onbezorgd s op vakantie Natuur als basis voor kunstvorm LEIDSE SPAARBANK a Anglicaans pleidooi voor nieuw Brits initiatief Noord-lerland Elke zomer wint Paul van Vliet aan rijpheid verzekeringenvreemd geld, cheques, rekreatiekredieten: enkluizen E —N IN HAARLEMSE VLEESHAL: Expositie Stadspark en buitenplaats KORTE METTEN kerk wereld Grootste moskee van Europa in Londen Bisschoppen Chili bezorgd over situatie boeren Moeders Sovjet-Unie protesteren tegen scheiding kinderen WOENSDAG 27 JULI 1977 LEIDSE COURANT PAGINA I In het Afrika Museum te Berg en Dal bij Nijmegen wordt de tentoonstelling „Tellem, op zoek naar een verdwenen volk" ge houden. Tien jaar geleden werd een televisiefilm uitgezonden, waarin te zien was hoe een Ne derlandse expeditie halsbreken de toeren heeft moeten verrich ten om toegang te krijgen tot de hoot in de rotswand van Ban- diagara in Mali gelegen grotten, waarin de resten lagen van de verdwenen Tellem-cultuur. Het Instituut voor Antropobiologie te Utrecht, die de expedities or ganiseerde, heeft intussen niet Tellem-expositie in Afrika Museum stilgezeten. De resultaten van het veelzijdige onderzoek zijn nu in het Afrika Museum te zien in een tentoonstelling, die een volledig overzicht geeft van al les wat er nu door archeologisch onderzoek, skeletmetingen, da teringen e.d over Tellem be kend is geworden. Boveti^^ laat de tentoonstelling aai hand van enige voorbeej zien wat er door wetenschap lijke dateringen is ontdekt! verschillen en overeenkom' - tussen het beeldhouwwerk, de Tellem en dat van de Dq die nu het gebied bewonen, k De tentoonstelling, eigenf van het Musée National te| mako (Mali) duurt tot eind q ber 1977 en zal in de loop, 1978 teruggaan naar Mali| daarna een rondreis te i door verschillende staten. :is te ma Afrika! Het weer mag Scheveningen momenteel niet meeritten, in het hartje van de zomer kan Paul van Vliet niet buiten een „Avondje aan zee" en aange zien hij de Kurzaal-oude-stijl bij een vorige gelegenheid de finitief heeft helpen sluiten is hij nu met zijn kompanen, het kwartet Rob van Kreeveld en de mensen van licht en geluid, neergestreken in het Circus theater. Zijn programma draagt de karakteristiek van de maker, een typeur die man netjes maakt na die met eigen inhoud te hebben gevuld, rijn vroegere leermeesters, de even verwelkte als vitale adel van Baron Taets van Avezae- te en majoor Kees die als „Kees "77" in de politiek is gegaan. Maar als cabaretier is hij eigen inbreng blijven uit bouwen, zoals „Mijn oude school," die per voorstelling meer diepgang krijgt, inzon- derlijk zijn tiener benadering van de meisjes, die niet alleen qua tekst maar ook door hou terige onbeholpenheid in de bewegingen het kenmerk van het ware meekrijgen. Nog een ander aspect van le vensechtheid krijgt men in dit programma voorgeschoteld. Onvermoeibare en verleidelij ke Alie v.d. Zwan, die geen golven te hoog gingen en zich van geen visgrond liet weg slaan, is uit het gezichtsveld verdwenen en heeft plaats moeten maken voor een (voor lopig) afscheid, waar Paul van Vliet zelf geen geheim van wil maken, al liggen de complica ties minder simpel dan week bladschrijverij wil suggereren. Paul van Vliet is al blij, dat de nieuwe bouwers van Scheveningen de zee onaangetast zullen laten. (Foto Simon E. Smit). Zijn persoonlijke gevoelens daarover legt hij neer in het lied „Gewoon de hoek om, dag", een vage verwoording van een vorm van zelfverwijt, waarmee hij een stuk eigen gevoelsleven introduceert in zijn programma, hetgeen we van de over het algemeen toch afstandelijke Paul van Vliet nog niet eerder ervoeren. Het mag dan een „oud" program ma zijn, waarmee hij naar Scheveningen komt, in de be nadering van de onderwerpen, treffen we meer persoonlijke toetsen aan dan tot op heden het geval was. Niet alleen als mens, maar ook als artiest maakt hij een katharsis door, die leidt tot en hoorbaar wordt in de zachte tragiek van de man met levenservaring. Op merkelijk blijven daarin de komische kanten, zijn treffen de typeringen van mensen om ons heen, maar meer en meer wordt men gewaar dat hij zelf ook een getroffene is, defini tief afstand doet van het laat ste sprankje studentikozerie, destijds zijn startpunt. Eerder hoorden we dat in „Kom, Louise", een liedje vol begrip over zijn ouders, nu proeft men dezelfde doorleefdheid in nummers als „Ik moet volwas sen worden" en „Christelijke school." Dit heeft iets te ma ken met de regie van Nick v.d. Boezem, ook met het licht en het geluid van vindingrijke mensen als Joop Mattijsen en Huib Snijders, maar vooral ook met de kentering die Paul van Vliet momenteel in zijn persoonlijk en artistiek leven doormaakt. Dit maakt het alle maal rijper, omdat niet alles meer is gemaakt op de humor alleen, maar menselijk engage ment als uitgangspunt heeft gekregen. Een „zondag als een ondag" op het Lange Voor hout als regionale inbreng in dit programma, komt dit op het slot bevestigen, maar de sfeer is dan al opgeroepen, een totaliteit aan levenservaring, waarin lach en loutering zowel de artistieke lilijn als het indi viduele welzijn bepalen. TON OLIEMULLER Jnocv Kan de natuur als kunstvorm worden beschouwd? Deze vraag kan met „ja" en „neen" worden beantwoord. De wilde natuur is een kunst. Er is weliswaar sprake van ordening, zodanig dat het blijvend boeit, maar een wild landschap is niet door de mens gemaakt en is, boe boeiend ook, afhankelifr van het gewas dat er groeien wil en de dieren, die er kunnen leven. De natuur kan echter wel als basis dienen voor een kunstvorm, nl. de tuinaanleg. Dat is dan natuur, waarin ook sprake is van ordening op een boeiend blijvende manier, maar dan door mensenhanden gemaakt Wie hier van iets wil proeven kan tot en met 4 september terecht in de Vleeshal te Haarlem aan de Grote Markt, waar on der bet motto „Stadspark en buiten plaats" een expositie, mede in bet kader van Toer-in is gericht over tuinaanleg en het maken van- en bet onderhoud aan stadsparken. Dat is gedaan, omdat „Hout en Plantsoenen", de Haarlemse plantsoenendienst 75 jaar bestaak Sinds de mensheid is gaan wonen binnen de begrenzing van wallen en muren is de behoefte aan de natuur toegenomen. Zelden of nooit heeft de primitieve mens zich bezig gehouden met tuinaanleg. Hij had er geen tijd voor, maar ook geen behoefte aan. Hij leefde in de natuur en was er een mee. Hij verstond, wat plan ten en dieren te zeggen hadden. Zodra de mens in een besloten gemeen schap binnen een begenzing ging wonen, ontstond de behoefte aan een eigen tuin en aan een ruimte met gewas en dieren om zich in de natuur te verpozen. Tuin aanleg en stadsparken bestonden al in de voor-christelijke periode. Denk maar aan Volkspark de hangende tuinen van Babyion, waar- over de Bijbel spreekt De expositie in Haarlem heeft betrekking op de periode van de Renaissance tot nu toe. Zij maakten gebruik van het aanwezige landschap om er een volkspark of een tuin bij een groot landgoed van te maken. Daar duikt dan het begrip kunst op, want deze mensen hadden een bepaalde visie. Zij voorzagen hoe zo'n tuin of park er uit zou zien als de bomen en struiken volgroeid zouden zijn. Zij voorzagen doorkijkjes, het effect van rechte lanen en kronkelige paden. Smaak Tuinaanleg was een kwestie van publieke smaak en mode en is dit nog. De aanleg van stadsparken ook, maar dat was voor de tweede helft van de 18de eeuw be perkt Wie een tuin kon laten aanleggen in de Renaissance en barokke tijd was rijk. Hij bezat in de stad ruimte, had een groot huis en als dat in de stad niet voorhanden was, ging hij naar buiten, kocht een stuk landschap, dat hem aan stond, sloot het af voor publiek, bouwde er een buitenhuis met tuin en richtte zich daarbij als regel naar de smaak, die aan het Hof heerste Pas in de tweede helft van de 18e eeuw kwamen er mensen tegenwoordig zouden het tuinarchitecten zijn die een eigen landschapsstijl voor buitenhuizen en stadsparken gingen ont wikkelen. Wat Zuid-Kennemerland be treft waren dat J. G. Michael, vader en zoon Zocher en Leonard Springer. Een buitenplaats mag men omschrijven als de geïdealiseerde gedachte van de stadsmens voor het buitenleven. Het is een ontworpen milieu, alleen toegankelijk voor de rijke eigenaar. Een stadspark is wezenlijk wat anders. Het is altijd openbaar, bedoeld voor de stadsmens, die buiten wil zijn. Het is een bewuste ordening van bomen, wegen, lanen en beplanting om de illusie te wekken, dat de stadsmens vlakbij huis ook buiten in de natuur kan zijn. Stadsparken zijn aan het eind van de vorige eeuw en begin deze eeuw opgeko men, toen de vestingswet buiten werking was gesteld. Stadswallen werden omget overd tot wandelgebieden en delen buiten steden werden veranderd in stadsparken. Aanvankelijk was zo'n volkspark meer wandel- dan recreatiegebied. Het waren geen monumenten, maar plaatsen, waar de stadsmens bijeen kon kranen of kon wandelen in de natuur. Stadsparken zijn tegenwoordig anders gericht Dikwijls kan er in worden ge wandeld, maar dan wel langs de bebaan- de paden. Er staan veel verbodsbordjes. Op zijn minst is het lopen over gazons af te keuren. De moderne parken bevat ten veel gelegenheden om sport te beoefe nen en sommige zijn omgeturnd tot pret park. Waar de moderne landschapsarchi tecten naar toe willen is, dat de oude stadsparken geen monument worden, dat een stadspark een prachtige afwisseling tussen eentonige bebouwing kan zijn en dat moderne parken niet sterk op sport en spel gericht zijn, maar ook als een stuk natuur dichtbij huis. Wandelen In het gebied rond Haarlem zijn 16 land goederen en stadsparken, die, de een in meerdere de andere in mindere mate nog de aanleg en de vorm hebben, zoals ze oorspronkelijk zijn gemaakt De voor naamste zijn Velserbeek, Waterland. De Haarlemmerhout Meer en Berg, Woest- duin en Huis te Vogelenzang. Voorts heeft Haarlem nog zijn stadsparken en bolwerken. Daar langs zijn fiets- en wan deltochten uitgezet. Boekjes daarover zijn bij de, gemeentelijke plantsoenen dienst te Haarlem verkrijgbaar. Wie eerst kennis heeft gemaakt van de geschiedenis der Haarlemse stadsparken en buitenplaatsen en van de landschaps kunst door het ingrijpen van de mens op de expositie in de Vleeshal, kan door een fiets- en wandeltocht nog zien wat er geworden is van de scheppingen der landschapskunstenaars, die dit eind vori ge eeuw vorm gaven. Voor een niet be stemde vakantiedag zeker aan te bevelen. Gerritsen Er moet een nieuw politiek initiatief ko men van de Britse regering om de proble men in Noord-lerland op te lossen, aldus een anglicaans commentaar, dat dese week is gepubliceerd over „Het Ierse pro bleem en wij". Het is geschreven door de secretaris van de anglicaanse raad voor sociale verant woordelijkheid, Giles Ecclestone, en een geestelijke uit Belfast van de kerk van Ierland, Eric Elliot, in opdracht van de raad voor sociale verantwoordelijkheid. Het vormt de basis voor een debat over Noord-lerland op de generale synode van de anglicaanse kerk in november. De schrijvers zoeken een oplossing vooral in de politieke sfeer. Volgens hen wordt er op politiek niveau nagenoeg niets meer gedaan, politici in Noord-lerland zoeken een baan in andere sectoren, omdat zij werkloos zijn en de enige mensen die hiervan profiteren zijn de plaatselijke pa ramilitaire leiders. Ook is het commentaar het niet eens met het standpunt, dat de Britse militairen uit Noord-lerland teruggetrokken moeten wor den. Dit zou algemeen uitgelegd worden als een stap van Engeland om zich verder los te maken van de verantwoordelijkheid, die de Britten hebben voor Noord-lerland. Bovendien, aldus de schrijvers, is het con flict in Noord-lerland momenteel voorna melijk een gewapende strijd tegen de sa menleving door groepen, die niet bereid zijn een politieke oplossing te zoeken. Wan neer nu de Britten zich militair terugtrek ken, voordat een politieke oplossing is gevonden, verdoezelt dit het feit, dat in Ierland de gewapende strijd heerst Impliciet wil het commentaar de Engelse lezers ook meer betrekken bij het Ierse conflict omdat Engeland zelf ook minder heidsproblemen heeft, die steeds meer ge voeld worden en de Engelsen van de Ierse problemen kunnen leren. Als voorbeelden noemt het commentaar zelfbestuur voor Schotland, behoud van de taal van Wales, de eisen van de moslems in Engeland en de situatie van de ontwortelde Westindiërs. Het Ierse probleem is een probleem van minderheden: een protestantse minderheid op het gehele Ierse eiland en een katholie ke minderheid in Noord-lerland, aldus het commentaar. De kerken moeten toegeven dat er zeker ook een religieuze of kerkelij ke faktor meespeelt. De kerken maken deel uit van de verdeeldheid tussen de bevolkingsgroepen. Het commentaar roept de kerken dan ook op zich meer in te zetten voor een christelijke gemeenschap en een meer positieve en verzoenende rol te spelen in de Ierse samenleving. De Stichting Gezamenlijke Missiepubliciteit heeft mede gedeeld, dat de heer J. Sim mers is gevraagd speciale op drachten te vervullen ten dienste van de stichting. Dit houdt in, dat de heer Simmers ontheven wordt van zijn taak als hoofdredacteur van het ipaanrfhiaH „Bijeen", dat zich richt op de internationale sa menleving, in het bijzonder op het terrein van godsdienst en ontwikkeling. De Romeinse congregatie voor de evangelisatie van de volke ren heeft de Luxemburgse priester mgr. Fernand Franck, benoemd tot secretaris-gene raal van bet pauselijk missie- werk voor geloofsverbreiding. Mgr. Franck, tot nu nationaal directeur van de Pauselijke Missiewerken in Luxemburg, volgt de Belg mgr. O. S. Kem- peneers op, die om gezond heidsredenen ontslag heeft ge nomen. Paos Paal os beeft een lid en tw7talf consultors benoemd voor de pauselijke commissie Gerechtigheid en Vrede. On der de consultors is de Neder landse carmeliet Bonifatius Honings (56). Hij woont sinds 1955 in Borne waar hij profes- tor is aan f opleidingshuis van de carme- lieten. De katholieke bisschoppen in Iran hebben een eigen bis schoppenconferentie met zetel in Teheran gevormd. De kath olieke kerk van Iran omvat momenteel een zestal kerkelij ke gebieden, waarvan een met de Armeense ritus, vier met de Chaldese en een met de La tijnse ritus. Ongeveer tweehonderd kerk historici, onder wie aestig professoren van aestig univer siteiten in vijfentwintig la» m on symposium, dat van vijftien tot zeventien augustus in Uppsala (Zweden) wordt ge houden in aansluiting op bet vijfde eeuwfeest van de uni versiteit van die stad. Het wordt georganiseerd door de CIHEC, de internationale commissie voor vergelijkende kerkgeschiedenis. De deelne mers vertegenwoordigen zo wel katholieke als protestant se universiteiten. Het thema luidt „De kerk in een verande rende maatschappij", met als onderdelen „Kerk en bet reli gieuze protest", „Kerk en de maatschappelijke verande ring" en „Kerk en kolonialis me". Na drie jaar bouwen is in Londen de grootste moskee van Europa ingewijd. De bouwkosten, die meer dan zeventien miljoen gulden be droegen, zijn voornamelijk door Saoedie-Arabië gedra gen. Het nieuwe islam-cen trum zal tevens zetel zijn van de „Islam Baad voor Europa". De bedoeling is in de toe komst ook een islamitisch theologische hogeschool in de moskee te vestigen, de eerste islamitische hoge school in West-Europa. De moskee ligt in de buurt van Regent's Park en biedt plaats aan drieduizend mensen. De grootste moskee ter we reld is in aanbouw in de Pakistaanse hoofdstad Isla mabad. Deze moskee zal on geveer zestig miljqen gulden kosten en worden genoemd naar wijlen koning Feisal van Saoedie-Arabië. Zij zal plaats kunnen bieden aan 122.000 gelovigen. Ook hier draagt Saoedie-Arabië aan zienlijk bij in de bouwkosten. De Chileense bisschoppencon ferentie is ernstig bezorgd over de situatie van de boeren in het land. Zo blijkt uit een brief, ondertekend door voor zitter Francis Fresno van de bisschoppenconferentie, kar dinaal Silva Henriquez van Santiago en de bisschoppen van de landbouwgebieden. In de brief wordt vastgesteld dat er de nodige boeren zijn die hun land voor een appel en een ei moeten verkopen om hun schulden te kunnen beta len. Vele landbouwers zijn in ver warring, omdat hun vakorga nisaties steeds weer door de machthebbers worden be dreigd en verzwakt Armoede en onzekerheid worden ver oorzaakt door werkloosheid en door „de minderwaardige stre ken van degene die de lakens uitdeelt". De bisschoppen wij zen met nadruk op de hopelo ze situatie die in vele huizen heerst „God wil dat i en vrouwen in waardigheid e vrijheid leven. God wil nietj h dat de mens een ding is dal winst oplevert dat wordt ge-tri bruikt of uitgebuit", aldus dejel Chileense bisschoppen. Ruim vierduizend christelijke vrouwen uit 139 streken ver spreid over de Sowjet Unie, hebben in een open brief aan partijsecretaris Brezjnew, premier Kosygin, openbare aanklager Roedenko, "alle re geringshoofden, christenen en mensen van goede wil", de raad van kerken van de evan gelische christen-baptisten en aan de raad van familieleden van gevangenen, gevraagd een einde te maken aan het ont zetten uit de ouderlijke macht van mensen die hun kinderen godsdienstig opvoeden. De brief is gedateerd 20 mei 1977 en is in het westen be kendgemaakt door het West- duitse "Oost-West Informatie centrum". De moeders geven in hun brief voorbeelden van scheiding van ouders en kin deren. "Stel uw kinderen en kleinkinderen in hun plaats en u zult huiveren", aldus de moeders. Zij menen ook dat de wetge ving in de Sovjet-Unie tegen strijdigheden bevat: sommige wetten garanderen religieuze vrijheid, andere doen die vrij heid weer teniet als het gaat om de gelovigen en hun kinde ren, aldus de brief. Kinderen van gelovigen worden niet al leen van hun ouders geschei den, ze worden ook mishan deld als ze bijvoorbeeld in dienst gaan en weigeren de eed af te leggen, zo zeggen de moeders. De 4031 handtekeningen be slaan 163 bladzijden. Het is de grootste verzameling van handtekeningen, die ooit het westen heeft bereikt De evan gelische christen-baptistenjui hebben zich afgescheiden vancr de officiële baptistenkerk. Zij&g zijn niet geregistreerd en niet a j erkend. Tot de evangelische^ baptistengroep behoort onderbt anderen Georgi Vins. De evangelische baptisten scheidden zich af, omdat zij de officiële baptisten te mee gaand met de Sovjet-wetten vinden. Zij zijn dan ook niet de groep die "profiteert" van de verbeterde situatie die een van de secretarissen van de baptisten wereldalliantie, dr. Tiller, onlangs beschreef ten aanzien van de baptisten in de Sovjet-Unie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 6