wijze Piet van der Touw aast op laatste sprinttitel Piet Anneveldt besluit carrière op waardige Mooie gelegenheid om ervaring op te doen' SPORTTRIBUNE Maarten van Heeswijk mee naar Canada LEIDSE COURANT PAGINA 17 net de bal een verre trap heeft gegeven? Dat deed ik wel, een soort zesde zintuig van de scheidsrechter zou je kunnen zeggen. Ik stuurde de desbe treffende man weg. Niemand had het gezien behalve ik, dus de protesten waren, net als tegenwoordig, overvloedig". De strafzaak werd een desillu sie voor Piet Anneveldt In Utrecht moesten alle partijen aanwezig zijn om tot een uit spraak te komen. Iedereen was er behalve de speler die geschopt was, Anne- veldt's belangrijkste getuige. „Om een lang verhaal kort te maken: de speler werd vrijge sproken. Terug in de trein werd mij nog verweten dat ik alles verkeerd geformuleerd had. En dan ga je toch wel bij jezelf denken, waar zijn wij met z'n allen toch mee bezig". Piet Anneveldt's laatste pro bleem tot toetreding naar het betaalde voetbal was de zater dag. Zijn slagerij belette hem om op deze dag te fluiten. Nu zijn slagerij is verkocht, heeft hij zowel de zaterdag als de zondag om jongere scheids rechters zijn ervaring bij te brengen. Bij de jeugd wil hij niet fluiten. Anneveldt: „Nu in ieder geval nog niet Mijn er varing op scheidsrechtersge- bied kunnen jongeren beter gebruiken. Ik zou ze veel kun nen leren, van „je niets van het publiek aantrekken tot hoe een scheidsrechter er werke lijk uit moet zien". En daarom behoef ik misschien ook nooit met weemoed aan mijn actieve carrière terug te denken. Je blijft altijd bedrijvig in de scheidsrechters wereld. KAREL JANSEN jaar in de afdeling. Hierna ging hij over naar de KNVB, waar hij achttien jaar floot. Het betaalde voetbal heeft hem al die jaren sterk gelonkt, maar tot een definitieve over gang is het nooit gekomen. Tegenslagen en wrijvingen in de scheidsrechterscommissie hadden een groot aandeel hie rin. Rapporteur ,Je moet goed begrijpen dat ik niet wil naschoppen", ver telt Anneveldt, „maar sonnige zaken hinderen mij nog steeds. De rapporteurs bij voorbeeld. Het is fijn dat die mensen twee maal drie kwar tier langs de kant willen zit ten, maar dan moeten zij ook wel optimaal in hun beoorde lingen zijn. Ik floot jaren geleden Unitas tegen Elinkwijk. Unitas speel de thuis en stond bij de rust gelijk, 2—2. De tweede helft verliep goed tot vijf minuten voor het einde. Een speler van Elinkwijk werd in het straf schopgebied neergelegd. Ik stond er met mijn neus op en een strafschop was het enige wat ik kon doen. Dat heb ik ook gedaan en de bezoekende vereniging ging met een over winning van 3—2 naar huis. Na afloop verwachtte iedereen dat ik als beoordelingscijfer twee achten zou krijgen. De rapporteur beoordeelde mij met twee schamele zesjes. En dat is toch iets om kwaad over te worden. De wedstrijd was goed verlopen. Er waren hele maal geen incidenten geweest tot die strafschop vijf minuten voor tijd. Daar is de rappor teur waarschijnlijk op ajfge- gaan. Die mensen zien een wedstrijd teveel uit het vereni RIJSWIJK. De finale van de Harry de Hartog- beker betekende voor scheidsrechter Piet An neveldt zijn laatste wedstrijd. Anneveldt, die door de jaren heen bekend stond als de fluitende slager, bereik te de leeftijd van 47 jaar waardoor verder arbitreren taboe voor hem was. Toch zal hij niet met weemoed, alt hans nu nog niet vol gens zijn zeggen, aan zijn carrière terugden ken. De voldoening die bij zijn afscheid in rui me mate aanwezig is, zal hem daar mee hel pen. Piet Anneveldt: „Ik vond het een erg leuke ervaring om als afscheidswedstrijd de Harry de Hartogfinale te fluiten. Zoiets heeft toch altijd een hele historie achter zich. Mis schien dat mij deze partij dan daarom ook werd toebedeeld. Ook de toespraken van voor en na het duel waren erg leuk. Ik heb veel cadeau's aangebo den gekregen. Toepasselijk was de strijdbijl, die ik in feite ga begraven, op het plankje. Na al deze uitreikingen en de nodige toespraken heb ik nog een gezellige avond gehad. Ik was pas tegen twaalf 's avonds thuis. En als je dan even gaat zitten en je bedenkt wat je zojuist hebt meegemaakt, kun je nog geen weemoed voelen. Het was een waardige afslui ting". Van een waardige carrière. Piet Anneveldt heeft 21 jaar gefloten, waarvan slechts drie Bloemen voor digd. Piet Anneveldt. Voor aanvang van de finale, van de Harry de Hartog beker werd hij uitgebreid gehul-. gingsoogpunt waardoor de scheidsrechter sterk bena deeld kan worden. En dat is iets om over na te denken". Nog steeds zijn de moeilijkhe den niet uit de weg. Voorzitter Spaans van Scheveningen vroeg na afloop van Anneveld t's laatste wedstrijd of hij op 20 juli een duel wilde leiden in de Haringserie. Anneveldt stemde hier onmiddellijk mee in, maar een lid van de scheidsrechterscommissie ver hinderde dit door pertinent nee te zeggea „Jan Bom van diezelfde commissie", ver klaarde Anneveldt, „zal hier nog achter aan gaan. Maar als het niet zou lukken ben ik nog altijd eregast bij de Haringse rie". Tegei Er zijn meer tegenslagen ge weest. Twee jaar lang name lijk heeft hij op de nominatie gestaan om scheidsrechter in het betaalde voetbal te wor den. Enkele vriendschappelij ke en twee competitieduels floot hij slechts. „Eén wedstrijd kan ik mij nog zeer goed herinneren. Het was Wageningen tegen FC Drente waarbij ik drie spelers een waarschuwing gaf en zelfs een man het veld heb uitgestuurd. En over deze beslissing en de daaropvolgende strafzaak ben ik, en nog steeds, erg teleurge steld geweest. Nadat èen ach terhoede-speler van Wagenin gen de bal had weggeschopt en deze naar het middenveld verdween werd hij even na deze actie tegen de enkels ge trapt door een speler van Drente. Niemand van het aan wezige publiek was zich be wust van dit voorval, wie kijkt ér nu nog naar een speler die DEN HAAG „Van harte gefe liciteerd". Met grote inktzwarte letters staat het geschreven op een spiegel in de ouderlijke wo ning van Maarten van Heeswijk aan de Ary Schefferstraat in Den Haag. „Een grapje van mijn moeder", verduidelijkt hijzelf glunderend. Een aardige attentie van een zonder enige twijfel ape-trotse moeder. Met recht trots trouwens op haar twintig jarige zoon, die inmiddels reeds naar Canada is vertrokken voor een bijna drie weken durende toemee met het Nederlandse hockeyteam. Na afloop van het vijflandentoemooi te Amstelveen maakte bondscoach Wim van Heumen afgelopen zondagmiddag de de finitieve selectie voor deze trip bekend. Daarbij niet de namen van enige „oud-ge- dienden", zoals Maarten Sikking, Paul Litjens, Tim Steens of Ingbert Jebbink die om uiteenlopende redenen ditmaal niet beschikbaar bleken. Plaatsvervangers voor genoemd kwartet werden gerecruteerd uit Jong Oranje, te weten ausputzer Maarten van Heeswijk (HCKZ) en Jan-Karei Jenniskens, aanval ler van Tilburg. Eerstgenoemde over zijn verkiezing: „Een schitterende gelegen heid om wat ervaring op te doen. Boven dien een aardige voorbereidingsmogelijk heid op de wedstrijden om de Europa Cup voor jeugd-landenteams die in sep tember in het Engelse Folkestone worden gespeeld. Hopelijk kom ik althans in Canada ook eens van die reserve-bank af". Spelinzicht Wat deze laatste opmerking betreft, hoeft het achtergebleven thuisfrpnt zich de ko mende weken absoluut geen kopzorgen te maken. „Hij komt zeker aan de bak. Een goede centrale verdediger, fysiek sterk en begaafd met een prima spelin zicht. Alleen neemt hij zo af en toe nog wat teveel risico en bovendien is Maarten van Heeswijk eigenlijk nog iets te zwaar. We zitten op het moment bijzonder slecht in, sterke verdedigers. Dat vraagt dus om experimenteren", aldus bondscoach Wim van Heumen. Het Jong Oranje-team legde in Amstel veen een stijgende lijn in de prestatie- curve aan de dag. Eerst werd met 8—3 wat speels van de latere winnaar West- Duitsland verloren en vervolgens bleek Nederland met 5—1 te sterk. Maar daar na ging het aanmerkelijk beter. Tegen Engeland en Spanje werd respectievelijk met 2—2 en 1—1 gelijk gespeeld en de laatste ontmoeting tegen Japan leverde Jong Oranje zelfs een zege van 2—1 op. Coach Cees Tania: „We wisten dat enkele spelers van Jong Oranje waarschijnlijk aan het nationale team voor Canada zouden worden toegevoegd. Maarten heeft uitstekend op deze omstandigheden geanticipeerd. Een goede zaak dat hij straks enkele ervaringen rijker weer bij Jong Oranje terugkeert". Maarten van Heeswijk speelt ausputzer. „Een fijne plaats", vindt hij. „Je kunt het spel op je af laten komen. Je hebt over zicht om de verdediging goed te organise ren. Een goede communicatie in een de fensie is nu eenmaal van essentieel be lang". Inmiddels is Maarten aan zijn achtste hockey-seizoen bezig. Daarvoor voetbalde hij eerst nog vijf jaar bij HW. „Die gezelligheid rondom de hockeysport trok mij destijds enorm aan. Hockey is veel vriendschappelijker". De hockeysport wordt de laatste tijd over het algemeen geteisterd door een schrijnend tekort aan velddoelpunten. Ook Maarten van Heeswijk is zich dat terdege bewust. „Nederland moet weer een goede afmaker zien te krijgen en dan niet alleen uit strafcorners. Een soort Gerd Müller zou bijzonder welkom zijn. Dan wordt het hockey weer aantrekke lijk. Gelukkig komt Ties Kruize lang zaam maar zeker weer in zijn oude doen. Dat is bijvoorbeeld zo'n speler die voor velddoelpunten kan zorgen en die boven dien ballen op medespelers weet terug te leggen". DICK KIERS DEN HAAG Piet van der Touw wil nog één keer kam pioen van Nederland worden op de baan bij de sprinters. De kans is er, volgens de Haagse slager duidelijk, omdat de twee renners die vorig jaar in het Olympisch Stadion van Amster dam voor hem de twee eerste plaatsen innamen niet aan de start zullen verschijnen. Fens en kampioen Loevesteijn zullen in het Utrechtse stadion niet op de fiets stappen. Veteraan Piet van der Touw (36), vierde op de Olympische spelen in Tokio en Rome, doet dit echter wel. Voor de zoveelste maal werkt hij naar een belangrijk evenement toe. Twee jaar geleden stapte Piet van der Touw weer op de fiets. Tien jaar had hij buitenspel gestaan door tijdgebrek en drukke werkzaamheden. Vorig jaar was hij weer helemaal terug met een derde plaats bij de sprintkampioenschappen. Maar weer moest Piet de fiets opbergen. Zijn vader Bep was ziek en Piet moest hem helpen op het slachthuis. Zijn vader is een tijdje geleden overleden, en toen moest Piet ook zijn bedrijf overnemen. „Veel tijd om te trainen is er daarom weer niet Enkele weken geleden ben ik met de training gestart, omdat ik er bij de kampioenschappen bij wil zijn. Het is echter moeilijk om twee bedrijven te runnen en nog wat te trainen. De slagerij staat te koop. Ik ga verder in het gros- siersbedrijf van mijn vader". En toch is er nog tijd voor training over. „Elke avond zit ik toch een uurtje op de fiets en dan natuurlijk zondag- en woens dagmiddag. Heerlijk dat fietsen, als ik op de fiets zit, denk ik nergens anders aan en is het ontspannend. Ik zal ook nog aan enkele profrondes mee doen. Een uurtje mee rijden en dan afstappen. Uit rijden dat gaat natuurlijk niet. Daar mis ik de conditie en kwaliteit voor. Toch geloof ik dat ik met voldoende voorberei ding aan de start kom van het Neder lands kampioenschap. Bij sprinten komt het natuurlijk voor een heel groot gedeel te aan op techniek. Ik ben dan op papier prof, maar ergens voel ik mij toch een recreatie-rijder". GROTE PRUS Voordat Piet van der Touw 4 augustus aan de start komt in het Nederlandse kampioenschap mag hij op voordracht van baancoach Frans Mahn eind juli eerst aan de start verschijnen in de Grote Prijs van Kopenhagen. „Dat is natuurlijk een prachtige voorbe reiding. Frans Mahn is erg ingenomen met het feit dat ik weer aan de kam pioenschappen mee ga doen. Geen won der want er zijn op het ogenblik bijna geen sprinters van formaat in ons land". In zijn achterhoofd denkt Van der Touw natuurlijk ook aan de wereldkampioen schappen. Om daar naar toe te mogen, moet hij toch op zijn minst de Nederland se titel grijpen. Piet van der Touw: „Het is dan nog de vraag of de KNWU het geld er voor over heeft om een sprinter naar Venezuela te sturen. Bij een wereld kampioenschap ben ik nog nooit bij de eerste vier geweest". WINTERBAAN Piet van der Touw, kampioen van Neder land bij de sprinters in 1959, 1960, 1963 Piet var» der Touw wil nog een keer vlammen. Daarbij speelt de gedachte aan Venezuela zeker mee. en 1964 heeft toch een zeer behoorlijke naam onder wielrenners. Ook op de win- terbaan stond de Hagenaar die thans in Alphen aan de Rijn woont zijn mannetje. Sinds hij eind december 1966 zijn ckrrie- re afbrak kwam hij op de winterbaan niet meer tot grote prestaties. Zijn moois te overwinning was natuurlijk de zes daagse zege in 1965 in Melbourne. In het eerste jaar van zijn profloopbaan maakte hij een prachtige tournee door Australië samen met zijn koppelgenoot Bill Lawriedie hij later ook mee nam naar het vaste land. Piet van der Touw had daarna snel genoeg van het zesdaag se circus. Hij had de centen - gelukkig - niet zo hard nodig als de anderen en hield het voor gezien. Daarna heeft hij tijden niet van wielrennen willen horen. Piet ging wat hard rijden en dacht aan een toekomst die er natuurlijk niet voor hem was als beroepsrenner. Vijf jaar geleden begon hij een slagerij in de Haagse Hertenrade. Den Haag wist nog steeds wie Piet van der Touw was en er waren zelfs vaders die voor hun. zoon advies kwamen vragen bij Van der Touw. Op het ogenblik is het nog zo dat Van der Touw de prestaties van enkele jongen renners uit de regio in de gaten houdt De gebroeders Roozenburg heeft Piet van der Touw ook onder zijn hoede. De winkel gaat medio juli tot de eerste week van augustus dicht. Wegens vakan tie gesloten staat er dan op de deur. De klanten van Piet van der Touw weten echter wel beter. Piet zit weer op de fiets en de buurt zal weer mee leven met hun slager. De renner zelf hoopt op een eerste plaats. Of hij ook mee gedaan had als Loevesteijn en Fens nog gereden hadden. „Natuurlijk want of ik nu in de finale kom of niet, daar is het natuurlijk niet om begonnen. Het is alleen fijn om te fietsen, als de kans er is dan pak je natuurlijk graag een kampioenschap even mee". ARTHUR VAN RIJSWIJK Maarten van Heeswijk kan lachen. Het is vrijwel zeker, dat hij in Canada in actie komt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 17