Reizen
door China
een aparte
toeristische
belevenis
Hongkong:
mierenhoop,
kroonkolonie
en winstbron
voor China
msmi
HOTELDEUR
HOEFT NIET
OP SLOT
Peking; De toerist die nu alles al gezien heeft;
wien het nachtleven van Las Vegas de keel uit
hangt; die de zon in het blauwe water van Samoa
heeft zien schijnen, de Sahara heeft doorkruist, van
de Efteling en de „Bedriegertjes" heeft genoten en
nu geheel blasé is van alles wat de toeristenindus
trie oog meer te bieden heeft, dié toerist zou eens
naar China moeten gaan. Want China is in een
heleboel opzichten wel iets zeer bijzonders.
Helaas is de kans om dit heel bijzondere land te
bezoeken niet voor iedereen weggelegd, en dan laat
ik de kosten (die overigens wel meevallen) nog maar
buiten beschouwing. Zo is het nagenoeg onmogelijk
China op eigen houtje te verkennen. Westerse bezoe
kers reizen er in groepsverband heen en dat heeft
behalve voordelen ook zijn vervelende kanten. Een
groot voordeel is dat de Chinezen voor groepen zo'n
trip van de eerste tot de laatste dag organiseren
en. zij doen dat voortreffelijk. De toerist komt niets
tekort, de hotelreserveringen zijn altijd voortreffe
lijk geregeld, de bussen en auto's en als het moet
zelfs vliegtuigen en extra-treinen vertrekken punc
tueel en als er al iets geïmproviseerd moet worden,
eten zal de bezoeker daar nauwelijks iets van mer
ken. Die perfekte organisatie heeft echter ook zijn
schaduwkanten. Eigen initiatief van de bezoeker
past er niet in en wie de illusie heeft dat hij een
minder interessant programmapunt best eens kan
overslaan en zelf op ontdekkingstocht kan gaan, zal
bemerken dat dit niet op prijs wordt gesteld.
Wie echter zijn ogen gebruikt kan ook binnen het
schema dat de organisatoren hebben opgesteld vol
doende zien van het „andere China" dat de gasthe
ren eigenlijk liever niet willen tonen, of waarvan
ze vaak ten onrechte, menen dat het een minder
voordelige kant van China demonstreert.
De hotels waarin buitenlandse bezoekers worden
ondergebracht zijn over het algemeen zeer gerie
felijk. Ze doen sterk denken aan het soort hotels
dat je nog vaak in Engelse badplaatsen tegenkomt:
het ruikt er wat muf (van overvloedig gebruik van
insectenpoeder), het sanitair laat te wensen over,
maar de service is voortreffelijk. Dat laatste komt
ook door het personeel, dat niet alleen uitermate
vriendelijk is maar ook ruimschoots voorhanden.
Alle liften worden nog persoonlijk bediend en op
de etages lopen zoveel mensen rond dat ieders
wensen ogenblikkelijk ingewilligd worden.
Op de hotelkamer vind je elke dag: een thermoskan
heet water, een blik met thee en een kopje met
deksel om zelf thee te zetten, een pakje sigaretten
van het duurste merk dat in China verkrijgbaar is,
een schaal met fruit en snoepjes, documentatie over
de stad of streek, postpapier, een „News Bulletin"
(de Engelse vertaling van de belangrijkste artikelen
van het persbureau „Nieuw China"). Tevens is vaak
een radio aanwezig met kortegolfontvanger, zodat
je ook in China naar de BBC en andere westerse
stations kunt luisteren.
China onderscheidt zich van andere landen, omdat
je er nooit bang voor hoeft te zijn dat iets gestolen
wordt. Je kunt je hele hebben en houwen onbeheerd
achterlaten in je hotelkamer, die meestal niet eens
afgesloten kan worden. Des avonds is alles nog
aanwezig. In elk hotel heb ik geprobeerd een paar
yuan te „verliezen", het is me niet gelukt. Collega's
die van een paar oude schoenen of kammetje af
wilden en ze in de afvalbak gooiden kregen ze enige
dagen later, soms honderden kilometers verder
keurig terug. Men weet ook precies waar je je in
China bevindt. Een collega had iemand in Neder
land gevraagd hem een kaart te sturen met alleen
maar de adressering: „Aan de heer Nederlands
journalist, rondreizend in China". De kaart kwam
inderdaad aan.
Rondreizen door China, na de Sovjet-Unie en Cana
da het derde grootste land ter wereld, betekent
uiteraard vaak lange treinreizen maken of vliegen.
Dat laatste is voor iemand met belangstelling voor
de luchtvaart een boeiende ervaring. Vrijwel elk
vliegveld is duidelijk in de eerste plaats voor mili
tair gebruik bestemd en zo zie je steeds imposante
hoeveelheden militaire toestellen, van Russisch ont
werp, maar in China gebouwd.
Voor het civiele luchtverkeer gebruiken de Chinezen
vooral Britse „tridents" en Russische „Antonovs".
Bovendien zie je op elk vliegveld een aantal nostal-
gieverwekkende tweedekkers staan die kennelijk
nog gebruikt worden ook. Waar zich de cöntroleto-
ren bevindt blijft steeds gissen, zodat niet altijd
duidelijk is of het vliegtuig met behulp van radar
wordt binnengeloodst.
Versnellingen
Zo goed als de Chinezen met vliegtuigen overweg
kunnen, zo slecht kunnen ze dat met auto's. Vroege
re Chinagangers hebben al opgemerkt dat de rijstijl
van Chinese chauffeurs ronduit miserabel is en dat
is niet veranderd. Iedere automobilist krijgt daar
tranen van in de ogen. De chauffeurs hebben, zo
lijkt het, uitsluitend een schriftelijke cursus autorij
den gevolgd, waarin het hoofdstuk „het gebruik van
de versnellingen" kennelijk tot de niet-verplichte
leerstof behoort. De chauffeurs die ons tijdens ons
verblijf in diverse delen van China ter beschikking
stonden gebruikten alleen om te starten een lagere
versnelling. Zodra de auto reed bleven ze uitsluitend
in de vierde versnelling rijden, ook als de snelheid
slechts tien kilometer per uur bedroeg en wanneer
ze een heuvel opreden.
Dat de motoren van de zescylinder „Sjanghai"
(uiterlijk een kruising tussen een Borgward zaliger
gedachtenis en de Wartburg) het bijna nooit bega
ven, pleit weer voor de kwaliteit.
Wie bij China denkt aan een land waarin een tot
de tanden bewapende politiemacht de bevolking in
het gareel houdt, vergist zich. Er is nauwelijks
HONGKONG Twee dingen moeten meteen over
Hongkong gezegd worden. Ten eerste is het een
Chinees New York. Ten tweede is het ontegenzeg
lijk een Britse kroonkolonie, en wel de laatste van
enige betekenis die Engeland nog heeft. Maar al
even ontegenzeglijk is Hongkong deel van de „heili
ge grond van de Chinese Volksrepubliek". Dat
Hongkong nog bestaat is dan ook het mooiste
voorbeeld van fijnzinnig gedraai met wetten, een
prachtige „gentleman's agreement" tussen de En
gelsen en de Chinezen. Ergens moeten ze iets
gemeen hebben.
Wat direct opvalt in Hongkong is dat het een stad
is waar vaart achter zit, net zoveel vaart als in een
stad als New York. Er wonen hier vier-en-een-half
miljoen mensen, waarvan 98 procent Chinezen, en
ze houden nooit op met werken. Nieuwe wolken
krabbers rijzen als paddestoelen uit de grond, met
bouwstellages van bamboe in plaats van staal, wel
25 verdiepingen hoog of zelfs hoger. Hier verdient
men geld. De filmindustrie is de grootste ter wereld
op een na (India). De belangrijkste producer is
Run-Run Shaw. Run -Run omdat zijn vader voor
een riks ja rende.
De „gentleman's agreement' tussen Engeland en
China heeft niet zo'n mooie geschiedenis. In 1840
verhandelde de Britse Oostindische compagnie op
schaal opium in China. Een weinig eervolle zaak,
maar uiterst winstgevend. De keizer maakte bezwa
ren; toen werd Engeland weer boos en het eind van
het liedje was dat er een aantal opium-oorlogen
werden uitgevochten. Uiteindelijk werd het eiland
Hongkong „voor eeuwig" aan Engeland afgestaan.
Lord Palmerston, destijds minister van buitenlandse
zaken, was erg tegen en zwoer bij hoog en bij laag
dat er niets van Hongkong te maken viel.
In 1860 werd Kowloon, een stukje van het vasteland
tegenover Hongkong óók voor eeuwig afgestaan aan
Engeland. In 1898 werd ongeveer 700 vierkante
kilometer van het land om Kowloon voor 99 jaar
aan Engeland verpacht Dit gebied werd bekend als
de „nieuwe domeinen" maar volgens de nieuwe
machthebbers na de revolutie in China waren dit
allemaal" ongelijke overeenkomsten" en daarom
ongeldig. En aangezien David Owen, de huidige
Engelse minister van buitenlandse zaken, hoogst
waarschijnlijk weinig zal voelen voor een oorlog
met China om Hongkong, dankt de Britse Kroonko
lonie haar voortbestaan alleen aan de welwillend
heid van de Chinezen, en dat alleen zolang de
kroonkolonie niet gevaarlijk wordt voor hen.
De Chinezen zijn welwillend en zullen dat blijven
zolang het kapitalistische Hongkong winst blijft
maken, grote winst zelfs, voor het communistische
Peking. Veertig procent van al het buitenlands geld
Hat China hinnenknmt paat via Honekoo.® De Bank
van China staat in Hongkong naast 't oude cricket-
veld. Een groot deel van de goedkopere kleren en
bijna alle soevenirs die in Hongkong verkocht wor
den, zijn eigenlijk in China gemaakt. Er zijn negen
communistisch Chinese warenhuizen in Hongkong.
De communisten zullen de kapitalisten aan de voor
deur dus blijven tolereren zolang het goede kapita
listen zijn. En de Democratische Volksrepubliek zal
de kolonie Hongkong blijven verdragen zolang de
Engelsen hun zaakjes op orde houden en geen onzin
toestaan als bijvoorbeeld democratie. De Engelsen
doen gedwee mee.
Want Hongkong is precies wat een echte kolonie
zou moeten zijn. Er is een gouverneur, die woont
in een gouverneurspaleis, alwaar hij, nou ja, gouver-
neert, of wat gouverneurs ook doen. Er zijn advi
seurs, maar die worden door de gouverneur uitgeko
zen. Er is een soort gemeenteraad, die althans in
naam democratisch gekozen is, maar die heeft heel
weinig macht. Trouwens, van de 4,5 miljoen inwo
ners zouden 400.000 kunnen stemmen als ze dat
wilden, maar er stonden maar 30.000 mensen inge
schreven in het kiesregister bij de laatste verkiezin
gen, en maar 10.000 kwamen naar de stembus.
Toch is dit allemaal erg gezond. Democratie zou
levensgevaarlijk zijn. Want, zegt men in Hongkong,
als je de macht zo maar vrij geeft via welk politiek
nrocps dan ook. heb ie peen enkele contróle meer
Winkelstraat in Kowloon, het stukje vasteland tegenover het eiland Hongkong.
Hongkong het eiland, waar de toenmalige Britse mii
zag...
over degene die de macht uitvoert. Het zal wel zo
zijn.
Belangrijker is dat een democratisch gekozen parle
ment wel eens vriendelijk zou kunnen worden voor
nationalistisch China, en dat zou werkelijk zelf
moord zijn, want communistisch China zou enige
toenadering tot de nationalisten nooit toestaan.
Mocht men er nog niet van overtuigd zijn dat deze
verlichte autocratie het beste is voor Hongkong, dan
kan er op gewezen worden dat, hoewel negentiende-
eeuwse Chinese regeringen op zijn zachstst gezegd
„overreed" werden Hongkong af te staan er geen
Chinees ooit slaaf werd gemaakt
De bevolking kwam hier vrijwillig. In 1842 waren
er alleen een paar vissers. Zelfs in 1946 bedroeg
de bevolking nog maar 600.000. De rest kwam en
bleef geheel uit eigen vrije wil.
Het hoogtepunt in de diplomatie kwam in 1972 toen
Peking weigerde de kwestie Hongkong te laten
bespreken in de dekolonisatie-commissie van de
V.N. „Hongkong was geen kolonie, zeiden de Chine
zen, ..maar heilige Chinese grond". En juist daarom
kon het een kolonie blijven.
„Het is niet onbekend dat de gunstige realiteit vaak
niet overeenkomt met vervelende principes," hoort
men vaak in Hongkong. Een oude Engelse zegswij
ze? Een wijze Chinese spreuk? Mao misschien of
Confucius? Nee, Confucius kan het niet zijn want
die is in ongenade gevallen.
van buitenlandse zaken, Palmerston, geen
Als Confucis ooit weer in ere hersteld wordt,
Hongkong dat het eerst weten. Want
het mekka van de sinologen, die het
veel hebben over het ereherstel van
de Volksrepubliek. Het Peking
speelde de vijfde voor de televisie,
enigzins merkbaar buitenlands accent
werd eerst gehekeld als een instrument van
verrotte burgermaatschappij. De uitvoering V
Beethoven's symfonie is dan ook door sinoloj
gezien als een uitdrukking van een nieuwe Chini
wijze spreuk:" Laat de oude dingen de nieu
dienen, laat buitenlandse dingen China dienen".
En over dienen gesproken: hoewel toegegeven m
worden dat er in de winkelstraat Nathan Road
Kowloon per vierkante meter waarschijnlijk m
moois te koop is dan in Parijs of New York, 3
de prijzen, belastingvrij of niet, er net zo hoog
overal elders op de wereld. Misschien zijn er i
koopjes te vinden, maar die ben ik dan misgelop
afgezien van drie katoenen shirts die ik voor i
geen tientje per stuk kocht in een van de commui
tisch- Chinese warenhuizen. Ook hier mochten 1
tenlandse dingen China dienen, want ik mo
betalen met American Express, Diners Club, 1
claycard, Bank Americard, Carte Blanche Ei
card, Master Charge of Acces.
Terry Colen
(Copyright The Guardi
Dit is geen ordinaire straatruzie maar een vorm van Chinese lichaamsbeweging. Een soort
tegenstanders raken elkaar daarbij niet of nauwelijks aan. Vaak voeren Chinezen deze bewegingen in hun
uit, bijwijze van ochtendgymnastiek.
politie te zien en waar die er is regelt zij (ongewa
pend) het verkeer, dat ondanks het vrijwel ontbre
ken van auto's zeer druk is. De enigen die wapens
dragen zijn de soldaten bij openbare gebouwen en
hotels. China is namelijk geen politiestaat, maar een
partijdictatuur. Het lidmaatschap van de communis
tische partij van China is overigens niet voor iede
reen weggelegd. Slechts ongeveer drie procent van
de bevolking is lid van de partij, niet omdat de
overigen geen lid willen worden, maar omdat zij
het niet mogen. In feite hanteert men het systeem
van coöperatie: de leden kiezen zelf de nieuwe leden
uit, hetgeen misschien niet democratisch is, maar
wel handig als je mogelijke nieuwlichters wil
De belangrijkste „heiligen" van de Chinese
nistische partij zijn (behalve Mao Tse-toeng)
Engels, Lenin en Stalin. Deze laatste is in eigen
weliswaar als een schurk ontmaskerd, maar
de Chinezen is hij een groot communist
Portretten van deze „patroonheiligen" zie je
vrij veel, waarbij opvalt dat de baarden van
en Engels en de snor van Stalin keurig
zijn. De Chinezen dragen geen baard
vinden mannen met een ongebreidelde
weinig estetisch.
WIM