves
tigde berichten een grote hoeveelheid be
lastend materiaal aangetroffen, waaron
der manuscripten van gevangenen en
papieren die betrekking hadden op de
moordaanslag tegen Buback. Het myste
rie Croissant Bekenden noch vrienden
weten iets over zijn persoonlijkheid en
zijn achtergrond te vertellen. Een oude
schoolvriend weet slechts te melden: „Het
viel mij toen al op, dat hij op bepaalde
woorden sterk reageerde. Bij het woord
„revolutie" kregen zijn ogen altijd een
heel speciale glans
„Mensen in Nood"
verdeelt acht ton
Het bestuur van de stichting
„Mensen in Nood*' heeft op
de laatste bestuursvergade
ring ruim 800.000 gulden toe
gekend voor hulpverlening
waarvoor aanvragen werden
ingediend.
Het geld ging onder meer
naar hulp aan vluchtelingen
uit Rhodesië en Mozambique
50.000); urgente hulpverle
ning in Angola 100.000);
hulp aan de door de conflic
ten in Ethiopië in nood ver
kerende nomaden 50.000)
en aan door overstroming ge
troffen gebieden in Oost-In-
dia 50.000); diverse voor
zieningen in de haven van
repatriëring voor Indiase
thee-plantage arbeiders die
vanuit Ceylon naar India
worden overgebracht
35.000) en naar een rehabi
litatie-programma voor het
Mymensing-district in Ban-
gla-Desh, dat in maart/april
1977 door overstromingen ge
troffen werd 86.000).
Naast deze grote bedragen
werden nog vele kleinere bij
dragen toegekend voor de
aankoop van voedsel en za
den en voor watervoorzie
ning in door droogte getrof
fen gebieden; voor aanschaf
van gereedschappen; voor
huisvesting van arme bejaar
den, voor noodzakelijke
voorzieningen in weeshuizen,
scholen en poliklinieken, al
smede voor studiebeurzen
voor kinderen uit arme ge
zinnen in India en Marokko.
Speciale bijdragen werden
verleend aan "het beurzen
fonds ten bate van zwarte
leerlingen op katholieke
scholen in Zuid-Afrika, waar
de apartheid werd afge
schaft. Jaarlijks verdeelt de
stichting ongeveer zeventien
miljoen gulden.
De rijkdommen van de zeeën
moeten illen ten goede komen
en allereerst aan de armere
landen. Aldus een document
van de pauselijke commissie
.Justitia et Pax" (Gerechtig
heid en Vrede) naar aanlei
ding van de zeerechtconferen
tie van de Verenigde Naties,
die in juli zonder veel resul
taat haar zesde zitting eindig
de en eind maart 1978 op
nieuw bijeenkomt.
Volgens de is si de opvatting
dat de volle eigendom eigdom
van niemand is en dus van
iedereen, achterhaald, sinds
men ontdekt heeft, dat de
oceanen niet zo onuitputtelijk
zijn als men aanvankelijk
dacht.
De huidige vrijheid, door wei
nig reglementen belemmerd,
komt alleen ten goede aan de
landen die er toch al warm
pjes bij zitten, aldus .Justitia
et Pax", die ook niet gelukkig
is met de 200-mijlszone, vooral
ten nadele van staten die een
kleine kuststrook hebben of
niet aan zee liggen.
De commissie vindt het begrij
pelijk, dat ook de arme landen
kiezen voor de 200-mijlszone
om te voorkomen dat anderen
de rijkdommen van „hun" zee
bodem weghalen, maar zou
toch voor een meer funktione-
le aanpak zijn onder leiding
van een internationaal gezag.
Met de .Nieuwe internationale
orde" van professor Jan Tin
bergen bepleit „Justitia et
Pax" een samenspel van natio
naal en supranationaal bezit,
die regelmatig op elkaar wor
den afgesteld, naar gelang de
situatie zich wijzigt, nationaal
en op wereldvlak.
Het document wijst hierbij op
de kerkelijke leer, dat de goe
deren van deze aarde er zijn
voor iedereen. Dit beginsel
moet leiden tot moedig onder
zoek naar grondspeculaties, in
de stad en op het platteland.
Een verkeerd begrip van ei
gendom aldus de pauselijke
commissie houdt vaak af
van vernieuwende oplossin
gen.
Het feit, dat de kerk het j5rive-
bezit van personen en groepen
vaak heeft verdedigd tegen on
derdrukking door de staat om
de vrijheid en de eigen verant
woordelijkheid veilig te stel
len, is door velen uitgelegd als
een pure verdediging van hun
privébezit.
Toch heeft de kerk misbruik
van privébezit herhaaldelijk
aan de kaak gesteld en herin
nerd aan het hogere beginsel,
namelijk, dat de goederen van
deze aarde bestemd zijn voor
iedereen.
Sommigen ter goeder trouw
en velen ter kwader trouw
hebben de leer van de kerk
misbruikt om hiermee hun op
vatting over bezit als iets on-
aantastsbaars te rechtvaardi
gen. „In feite aldus het do
cument vereist de kerkelij
ke leer over eigendom onop
houdelijk onderzoek langs de
mocratische weg of de be
staande vormen van eigendom
nog wel beantwoorden aan he£
doel van mens en samenle
ving".
Drieëntwintigduizend mensen
hebben in Honoloeloe de
dienst bijgewoond, waarbij
het feit werd herdacht, dat
honderdvijftig jaar geleden de
katholieke kerk op de Hawaii-
eilanden werd gevestigd. Na
dat in 1827 de eerste katholie
ke missionarissen met hun
werk waren begonnen werd in
1844 Honoloeloe een aposto
lisch vicariaat en in 1941 een
bisdom. Het omvat momen
teel zesenzestig parochies,
verspreid over de eilanden
groep. Van de 847.000 inwo
ners zijn er ongeveer 206.000
katholiek. Bisschop is John
Joseph Scanlan.
De bisschop van Roermond,
mgr. dr. J. Gijsen heeft eervol
ontslag verleend aan H. van
Genuchten ofm als assistant
van de parochie O.L. Vrouw
Onbevlekt Ontvangen te
Ospel. Hij blijft nationaal aal
moezenier van de kermisex
ploitanten.
De secretaris van de Duitse
bisschoppenconferentie, dr.
Josef Homeyer heeft tijdens
een reis door de Verenigde
Staten en Canada onder alle
lagen van de katholieken in
deze landen optimisme gecon
stateerd over het overwinnen
van bet dieptepunt van de
kerkelijke crisis. Er is weer
een krachtige opgaande lijn.
Aanwijzingen daarvoor vindt
men in de stijging van het
aantal kerkbezoekers en de
toeneming van bet aantal
priesterroepingen.
Pater Ben Stukart, missionaris
van Mill Hill in Roosendaal
gaat in Londen de leiding op
zich nemen van het op te rich
ten internationaal communica
tiecentrum „Mil Com". Het
centrum moet de communica
tie verbeteren tussen de ruim
duizend, over de gehele wereld
verspreide, leden van de con
gregatie en anderzijds gericht
zijn op de voorlichting naar
buiten. Niet alleen over het
werk van de Mill Hillers in
vijfentwintig landen, maar ook
over de sociale, culturele, eco
nomische en godsdienstige
omstandigheden, waaronder
zij werken.
De Baptisten Wereldalliantie
zal ruim 2,6 miljoen gulden
beschikbaar stellen voor theo
logische opleidingen in Oost-
Europa. Bijna de helft is be
stemd voor een instituut in de
Sovjet-Unie, waarvoor overi
gens nog op toestemming
wordt gewacht. Ongeveer
tweederde van de 1.172.000
baptisten in Europa wonen in
Oost-Europa. Veel gemeenten
daar worden geleid door men
sen die geen theologische vor
ming hebben genoten.
ARRUPE:
De generaal van de jezuieten,
pater Pedro Arrupe, is ervan
overtuigd, dat de godsdienst
in de Sovjet Unie toekomst
heeft Dat blijkt uit een com
muniqué, dat dezer dagen in
Rome door de orde is uitgege
ven, naar aanleiding van een
kort bezoek, dat Arrupe begin
juli aan Moskou heeft ge
bracht als onderbreking van
zijn reis door Azië
Pater Arrupe heeft toen ge
sproken met leidende perso
nen in het Russisch-orthodox
patriarchaat van Moskou.
Sinds hij zes jaar geleden voor
het laatst in de Sovjet-Unie
was geweest had hij verande
ringen geconstateerd. Een aan
wijzing voor die verandering
vond hij onder meer in de
aandacht, die het Sovjet-pers-
bureau Tass aan zijn verblijf
in Moskou had gewijd.
Viermanschap (met leek) bestuurt dekenaat Hoorn
Het dekenaat Hoorn wordt niet meer bestuurd
door een deken, maar door een viermanschap.
Het viertal is per 1 augustus benoemd door
de bisschop van Haarlem, mgr. Zwartkruis.
Opmerkelijk detail is, dat in het viermanschap
een leek is benoemd. Het collectief volgt deken
Hoekstra op, die het bisdom heeft verzocht te
mogen worden ontheven van zijn taak. Hij
bestuurde het dekenaat vanaf 1969.
Het dekenaat Hoorn omvat achtentwintig West-
friese parochies en is het grootste dekenaat van
het bisdom Haarlem Te groot om door één
man te worden bestuurd. Tot deze conclusie
is het bisdom gekomen na een onderzoek onder
de kerkbesturen, parochieraden, pastores en
dekenale werkgroepen.
Zijn gastheren, onder wie me
tropoliet Juvenaly, leider van
de afdeling voor buitenlandse
betrekkingen van de russisch-
orthodoxe kerk, hadden hem
voorts gewezen op „iets, dat
nog nooit vertoond was": aan
de interkerkelijke conferentie
over vrede en ontwapening,
die in juni door het patriar
chaat van Moskou was georga
niseerd, was via de tv. gedu
rende de gehele conferentie el-
ke dag vijf minuten zendtijd
besteed.
Arrupe toont zich verrast door
een gebaar van metropoliet
Juvenaly tijdens een liturgie
viering in de Dormitionkerk
van het beroemde klooster No-
vodevichy. Juvenaly had de
generaal-overs te van de jezuie
ten toen uitgenodigd in de
overvolle kerk het woord te
voeren. „Nooit van mijn le
ven", aldus Arrupe, „had ik
aan de mogelijkheid gedacht
nog eens te spreken voor ort
hodoxe gelovigen in een Mos-
kouse kerk".
Naar aanleiding van zijn be
zoek was ook de metropoliet
van Leningrad en Novgorod,
Nikodim naar Moskou geko
men.
Als bijzonder gebaar van
vriendschap had hij pater Ar
rupe een ikoon cadeau gedaan
qn er ook een meegegeven
voor paus Paul us.