Paul
Brandt
Oberon hoogtepunt
van Bregenzer
Festspiele:
EEN
FESTIVAL
IN
VRIJETIJDS-
KLEDING
Rijksmuseum
toont
spiegelingen
in
het water
in-de-kunst
en
veelzijdig
amateur
Zakenman
Professor Ernst Bar
LEIDSE COURANT
DONDERDAG 14 JULI 1977 P*GIM)||-
S. G. Gavarni „Ne lui parlez de bourgeois"
Toen onlangs bet Haags Ge
meentemuseum een tentoon
stelling wijdde aan het lumi-
nisme in ons land, leek het
duidelijk dat deze manier van
schilderen een voorbije zaak
was, hier zowel als elders. Bij
het Iuminisme, ook wel pointil-
lisme genoemd, worden kleine
vlakjes van primaire kleuren
ió tegen elkaar gezet dat ze
voor het oog ineenvloeien tot
een eigen kleur- en vooral
lichtwaarde. Het is curieus om
te zien dat in ons land althans
één man zich nog steeds met
dat Iuminisme bezig houdt:
Paul Brandt, de veilinghouder-
kunsthandelaar uit Amster
dam.
J. B. Jongkind La Grande Place du Marché aux Bestiaux Cote-Saint André.
zet de moeizame pointil- mier. Fantin Latour, Mil
list vlot en kleurig een let Een reeks van r
Paul Brandt zal zichzelf jaren en het is een beken- van 19e- en 20e-eeuwse meesters gaat de kwali-
wel amateur noemen. Dat de activiteit van hem, Franse kunst Het is een teit die de keuze door een
klopt in de meest eigenlij- want al vaak werd voor tentoonstelling van uitne- echte amateur verraadt,
ke betekenis van het tentoonstellingen een be- mend gehalte met af en Tekenen is de basis voor op en van Yves Tanguy is hoort, maar die hier mêr
woord. Want „amateur" roep op zijn collecties ge- toe een top-stuk waar de alle beeldende kunst. Gro- er een klem aquarelletje werk te zien zijn dat dl*
betekent „liefhebber". En daan. In Singer is nu, t/m grote prentenkabinetten te schilders waren altijd
schets van een riviermond ook die men minder vaal""
van een paard en wagen aandacht verdient. Eeik
Paul Brandt is echt'een 31 juli, een keuze te'zien in Europa hem om zullen ook goede tekenaars. Het op een landweg, waarvan voorbeeld: Er is een „Mo
van zijn verzameling benijden, maar met steeds
aquarellen en tekeningen ook als het om kleinere
E Eugène Delacroix De bevrijding van Petrus uit de gevangenis.
HÏIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllUIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
liefhebber van de kunst
waarmee hij op grond
van zijn beroep dagelijks
zakelijk mee bezig is. Het
blijkt uit zijn tekeningen
die hij op buitenlandse
vakanties en op binnen
landse vrije dagen maak
te. In kleur zijn ze van
een feestelijke licht-heid.
In zwart-wit frapperen ze
door de liefde waarmee
de fijnste details van bo
mengroepen zijn uitge
werkt zonder dat het ge-
heel een pietepeuterige in-
druk maakt.
Vrijwel niemand kende
dit werk overigens omdat
Paul Brandt er nooit te
koop mee heeft gelopen,
maar momenteel zijn en-
kele bladen te zien in het
Singermuseum te Laren, -- -
waar ze als „opmaat" die
nen voor een tentoonstel-
ling waarin „liefhebber" - «Nt
Paul Brandt zich op een
andere wijze manifes
teert, namelijk als kunst
verzamelaar. Dat verza-
melen doet hij al tal van Auguste Rodin Danseres Isidore Duncan en scène.
beste kan men dat zien eigenlijk niets klopt; de diste" van J. E. Labodr
tekening geen tekening is onbeholpen, reur, een meesterwertyc
het verkort slecht. Maar En M. Lalanne werkte e
in compositie en kleur is tijdje
een compositie te probe- het een
ren of het geheugen te kunststukje,
dienen. Zo'n schets is er Beeldhouwerstekeningen
bijvoorbeeld te zien van
grootmeester Eugène De
lacroix, een „Bevrijding
van Petrus uit de gevan-
Zeeland
verrukkelijk bracht^ daar heel fijnl
pentekéningen van Veerr
en Goes uit mee.
hebben vaak de sterke na
druk op de plastiek wat werk natuurlijk in de gel
ze dikwijls zwaar en ge- legenheid geweest om ge
makkelijker dan een an
drongen maakt. Dat
genis" die welhaast Rem- ook het geval met een der zo'n collectie op tiS
brandtieke kwaliteit viertal werken van Zadki- bouwen. Hij heeft er lanf
ne, al heeft „Zittend over gedaan en sommige
naakt" iets bekoorlijks, bladen hebben inmiddelü
topstukken door te gaan: Verwonderlijk is dat die een zeldzaamheid gekreul
er is een kloeke tekening zwaarte geheel ontbreekt gen die de vraag oproepte
van Jongkind, voorstudie in een aquarel van Augus- of zo'n collectie vandaag»
van een schilderij, en van te Rodin „Danseres Isido- de dag door wie dan ooW
een andere „Hollandse re Duncan en scène". De bijeengebracht zou kun»
Fransman", Kees van grote beeldhouwer vangt nen worden. Daarom i:l
Dongen, zijn er vier bla- in deze verrukkelijke het goed dat deze amajt
den met een „Circusar- schets, de danskunst in
tieste" die om te stelen is. haar schijnbare gewicht-
Dicht bij Van Dongen loosheid. De voorstelling dus) in de gelegenheidh
staat een vroege tekening is duidelijk die van Isido- stelt zijn collectie te zien|
van S. G. Gavarni „Ne lui re Duncan, de uitwerking
parlez de bourgeois" die maakt het blad tot een
i figuur toont die ver- symbool van de dans-
In deze vakantietijd is eert
dagje in het mooie Laren*
nooit weg. p
Voor liefhebbers van dea
tekenkunst wordt dankzij#
Öp een pittig Een hele reeks van grote Paul Brandt zo'n dagje 8
wantschap lijkt te hebben kunst aller tijden,
met de Rappoport uit Rot- Er is natuurlijk veel meer.
blaadje van Paul Signac namen als Corot, Dau- extra fijn.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Toni Businger, vaste ontwerper voor de Bregenzer Seebühne, maakte voor „Oberon" een kruising tussen een Biedermeierbosschage en een Oosters
paleizenpark.
In een intiem hoekje van bet immense
Meer van Konstanz wordt jaarlijks een
droom afgedraaid. Een zomeravond-
sprookje dat ook dit jaar tussen 21 juli
en 21 augustus op een paar meter boven
de waterspiegel gestalte krijgt ruim
schoots binnen de 50 mijlsione van het
Oostenrijkse Bregenz, waardoor buur
landen Zwitserland, Duitsland en Liech
tenstein cultureel achter het net vissen.
Bregenz* trots, de „Seebühne" oftewel
bet culturele waterhoofd van de provin
cie Vorarlberg in de Bodensee, is de
grote trekpleister van de traditionele
Bregenzer Festspiele. Als op 22 juli bet
niet door zomertijd gehinderde avondlij
ke duister intreedt, en de bundels schijn
werpers gloeien aan, vindt daar de eer
ste voorstelling plaats van Carl Maria
von Webers super-romantische opera
„Oberon".
Elk jaar tracht festivaldirecteur profes
sor Ernst Bar een passend schouwspel
te vinden voor zijn podium op palen.
Toni Businger mag dan aan het ontwer
pen slaan, de Wiener Philharmoniker
kunnen gaan repeteren, het festivalkoor
van Bregenz dat de longen een winter
lang in het Vorarlbergse vetleer heeft
gekoesterd kan de borst ontbloten en
Wazlav Orlikowsky mag een choreografie
bedenken waarbij geen danser het risico
kan lopen voortijdig te water gelaten te
worden. Foto's van vorige jaren strelen
het romantisch aangelegde oog: Johann
Strauss' „Eine Nacht in Venedig" com-
pleet met paleizen en gordels eromheen
in '75, ranke fantasie-bouwsels vorig jaar
in Offenbachs „Hoffmanns Erzahlun-
gen". Wie als theatrale landrot vanaf de
tribune de zangers op See-benen tegen
het getij heeft horen opzingen temidden
van de kleurige entourage, wordt onmid
dellijk ingepakt door het unieke karakter
ervan. Nederlanders moeten wel een aan
geboren zwak hebben voor dat culturele
waterpartijtje, want ze staan al jaren
lang, na de Duitsers, op de tweede plaats
bij de aantallen buitenlandse gasten.
Ontwerper Businger heeft rond het grote
podium dit jaar iets ontworpen dat het
midden houdt tussen een Biedermeier
bosschage en Oosters paleizenpark.
„Oberon" speelt zich dan ook wisselend
af in de elfenwereld van Oberon en zijn
gemalin Titania, aan het hof bij Karei
de Grote en bij diens Oosterse tegenvoe
ter kalief Haroen al-Rasjid. Een merk
waardig verhaal dat de Engelse librettist
James Robinson Planché bij elkaar ge
sprokkeld heeft uit de wereldliteratuur.
Hij leende elementen bij Shakespeare
(De Storm en Midzomernachtsdroom), bij
de Duitser Wieland (Oberon), bij de
Fransman Villeneuve (Huon de Bor
deaux) en smeedde die aaneen met ha
remdienaren, slaven, slavinnen en zeer
overs. De hoofdrollen worden gezongen
door Janice Yoes afgewisseld met Sabine
Haas, Heribert Steinbach, en William
Johns die z'n rol mag delen met de
Nederlander Adriaan van Liempt
Het verhaal wil overigens dat Carl Maria
von Weber, in 1824 al zwaar ziek, voor
„Oberon" speciaal Engels heeft moeten
leren. De opdracht tot het schrijven van
de muziek kwam in dat jaar namelijk
van de Londense Co vent Garden opera.
Door z'n ziekte in zijn werk gehinderd,
beëindigde Von Weber dat pas in 1826
in Londen zelf, waar hij als slot de
ouverture maakte. Juist die ouverture is
muzikaal een fraai stuk symfonische pro
grammamuziek waarin alle motieven en
melodieën, sommige ontleend aan be
staand Oosters materiaal tot een eenheid
gecomponeerd zijn.
Het „Spiel auf dem See" mag dan het
pièce de resistance zijn van de Bregenzer
Festspiele, daarmee houdt het niet op.
Zodra de opera op 10 augustus het water
ruimt, komt het ballet uit de Russische
stad Perm het meerpodium innemen met
Tsjaikofski's al even sprookjesachtige
.^Doornroosje". Het ballet van Perm is de
derde top-balletgroep in Rusland, naast
het Moskouse Bolsjoi en het Leningsrad-
se Kirow-ballet
Pimpi
iinone
Ook in het plaatsje Bregenz zelf wordt
uitgebreid aan toneel en opera gedaan
tussen 21 juli en 21 augustus. Van Gaeta-
no Donizetti wordt „De favoriete" ge
bracht in het Theater am Kornmarkt
onder leiding van Francesco Molinari-
Pradelli, komedies van Nestroy en Mari-
vaux komen op de planken evenals De
drie musketiers, Planchons versie van
Dumas' wereldsucces, een grote reeks
concerten door de Wiener Symphoniker
die die maand overuren maken, de be
faamde Nikolaus Harnoncourt geeft z'n
stijlzuivere barokuitvoeringen en in het
Grafelijk Paleis Hohenem gaat weer een
minder bekend werk in première. Dit
jaar is dat Telemanns kleine opera „Pim-
pinone" door de Oostenrijkse Bachsolis-
ten onder leiding van Günther Fetz.
Bregenz is volgens Nederlandse begrip
pen een mini-plaatsje, gezien tegen het
hoge achterland zo mogelijk nog nietiger.
Het is de hoofdstad van Oostenrijks
kleinste provincie Vorarlberg waar in het
totaal maar 303.000 mensen wonen, af
stammelingen van de „Alemannen". Toch
weet Bregenz in theaters en de vele
kerken elk jaar weer een festival te
organiseren van kwaliteit dat duizenden
bezoekers trekt
Vakantiegangers, doorreizigers, en Ne
derlanders die nu niet bepaald de naam
hebben in hun vakantie aan cultuur te
doen maar misschien via de door het
Oostenrijks Verkeersbureau gearrangeer
de goedkope vakantie-cultuurcombinatie
een zuinig alibi hebben. In elk geval
vormen de Bregenzer Festspiele een
uniek cultureel alternatief voor de mani
festaties in het veel grotere Wenen of in
Salzburg. Opera, ballet, concerten en to
neel vlak naast zonnebaden en water
sport blijft voorlopig het eigen etiket van
het Bregenzer buitengebeuren: Een festi
val in vrijetijdskleding.
BERTJANSMA
KUNST
(Van onze kunstredactie)
AMSTERDAM „Spiegelingen in het wa
ter" is de titel van een kleine schilderijen
tentoonstelling die tot en met 25 septem
ber te zien is in het Rijksmuseum te
Amsterdam. Deze tentoonstelling, die
wordt gehouden in één van de kabinetten
van de Eregalerij, maakt deel uit van een
reeks waarin het Rijksmuseum door bet
bijeenbrengen van bepaalde werken uit
eigen bezit, een andere kijk wil geven op
schilderijen en hun schilders.
Op deze expositie kan men aan de hand
van achttien schilderijen volgen, hoe schil
ders door de eeuwen heen de ongrijpbare
spiegelingen in het water hebben vastge- Paul Gabriël: „In de maand juli",
legd in hun werken. De schilders hebben
het daarmee anders dan de fotograaf
niet gemakkelijk. Schilders hebben zich het bomen die zich spiegelen in een onregelmatige
hoofd gebroken over de kleur van het water en water, om de stemming van een late zomerav
over de natuurkundige wetten van de weerspiege- op te roepen.
ling.- Ze hebben fouten gemaakt en ze hebben
spiegelingen vergeten. Maar ze hebben ook prach- Als extraatje wonlt in deze tentoonstelling
tige artistieke mogelijkheden gezien in die weer- video een korte film van Bert Haanstra „Spu
spiegelingen van Holland" vertoond, waann de hele spiegele
Zo wordt bijvoorbeeld op een schilderij (uit 1650) wereld op zijn kop wordt gezet,
van Jan van de CapeUe de hele binnenvloot mèt Er is een folder beschikbaar van deze kk
rook en vuur van een saluutschot in het water tentoonstelling die de bezoekers in staat stelt
weerspiegeld. En de schilder Paul Gabriël maakte elders in het Rijksmuseum nog veel meer spu
(omstreeks 1860) gebruik van grillig gevormde lingen in het water te ontdekken.
Jan van de Cappelle: „Begroeting van de regeringssloep"...