Jazz kraait dertig uren lang koning en Paul Acket lacht Congresgebouw wordt Fifty Second Street De Jab wordt met de regelmaat van een beschaafde drumsolo dood, dan wel opnieuw levend verklaard. Bet weters willen dan ook nog wel mede delen dat „de jas eigenlijk nooit is weggeweest", maar de vraagtekens blijven. Elk zich respecterend stadje heeft wel s*n eigen contingent oude Dixieland-ratten die nog nooit van een zinkend schip geboord hebben en ademloos doorblaaen naar een laatste noot die maar niet komen wiL Zodra er van subsidie sprake is, krijgt ook de avant-garde speelruimte in al z'n schakeringen (Groningen, Amster dam), terwijl de „mainstreamen" stromeloos doorgaan, zwervend van grote orkesten naar eigen combo's, kwartetten, en kwintetten in steeds wisselende formaties. Erg veel weten schappelijk peil valt er niet op te trekken, al is het wel een feit dat de jazz weer aan de weg timmert Hage naar Paul Acket kwam wat dat be treft vorig jaar met de verrassing van de eeuw door een zelfs voor Europese begrippen gigantisch jan-spektakel te lanceren in het Haagse Congresge bouw. Onder bet motto dertig uur jazz van driehonderd musici ging zijn North Sea Jas Festival van start, terwijl de beste stuurlui aan de kant zich lichtelijk verbijsterd afvroegen of dat dan allemaal weer kon. Acket kwam niet uit de kosten, maar be wees met zo*n elf en een half tot twaalfduizend bezoeker» dat bet pu bliek best wilde. Menige eredivisie voetbalclub watertandt alleen al bij de gedachte aan zo'n schare, al voet balt men gemeenlijk slechts twee maal drie kwartier tegen festival prij zen. Koning Jan scheen zich, ge steund door een garantiesubsidie van de gemeente Den Haag, weer op s*n wankele troon te verheffen, en Paal Acket's initiatief biedt rijp voor de verlenging. Op 15, 16 en 17 juli aan staande vindt zijn, nu slechts North Sea Festival geheten, jazzfeest weer plaats in de zes door de gemeente gratis ter beschikking gestelde zalen van bet Haagse Congresgebouw. Paul Acket: „Wanneer we 27 duizend bezoekers krijgen, hebben we de ge meentesubsidie niet nodig. Maar 16 duizend man moeten we toch wel bin nen krijgen. Er zit duidelijk een op- gaande lijn in de belangstelling voor jazz. Een paar jaar geleden speelden musici van naam daar nog voor zo'n 50 dollar per avond. Vandaar dat er heel veel naar Europa trokken waar wel een stevig honorarium te verdie nen vieL Nu telt Amerika ook weer mee. Mensen als Dexter Gordon, in Kopenhagen al een halve Europeaan geworden, zie je hier steeds minder en een jongen als Slide Hampton, die in Amsterdam woonde, zit ook meer daar dan hier. Ons festival is duidelijk het grootste in Europa, dat was het vorig jaar al maar toen wisten we dat nog niet zo precies. Het kost zo'n zes tot zeven ton. Dat is verschrikkelijk veel en eigenlijk té veel voor een particulier. Kijk, je kunt zoiets natuur lijk ook minder ambitieus opzetten. Maar er zat een filosofie achter van: SeidwGowuwt alsnog naar het Oostfront gestuurd, maar hij was na de oorlog de enige Duitse muzikant die hier zo aan tie slag kon. En terecht Het hield op met de jazz toén ik op transport gesteld werd naar Duitsland. We moesten in een fabriek ergens bij Saarbrücken werken, maar we zijn onderweg uit de trein gestapt en hebben een kaartje naar het Zuiden gekocht Drie keer gecontroleerd, niets aan de hand, tot de Gestapo vóór de Zwitserse grens binnenkwam. Het belangrijkste in die tijd was je „Arbeidsboek" bij je te hebben. Nou dat hadden we niet, dus dat was verdacht Een van m'n kame raden toen, nu directeur van een grote levensverzekeringmaatschappij, had de lef van z*n leven en begon tegen die Duitser uit te vallen: Wat denkt u wel met zo'n taal uit te slaan. U praat tegen vrijwilligers die in Duits land werk zoeken! Omdat dat indruk maakte kwamen we in Konstanz te recht en dat kon niet beter. Daar werden mensen over en weer uitgele verd, daar lag het Rode Kruis en bombardementen hoefde je er niet te verwachten. Wel verderop in Zwitser land waar fabrieken voor de Duitsers werkten. In het Duitse Konstanz heb ben we ons in het Grenzland-theater als toneelknechten aangemeld bij een intendant met een hakenkruisspeldje op die wel meeviel Wij vielen ook, maar door de mand, want de decors van het Land des Lachelns die we moesten wisselen, schommelden voort durend levensgevaarlijk. Konstanz was de schuilkelder van Duitsland. Een anti-bevolking en geen verduiste ring. Het moest uit de lucht één zijn met het Zwitserse Konstanz en daar door kreeg je 't volgende pesterijtje. Bij tijd en wijlen draaide iemand van de Zwitserse GEB alle lichten uit, waarop ze in Duitsland onmiddellijk moesten volgen. Dan ging het licht weer aan, dan weer uit, kortom, dolle pret. Aan de overkant van de grens kon je de tabakshandelaar voor z'n winkel zien staan, maar wij hadden 't ook niet slecht want ik heb wel eens met twee emmertjes boter in m'n han den gelopen. Als je uit het raam een grote sprong nam zat je in Zwitser land, maar niemand die 't probeerde, want als je geen papieren had of een bewijs dat je officieel vervolgd werd, zetten de Zwitsers je onmiddellijk weer terug over de grens. Iedereen was eerst wel erg stug tegen ons. Toen we voorzichtig naar de reden vroegen, zei men: We houden hier niet zo van mensen die vrijwillig in Duitsland ko men werken. We hebben alles uitge legd, en toen het theater gesloten werd, zijn we zelfs bij de artiesten ingedeeld en van alle ellende gevrij waard. Die ellende zag ik pas toen de oorlog afgelopen was, tussen de ge bombardeerde steden van Duitsland door en in Nederland, waar veertig procent van m'n vrienden op bed lag met allerlei ziektes. Na de oorlog zat ik meteen weer in de jazz, want Hil versum werd het grote uitgaanscen trum voor Amerikaanse en Canadese soldaten met heel goeie orkesten en heel grote namen". Paul Acket is bij de grote namen gebleven. Jazz, pop („Die loopt nu terug, het is een soort golfbeweging") en weer jazz. Zijn North Sea Festival wordt vrijdag 15 juli om 5 uur vóór de deur van het Congresgebouw geo pend met een door Frans Eisen in opdracht van de Johan Wagenaar- stichting geschreven en door zijn Big Band uitgevoerde compositie. (Acket: „Gratis en voor niemandal aangebo den aan de Haagse burgerij uit dank voor de subsidie"). Dan barst het bin nen los via een minutieus schema van optredende musici. Vorig jaar bericht ten de kranten unaniem van een per fecte organisatie. Paul Acket, die vlak voor de aanvang pas het gebouw kwam binnenrennen met eigenhandig getekende schema's voor het publiek, weet beter. Bovendien kwamen er die dag opeens verontruste mensen bij hem aankloppen die hem meldden dat ene Sir Charles Thompson nu al an derhalf uur in z'n eentje achter de piano zat te spelen. De goede man zat te wachten op hem onbekende Neder landse „opvolgers", die op hun beurt aanminnig naar hem zaten te luiste ren. „Ach", zegt Paul Acket, „als din gen te goed zijn voorbereid mislukken ze vaak. Maar dit keer hebben we zo goed als aan alles gedacht Hoop ik". En Paul Acket lacht Ha, ha. BERT JANSMA Ella Fitzgerald Al die Nederlanders die naar New York geweest zijn, komen juichend terug. De ene tent na de andere daar brengt de grootste artiesten! Ik wilde hier een soort 52nd Street creëren, met in al die zalen als het ware alle maal kleine jazzclubs waar je in en uit kunt lopen. De belangstelling uit het buitenland wordt steeds groter merken we. Zo'n festival moet natuur lijk internationaal naam maken, maar nu al komen er zeker een duizend buitenlanders. Engelsen, en voor hen is het toch echt een dure zaak, Belgen en Duitsers. Uit Duitsland heb ik al diverse telefoontjes gekregen of er geen „Familien Arrangement" te rege len is. Misschien iets voor volgend jaar. Kinderen kunnen in dat Congres gebouw tenslotte prima verstoppertje spelen". En Paul Acket produceert een bijna satanisch klinkend, duidelijk gearticuleerd ha-ha lachje, dat op ge zette tijden tijdens het gesprek blijft terugkeren. Nina verleid Ella Fitzgerald met Tommy Flanagans trio, Oscar Peterson met gitarist Joe Pass, de Stanley Clark Band met jazz- rock, Charles Mingus Quintet, Max Roach met z'n kwartet, Don Ellis (componist van de muziek uit The French Connection) met z'n electri- sche band van 22 man, Carmen McRae, Art Blakey en z'n nieuwste Messengers, de blues van Muddy Wa ters, het moderne werk van Alphonse Mouzon, van de Pool Michael Urba- niak, de blinde modernist Eric Kloss, Boy Edgars Big Band, zwarte Afri kaanse jazz van Malombo, de 'blanke Dixie van Chris Barber, Archie Shepp, Gato Barbieri, zigeunerjazz van La Romanderie (vorig jaar een hit) en ook opnieuw de 17 man sterke band van Count Basie waar zoveel vraag naar is dat op de 16e juli een tweede concert van Graaf Basie is ingelast. Er vallen nog wel een paar alinea's te vullen met namen van jazz- artiesten. Paul Acket: „Het is een gro ter en sterker programma dan vorig jaar. Nina Simone zit er in en dat is een bijzonderheid, want ze treedt bij na niet meer op. Ze heeft een paar jaar in Afrika gezeten en ik ontmoette haar op de muziek beurs Midem in Cannes. De kende haar nog van de concerten die ze hier met Boy Edgar heeft gegeven, raakte aan de praat en liet haar m'n programma van vorig jaar zien. Daar wil ik bij zijn, riep ze onmiddellijk, maar dan wel als gewo ne gast Je bent welkom, heb ik toen gezegd, maar in de telefoontjes die we daarna met elkaar gepleegd hebben, heb ik haar tóch kunnen verleiden tot een optreden. Zo'n Cab Calloway (lei der van swing-orkesten, toneel-S por tin' Life in Porgy and Bess, beroemd als scat-vocalist met de bijnaam Hi-de- ho-man), daar had niemand een tijd iets van gehoord. Alleen ouderen zegt die naam nog wat Tijdens de voorbe sprekingen van de jazzfestivalleiders met George Wein van het Newport Festival, heb ik die naam op tafel gegooid. Zo van: „Dit is 't summum" (Paul Acket lacht: Ha ha). „Iedereen vond 't belachelijk. Toen later de defi nitieve lijst van jazz-sterren die naar Europa kwamen opgesteld werd, stond Calloway daar niet bij. Ik belde Wein er weer over en die zei: Wat kan je bieden? Nou moet je daar nooit aan beginnen want dan kan je in je eentje opdraaien voor de kosten van de over tocht Dus ik zei: Bied 'm maar aan. En ja, hoor, op de volgende lijst stond- ie en Wein kwam me vertellen dat Calloway van alle groepen die hij zou brengen in Europa 't meest gevraagd werd. 't Liefst had ik Calloway en z'n „Harlem on Parade-show" in de Car rouselzaal gebracht Maar daar is he laas geen ruimte genoeg voor. Want behalve een stel tapdansers, brengt Calloway met z'n mensen ook nog Jitterbug-demonstraties en dat vraagt een flink brok podium". Afvalbussen Achter de namen die niet op 't pro gramma staan, zit trouwens eveneens een verhaaL Liefhebbers zullen op het North Sea Festival de Nederlandse avant-garde missen. De avant-garde wereld roept dat Acket de modernis ten boycot, het relaas van Acket zelf komt erop neer dat de avant-garde hém boycot Omdat hij vond dat de avant-garde naast alle andere jazz- stromingen niet mocht ontbreken, vroeg Acket voor dat ook verder in Nederland gesubsidieerd optredende deel van de jazz steun bij CRM aan. Het advies van de Raad van de Kunst waarin slechts één jazz-musicus zitting heeft avant-gardist Mischa Mengel berg, luidde negatief. Acket benader de toch toppers Willem Breuker en Hans Duif er, maar die vroegen bedra gen die ver boven Acket's aanbod en het in Nederland als goed geldende honorarium lagen (5000 gulden per avond). Zonder het zo te willen noe men, onderging Acket dat als-een vorm van obstructie. Acket: ,Jk had ze er echt liever wel bij gehad, maar ik heb daarna niet meer geprobeerd. Met mindere goden wil ik hier niet aankomen. Nee, Mischa Mengelberg heb ik niet gevraagd, maar je begrijpt dat ik daar ook niet zo'n behoefte aan had". Er zitten meer haken en ogen aan zo'n festival. De Schiphol-ploeg en de ophaaldienst (Acket: „Limousines voor de sterren, auto's voor de iets mindere jongens en bussen voor 't afval, ha, ha") die voortdurend in tijdnood zit omdat Schiphol geen toe stemming tot het parkeren van de bussen voor de uitgang geeft En dan het tijdig rondkrijgen van de contrac ten („George Wein en Norman Granz zijn natuurlijk prima impresario's, maar vooral onder het Romaans-Euro- pese deel zitten me toch een stel schut- teraars! Iemand uit Montreux zei hier vorig jaar: Waar zijn de schrijfmachi nes? Welke schrijfmachines bedoel je, vroeg ik. Hoe maak je de contracten dan? was de weervraag. Dat gebeurt daar even gauw als de musici binnen komen lopen".) En dan de vraag of t financieel rondkomt. „Maar dat wten we over een week", zegt Acket „Ha, ha". Herr Organisator Met het North Sea Festival heeft Ac ket het grootste project uit z'n carrière onder handen. En hij is er bovendien mee terug op het terrein waar hij z'n eerste sporen verdiende: de jazz. Ac ket: „Het was in 1941, ik woonde in Hilversum en ik zat nog op het ly ceum. In Gooiland organiseerde ik jazz-avonden met mensen als Wessel Ilcken, Rita Reys en de Millers. Dat duurde overigens maar een half jaar. Op een weekend zitten er erg veel Duitsers in de zaal. Na afloop komen er een paar naar me toe: Wie is de Herr Organisator? Ek, zei ik en ze begonnen me uit te lachen. Of ik maar wilde zorgen dat er de volgende dag geen woord Engels gezongen werd. De volgende avond hadden de Duitsers drie rijen dik gevorderd en er werd natuurlijk wél Engels gezongen. Een dag later stond de Duitse politie voor m'n deur. Ik was niet thuis, m'n moe der deed open en die kreeg meteen een rolberoerte. Ik moest bij de Orts- kommand antur komen. Ik heb m'n korte broek maar weer aangetrokken en die commandant bleek beslist niet de onvriendelijkste. Maar ophouden moest ik wel. Ik ben toen doorgegaan in Bussum, minder openbaar en heb toen Nederlandse namen als Johnny en de Hotsknotsers en de Kolenkit- zwaaiers bedacht en daar groepen bij gezocht. Je had de recensies uit die tijd moeten lezen Ik ben ze helaas allemaal kwijt geraakt bij een verhui zing, maar 't was je reinste vuilspuite rij. Het Algemeen Handelsblad ver zocht om onmiddellijke maatregelen van de overheid tegen dat a-culturele gedoe en die wanstaltige Amerikaanse muziek. Ik organiseerde Hawal-avon- den, ontzettend populair toen, met echte Samoa-girls uit Den Haag, en jam-sessions. Helmut Zacharias speel de daar o.a. in Bussum, een prima man die altijd doorgaf als er een razzia op komst was. Het is later ontdekt en de Duitsers hebben hem

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 13