Hafeeprfs 30.- 40r '.Een brug te geeft onoverzichtelijk beeld van Slag om Arnhem Nederlandse zeeschilders exposeren i aan de Haven- Geprikkelde stemming verstoorde de feestvreugde Vladimir Ashkenazy pianist- dirigent fenomeen KUNST LEIDSE COURANT DONDERDAG 23 JUNI 1977 PAGIN De verfilming van Cornelius Ryan's „Een brug te ver" beeft voor meer dan een Jaar half Nederland en speciaal Deventer op stelten geset Na alle publikaties rondom de opnamen, de sterren die voor enkele dagen naar Nederland kwamen om Iran aandeel in de film te leveren en de oo- verkwikkelipce affaire na afloop toen Deventer de vage belofte, dat de wereldpraüie- re in die stad sou plaatsheb-' ben, wilde zien ingelost, heeft de publiciteit rond dit groots opgeaette verslag van de slag om Arnhem de zaak uit r'n proporties getrokken. Juist omdat de film „zo dicht bij huis werd opgenomen" waren plaatselijke stadsverslagge vers geneigd zich extra kri tisch op te stellen. „Een brug te ver" zou als oor logsepos een natuurlijk ver volg op „The longest day" moeten zijn, dat met zijn ster renbezetting nu al 15 jaar een vast repertoire-nummer is rond de 6e juni. In de eerste anderhalf uur voor de pauze springt William Goldman's scenario van de hak op de tak, verplaatst zich naar de ver schillende fronten en is voor diegenen die zich niet van te voren goed hebben verdiept in het gebeuren rond Arnhem anno 1944 een vrij .onoverzich telijke zaak. Elliot Gould springt er uit met een paar fraaie scènetjes als de cyni sche sigarenrokende kolonel Bobby Stout en James Caan heeft even voor „the interval" een mooie sekwentie als adju dant Eddie Dohun, maar de' rest van de imposante rolbe zetting Dirk Bogarde als generaal Browning, Sean Con- nery als generaal-majoor Ur- quhart en Ryan O'Neal als generaal-majoor Gavin - komt- nauwelijks uit de verf als ac teur. het bouwen van de Bailey brug bij Son heeft vaart en een paar goede dialogen. Ant hony Hopkins weet te scoren, als luitenant-kolonel Frost, die verbeten de brug bij Arnhem tracht te verdedigen, maar een voortreffelijke actrice als Liv Ullmann gaat helemaal de mist in als de Nederlandse Ka- te ter Horst, vooral in de door een Nederlandse coach in New York ingestudeerde monoloog' waar geen woord van te ver staan is en die hoewel in> het Nederlands Nederland se ondertitels zou moeten heb ben. Het is ook een wat trieste zaak om Laurence Olivier in een drietal scènes een Neder landse arts te zien spelen, een rol die door iedere Nederland se acteur veel gemakkelijker vervuld had kunnen worden. Zodra het om massale ge vechtscènes gaat met specta culair „vernielingswerk" en deprimerende beelden van het verslagen geallieerde leger heeft „Een brug te ver", over- Een van de indrukwekkende beelden uit „Een brug te ver" tuigingskracht, maar alles wat daaromheen gebeurt mist de autenticiteit die de Nederlan der, die de slag om Arnhem heeft meegemaakt er van ver wachten mag. Behalve mis schien de verwarring en de onoverzichtelijkheid van dat krijgsgebeuren, dat pas later mede door Cornelius Ryan's research aan het licht kwam. Wij slaan William Go lm an als scenarioschrijver hoog aan, maar bij zijn bewerking van Ryan's historisch overzicht over de fouten rond de slag om Arnhem gemaakt, heeft hij zich toch echt te weinig" geïn formeerd over de situatie ter plaatse vanuit een Nederlands standpunt Een Nederlandse film, zoals Joseph Levine des tijds tijdens de eerste perscon ferentie toen er nog geen meter film geschoten was hoopte, is het beslist niet ge worden. Het buitenland kijkt er misschien anders tegen aan, maar dat doen wij ook als we een oorlogsfilm zien over een strijd waar wij zelf niet zo nauw bij betrokken waren. Hoewel de Europese première van „Een brug te ver" giste renavond in het Amsterdamse City-theater een feestelijker karakter had dan we in Jaren in Nederland hadden meege maakt iedereen was er, van Mies Bouwman tot oud-minis ter Luns toe - bleek producent Joseph Levine toch wel een beetje teleurgesteld. Koningin Juliana had in verband met de gebroorte van de zoon van prinses Christina op bet laat ste moment verstek moeten laten gaan en van de konin klijke familie was alleen prins Bernhard aanwezig, die zich na afloop even met regis seur Richard Attenborough en de Heer Levine senior onder hield maar snel ver trokken was. Het aangekondigde bezoek van de koningin had volgens, het protocol ingehouden dat niemand de film eerder te zien kreeg dan de Deventer belan geloze medewerkers aan de film en de persconferentie die Levine en de zijnen - waaron der de acteurs Elliot Gould en Anthony Hopkins - die des middags al plaats vond had daardoor weinig zin omdat niemand de film nog gezien had. Prins Bernhard in gesprek met mevr- Ryap. weduwe van de schrijver van ,Een brug te ver'. NAVO-secretaris-generaal Luns luistert op de achtergrond toe. De vragen die daar werden gesteld waren dan ook voorna melijk geënt op de vrij nega tieve kritiek die „Time magazi ne" over de film had gepubli ceerd, het protest van Lady Browning - die de film ook nog niet had gezien - over de rol die haar man in de film speelt en natuurlijk over het geharrewar rond de „beloof de" wereldpremière in Deven ter. Vooral over dit laatste wond Joseph Levine zich danig op. De vragen waren ook niet zo tactisch gesteld en Levine had zijn antwoord klaar. „Ik heb het ze aangeboden maar dan moest er wel een theater zijn om de film op een acceptabele manier uit te brengen. Ik ga een miljoenenproduktie echt niet op een postzegel introdu- Regisseur Richard Attenbo- rough zat de zaak ook niet zo lekker en hij hield een zeer steekhoudend betoog dat het echt geen schande was om een film met een commercieel oog merk te maken. „Daar bestaat de filmindustrie al jaren van. Worden dit soort films niet meer gemaakt dan kunnen we wel ophouden" was zijn con clusie. Acteur Anthony Hopkins trok nog feller van leer en verweet het gezelschap dat er alleen maar negatieve vragen werden gesteld terwijl men de film nog moest gaan zien. Ook El liot' Gould, die zich duidelijk met opzet buiten de discussies hield, toonde dat hij geïrri teerd was door de op Levine en Attenborough afgevuurde vragen. In een privé-gesprek na afloop van de persconfe rentie kwam hij echter heel anders over, als een uiterst beminnelijk mens dat volko men bereid was over Holly wood, filmrollen en de beteke nis daarvan te discussieren. De doorgaans als vriendelijk bekend staande Nederlandse filmpers - in vergelijking tot andere landen als bijvoorbeeld Frankrijk en Italië - had met vragen over de Deventer we reldpremière en citaten uit buitenlandse recensies dit keer kennelijk tegen de haren inge streken. Misschien dat men zich te nauw bij het onder werp betrokken voelde om nog voor het zien van de film enige afstand te nemen en eerst het resultaat af te wach ten. We hebben wel eens ge moedelijker persbijeenkom sten meegemaakt Het gebeurt maar zel den dat een kunstzaal 'n expositie presen teert die geheel in overeenstemming is met het karakter van die zaal zelf. Dit nu is momenteel het geval met Galerie aan de Haven, aan de Dr. Le- lykade 25, waar de Ne derlandse vereniging van zeeschilders ten toonstelt kwestie is namelijk, dat wat er binnen te zien is, ge deeltelijk ook buiten zichtbaar wordt De leiding van deze zaal be staande uit Marianne Boots gezel (zelfs de naam speelt mee) en Jac. de Gier, heeft in de achterwand van het gebouw een groot breed ven ster laten aanbrengen dat uitzicht op de tweede binnen haven geeft en men ziet van uit de besloten ruimte, als op een „levend schilderij", sche pen liggen, schepen bouwen, jachten dobberen terwijl op de achtergrond een hijs kraan in beweging is. Een beter decor laat zich niet denkea Er zijn acht deelnemers, net genoeg om een behoorlijk overzicht te krijgen. Maar nu moet men die term zeeschil der wel wat ruim nemen. Vroeger verstond men onder „zeeschilder" bijna uitslui tend iemand die alleen maar schepen in volle zee, liefst in een storm, of vlak voor een rotsige kust op het punt van stranden, of oorlogsbodem in fel gevecht op het doek bracht. Dat element zit er nog wel in maar vele kiezen toch ook een randgebied. Reint de Jonge b.v. die 'n prachtige aquarel maakte van schepen in een heel kal me binnenhaven bij avond, romantisch zelfs, die veel be ter is dan zijn olieverven. Zo is het ook met J. W. Heyting gesteld, een kundig water verfschilder bij wie de mari nes het ook beter doen met de vlotte natte penseel dan met de zwaardere olie-pig ment. En J. C. A. Goedhartj?' blijft samen met H. Bosboomr nog het dichtst bij de oudep1 stijl: Fijn uitgetekende, rea listische beelden van opsto- mende boten die het water doorklieven met stoere kracht Kenners kunnen de diverse typen er zo uithalen terwijl er toch de schilder kunstige sfeer niet ontbreekt. Hugo Liebe ging nog het meest landinwaarts: Kur- haus, Delftshaven, een mach tige sluisdeur en enkele Franse binnenhavens, grij zig, grauw en oerstevig. Haveninstallaties horen nu eenmaal bij schepen en ze kunnen markant en gigan- 1 tisch van voorkomen zijn. Hans Eschauzier heeft ze ferm getekend in zwart wit, terwijl hij ook erg van zo'n klassieke driemaster houdt, jl Geertjan van Meurs is het j I meest „hedendaags" in deze t groep: hij past een lichte ab strahering toe waardoor zijn schepen soms iets van 'n vlie gende Hollander weghebben; bij deze kunstenaar gaat het toch meer om de artistieke vertolking dan om een voor stelling. Louk van Meurs- Mauser, tenslotte, toont een fraai stuk plastiek, smeed werk dat heel origineel en realistisch het verdrinken j van Johan Willem Friso op I het Hollands Diep tot onder- werp heeft. Deze tentoonstelling blijft t.m 2 juli in deze Galerie aan de Haven waar men nog vo lop aan het verbouwen is. Boven de tentoonstellings ruimte wordt een filmzaal in gericht waar het werk van Jac de Gier, die ook cineast is, bij bepaalde gelegenheden getoond zal worden aan op drachtgevers. En het camera werk houdt eveneens ver band met het natte element want de Gier heeft voor Rijkswaterstaat o.a. verschil lende films gemaakt bij het diepzeeonderzoek. bij het plaatsen van boeien etc. Het Visserijmuseum te Sche- veningen en het Amsterdam se scheepvaartmuseum heb ben op deze tentoonstelling) aankopen gedaan. J.V. Goede, supervoordelige O'Sullivan blue jeans. Met leuke zakken, koperen knopen en riemlussen. Katoen. van AO,— voor Aparte échte O'Sullivan blue Jeans. Met opvallende dubbele steekzakken. Geen achterzakken. vanfiO", Modieuze O'Sullivan blue jeans. Met gele (antasie-stiksels, ticketzakjes en knoopachterzakken. Katoen, mt 42-52 vanjKT,— voor Zonder riem. Alleen deze week gele {antasie-stiksels Vladimir Ashkenazy, Rus val oorsprong en sedert ongeveé 10 jaar met zijn gezin levend i) Reykjavik waar hij een steunpj laar blijkt te zijn voor het I» landse muziekleven, stond gil teravond voor de vierde laatste maal voor het NedeJ lands Kamerorkest. Een volle Prins Willem Alexaij derzaal in het Haags Congresgj bouw luisterde met aandacH naar het Mozart-programma bi staande uit de Symfonie in I KV 550 en de pianoconcerten ij G KV 453 en in C KV Alleen bij de symfonie stonl Ashkenazy als dirigent voor hi orkest. Bij beide pianoconcertej zat hij achter de als een wi midden in het orkest geschovd vleugel en dirigeerde hij m< hoofd en handen, voorzover dt ze laatste niet op het toestel bord bezig waren. Over het al gemeen is de verbintenis ofwjl dubbelrol solist-dirigent weini geslaad en dit werkt in het ns deel van één of beide rollet Ashkenazy was in de beide cor certen de uitzondering op dez regel. In een natuurlijke balan tussen orkest en piano, zonde de tussenschakeling van ee aparte dirigent, ontstonden twe bijsonder harmonieuze m uzi el stukken. Er lijkt van deze .klein beweeglijke man een bijzonde sterk stimulerende werking ui te gaan op de orkestleden. I technisch opzicht spelen ze e blijkens de ongelijkheden, me name bij de violen, niet bete om, maar muzikaal werden z door het minutieus verfijnde e: tegelijk vitale spel van de pis nist duidelijk geïnspireerd. He natuurlijk ademende andantj van het laatste pianoconcert bij voorbeeld was van een adembe nemende schoonheid. De enigs zins weemoedig getinte symffl nie in g klonk mede door he vrij langzame tempo wat eri zwaar en onvoldoende spiri tueel. Dat de akoustiek van d zaalveel van de charme van eei dergelijk concert wegneem werd trouwens deze avond wee eens overduidelijk. E.J.B

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1977 | | pagina 10