Het dier en de kleuren
in Hortus Botanicus
Barbra Streisand
produceert zichzelf
als herboren ster
iDustin Hoffman
i draagt historie
op smalle schouders
EXPOSITIE IN
ORANJERIE TOT 18 SEPTEMBER
EN VERDER
DEZE WEEK IN LEIDSE BIOSCOPEN
^ima sprookjessfeer in
jeugdfilm
LEIDEN „Ziet U de natuur ook als een zwart-wit foto, of
blijft er een diepere indruk van kleur achter als U een dier
in de natuur ziet?" een tekst van die strekking staat er bij
de eerste foto die de bezoeker in de „Oranjerie" van de Leidse
Hortus Botanicus aan het Rapenburg onder ogen krijgt Dat
is dan tevens één van de weinige foto's die hij of zij hier
zal tegenkomen, want de tentoonstelling „Dier en Kleur", die
tot en met 18 september in de „Oranjerie" wordt gehouden
kenmerkt zich door een veel realistischer opiet dan een
zwart-wit foto kan bieden.
LIDO I Silver Streak
Express (14) De als een
comedie beginnende film
eindigt in een ramp, wan
neer de sneltrein het sta
tion van Chicago in puin
ramt. In de trein een ben
de misdadigers, die op de
ze wat ruwe wijze om het
leven komt. (achtste
LIDO^ II Casanova (18)
Fantasierijk schouwspel
met Donald Sutherland als
de potente Casanova. De
film ademt van begin tot
eind de Fellini-sfeer en is
derhalve wat minder ge-
schikt voor een groot pu
bliek. (derde week).
LIDO III - Rocky (14) Au
teur, hoofdrolspeler en in
middels Oscarwinnaar Syl
vester Stalone als middel
matige bokser die de kans
van zijn leven krijgt, (vijfde
STUDIO - Het debuut
(18). Nederlandse film met
Gerard Cox en het 14-jari-
ge meisje Carolien. De
liefdesrelatie tussen de
oudere man en het meisje
is fraai in beelden vastge
legd door regisseuze
Nouska van Brakel. (zesde
week).
TRIANON Een brug te
ver (18). Uitstekende en
inmiddels veelvuldig be
sproken rolprent over de
slag bij Arnhem in de
Tweede Wereldoorlog.
Een uitgebreide recensie
van deze film stond giste
ren in de L.C.
REX Sexslavinnen (18).
Het gebruikelijke werk, dit
maal onder een weer an
dere titel verpakt.
Het Rijksmuseum van Natuur
lijke, Historie aan de Raam-
steeg in Leiden is verantwoor
delijk voor de expositie „Dier
en Kleur". Het museum kon
voor deze gelegenheid flink
putten uit de voorraad opge
zette. dieren, die een belangrijk
gedeelte van de tentoonstelling
uitmaken. Omdat het Rijks
museum voor Natuurlijke His
torie door ruimtegebrek niet
in staat is een expositie van
enige omvang onder de eigen
pannen te houden werd geko
zen voor de catacombe-achtige
Oranjerie van de Hortus, die
normaal 's winters wordt ge
bruikt om niet winterharde
bomen en grote planten op te
slaan.
Onderwerpen
„Dier en kleur", waaraan
meer dan een jaar voorberei
ding vooraf ging is overzichte
lijk verdeeld in onderwerpen
als pigmenten, kleurpatronen
en functie van kleuren bij de
dieren op aarde. De expositie
begint met het contrast tussen
een zwart-wit foto van een
dier en het dier in het echt
Zo staan foto's van vogels,
schelpen en vlinders tegenover
hun opgezette versie in vitri
nes. (Het opzetten was bij de
schelpen natuurlijk minder
noodzakelijk). Het publiek
maakt kennis met de wat meer
ingetogen kleuren van de Ne
derlandse vlinders en vogels
(spreeuw, musje, Atalanta en
Dagpauwoog) en daarnaast de
uitbundige kleurenpracht van
de inheemse vogels en vlin
ders. („Probeert U maar eens
de kleuren van deze vlinders
een naam te geven", staat er
in de vitrine van de bontge
kleurde handgrote exotische
vlinders).
Hierna komt een natuurkundi
ge verklaring van het ver
schijnsel „kleur" aan het licht.
Door middel van „spectrums"
wordt getoond hoe wit licht
overgaat in gekleurd licht en
dan weer in wit licht. Door
middel van een soort electri-
sche keleidoscoop kan men
door het bedienen van huis
deurbellen zelf met draaiende
kleurgroepen aan het „spec-
trummen" slaan, een exposi
tieonderdeel dat vooral door
kinderen uitgebreid werd uit
geprobeerd.
Na het spectrum komen de
„pigmenten" aan bod. Daar
komt de bezoeker aan de weet
dat veel kleuren van dieren
worden veroorzaakt door de
zogenaamde „carotenoïden",
die als oranje-, geel- en groen-
makende kleurstof bij veel
dieren werkzaam zijn. Zo is de
oranje kleurstof caroteen (be
kend van de oranje kleur van
de worteltjes) ook werkzaam
bij goudvissen (die niet zijn
opgezet maar rondzwemmen),
de Rode Ibis en de Rose Fla
mingo. Gele en groene carote
noïden zijn werkzaam bij de
koolmees, de kanarie, de wie
lewaal en ook in de gele snavel
van de merel. (Allen opgezet
te aanschouwen). De gele
kleur van de citroenvlinder
wordt niet door carotenoïden
veroorzaakt, evenals de rode
kleur van koraal dat door een
ijzerhoudend pigment wordt
veroorzaakt.
Groene en blauwe pigmenten
komen in de dierenwereld ei
genlijk niet zo vaak voor; een
uitzondering vormt de even
eens opgezette groene specht,
die aan groen caroteen zijn
kleur dankt. Zwarte en bruine
pigmenten komen bij veel die
ren voor, zoals de baviaan, de
kraagbeer en de bunzing (allen
opgezet), alsmede bij de mens
(waarvan geen opgezet exem
plaar is te aanschouwen).
Het gebruik van dierlijke
kleurstoffen was vooral in
vroegere tijden de manier om
textiel te kleuren. Zo haalde
men rode kleurstof uit de
vrouwelijke schildluis; ook de
Zuidamerikaanse indianen be
dienen zich bij het maken van
hun „Cochenille" (rode kleur
stof) van schildluis. In de oud
heid werd om een stof de
kleur „purper" te geven de
klier van de Purperslak benut.
Dat was wel een kostbare aan
gelegenheid want om een rede
lijke lap stof paars te kleuren
waren er heel wat slakken no
dig.
De expositie gaat vervolgens
in op kleuren die niet door
pigment worden veroorzaakt,
zoals de structuur kleuren en
de buigingskleuren. Bij de
structuurkleuren wordt de
kleur veroorzaakt door de na
tuurkundige eigenschappen
van het object. Zo wordt in
zeepbellen en olievlekken licht
teruggekaatst, gezien vanuit
verschillende hoeken hetgeen
een kleureffect teweeg brengt
Eenden en kolibries danken
hier bijvoorbeeld kun kleuren
aan.
Bij de buigingskleuren is er
sprake van zogenaamde „re-
flectieroosters" op een be-*
paald oppervlak, zoals dat van
schelpen met paarlemoer en
bij de fluwelen zeemuis. Hoe
één en ander precies in zijn
werk gaat wordt middels een
deskundige toelichting en
voorbeelden met fraaie schel
pen duidelijk gemaakt
Het Tyndall blauw (zo ge
noemd naar de ontdekker) van
onze hemel veroorzaakt de
blauwe neus van de mandril
en de blauwe kleuren van de
ijsvogel en pimpelmees. Tyn
dall blauw in combinatie met
een geel pigment geeft (zoals
iedereen die vroeger wel eens
met kleurpotloden gewerkt
heeft ongetwijfeld gemerkt
heeft) de kleur groen. Vandaar
de groene kleur van de boom-
knikker en het geelgroen van
de levensechte parkieten op de
expositie.
Het wit van vogels als de Jan
van Gent en de sneeuwhoen
wordt veroorzaakt door de
lucht tussen de veren van deze
vogels, die het licht terugkaat
st. In werkelijkheid zijn de
veren zelf namelijk kleurloos,
zoals wordt aangetoond door
in plastic gegoten veren van
deze vogels.
Kleurpatronen
en functie
Het verdere gedeelte van
„Dier en kleur" wordt hoofd
zakelijk ingenomen door de
kleurpatronen van dieren en
hun functie. Zo is er het zwart
wit van de zebra, het vlekken-
patroon van de zwarte panter
en de egale kleur van de Brui
ne Beer (gelukkig allemaal op
gezet). Ook kan men de veran
dering van het kleurpatroon
bij groei volgen middels de
jongere en oudere represen
tanten van verschillende dier
soorten, zoals bijvoorbeeld bij
het wilde zwijn, dat in zijn
jeugd getooid is met gevange-
nisstrepen, die hij op latere
leeftijd kwijtraakt.
De functie van het kleurpa
troon blijkt soms geheel te
ontbreken, zoals bij de bloe
drode zeester, die voorkomt op
een grote zeediepte waarbij
kleuren in het geheel niet
meer zichtbaar zijn. De functie
van het kleurenpatroon van
edelhert en tijger is daarente
gen natuurlijk overduidelijk
die van camouflage en dat
wordt nog eens benadrukt
doordat men op de expositie
deze dieren tussen planten
heeft gesitueerd. Ook de witte
ijsbeer tussen zijn ijsschotsen
spreekt in dit opzicht voor zi
ch. Tenslotte heeft men ook
nog heel aardig in beeld ge
bracht hoe de scholekster, zelf
opvallend gekleurd vijanden
bij zijn eieren weglokt; de eie
ren worden beschermd door
hun kleur, waardoor ze op
gaan in hun omgeving.
„Dier en Kleur" is tot en met
18 september dagelijks te be
zichtigen van 10.00 tot 16.30
uur en op zondag van 12.30 tot
15.30 uur. De toegang is gratis,
alleen moet wel de normale
entree van de Hortus 0,25)
worden betaald.
FRANK BUURMAN
Barbra Streisand op weg naar de top met haar echtgenoot Kris
Kristofferson.
Peter en de vliegende autobus (a.l.) Vakantiefilm voor de jeugd (prolongatie),
za. en wo. om 14.30 uur.
Martin Brozius en Lex Goudsmit op zoek naar de gestolen uitvinding in „Peter
en de vliegende autobus".
tem heeft Arthur Penn ver- kereltje, dat steeds met zijn CAMERA Little big man
vaardigd met „Little big linkshandigheid bereikt dat hij (14) met Dustin Hoffman.
n, man", een verhaal dat gaat de tragediën uit het wilde Regie: Arthur Penn.
lie over een blank jongetje dat westen van een eeuw geleden
bij de Indianen wordt opge- overleeft. Hij begrijpt er'niets verkeerd uit.
voed. Dat is meer verteld, van, wordt door het lot tot Penn bereikt zo op en geestige
maar nooit zo geestig parodie- speelbal gemaakt en rolt dan en levendige manier dat de
rend en met een bittere onder- afwisselend het Indiaanse en mythe van het heroïsche west-
toon tegelijk, want dan rekent het blanke kamp binnen. Met en totaal aan flarden gaat. De
men zowel buiten Arthur zijn niet goocheme gezicht laat bleekhuiden hebben er zeer
Penn als de onweerstaanbare hij zich twee morakn aanpra- zichtbaar op een mensonteren-
hoofdrolspeler Dustin Hoff- ten, welke hij daarna gaat toe- de wijze huisgehouden, zonder
man, die het zeer kennelijke passen, maar dat komt bij dat men zeggen mag dat van
tegendeel van een held speelt voortduring natuurlijk totaal de Indianen veel humanisme
te leren viel.
„Little big man" zorgt voor
fri ou^ mannetje van honderd-
Dustin Hoffman als de schutterige indiaan "tuaties1^'1™8 6roteske
De titel „A star is bom" kan je driemaal
tegenkomen in de geschiedenis van Hol
lywood. Of eigenlijk viermaal, want in
1931 begon regisseur George Cukor de
serie met „What price Hollywood?"
Daarna kreeg het verhaal uit filmland
van het echtpaar bij wie de vrouwelijke
ster gaat rijzen als de mannelijke daalt,
van David O'Selznick de titel „A star
is bom" mee (het is dan 1937) en 1953
doet Cukor het dubbel en dwars over
met Judy Garland en James Mason. Die
laatste versie is het duurzaamst geble
ken, ook al omdat hoofdrolspeelster Ju
dy Garland met die film in werkelijk
heid een grandioze come-back maakte.
Had het zich tot dan allemaal in het
Hollywoodse filmwereldje afgespeeld, de
allernieuwste versie van „A star is
bom" speelt in muziekkringen, die van
de „rock" voornamelijk, en de simpele
reden daarvoor is Barbra Streisand.
„La" Streisand beheerst de door Frank
Pierson gemaakte film op een ongehoor
de manier. Zij produceerde de film niet
alleen mee als aandeelhoudster van First
Artist, ze deed ook het uitvoerende pro-
duktiewerk, leverde het muzikale con
cept, schreef enkele teksten en de muziek
voor één song en uiteindelijk vermelden
de slottitels nog dat de kleding van me
vrouw Streisand afkomstig is uit haar
eigen klerenkast. Natuurlijk is Streisand
een genot om naar te kijken, maar „A
star is bom" is zo op haar aanwezigheid
en haar stem gebouwd, dat er weinig
LUXOR A star is born (14) met
Barbra Streisand en Kris Kristoffer
son. Regie: Frank Pierson.
ruimte voor film overblijft. Ondanks de
aanwezigheid van zanger Kris Kristoffer
son die als een soort Mick Jagger op z'n
retour mag wegkwijnen in de schaduw
van Barbra.
Kristofferson is een rock-held die al in
het begin van de film en ook daar zit
een verschil met oudere versies af take
lingsverschijnselen vertoont. De stadions
zitten nog wel vol, maar hij „snuift",
drinkt liters whiskey, komt te laat, stort
van podia en raakt in handgemeen met
disc-jockey's. Ondanks dat alles ontdekt
hij in een cafeetje het talent van La
Barbra op wie hij verliefd wordt en die
hij de grote kans geeft. Ze grijpt die als
z'n echtgenote op volle geluidssterkte aan
en dan begint de ellende: de een schiet
omhoog, de andere zakt dieper weg, ru
zies, dronkenschappen, frustraties, zelf
verwijten, tot voor Kristofferson de dood
er op volgt. Inmiddels is de film dan al
een sentimentele „Love story" uit het
muziekwezen geworden, met kitscherig-
poëtische beelden die je niet zou ver
wachten van de debuterende regisseur
Frank Pierson die tenslotte het knappe
scenario voor „Dog Day Afternoon"
schreef.
BERT JANSMA
Een rockconcert van Kris Kristoffer- Barbra Streisand op weg naar de
son, wiens ster al dalende is. top.
succesformule van Kars
a der Meulen's jeugdfilm
om Ferdinand en de tover-
ink" vindt zijn voortzetting
„Peter en de vliegende au-
ous", die ondanks het feit
t het budget slechts de helft
droeg van wat een Neder-
adse speelfilm tegenwoor-
g vraagt een zeer „volwas-
n" indruk maakt,
in der Meulen's sterke punt
hij nauw contact blijft
met het publiek waar
films voor maakt. De
van het jongetje
dat na een ongeluk aan
rolstoel is gekluisterd, ko-
zonder enig sentiment
voren, zoals trouwens het
kinderwereldje terwijl de
enigszins maar niet te
karikaturaal vertekend
Het invalide jongetje Pe
ter, dat zoveel vreemde
avonturen beleeft in Kars
van der Meulen's nieuwste
jeugdfilm.
Lex Goudsmit, dit keer niet
als Oom Ferdinant, maar als
de uitvinder Quirinus, die een
toestel heeft uitgevonden dat
gewichtloos maakt zorgt met
zijn onhandige zoon Felix
(Martin Brozius) voor de nodi
ge opschudding in Peter's le
ventje als het apparaat plotse
ling verdwijnt en een hond, ja
zelfs 'n hele schoolbus met
kinderen gaan zweven. Een in
allerlei vermommingen opdui
kend individu wordt van de
diefstal verdacht en na een
wilde achtervolging door Peter
en z'n vriendjes in hoe kan
het anders met 'n sprookje
De Efteling wordt gegrepen.
Leuk amusement met gezien
de beperkte middelen uitste
kende truc-opnamen.
Milo